OORLOG'
IN
ULSTERS
LONDONDERRY
,HET DIER EN WIJ'
MARNIX GIISEN EA:
Zaterdag 11 januari 1969
zaterdagnummer
De grote spanning in het Britse Noord-Ierlcmd, waar de onderdruk
king van de rooms-katholieke minderheid de afgelopen maanden
al enkele keren tot felle explosies heeft geleid, is voor onze corres
pondent in Londen aanleiding geweest naar het in deze wintermaan
den letterlijk barre noorden te reizen. Uit Londonderry ontvingen
wij telefonisch bijgaand onthullend relaas over onverdraagzaam
heid, uitzichtloos lijden en een onbeheerste woede-uitbarsting.
(Van onze Londense correspondent Arnold Lissauer)
LONDONDERRYvrijdag Wie Londonderry, het door heuvels omgeven havenstadje
Eurapa's buitenpost aan de Atlantische Oceaan binnenkomt krijgt al meteen een schok.
In sommige straten is na de botsingen van het afgelopen weekeinde nauwelijks een winkel
ruit heel. Overal zijn ramen en deuren met schotten dichtgespijkerd. Nog erger is de situa
tie in het vermolmde witte ghetto', waar de armsten onder de rooms-katholieken in
Ulster zijn zij de ,have nots' samenhokken in de Bogsidewijk. Het is een vallei van
ellende.
Op de schamele, uit twee kamertjes bestaande
stulpjes, zonder keuken men kookt op een gas-
ring in de huiskamer richtte zich afgelopen zon
dag, na de veldslag tussen de politie en de me
nigte, de wraak van een groot aantal van buiten
aangevoerde agenten van de .Ulster-oproerbriga-
de', Zij sloegen terwijl de bewoners sliepen met
hun wapenstokken in blinde woede de ramen in,
vaak met kozijnen en al. Het Is een troosteloos
oorlogstafereel. Op de straathoeken schoolt de
werkloze jeugd dreigend samen. Hier en daar de
resten van een ,Parijse' barricade.
Auto's met de wielen omhoog, puin en rommel, soms
brandend en op een muur in grote letters gekalkt:
.Your are entering free Derry' (u betreedt het vrije
Derry). Overal op de toegangswegen liggen nog de
keien waarmee politie en omstanders elkaar beko
gelden. Maar, zegt men, de politie begon hiermee:
ais de politie normaal de orde zou hebben gehand
haafd, zou alles vreedzaam zijn verlopen.
John Hume, ondervoorzitter van de plaatselijke be
weging voor burgerrechten, een kalme figuur, had
op-de politie een persoonlijk beroep gedaan geen
waterkanon op de massa te richten. Het ant
woord van de politie, zo vertelt hij mij, was: ,Als
Je nog een stap dichterbij komt, 6la ik je rotkop
in'! Even later werd John Hume door een steen, die
een politieman gooide, getroffen. Op andere muren:
,Laat de gevangenen vrij'. Dit is een toespeling
op de .speciale polltiebevoegdheden'. De staatspo
litie kan namelijk zonder arrestatiebevel iedereen
in hechtenis nemen. Roomskatholieken worden vaak
op valse aantijgingen (bijvoorbeeld dat zij IRA-
mannen zouden zijn (IRA is het tot een onzicht
baar minimum ineengekrompen restant van het re
publikeinse Ierse leger) uit hun woningen wegge
sleept.
Het plaatselijk actiecomité van de burgerrechtbewe
ging heeft in allerijl eigen patrouille diensten geor
ganiseerd, die zodra de duisternis invalt deze buur
ten bewaken. Deze patrouilles weigeren zelfs de
politie toe te laten. Maar ik heb in Londonderry
in twee dagen geen agent kunnen bekennen. ,Ze
zijn bang', zegt men. Desondanks komen er nog
dagelijks incidenten voor. Een katholieke Jongen
op weg naar de avondschool werd zojuist door een
paar .protestantse' knapen neergeslagen en gewond.
,Het was 's nachts omstreeks één uur, toen brak
de hel los', vertelt ons Joanna Deane, een alleen
wonende vrouw, die ons bij het uitgegane openhaard-
vuur nodigt. In een oogwenk is het vertrekje met
buurvrouwen gevuld. Het zijn vriendelijke mensen.
Zij beschrijven de situatie zonder een spoor van
bitterheid. Het zou verkeerd zijn om van doffe be
rusting te spreken. Maar niemand gelooft meer in
de beloften van een regering, die hen al een halve
eeuw als tweederangsburgers beschouwt, omdat ze
katholiek zijn en door hun armoede weerloos.
SLAGEN
Ierland is eeuwenlang het slachtoffer van een hard
Brits kolonialisme, dat in het noorden nog altijd
doorwerkt. Daar werden reeds in de tijd van de
eerste Elizabeth (voornamelijk door de Presbyte
riaanse Schotten samen met Engelsen) koloniale
.plantages' aangelegd, daarbij de katholieke Ieren
van hun beste gronden verdrijvend. Sindsdien zitten
ze in de hoek waar de slagen vallen. In Ulster
vormen zij het proletariaat en de lagere midden
stand. Door het plaatselijke .huismans'-kiesrecht
alleen voor huisbezitters en huurders is een
groot deel van het arme katholieke volksdeel van
de normale democratische rechten beroofd.
,Ik was nog laat aan het werk', zegt mevrouw
Deane, ,en stond dichtbij het raam toen ik plotse
ling lawaai hoorde. Ik ging kijken en een moment
later kletterde het glas naar binnen. Ik zag poli-
tiehelmen en gummistokken. God zij dank ben ik
er zonder letsel afgekomen. Ik keek de straat in
en zag minstens honderd man politie, die als dron
ken kerels raasden en tierden'. ,Het waren er drie
honderd', zegt een buurman die door het open gat
in het raam meeluistert, ,2e bleven tot half vijf'.
tie zich aan wangedrag zou hebben schuldig ge
maakt. Nu zijn de ogen van de hele wereld op Lon
donderry gevestigd. Film- en televisiecamera's zoe
men de hele dag langs de haveloze bruine en witte
geveltjes en de holbewoners. De regering van
Ulster onder welke de politiemacht van het hele
gebied valt, heeft een onderzoek gelast. Maar het is
een intern crimineel onderzoek dat door de politie
zelf wordt ingesteld. De bevolking stelt er geen
vertrouwen in. Het zal op zijn best tot het ont
slag van enkele politiemannen leiden.
Vandaar dat aangedrongen wordt op een politiek
onderzoek. Omdat niet iedereen bereid is tegen
over een polttie-inspecteur getuigenis over de poli
tie af te leggen, heeft de beweging voor burger
rechten Ingegrepen en om verklaringen verzocht
die zij zelf aan de politie zal overhandigen, hoe
wel deze als bewijsmateriaal (namelijk via der
den) geen kracht bezitten. Men heeft tevens tot
de spectaculaire stap besloten om een zo groot
mogelijk aantal buurtbewoners naar Londen over
te vliegen in een speciaal gecharterd vliegtuig en
hen vervolgens naar Westminster en Downingstreet
10 te laten marcheren. Zo maken zij de zaak per
soonlijk bij lagerhuisleden en premier Wilson aan
hangig.
Velen willen dat de regering-Wilson gebruik maakt
van het recht om in een noodtoestand troepen naar
Ulster welks bevolking voor éénderde uit ka
tholieken en voor tweederde uit protestanten be
staat zal sturen: er is een onmogelijke situatie
ontstaan, omdat de aanhangers van de fanatieke
dominee Ian Paisley, die zegt dat de paus. de anti
christ is, de uitoefening van het demonstratierecht
met steeds groter succes weet te beletten. Zater
dag dreigt er in de nabij de grens gelegen stad
Newry een nieuwe uitbarsting, vooral omdat de
gevreesde majoor Ronald Bunting, een vooraan
staande Paisley-man, van plan is de grootste tegen-
demonstratie op touw te zetten tegen die van de
zogenaamde volksdemocratie, zoals de beweging voor
burgerrechten in Belfast zich noemt.
Deze volksdemocratie heeft de regering gewaar
schuwd dat zij weigert nog langer het officiële
gezag te erkennen en tot alle mogelijke vormen
van burgerlijke ongehoorzaamheid zal overgaan, in
dien de regering opnieuw faalt de wettelijk toege
stane demonstratie afdoende te beschermen. Het
gaat hard tegen hard, waarbij niet vergeten mag
worden dat de vaak heetgebakerde Ieren gebo
ren vechtjassen zijn.
DEMONSTRATIES
SCHANDAAL
Dit is het grootste schandaal dat Ulster heeft be
leefd. Op 5 oktober van het vorig Jaar gebeurde
ln deze buurt Iets dergelijks, maar op kleinere
schaal. De autoriteiten ontkenden toen dat de poll-
,De enige oplossing, zegt Edide McAteer, leider
van de rooms-katholieke nationalistische partij' en
lid van het parlement, die mij in zijn grote witte
huis, hoog boven de stad, ontvangst, ,is een ver
bod van contra-demonstraties. Ik heb daartoe een
wetsontwerp ingediend'. Maar het is de vraag of
dit een kans maakt, want de unionistische rege
ringspartij bezit een overweldigende meerderheid.
McAteer is een evenwichtig en beminnelijke stoere
zestiger. ,Het ergste is', zegt hij, ,dat de nationa
listen niet als een normale oppositiepartij door de
regering worden beschouwd, maar als een troep
landverraders. Maar wij willen vrij leven in het
land van onze voorvaders'. Iedereen is het er over
eens dat de tegenwoordige premier, Terence O'Neill,
een gematigd en eerlijk man is. Hij staat voor het
zelfde probleem als de leiders van de beweging
voor burgerlijke vrflheden, namelijk hoe de extre
misten in eigen kring te bedwingen. Het is tragisch
dat juist op het moment dat er kans scheen dat
de gematigden hun Invloed zouden kunnen doen gel
den, de explosie van Londonderry kwam. Want niet
mag worden vergeten dat de grote massa van ka
tholieken en protestanten In vrede wenst te leven.
,In Ulster heerst een Ideale voedingsbodem voor re
volutie', zegt McAteer. Want de katholieken wor
den drievoudig onderdrukt, namelijk wegens hun
godsdienst, omdat ze de economische onderlaag vor
men en omdat ze tot een ander ras, namelijk het
Ierse, behoren'. De verblinde Paisley-mannen, die
mentaal nog in de .oertijd' leven, hebben de rege
ring door hun wilde agitatie de voet dwars gezet.
Zij hebben de sympathie van vele ant!-roomska.tho-
lieke superpatriotten, die vaak permanent de Union
Jack uit hun woningen laten wapperen.
ONVOLDOENDE
De regering vindt dat er geen reden meer ls voor
verdere demonstraties. O'Nedll's stelling Is dat zijn
tegenstanders hem nu een volle kans dienen te ge
ven zijn in november afgekondigd spoedprogram-
ma, dar aan enkele grieven tegemoet tracht te ko
men (oa op het gebied van een eerlijker toewij
zing var woningen) uit te voeren. De burgerrecht-
beweging in Londenderry is de leider, Ian
Cooper, een protestant Is blij met dit eerste
6ucces. Maar zij wil de regering onder grote drok
blijven zetten omdat, zoals McAteer zegt, de belang
rijkste concessie ,één man één stem' nog
moet worden afgedwongen.
In Londenderry heerst het summum van onrecht,
omdat ln dit stadje van 20.000 Inwoners de katho
lieken de groote meerderheid vormen. Door de op
zettelijk grillig getroffen kieskringgrenzen lijken
zij echter gedoemd altijd In de minderheid te moe
ten blijven. De ,r.k. nationalistische districten', met
tweemaal zoveel kiezers als de nlet-katholieken, le
veren daardoor minder zetels op dan de unionisten.
Londenderry is voor de protestantse oranjeman
nen de naar Willem van Oranje (door de pro
testantse bevolking als heilige vereerd) genoemde
loges die het leven van Ulster beheersen een
heel speciaal symbool van hun macht. Hier klonk
namelijk, toen Willems schoonvader, koning Jaco
bus, de stad belegerde, het fiere ,wlj geven niet over*.
Londenderry is de enige plaats ln Ulster waar de
koningstadhouder driemaal per jaar met festivitei
ten wordt herdacht. In de rest van Ulster gebeurt
dat alleen op 12 juli. de datum van de door Wil
lem III in 1690 gewonnen politiek beslissende slag
aan de rivier Boine- Hel is overigens pas honderd
jaar geleden, dat 's avonds om 8 uur de klok werd
geluid, ten teken dat alle leren (lees katholieken)
het gebied binnen de stadsmuren moesten verla
ten. De oude vete tussen protestanten en katho
lieken wordt ln Londenderry fysiek gekenmerkt door
de voor belde groepen zo goed als exclusieve stads
delen. Aan de i.nkcrbenedenoever van de brede mon
ding van de rivier Foyle. die als een loopgraaf
dwars door de stad loopt, wonen de unionisten :n
nette burgerwoninkjes. Op de glooiing van de an
dere oever. In vaak aombere. kronkel.ge straatjes
en slopjes zijn de .(r.k.) nationalisten' .met het oog
op het onmogelijke kiesstelsel, bewust opeen ge
hoopt.
Londonderry telt, 12 procent werklozen met 7.yn
permanent gebrek nun wek gelegenheid nu de
scheepsbouw, de zware Industrie en de linnen nij
verheid zich in afdalende lijn bewegen. Er ls een
anti-katholieke discriminatie bjj het vinden van
werk. De vrouwen van Bogside zeggen dat de werk
gevers er zijn praktisch geen roomskatholieke
grotere firma's niet vragen: .ben Je katholiek?'
Maar wat op hetzelfde neerkomt, ,op welke school
ben je gewepst?'. De katholieken moeten zich meest
al behelpen met de mindere baantjes, ook bij do
overheid.
POLITIERESERVE
Het besluit van de regering om een klein deel van
de speciale politiereserve overblijfsel uit de strijd
tegen de IRA op te roepen, heeft onder do
burgerrechtstrijders kwaad bloed gezet, omdat de
ze vrijwilligers voornamelijk uit het boerenland ko
men en als uiterst reactionair worden beschouwd.
Niemand geloofd dat zij. zoals de regering heeft
beloofd, met tegen de demonstranten zullen worden
gebruikt, doch slechts om de kleine politiemacht
te ontlasten en de demonstranten beter te kunnen
beschermen. De regering zegt inderdaad de vrij
heid van meningsuiting en het demonstratierecht
niet te willen aantasten en de democratie niet door
extremisten te willen laten ondermijnen. De bur
gerrechtstrijders antwoordden dat de moeilijkheden
niet zijn ontstaan door een tekort aan politie, maar
door een gebrek aan onpartijdigheid en omdat zij
onder één hoedje met Paisley spelen. Het in een
uithoek liggende Ulster lijdt vooral door zijn iso
lement aan verstarde houdingen en vrees voor ve
randeringen. Lichtpunt Is, dat de jonge generatie,
hoe onbesuisd soms ook, deze situatie vooral on
der invloed van de universele opstand tegen de ge
vestigde opvattingen tracht te doorbreken. In
d.' burgerrechtactie in Ulster ligt voor het eerst
de mogelijkheid van een constructief samengaan
van katholieken en niet-katholieken en een over
brenging van de strijd naar een ralistischer vlak,
namelijk dat van sociale gerechtigheid en betere
economische organisatie.
We weten helemaal niet of het zo gegaan Is, maar het lijkt een goede gis.
Marnix Gijsen had behoefte een essay te schrijven over het onderwerp
.Het dier en wij'. Hij is schrijver en diplomaat, geen bioloog of ook maar
amateur-bioloog, en hij benadert het onderwerp dan ook van uit allerlei
vaag culturele en intellectuele gezichtspunten, lijn zit er niet in.
Het essay was geschreven, maar het viel wat mager uit zo. Toen vroeg hij
een flink aantal Jonge Vlaamse schrijvers (jong vooral: wie de jeugd heeft
Heeft de toekomst) een verhaal te schrijven of een gedicht waarin een dier
de hoofdrol speelt. Een aantal schrijvers draaiden min of meer vlot een
nummertje-met-beest af, en het geheel werd het boek ,Het dier en wij', een
werk dat aan elkaar hangt als het fameuze droge zand, een hoopje on-
geselecteerd bij elkaar geveegd schrijfsel, een stapeltje ongelijke stenen
het cement .dier' houdt nauwelijks. Nogmaals, dit is maar een gis. mogelijk
is de wordingsgeschiedenis van dit boek anders. Maar daar zowel de
letteren als het dier ons na aan het hart liggen en er bovendien een paar
voortreffelijke verhalen in dit boek staan, vragen we toch graag uw aan
dacht voor dit vormeloze, van een eind in elkaar gegooide boek
^VOOROPGESTELD- het is de uiterste tijd om ons eens goed te bezinnen
op onze verhouding tot het dier. Onze opvattingen zijn in dit opzich!
meestal middeleeuws, bijbels of ouder het Christendom heeft het dier
nu eenmaal ver beneden de mens gesteld. We vinden dat gewoon vanzelf
sprekend. Onze opvatting is deze wij mensen, zijn de baas en hebben alle
recht en we beschikken over lot en leven van de dieren zoals ons dat
goeddunkt. Wij hebben een ziel. een onsterfelijke nog wel. en zij hebben er
geen Wij denken en voelen, en zij. nou ja. gevoel kun je ze wel niet hele
maal ontzeggen, en het lijkt er op of er ook wel wet verstand in die kopjes
rit. maar we praten er vlug overheen. Ondertussen roeien we uit, kwel
len we vreselijk (mestkalvers. ganzen voor paté. kippen in de moderne leg
fabrieken, dieren in ouderwetse dierentuinen, enz enz.) en we bevinden
ons er (nog) wel bij Want het zijn immers maar beesten. Ze hebben geer
recht. Nu ia. je mag een dier niet mishandelen, en wie een hond of kat in
het openbaar kwellen zou. loopt groot gevaar zelf ernstig gemolesteerd te
worden. Maar wie. als hij met vakantie gaat en tegen de kosten van een
dlerenpension opziet zijn hond of kat ergens onverzorgd langs de weg
neerzet, of zijn kanarie of parkiet maar .vrij laat' gaat vrijuit.
Er zijn voor dit alles ook geen wetten of voorschriften te maken, het is
mogelijk niet eens gewenst. Onze hele Instelling tegenover het dier moet
veranderen, en we moeten beginnen bij onszelf, ons eerlijk afvragen waar
dal .recht' van ons op berust We moeten het dier als een medeschepsel
beschouwen dat volkomen recht heeft op onze consideratie, want we zijn
nu eenmaal de sterkste.
We zijn geen voorstanders van hondenkerkhoven met sentimentele beelden
groepjes, en zelfs niet ven rusthuizen voor versleten paarden. We lusten
een kerstkonijn dat zelf Is gekweekt en ham van de keu die we dagelijks
hebben horen knorren, en weten dat we niet alle jonge poesjes en hondjes
en duiven die vruchtbare moeder natuur elk jaar brengt, in leven kunnen
laten, We doden ratten en muizen en op grote schaal allerlei Insekten. Maar
er is ook hier toch ergens eep gulden middenweg. We hebben er geen
enkele behoefte aan, het dier te verafgoden, maar beschouwen zijn leven
en aard wel met consideratie. En eerlijk gezegd heeft de zeer nauwe om
gang met dieren ons er grondig van overtuigd dat ze heel verstandig en
zelfgevoellg zijn en bovendien een zeer gedifferentieerd .zléleleven' (hoe
moet men het anders noemen?) bezitten. Dan zijn nog bij vele dieren de
zintuigen zó verfijnd, dat wij mensen met ons beperkte gehoor, gezicht etc
er geen flauw begrip van hebben wat ze niet allemaal waarnemen kunnen
Doch daarover gaat het nu niet.
TJET is ongeveer ook vanuit deze gezichtshoek voornamelijk, dat Marnix
Gijsen zijn essay .Het dier en wij' heeft geschreven.
Hij begint met op te merken dat het tijd is, zich eens bezig te houden mei
de .rechten van het dier', zoekt dan oude definities voor het begrip dier
naast de mens. en signaleert het merkwaardige, recente boek van de Franse
priester Gauthier (Un prëtre se penche sur les anlmaux. Een priester ver
diept zich In de dieren) die zo vooruitstrevend en moedig ls. de dieren een
ziel toe te kennen, en hen daarop prompt ook een hemel gunt. daar de
kennis van goed en kwaad, droevig voorrecht van de mens. hun is bespaard
Dat hoeft voor ons allemaal niet, maar In elk geval heeft Père Gauthier de
.ziel' (woord dat we ook al met voorbehoud gebruiken) van het dier ont
dekt.
Gijsen gaat dan na, in welke opzichten het dier superieur is aan de mens
het vergrijpt zich slechts bij uitzondering aan zijn soortgenoten b.v.. over
de zintuigen en vele andere zaken spreekt Gijsen niet), hoever we er
geestelijk en sentimenteel kontakt mee kunnen hebben, en kijkt dan eens
vluchtig rond bij volkeren met andere godsdiensten dan het Christendom
waar dieren vaak worden verafgood. Hij loopt met willekeurige zevenmijls
laarzen door filosofie en maatschappelijke geschiedenis, te hooi en te gras
iets interessants oppikkend uit de Talmud, de Bijbel, oude filosofen en grote
dichters, en doorspekt dat met anecdotes en eigen waarnemingen.
Door zijn langdurige verblijf in Amerika merkte hij dingen op die de ver
stokte Europeaan gemakkelijk zouden kunnen ontgaan, b.v. de Invloed van
Walt Disney, die de van oudsher bekende dierentypes en -reputaties (dap
per als een leeuw, trouw als een hond etc.) is gaan herzien.
Het is slechts in onze eeuw dat de reputatie van zekere dieren totaal
herzien werd, vooral door de cartoons van Walt Disney. Bij hem is
plots de muis, die gewoon spaarzaam was bij Esopus, geworden tol
het symbool van het verstand, terwijl zijn beroemde kat Tom een
bestendige kwaadaardige gaffeur en domoor werd. De kraaien zon
b$ hem het symbool van het cynisme en de hond is bij hem niet
trouw maar hopeloos dom, de beer een idiote plomperd. Naar wille
keur inderdaad, biologisch gezien volkomen willekeurig, W.) de
gradeert of promoveert hij een diersoort zonder zich aan de over
leveringen van het klassieke dierenepos te storen. De Amerikaanse
jeugd, die Esopus noch La Fontaine kentis geheel overgeleverd aan
Disney op dat gebied. Ook wel aan de duizenden schrijvers van
kinderboeken die, om er wat nieuws op te vinden, dikwijls een mis
prezen dier in eer herstellen. Alleen de reputatie van de slang blijft
sedert de bijbel constanf (pp. 21/22).
Echt Gijsen is ook: ,Het is stellig dat de houding van de vrouw veel
meer affectief is dan die van de man en het staat voor mij ook
buiten twijfel dat de vrouw een neiging heeft om haar behoefte aan
gezag, haar tendens om te heersen in vele gevallen voldoet wanneer
ze een huisdier, dat van haar afhankelijk is, kan bevelen geven en
het kan domineren. In dit verband is de aanwezigheid van een huis
dier in een gezin dat noodgedwongen toch nooit honderd procent
harmonisch kan zijn een perfecte bliksemafleider. De manier
waarop een vrouw een huisdier aanspreekt in tegenwoordigheid van
haar man, kan voor de verstandige echtgenoot een perfecte baro
meter van de huwelijksverhouding zijn' (p. 24).
Bij het lezen van zo'n passage herinner je je Ineens dat de vrouw ook nog
al lang voor haar status als volwaardig mens. compleet met ziel en alles,
heeft moeten strijden, en blijkbaar is dat nog steeds niet allemaal in ordel
Zo kneuveli hij aangenaam verder, het gaat nooit erg diep, maar het ver
strooit en geeft stof tot nadenken. HIJ komt tot de conclusie .Tenslotte zou
onze verhouding tegenover het dier dezelfde moeten zijn als die welke wij
tegenover onze medemensen moeten aannemen. Het is onze plicht in he:
leven onze evennaaste zo weinig mogelijk psychisch en lichamelijk letsel
te berokkenen' ,Het komt er voor ons op aan het dier niet nutteloos te
Letterkundige kroniek
doorHANSWARREN
doen lijden. In de vorigs eeuw werd er alarm geslagen ever de tocstanc
van de paarden die in de mijnen werkten, maar dat was in een periode toer.
m Engeland meisjes van acht en tien jaar twaalf uur per dag in de mijner
werkten in galerijen waar ze zelfs niet rechtop konden staan'.
Een perspectief wat er overigens weer weinig toe doet, een stap verder, e:
wij, slaven van mensen, benijden het dier zijn vrijheidl
■VTA dit essay volgen dan de bijdragen in proza en (enkele) in poëzie, er.
dat is, zoals reeds gezegd, een allegaartje. De poëzie-bijdragen kan
men wat de waarde betreft haast verwaarlozen. Het merkwaardigst Is nog
een vreemd, ja, gruwelijk vers van de enige oudere in het gezelschap
Karei Joncheere, een In Memoriam voor zijn oude kat die hij wegen^ de
leeftijd had moeten doodschieten. Ter vertroosting van het dier vertelt hij
dan een .beestachtige' gruwel, door mensen gepleegd, maar het geheel Is
op een andere manier niet erg sympathiek, .overdone', doorgeslagen. Zo
iets als iemand die weet dat verschrikkelijk vloeken voor de diepste com
passie door kan gaan.
Er zijn trouwens ook nog al wat .gekke' verhalen, let Falters .Cool song
voor een derde hond' is een door alcohol en wellicht .weed' erg verward
en wollig geworden gedaas op een feestje (talent, beslist) over de honden
in haar leven. Met Jef Geeraets staan we. na een erg veel verklaring
eisende titel .Waar de Kali-Yuga niet doordringt" (asterik en halve bladzij
commentaar) ineens met beide woudlopersbenen stevig op de bergachtige
bosbodem van de Ardennen. Het Is een aardig stuk over de ontmoetingen
met dieren, ook wel haast geschikt voor een jagers- of natuurblad. In elk
geval: goed en beeldend geschreven
Veel verwarder (opzettelijker ook) is het verhaal over gekken en gekken-
verplegers die ook wat getikt zijn van Fernand Handtpoorter, .Het detail'.
Het gaat krampachtig over schildpadden dieren, was immers de op
dracht? .Sirius, ook Fraise genaamd' van Daniël van Hecke is een tamelijk
opzettelijk grapje, een niemendalletje, en Werner Pauwels brengt van zijn
,De Katten' ook niet veel indrukwekkends terecht Ze hebben hun best
gedaan, is alles wat er van te zeggen valt.
Nee, dan is .Een Heilige weer Thuis', waarin opgenomen ,Een Ellendige
Hond' plus .De grap van het Vlieghavenmusje' van Roobjee een heel wat
beter verhaal. Van het Leidsepleinsoort, vol nachtbraken, gekdoen. grietjes
en homosexuelen, maar er zit vaart, sfeer en geest in, en de hond. heel
opzettelijk met zijn staart er bijgesleept (Roobjee schrijft eerlijk: .de auteur
werd betaald om een dierenverhaal te zitten verzinnen en het is echt wel
een dierenverhaal hoorl) heeft werkelijk een functie in dit aardige stuk
proza.
Daarna valt het wat zoetsappige .Gesprek met mijn dieren' van Clem
Schouwenaars tamelijk in het niet. die aanhef al: .De nacht is schalie
blauw. Jullie weten het. mijn lieve dieren de meeste nachten van dit land
zijn schalieblauw en zelden warm. herademd van zonlicht' Het wordt een
soort poëtische evokaïie -ondom een weggelopen poes. met veel vage liefde
en zo. maar weinig overtuigend. Grappig en heel direkt is het korte (twee
pagina's) stukje .Oorlog' van Paul Snoek zijn vers is er naast Knap da
korte novelle .Het Saubiest' van Herman Vos. over een pruisische cavalerie-
officier die in Argentinië een estanc-a koopt en een oude knol (het Sau
biest) die hij weigert anders dan een Duits legerpaard te behandelen. Met
komische en ellendige gevolgen. Wev.erbergh heeft zich er met zijn kolder
verhaaltje .Panne' met een Jantje van Le>cen van af gemaakt. Dat deed Dirk
de Witte met Al de dieren die ik doodde' beslist met Het rs een eerlijk en
sympatiek stuk, dat mogelijk het dichtste kemt bij het essay van Gijsen. en
daarom mooi afrondt en afsluit Da W "e vertelt zonder eruge terughouding
of vervelende senimentaliteit over he: .gewone' doden van dieren, zoals v«a
dat ailen geregeld doen of moeten deen Het begint met 'net doden uit
nieuwsgierigheid, veelal insekten, door kinderen, -"et toekijken als ratten
verdronken worden, het uithaien va-- nussennesten. Gecompliceerd wordt
het als je hond. van straatras en te ong nog. zeven kakelbonte welpjes
produceert. Oprecht gevoelig, zonder enige nare bijsmaak vertelt hij van a's
hondebevalling, hoe hij hielp toen er >ets niet goed ging, en hoe hij vier
van de pasgeboren hondjes .opruimde'. Dit eerlijke en ernstige verslag is
mogelijk, met het verhaal over het sterven van ce dne moederloze poesjes
in de bijdrage van Clem Schouwenaar (pp 103-105) de duidelijkste iiiustratia
van ons menselijk tekort tegenover het dier, bij alle welwillendheid.
In ieder geval is dit niet alleen voor dierenliefhebbers een interessant
boek, en wie weet. een kleine bijdrage tot eeri verbeterende verhouding
tussen de mens en zijn medeschepselen.
Marnix Gijsen *.i. Het dier
Manteau. Brussel. Dan Haag GMP 33
Een beeld van de jongste ongeregeldheden in Londonderry