KRUISTOCHT DOOR ENGELS MERENGEBIED zaterdagnummer WYNROSE BOTTEN: PREHISTORISCHE VLAKTE Zaterdag 11 Januari 1969 Het Engels merengebied is als ware een kruising lossen helder water, veel loof- en naaldhout. In de herfst lijkt het landschap met kleuren van een bont palet te zijn aangestreken. Kleuren, die met kleine tintverschillende variëren van roestbruin tot fri» groen. Snelle ferrydiensten als de Torline en de North Sea Ferriee varen de Nederlander tot dichtbij een uithoek van Engelond, die ook in deze tijd nog steeds die echte .English style' en de con servatieve sfeer uitstraalt. Eén onzer redacteuren trok enkele dagen door dit aanbevelenswaardige vakantiegebied en liet de vele indrukken op zich in werken om ze in bij gaand artikel in kortschrift te spuien. Not free from boding thoughts, a while The sheperds stood; then makes his way O'er rocks and stones, following the dog As quickly as he may; Nor far had gone before he found A human skeleton on the ground! Looks round to learn the history. (Vijfde strofe uit het gedicht ,Fidelty') De Engelse dichter William Wordsworth liet zich ruim honderdvijhi jaar geleden al inspi reren door de streek, waar hij jaren sleet: het schilderachtige merendistrict in de nootdelij- ke uithoek van Engeland. Vooral de laatste drie versregels behelzen meer waarheid voor iemand, die de Wynrose bottem in zijn volledige woeste, haast prehistorische, naaktheid voor zich ziet uitgestrekt. Ook nu nog lijkt deze vlakte, centraal gelegen in het bergachtige merendistrict, nooit door gecultiveerde handen te zijn aangetast. Behoudens een iele weg, nauwelijks geschikte voor vervoer, is de grillige na tuur van dit gebied overgeleverd aan zichzelf. Voeten en poten die de ongereptheid betreden, zijn die van schaapsherders en hun kuddes. Vroeger meer dan ooit, nu minder dan nooit méér. Het geslacht ,sheep- men' verschraalde ook in dit deel van Engeland tot een enkeling. Zo vriendelijk als de Wynrose boden de mens in gunstige weersomstandigheden toelacht, zo benevelend triest, extra dor en ijzig koud gaat de winter hier als een barbaar te keer. De reiziger, die zich de moeite getroost het Steile paradijs te bestijgen, zal de sporen van deze gure dood her en der verspreid vinden: beenderen en sche dels van vergane wollopers. Maar nog steeds ademt de omgeving de verbondenheid met het vervlogen •chapenbestaan uit, dat eens een grotere intensiteit uitstraalde. Rondom een driesprong gegarneerd in een wat meer beboste streek aan de rand van de Wynrose, ligt het dorpje Boot met zijn huisjes. Buiten de mensen, die meer met het dienstbetoon van de moderne tijd zijn geïnfecteerd, zijn de uiter- lijkheden van de herberg op de hoek niet bijge schaafd De werkman kwam er voorheen. Aan de muur hangt nog een bordje met vergeelde tekstregels als ,het is verboden met laarzen in bed te kruipen' tn .weeskinderen in de bijkeuken'. Nu komt de toerist binnen en maakt het zich .ongemakkelijk' op de ste nen ei houten zitplaatsen. Het ongemak wordt op de ko ip toe genomen, want het interieur toont echt heid en geen kitsch. Eén ding is zowel voor de toe rist als voor de werkman bijna het zelfde gebleven: de ploughman's lunch bestaande uit schapenkaas ge zouten uien en stokbrood. Echt een stevige maaltijd, die kracht tot verder stappen geeft: slechts twee ënhalve shilling. ANECDOTE Engeland dat vele verhalen over schimmen, spoken en monsters weet voort te brengen, houdt deze ima ge in de huidige tijd nog steeds hoog. Elke streek kan zijn eigen serie .histonsche feiten' opdisten; ro mig verhaald met een kleine kern van waarheid als achtergrond. Zo zouden de schapen ook niet via een normale weg op Britse bodem verzeild zijn geraakt. Op een zonderlinge manier, zo verhaalt de anecdote althans, zijn de wollige beesten in de buurt van het merengebied terecht gekomen. Het is ouwe Charlie, ouwe Charlie Antcliffe die de geschie denis oprakelt. ,Ze noemen me wel ouwe Charlie, maar zo oud ben ik nou ook weer niet. Ik ben ten slotte pas zestig geworden en dat kan je toch met oud noemen. O ja, die schapen, nou ja die hebben we ln feite aan de Noren te danken. De gebeurtenis heeft zich in het hartje van de middeleeuwen afge speeld, toen een buitgemaakte Spaanse galjoen met Noren op de Engelse klippen schipbreuk leed. De schapen die die zeelui aan boord hadden, waren ei genlijk levend voedsel voor onderweg De Noren waren dood maar die schapen zagen mat zijn allen kans naar de kust te zwemmen. Ze waren gelukkig niet de slechtste, want ze zijn van. een heel goed ras, het grijze ras. we noemen ze .wooley sheep'. Zeventigjarige Vic Bracken, al enkele jaren in ruste, weet alles uit die goeie ouwe tijd ook nog duidelijk voor ogen te halen Vroeger zwoegde hij dag en nacht op zijn stukje land voor zijn brood, nu zit hij ver genoegd te vertellen over een levendige schapen- handel, die zijn middelpunt vond in de van oudsher kernmarktplaats Hawkshead. slechts op een tiental mijlen afstand van de witte Wynrose bottem. ,Och ik weet het nog goed, vroeger kreeg je nog geen pond voor een schaap. Zelf begon ik met een lammetje, dat ik van een heel rijke boerin kocht. Het was een geweldig soort, die grijze staanders, je kon ze ln weer en wind buiten laten. De strenge winter kwamen ze nog door. Nu zie je ze bijna niet meer, het ras is vrijwel uitgestorven. Hawkshead heeft ook geen schapcnmarkt meer. Alleen in Ambleside en Coniston heb je af en toe nog wel een schapen- markt Op die dagen komen de schaarse schaaps herders the er nog zijn. naar de dalen. De kuddes 'open nu eigenlijk voor het merendeel los rond en worden alleen in wintertijd wat meer bij elkaar gedreven. Alles is zo veranderd,. Ik kan me nog Ms de dag van gisteren herinneren dat ik talloze schapen verloor in de sneeuwstorm van 1947. Een ?rote lawine bedolf mijn schaapskudde Dagenlang ten Ik daarna bezig geweest om de kadavers uit te raven'. HAWKSHEAD Hawkshead Is tegenwoordig een schattig toeristen plaatsje. En het weet het verdraaid goed, want de Prijzen in de pensions en hotels liegen er 's zo mers beslist niet om. Toch heeft Hawkshead, gele gen aan de rand bij het Esthwaite water, zijn ty pische ,old English' stijl bewaard. Vanaf het oude kerkje, dat iets hoger ligt, ontstaat een uitzicht over een idyllisch stadje, waarvan de oppervlakkige glimp die men dan opvangt, niet doet vermoeden da't er toeristisch bloed door de straten loopt. En dat de geaardheid van de bevolking in korte tijd zo danig ia gewenteld, dat vrijwel Iedere inwoner die zich nog wil handhaven, aan deze slavenhandel mee moet doen. Traag zwevende rookslierten, verzadigd van hout- branderige lucht, hangen boven de popperige wonink jes met witgepleisterde muren, gestut door ver- schroeidkleurige balken. Door een gleuf in de bocht van een steegje piept een tuinig voorhofje met zijn groen naar buiten. Een groot bord met opzich tige letters vertelt, dat hier. gezeten op de treden van de trap die buitenom naar de tweede verdieping voert, de wereldberoemde dichter William Words worth wel eens zijn poëtische gewrochten zat te schrijven. Zo'n plekje kan men maar niet zomaar voorbijgaan en moet men gezien hebben. Hawkshead kent trou wens toch wel enige plekjes, waar de buitenstaan der voorbijloopt. Pub .Red Lion' is zo'n onont dekt plekje, dat een paar keer per week nog iets van het verleden terugwint, want dan komen de oude makkers bij elkaar om een pint ,ale' of een glaasje .Scotch whisky' soldaat te maken. ,Ach ja. Red LionRed Lion was de geliefdste pub van de hele omgeving. Maar dat is nou jammer genoeg veranderd en dat verandert nog steeds meer. Vroe ger kwamen hier ln die pub alle boeren, schaapsher ders en plaatselijke kerels tezamen om gezellig een kaartje te leggen en wat te bomen over de toestan den. Dat is nu allemaal voorbij. Wat jammer, wat is Hawkshead toch veranderd. Het is niet mijn Hawks head meer en toch wil ik hier niet weg, want ik ben hier geboren en getogen. Al mijn jaren heb ik hier gewerkt. Kijk, daar, en daar, dat waren allemaal velden van mij. Nu heb ik op dit laatste stukje een huisje laten zetten'. Een beetje meewarig vlie gen de historische beelden ln de gedachten van Vic Bracken voorbij ONGEREPTE NATUUR Voor de onwetende moet de natuur van het meren gebied nog minstens zo aantrekkelijk zijn als voor de wetende vroeger, die in feite meer terugdenkt aan de lokale sfeer. Sommige meren liggen bij volstrekte windstilte als prachtig opgepoetste spiegels te blinken tussen het naaldloof. Ouwe Charlie vertelt: ,lk kom hier niet vandaan, ik kom uit Lancashire. Maar ik zou hier voor geen goud meer weg willen. Het land is iets van mezelf geworden, dat krijg je na veertig jaar. Dit deel van Engeland noemen ze ook wel klein- Zwitserland'. Gelijk heeft Charlie met deze opmer king, want Zwitserland overtreft zeker niet het nar tuurschoon van het merendistrict. De hele streek is als het ware tot verfijnde proporties teruggebracht en ze put juist hieruit haar kracht om het grootser opgebouwde Zwitserland te kunnen evenaren. Glooiende bergen, variërend in hoogte van 1.500 tot ongeveer 3.000 meter, vullen het landschap dat een oppvervlakte van 1.000 vierkante mijlen beslaat. De Engelsman noemt het .Lakedistrict' het meren- land met de ontgrendelde toegangen. Slechts een on ooglijk bordje kondigt op zeker moment de over gang aan naar het .National Park'. Nergens wordt men in deze streek door het ons bekende .artikel 364' tegengehouden, want zelfs de pnvaatgronden zijn voor de natuurliefhebbers opengesteld. Bijna ongemerkt vertoeft de reiziger soms op dergelijke eigendom, want alle hekken op een enkele na noden vriendelijk tot doorgang. De zogenaamde .cattlegirds' omgorden de territoria waar binnen het vee rustig zijn gangetje gaat. De girds' vormen bovendien het verlengde van de beroemde Engelse ,dry stone-walls', muren die ais een eindeloze afba kening langs iedere weg,hoe klein ook, door berg en dal lopen. Niet in de laatste plaats schijnen deze ste nen muren nuttige verkeersgeleiders te zijn, die de waaghalzen in de bochten op hun eigen weghelft houden. ,Old' Vic Bracken geniet van zijn oude dag Het merengebied kent zijn invloeden van buitenaf. In de Romeinse tijd zwierven reeds vreemde volke ren tussen de vele meren. De Wynrose bottem heeft nog een bewijs bewaard. Bovenop een glibberige grastop van een berg staan de ruïnes van de fun damenten van een oude burcht, opgebouwd uit brok kelige stenen, waarvoor men niet zover behoeft te lopen om die te vinden. Elke bergvoet heeft door erosie een puinhoop om zich heen verzmeld; vooral aan het uiteinde van de lawinesporen t.reft men ko lossale hoeveelheden steen aan. Het naburige Schotland heeft nogal de huisvlijt ln de vorm van weverij ingevoerd. Slechts matig is het weven door de mensen overgenomen. De met de hand geweven kleden, tapijten en lopers worden voor het grootste gedeelte vanuit Schotland ge ïmporteerd. Toch kent elk plaatsje in het meren gebied wel zijn eigen weverijtje, dat zich druk bezig houdt met de vervaardiging van .toeristische stofjes'. Geenszins van slechte kwaliteit maar toerisme is nu eenmaal de enige afzetmogelijkheid voor de plaat- gelijke wevers. Neem de .Hawskhead-weavers' bij voorbeeld. In een groot huis. genaamd .Fieldhouse' zit Ann Mary Runfeit achter haar weefgetouw. Vijf uur aan een stuk zit zij met wollen draden te han- denarbeiden. Zeer geconcentreerd let zij zij op de draden die ze met een spoel door de touwen van de ene naar de andere kant gooit. Praatziek is Ann niet, eerder zwijgzaam. Ze moet evenwel niet op haar mondje gevallen zijn, want door de week geeft rij op een huishoudschool ook nog les in naaien en we ven. .Meestal werk ik dertig uur aan een tapijt. Het geeft niet of het uit één kleur of uit meerdere kleuren bestaat, de tijd blijft voor mfl hetzelfde. Het duurt jaren voor je alle technieken gedegen on der de knie hebt, want er bestaan er vele. Je begint bijna altijd met het weven van een handdoekje, je eerste handdoekje,.Daar ben je dan enorm trots op. Ik heb hem nog steeds bewaard. Met routine doe je steeds meer, daarom probeer ik steeds eigen pa tronen er bij te bedenken. Het gebeurt dikwijls dat ik tapijten op bestelling maak, omdat niet le dereen mijn uitgekozen kleuren mooi vind. Ik ben half Zweeds, zodoende ben ik van huis uit nogal beïnvloed door de felle kleuren. Je moet er echt van houden; ik vind ze in ieder geval mooi. Die hele kleine patroontjes vooral, zoals je ze ook op de Noorse truien ziet. Het gros van mijn werk verkoop ik aan winkels in Hawkshead'. DRONKEN EEND Wol voor de te weven stoffen ls er altijd voldoende ln de buurt geweest. Ook nu nog. De toerist moet namelijk niet gek kijken, wanneer hij met zijn auto langs rustig kauwende schapen rijdt. Naarmate men ln het gebergte terechtkomt lopen de schapen losser en vrijer rond. Probeer echter geen vinger naar ze uit te steken, want ze zijn meteen op de loop. Als schaapherder moet men bij deze vierpoters lang ln trouwe dienst zijn geweest willen ze zich laten beet pakken. Die echte .sheepmen' hadden vroeger ook hun vaste lokaliteiten waar ze de geijkte feestdaggen wensten door te brengen. Vick Bracken vertelt dat zijn vader ook meermalen in zo'n vast kroegje kwam. Het heet .Drunken Duck' en bestaat nog steeds. Op een kruis punt vaen wegen, ergens tussen Oudegate en Gras- mere. .Vooral met de kerst was het daar altijd een gezel lige boel. Weet je hoe die naam .dronken eend' ls ontstaan. Nou, dat zal ik 's vertellen. Het stikte er van de eenden rondom dat knijpje. En elke keer als er een fles whisky of bier leeg was, dan smeten die lui 'm naar buiten. Die eenden zaten tegelijk boven op het staartje dat nog ln de fles zat. En maar snie- belen, en elke keer weer een nieuwe lege fles erbij. Net zo lang totdat het de voorbijgangers opviel, dat dronken eenden door de bossen en over de wegen Hepen. Daarom heet het daar .Drunken Duck', Ja, ja, dat was .Dranken Duck'. Nou, weet je meteen waarom eenden zo waggelen', Vic begint ineens hard te lachen, ,dat leerden ze ln .Dranken Duck'. Niet alleen vanwege 'deze fladderende beesten ls het Interessant het Engelse merengebied te bezoeken maar meer vanwege de levendige en echte Engelse sfeer, dis vooral in dit gedeelte op zijn beat la. Een rotsig straatje in één van de rustieke dorpjes, die het Engelse merengebied rijk Charlie Antcliffe is iedere dag vroeg uit de veren en druk in de weer De schapen van het open veld worden aan het eind van de herfst samengedreven tn één wei Ann Marie Runfett mil vijf uur per dag aohter haar weefgetouw. Eet antieke plaatsje Hawkshead overtrokken door een sluier van rook en houtgeur

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1969 | | pagina 13