CRISIS IN DE
RELIGIE
P. J. J. MERTENS: OMDAT IK GELOOF
W.C.VAN UNNIK:
DE STEM, DIE KLINKT
MGR BLUYSSEN:
HOOPVOL PERSPECTIEF
MR DR BENNO STOKVIS: MYSTERIE
DR OKKE JAGER:
SCHEIDING TERWILLE VAN WARE EENHEID
Dat er in Nederland de laatste jaren een crisis is ge
groeid op velerlei terrein, behoeft geen nader betoog.
Door heel de maatschappij heen worden verankerde
tradities, opvattingen, waarheden en normen op de
helling gebracht een ontwikkeling waarvan het
einde nog niet in zicht is.
Dat geldt ook voor de godsdienst, voor de kerkelijke
en religieuze opvattingen. Het jaar 1968 is in dit op
zicht niet minder woelig geweest dan voorgaande jaren,
integendeel. De kerken zijn er door genoodzaakt ge
worden zich intensiever dan zij vroeger deden, bezig te
houden met het bepalen van hun standpunten over een
breed terrein van problematiek, in Nederland en in de
wereld.
Teneinde een geschakeerd oordeel te verkrijgen over
de heersende crisis in de religie, hebben wij een aantal
bekende Nederlanders op dit terrein hun mening ge
vraagd. Wij hebben daarbij gepoogd de vraag los te
maken van de actuele situatie in de kerk als organi
satievorm maar er wel de neerslag van proberen te
vinden in de geloofsovertuigingen.
Een mening werd gegeven door:
Dr. Okke Jager, eertijds bekend televisie-predikant
thans hoofd van de litteraire afdeling van de NCRV
vroeger predikant te Vrouwenpolder.
Prof. dr. W. C. Unnik, nieuw-testamenticus en theo
loog, hoogleraar te Utrecht.
P. J. J. Mertens, voorzitter van het Ned. Kath. Vak
verbond.
Mr. dr. Benno Stokvis, advocaat te Amsterdam,
auteur, spreker in de NRU-rubriek Recht en slecht' en
tot zijn uittreden uit de CPN in 1952 tweede kamerlid
van die partij.
Mgr. J. W. M. Bluijssen, bisschop van Den Bosch, op
volger van mgr. Bekkers.
kerst '68
provinciale zeeuWse courant
Er is een boekje in de wereld dat me niet loslaat, het
nieuwe testament, want in het middelpunt daarvan staat
een gestalte die me niet Inslaat, Jezus Christus.
Door hem heb ik leren zien, dat er een breuk gaat door mijn
leven, dieper dan gewone menselijke tekortkomingen, en door
de wereld, veel ingri|pender dan sociale ongelijkheid En door
hem heb ik ook weet gekregen van herstel, van telkens nieuwe
mogelijkheden, van echte hoop op een rijk van vrede en recht.
Hij eiste met, maar gaf zichzelf Van Hem gaat uit vlijmscherpe
kritiek, maar ook verbondenheid door vergeving. Zijn geest
blijft werkzaam door de geschiedenis, ook nu: onrustigmakend
en moed-gevend
Zijn gestalte, zoals hij in dat boekje getekend wordt, als men
van vroeger in Palestina en als nu werkzame heer, fascineert
me Hij trek» me als een magneet het ijzer, en stuwt tot
verbondenheid met andere mensen.
Zo heeft Hij zich in het leven van veel mensen doen zien en
zal Hij zich blijven tonen In onze kortzichtigheid, hardnekkig
heid, kleinheid, gebondenheid vangen we Zijn beeld gebroken,
tegenstrijding, onvolkomen op. Maar telkens weer zullen men
sen onder zijn beslag komen, omdat hij .woorden van eeuwig
leven heeft'.
Het christendom heeft in zijn geschiedenis velerlei lotswisse
lingen gekend, bloei en verval Hier breekt het af, daar breekt
het baan, zo gaat het ook nu Het beslag dat Jezus op mensen
legt heeft in het verleden allerlei vormen aangenomen en zal
ook nu voor de toekomst nieuwe vormen vinden Hoe dat in de
toekomst zal gaan weet ik niet en interesseert me ook niet bij
zonder Van belang voor mij is, dat nu Zijn stem klinkt en da
sporen van zijn vrede zichtbaar worden. Dat vraagt attentie
voor Hem en openheid om Zijn opdracht te doen.
W. C. van Unnik.
De groep van de ouderen denkt nog vrij traditioneel, komt onder
invloed van de communicatiemedia wel een beetje mee met de
zogenaamde vernieuwing, maar weet toch niet goed wat ze er
aan heeft, voelt zich enerzijds wel bevrijd door opruiming van
velerlei franje in de kerk, maar is tegelijkertijd wel bevreesd, dat
met het wegvallen van vertrouwde gewoonten en structuren ook
het geloof zelf dreigt wel te vallen, de bewuste kaderleden zijn
minder angstig.
De jongere generatie vindt zich slechts moeilijker thuis, ook in
de zich vernieuwende kerk. Zij zien nog te weinig verband tussen
de evangelische boodschap, zoals die in feite wordt verkondigd
en hun eigen concrete leven. Zelfs de best bedoelde vernieu
wingspogingen, zoals via het nederlands pastoraal concilie, gaa"
volledig langs hen heen. Vele traditionele godsdienstlessen ten
spijt, is hun inzicht in zaken van geloof zeer matig. Het heeft hun
blijkbaar nooit veel gedaan Bij bewust levende kernleden is
het beter, omdat door hun activiteiten de zin van hun geloof
wordt opgeroepen.
Over het algemeen is er wel een vaag verlangen naar grond
onder de voeten en naar verwerkelijking van evangelische soli
dariteit onder de mensen Maar wat dit nu precies ep in con-
crete betekent, is nauwelijks te zeggen. De waarneembare-aart
sluiting is nog niet gevonden
Ik denk da» we daarom met he1 geloof voorlopig in de mist
zullen varen 'en dat de huidige kerkelijke praktijk nog veel zal
teruglopen. Voorzover de kerk zich hier in Nederland ver
nieuwt, vrees ik dat het een elitekerk dreigt te worden, waarin
de clerge het niet meer voor het zeggen heeft, maar een zich
zelf selecterende groep .ontwikkelden' of wat daarvoor door
wil gaan De gewone werknemer en dit geldt voor ouderen
en jongeren - komt er zo goed als niet aan te pas. Ze kunnen
niet mee of ze doen niet mee, omdat de werkelijkheid van het
gewone leven niet of nauwelijks wordt geraakt.
Voorzover het geloof en godsdienst aangaat in de kringen
waarmee ik te maken heb, acht ik de naaste toekomst nog niet
rooskleurig Daarom acht ik de doorwerking van de gods
dienstige overtuiging ook in het werk van de vakbeweging van
groot belang De zuurdesem van het evangelie kan en zal weer
in de massa gaan werken De kansen liggen er Ik hoop en ver
wacht het ook omdat ik geloof.
P J. J Mertens.
Het kritieke uur namelijk, dat wij beleven, dwingt ieder van ons
om als het ware van voren af aan af te tasten, waarom en
waarvoor |e Christen bent En dat lijkt mij een aparte genade,
een nieuwe kans. Want de keiharde vraag, wat het christelijk
geloof voor je betekent, en welke opdracht het voor je inhoudt,
die vraag dwingt je om heel persoonlijk en bewust stelling
te nemen. De keerzijde van de medaille is, dat deze vraag
voor sommigen te moeilijk blijkt, omdat zij hen vanwege het
verlies aan duidelijke punten van houvast te zeer op zichzelf
terugwerp»
2 De ontmoeting van de kerken heeft de hoop doen op
vlammen, dat de christenheid kan terugkeren naar de eenheid,
die de heer zjjn volgelingen zo hartstochtelijk op het hart heeft
gedrukt. Dat zou het christendom de kans geven niet alleen
om terug te komen van een fatale weg (de weg van een steeds
verdergaande verdeeldheid), maar ook om voor de mensheid
Christus boodschap van liefde en eenwording meer geloofwaar
dig te maken.
3 De christelijke kerken beginnen los te komen uit het isole
ment, dat zij ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de
buitenwereld rond zich hadden geschapen. Het idee van ,de
wereld vluchten is verlaten, en het bewustzijn dat Christus als
teken van hoop midden in de wereld en de geschiedenis moet
staan, staat thans voorop De christen van vandaag stoot op
nieuw op de kern van het evangelie- in alle bescheidenheid
maar met volle overtuiging werken aan een betere wereld op
basis van het geloof in gods mensenliefde en van het ver
trouwen op zijn beloften
Alles bijeen staat voor mij de huidige ontwikkeling in een hoop
vol perspectief!
J Bluyssen
bisschop van 's-Hertogenbosch
Bij de beantwoording van deze vraag moet ik mij zeer be
perken. Ik ben geen religieuze visionair en ook geen godi-
dienstenkenner.
1 Iedere christen, jong of oud, staat voor de principiële
vraag van Christus: ,wie is de mensenzoon in de opvat
ting van de mensen?. Wie zegt gij dat ik ben?' (Matth.
16, 13-16). Anders gezegd: Wat doe ik met Christus? En
wat doet Christus met mij?
Als katholieke vakbondsbestuurder ervaar ik alleen enigszins
hoe het geloof leeft onder de katholieke werknemers. En dan
meen ik, dat dit doorgaans zeer verschillend ligt bij mensen van
middelbare leeftijd en bij de generatie, die pas na de oorlog
volwassen werd, waarbij daar doorheen nog een verschil loopt
tussen het bewuste kader van katholiek-georgamseerden en de
brede massa
Waarlijk en algeheel ongelovig is alleen de mens wiens
geestelijk oog «erblind is door de schijn der tastbare
wereld. Meetlat, microscoop en weegschaal bepalen zijn
horizon. En hij is arm. De wereld van het wonder ligt
buiten zijn begrensde werkelijkheid.
Maar het wondei bestaat
Ik heb m de bezettingstijd
inderen aanschouwd M°r=
die, gerekend naar rationele maatstaven, reddeloos verloren
waren en die gered werden. In mijn boek .Advocaat in bezet
tingstijd' heb ik hierover geschreven. En in dat verband denk
ik ook aan de Joden, die ik van de gaskamer heb kunnen red
den door arisering tegen alle evidentie <n. Jaren na de oorlog
zei Calmeyer mij: ,Bei memer entscheidung hörte ich auf eine
innere Stimme In die tijd. méér dan ooit voordien of nadien,
heb ik mi| een werktuig gevoeld m de hand van een hogere
macht werktuig, óók wanneer ik faalde
Al kan ik de kerk als gezagdragend instituut boven mij niet
aanvaarden, dit betekent niet dat ik de in wezen religieuze
verwondering niet ken tegenover het zijn-in-de-wereld. Maar
ik wil het mysterie van een zich in de harmonie van het zijnde
openbarende God mysterie laten, wetend dat het mij niet zal
gegeven zijn de diepste grond daarvan te doorschouwen
Zodra iemand zich rekenschap trachi te geven van zi|n hier-
op-aarde-zi|n, van de betekenis van zi|n bestaan, stel» hij zich
vragen die niet eenzijdig rationeel beantwoord kunnen wor
den Er is diep m hem een elementair gevoel - vertrekpunt van
alle filosofie -, dat tast naar he' onbekende Voor ons verstand
is en blijft het m wezen ontoegankelijk. Er zijn mensen, die deze
ervaring met kennen Maar dat doet niets af aan het feit. dat
dit religieus besef in al zijn rationele onbepaaldheid toch een
stuk door velen ervaren menselijke werkelijkheid is Het mani
festeert zich zelfs in de pseudo-reliqiositeit, die men .bijge
loof noemt
Men gevoel! zich zinvol opgenomen in een universeel geheel,
zonder dal men antwoord zou kunnen geven op de vraag wol
dat geheel is. en wóöiom hel er is De natuur, de bomen, de
bloemen, de wisseling van de laargetijden, het eigen ik en de
aanwezigheid van ons omringende medemensen, - het geeft
allemaal de indruk van planmatigheid, van wetmatigheid zelfs.
M. ii kunnen wi| de verborgen macht, die in dit alles werk
zaam schijnt, in een formule vastleggen? Kunnen wij die on
zichtbare macht personificeren? Hier staan wij aan de grens
van ons weten.
Mr. dr. Benno Stokvis
Wellicht zonder dat wij het zien, is zich vlak voor onze
ogen een merkwaardige verschuiving aan het voltrekken.
Van 1945-1965 streefden de progressieven' naar eenheid.
maar in 1968 waren het de .conservatieven' die voor een
heid pleitten (één christelijke politieke partij, één machtig
westen, één gereformeerde oecumenische synode) tegen
de radicalen, die niet een zo breed mogelijke eenheid
voorstaan, maar een helder zicht op de scheidslijnen die
dwars door de kerken en de partijen heenlopen.
De aandacht is van de schoot van de kerk verschoven naar de
handen van de Christenen De schoot verenigt, de handen kun
nen scheiden
Na hel debat over hei rassenvraagstuk op de Gereformeerde
Oecumenische Synode waren sommige synodeleden terecht ont
goocheld en gloeiend verontwaardigd. Men kan dus met meer
spreken over ,de gereformeerden, ook met over ,de' katholie
ken of .de' communisten
Voorlopig kunnen wi| dit mijns inziens positief waarderen Al
hangen er scheidingen in de lucht, het gaat in wezen om een
grotere eenheid dan ooi» »e voren om het behoud van de
mensheid. Ier wille daarvan moeten christenen en niet-christe-
nen zich verzetten tegen die kerken en die partijen, die er nog
steeds van uitgaan da» het veronderstelde effect van het zoge
naamde machtsevenwicht het dreigen met demonische middelen
heiligt Zelfs de wereldraad van kerken kwam in Uppsala he
laas met verdei dan tot een afwijzing van het zelf beginnen met
het qebruik van a.b c -wapens
De kerk moet de mensheid voorbehouden dal afschrikking tot
vrees leidt en dat vrees de vijandschap bevorder», ook, dat elke
revolutie alweer de kiem in zich draagt van de volgende, dat
voor een nieuwe maatschappii nieuwe mensen nodig zijn en dat
wi| alleen in het licht van het evangelie van Christus onze
ergste gebondenheid en onze diepste vrijheid zien
Dr Okke Jager