RADIOVERSLAG
HAN HOLLANDER
POLITIEKE STRIJD
ROND
OLYMPISCHE SPELEN
zaterdagnummer
T
'THE ROARING TWENTIES'
AMSTERDAM IN 1928
Zaterdag 21^ december 1968
ROARING TWENTIES IV
DEN HAAG (GPD) Het gonsde van bedrijvigheid in de Nederlandse sportwereld
in de Roaring Twenties'. Maar ook de tegenstanders van sportbeoefening zaten
niet stil, en lieten zich luidruchtig horen. Vooral van 1925 tot 1928, het jaar
waarin de Olympische Spelen in ons land zouden worden gehouden. Vóór- en
tegenstanders bestreden elkaar in die jaren met een heilig vuur, waarbij de
olympische vlam een zielig gaspitje was en een felheid waarover wij ons nu
zouden verbazen.
Ter verontschuldinging van de tegenstan
ders: wij waren ln die tijd nog niet zo'n
sportief volkje. De eerste maal dat de
moderne Olympische Spelen in 1896 in
Athene werden gehouden schitterden wjj
door afwezigheid. Vier jaar later in
Parijs hing er ook geen Nederlandse
vlag aan de 16 vlaggemasten. Even
min in 1908 in het Amerikaanse St.-
Louis, de stad die ook in de twintiger
jaren wereldberoemd zou worden, om
dat Charles A. Lindbergh er vandaan
kwam.
Pas ln 1908. in Londen waren wfl van
de partij. En het dient gezegd: wan
neer wij ergens aan meedoen, dan met
een goed. Met een ploeg van liefst 118
sportlieden staken w(j de Noordzee
over, om te trachten zoveel mogelijk
gouden, zilveren en bronzen medail
les te veroveren. Dit viel nogal tegen.
Het aantal sportlieden in die jaren
een enorm aantal dat wij zonden,
stond niet in overeenstemming met de
geleverde prestaties. Met één zielig
bronzen plakje kwamen wij terug.
TROOSTPRIJS
Onze voetballers zorgden voor die
troostprijs. Overigens zonder de bal
maar één schop te hebben gegeven
kwamen zij in de kwartfinale (Bohe-
men en Hongarije kwamen niet opda
gen. nog weet niemand waaromen
hierdoor waren wij reeds bijna zeker
van een bronzen plak, die werkelijkheid
werd toen wij de gedemoraliseerde Zwe
den, die een dag tevoren met .12-0 had
den verloren, met 2-0 klopten. In
Stockholm waren wU er er 1912 weer
bij en in 1920 en 1924 in Antwerpen en
Parijs ontbraken wij al evenmin.
Op 9 april 1923 was het grote moment
daar: Nederland mocht de Olympische
Spelen van 1928 organiseren. De diplo
matieke arbeid van de toenmalige Ne-
derlandsch Olympisch Comité-voorzitter
baron Van Tuyll van Serooskerken had
succes gehad.' Italië en Los Angeles
werden afgewezen. Amsterdam zou de
bakermat worden van de 9e Olympische
Spelen.
Drie jaar voor de olympische vlam zou
worden ontstoken kwam onze rege
ring in actie. Zij stelde voor het Neder-
landsch Olympisch Comité een garan
tiefonds van één miljoen gulden te ge
ven. Het was een christelijk kabinet dat
deze geste deed en de verdediger van
het wetsontwerp was niemand minder
dan de welsprekende dr Johannes Theo-
dorus de Visser (71), minister van
het (nieuwe) departement van onder
wijs, kunsten en wetenschappen. Minis
ter van financiën en de anti-revolutio
naire voorman dr Hendrikus Colijn en
zijn partijgenoot de burgemeester van
de stad, waar de spelen gehouden zou
den worden, Willem de Vlugt, stonden
achter de minister. Maar ineens stak
er van rechts een .storm van veront
waardiging en protest op tegen deze
garantie. Elf adresseu werden naar de
tweede kamer gezonden waarvan er
slechts één vóór de garantie was. die
van de Amsterdamsche Kamer van
Koophandel. Tien waren er fel tegen,
waaronder twee sportbonden: de Chris
telijke Korfbal Bond en het Neder-
landsch Christelijk Gymnastiek Verbond.
Er ontstond een vreemde politieke si
tuatie. De rechtse regering werd door
de linkse oppositiepartij gesteund, maar
aangevallen door de regeringsfracties.
Drie volle dagen duurde in de kamer
het olympische debat, waarbU harde no
ten werden gekraakt. De geachte afge
vaardigde Schreurer zei: ,De vrouw
door de sportmanie aangegrepen, gaat
haar gevoel van kiesheid en eerbaar
heid verliezen. Dat wat haar siert
dreigt te verdwijnen. De vrouw orga
niseert bokswedstrijden, doet mee aan
zwem- en andere wedstrijden, waardoor
zij zich half gekleed op de sportmarkt
der vermakelijkheden werpt. De Olym
pische Spelen verbergen voor de vrouw
onderscheidene voetangels en klem
men...'.
Kamerlid Kesten wierp de regering on
christelijke politiek voor de voeten. ,De
Olympische Spelen zijn heidens. God en
zijn woord worden veracht, de massa
grijpt naar de vermaken der oude Grie
ken...'. SDAP-er Kleerekoper verzuim
de zelfs de 1 mei-viering van zijn partij
voor het debat. Fel zei hij: .Wij moeten
ons verheugen dat de vertegenwoordi
gers der verschillende landen bij elkaar
komen, om elkaar te leren de sport te
beoefenen. Men behoeft ze toch niet
alleen bij elkaar te brengen om elkaar
de hersenen in te slaan...'
Het Marathon-debat was 6 mei 1925
ten einde. Met spanning werd de stem
ming tegemoet gezien. Deze was te
leurstellend voor de sportliefhebbers. 48
kamerleden verwierpen de garantiesom
van een miljoen gulden, 36 waren vóór.
Het Nederlandsen Olympisch Comité
reageerde onmiddellijk. Drie dagen na
de stemming in de tweede kamer, richt
te zij zich met een manifest tot ons
volk. .De wereldtaak die ons volk werd
opgelegd om het grote internationale
verbroederingsfeest der negende olym
piade te organiseren, willen wij in
weerwil van net kamerbesluit volbren
gen...'. Nederland gaf duidelijk ant
woord. In zestien dagen was ander
half miljoen gulden uit ons land en
Nederlands-Indië bijeen.
TOPHIT
,Hup. hup. hup Olympiade.
Holland zet zijn 'beste beentje voor',
werd een tophit. Honderdduizenden
zongen het Olympiade-lied maar er wa
ren er ook heel wat die nijdig de mond
dicht hielden, wanneer de melodie werd
gespeeld.
Architect Jan Wils bouwde het olym
pisch stadion, waar zaterdagmiddag 28
Öli 1928 's middags om twee uur prins
endrik der Nederlanden de eretribune
betrad. 40.000 toeschouwers (het sta
dion was uitverkocht) zongen het Wil
helmus. Waarna 3015 van de 3905 sport
lieden die zouden deelnemen, de olym
pische arena binnenmarcheerden. Voet
baller Harry Denis trad naar voren,
stak de rechterhand omhoog en sprak
voor de microfoon, namens alle deel
nemers, de olympische eed uit. Oud
minister Visser sprak de wijdingsrede
en de Olympische Spelen konden be
ginnen,
in de twee weken durende strijd ver
overde onze ploeg zes gouden, negen
zilveren en vier bronzen medailles. Ma
ne (zus) Braun won de 100 meter rug
slag in 1.22 (Mexico 1.06,2), terwijl de
Amerikaan Johnnie Weismuller ieder
een verbaasde door de 100 meter in 58.6
af te leggen. Een paar jaar later zou
diezelfde Johnn.e We.smuller m de tar-
zanfilms miljoenen in spanning hou
den.
GOUD
Eeene-Van Dijk wonnen de 2000 metei
tandem, onze turnsters, bokser Beb
van Klaveren en onze ruiters onder lei
ding van luitenant Pahud de Mortanges
zorgden eveneens voor olympisch goud
Onze hockeyers wonnen zilver, gesteund
door 30.000 toeschouwers, waarvan ve
len nooit een hockeyduel hadden gezien.
Dit werd duidelijk toen de Brits-Indische
keeper in de finale een buiten de slag
cirkel ingeslagen bal rustig in het doel
liet lopen. Een stormachtig gejuich golf
de van de dichtbezette tribunes, omdat
de meesten niet wisten dat een bal die
niet binnen de slagcirkel aangeraakl
is, nooit een doelpunt kon worden.
Onze sportlieden gaven dus eveneens
antwoord aan de tegenstanders, die ook
tijdens de spelen niet ophielden met age
ren. In de .Sportillustratie' van 10 juli
1928 schreef bijvoorbeeld Marie Koop-
mans: .Zwemmen, dat naaktvertoon,
wat tegenwoordig heel onze wereld in
fecteert, wat ook honderden eerbare
katholieke meisjes en sportliefhebsters
omlaag trekt in een ander en hopelijk
ook nog in eigen oogen die naakt-
cultuur viert op de olympiade hoogtij!
Niet? Werpt één blik in onze bladen
met figuren... bah niet om te willen
beschrijven. Of laat men zich soms zoo,
in een nog nat aanplakkend tricotje, 'n
vrouw met besef van vrouwlijk hoog-
staan, fotograferen? En loopen niet
tientallen met kaektoestellen, juist in,
om het stadion? Bij vertrek en aan
komst? Om toch maar al die naakt
heid op de plaat te brengen, ter ver
spreiden...'
,De decadentie heeft reeds jarenlang de
sportontwikkeling te niet gedaan. Ze is
verbasterd tot de Romeinse roep: brood
en spelen. En onder dien roep. zal men
ook nu als toen de vrouw verlagen tot
allemans bezit, tot meid van de straat.
Onze sportende dames mogen dat eens
goed doordenken, en door die gedachten
heen kijken als door 'n prisma, waar
achter de toekomst donkert...'
STRIJD
Overigens niet alleen op de Olympische
Spelen richtten in die jaren sporttegen-
standers hun pijlen. Vele takken van
sport en vooral voetbal en zwemmen
moesten het 40 jaar nog slechts
veertig jaar geleden ontgelden. In
de brochure .Ouders houdt uw kinde
ren af van den voetbalmatch', een ge
schriftje in 1922 uitgegeven in de op
voedkundige brochurenreeks nr 10 van
het r-k jongerenweesliuis in Tilburg,
schreef de heer J. J. Doodkorte: ,De
onderwijzer wekke de ouders op tot vol
hardende strijd tegen 't bruine mon
ster'... en .kapelaan Binck, de alom
bekende en gevierde voetbalkapelaan is
principieel al niet eens meer tegen het
meespelen van roomsche jongens met
de neutralen in ons nationaie elftal bij
buitenlandsche matchen. Als aan en
kele minimum-condities wordt voldaan,
dan mogen z'n roomsche jongens mee
naar Parijs en Berlijn en God weet
waarheen... Hij vervolgde .een moeder
schreef ons: mogen de goede vaders
en moeders meedewerken om dat voet
ballen te weeren. dat zeker de kanker
is der maatschappij...' en .Dr Ariens:
.Voetbal? Voetbal is erger dan drank,
heb ik pater Elpidius hooren zeggen en
daar is veel van aan...'
RONSELEN
Men voetbalde echter reeds rustig door
in de roomsch katholieke voetbalbond.
De neutrale clubs van de (K>NVB pro
beerden wel eens spelers te ronselen van
katholieke verenigingen, maar ook van
die kant vond men het een succes wan
neer men een speler van de (K)NVB
in de diocesane voetbalbonden kon in
schrijven. De Roomsch Katholieke Sport -
vereeniging en Congregatievoetbal
club Rapid (roomsche adel prijkt in
daden) uit Maastricht had een clublied
waarvan het derde couplet was: ,Wij
willen adel hou'en. Uit roomsch-zijn op
gebloeid! F.n roomsche kracht onlvou
wen, in edel spel volgroeid! Neen
R.AJP.I.D, nooit bezwijken zal, als
roomsche adel prijken zal. In daden fiei
en fel. Van levensernst bij spel'.
Rapid was niet de enige typisch rooms
katholieke naam van een sportclub. In
Den Haag bestond de voetbalclub RIA
(Roomsch in Alles) en in Gouda was
DONK (doelt onversaagt naar kam
pioen) in feite genoemd naar haar
eerste geestelijke adviseur pater v. d
Donk o.f.m., die in 1920 het eerste ter
rein inzegende.
Ook ten aanzien van het zwemmen wa
ren er (vele) reserves bij de tegenstan
ders van de sportbeoefening. Dr A. W
Ausems schreef hierover nog in 1927 in
.Gezondheidszorg en wijkverpleging'..,.
Het zwemmen m den zomer b(j warm
weer, prachtig! En kostelijk voor de
gezondheid. Maar de luxueuse overdek
te zweminrichtingen, zomer en winter
geopend, roepen te luide de herinnering
op aan de weelderige badpaleizen der
verwijfde Romeinen en Grieken, om ze
voor ons begeerenswaardig te doen
zijn...'.
11 maart 1928 waa een historische dag ln de Neder
landse sport. Op die dag gaf Han Hollander de eerste
(AVRO) radioreportage van een interland-voetbal
wedstrijd in het (oude) stadion in Amsterdam. Hel
was het duel tusen Holland en België, dat na 90
tamme minuten in een gelijkspel (11) eindigde.
In een, op het laatste moment in elkaar getimmerd
hokje boven op de overdekte tribune gaf Han Hol
lander geassisteerd door radiopionier Willem Vogl
(tiaar een idee van Tom Schreurs, die in Engeland
radio-reportages van voetbalwedstrijden had ge
hoord) het eerste radiosportverslag in ons land.
In een snijdende sneeuwstorm (er zat een opening
van ongeveer dertig centimeter aan de voorkant van
het hokje waardoor het spel gevolgd kon worden)
begon Han Hollander zijn reportage met Goeden
avond.' Dames en heren'. Maar toen hij zijn debutan
tenkoorts na een paar minuten kwijt was, ging het
verder uitstekend.
Vóór Han Hollander met Vogt in de duiventil' kroop
om een storm van enthousiasme in ons land te doen
opsteken, werden reeds vijf jaar lang interland-
reportages gegeven dooi het Rotterdamsch Nieuws
blad'. In 1928 bouwde men in de Maasstad voor de
eerste maal een enorm bord op een paar gevels aan
het Beursplein. Hierop was een voetbalveld afge
beeld, waarop men een magnetische bal liet rollen,
die op dezelfde plek was, als de echte voetbal op hel
veld in Amsterdam, duizenden Rotterdammers keken
zo anderhalf uur naar Holland-België (11) en leef
den geestdriftig mee met de bal, die journalist Mul
ler verplaatste. Muller had een directe telefoonver
binding met het stadion en een bord voor zich dat in
genummerde vakken was verdeeld. Zijn collega op de
tribune gaf de plaats van de bal aan door niets an
ders te zeggen dan al, e8fS en Muller liet de bal in
deze vakken rollen over de Beurspleingevels. Een
andere collega gaf korte samenvattingen van het
wedstrijdbeeld, die als bulletin onder de kijkers wer
den verdeeld.
In 1928 maakten Han Hollanders reportages er een
einde aan. De kijkers bleven liever thuis en gaven de
voorkeur aan de soms door allerlei bijgeluiden slecht
verstaanbare reportages liever dan urenlang in de
kou te staan Icijken naar de magnetische bal.
Er is op dit gebied eigenlijk maar weinig veranderd
in veertig jaar. Ook op een ander punt was er een
overeenstemming met nu. De KNVB gaf niet vlot
toestemming voor een radioverslag. Holland-Belgie
akkoord, hiervoor was ieder stadion toch reeds we
ken tevoren uitverkocht, maar voor interlandwed
strijden tegen anderen dan de rotte duivels, nee daai
was de voetbalbond minder vlot mee. dan moesten -
net als nu voor een tv-uitzending eerst alle
plaatsbewijzen verkocht zijn.
Noy even terug naar de Olympische Spelen vun dat
zelfde jaar waarin Han Hollander zijn eerste voet
balreportage gaf. Er werd van dit wereld-evenement
niet één radio-uitzending gegeven. Ook met m het
buitenland. Zeshonderd journalisten uit 5 wereldde
len versloegen de spelen, maar er was niet één radio
verslaggever. Zelfs in Amerika en Engeland dacht
men toen nog niet aan deze mogelijkheid van massa
communicatie.
Het reportagehokje' waarin Han Hollander samen met Willem Vogt in ijzige koude het eerste radioverslag
gaf van de wedstrijd Holland-België.
Baron van Tuyll van Serooskerken, voorzitter van het NOC die alles in het
werk stelde om de Olympische Spelen naar ons land te krijgen en hierin ook
slaagde.
De Olympische, door Rovers getekende, affiche, die in 1928 in binnen- en
buitenland werd verspreid.
Oud-minister van onderwijs, kunsten en we tenschappen, dr J. Th. de Visser, tijdens zijn
wijdingsrede bij de aanvang van de Olympische Spelen in het Amsterdamse olympische
stadion.
Beb van Klaveren, die tijdens de Olympische Spelen van 1928
goud veroverde.