PHILIPPINE IN DE
TWINTIGSTE EEUW
EEN LEEFBAAR
KLIMAAT VOOR
WOONWAGEN-
ex tiA
NIEUWE STICHTING WIL:
WACHTEN IS OP
REGIONAAL CENTRUM
ZEEUWSCH-VLAANDEREN
DONDERDAG
5 DECEMBER 1968
De stichting wil haar doel bereiken
door het bevorderen van de totstand
koming van een regionaal woonwa
gencentrum in Zeeuwsch-Vlaanderen,
het bevorderen van een zodanige lig
ging, grootte en uitrusting van dit
centrum, dat de belangen van de
bewoners het best worden gediend
en de toepassing van de geëigende
middelen van opbouwwerk, maat
schappelijk en cultureel werk, an
dere vormen van sociale dienstverle
ning. alsmede de bevordering van
geestelijke verzorging, onderwijs en
Wie Philippine zegt, denkt aan mossels. Dat was xö
cn dal; is nog zo! Ondanks het feit, dat er in Philip
pine zelf geen activiteiten met betrekking tot de vis
serij zijn waar te nemen. Uiteraard zijn er nog
Vel eigenaars van mosselschepen en mosselbanken,
(cneinde de dagelijkse aanvoer van het verse zee
banket veilig te stellen. Vooral tijdens de week-ends
en Belgische feestdagen kan het in Philippine een
nare invasie zijn van mensen, die zich te goed wil
len doen aan de toebereidselen van de Philippiense
keuken.
Twee oude foto's van Philippine geven een duide
lijk beeld van wat eens de mosselvisserij voor Phi
lippine betekende.
De ene foto geeft een beeld van de opening van het
kanaal, dat een directe verbinding moest vormen van
het haventje naar de Braakman. Met het graven
hiervan werd eind vorige eeuw een begin gemaakt.
De officiële opening van het kanaal vond plaats in
het jaar 1900, hoewel reeds voor deze tijd gebruik
kon worden gemaakt van het kanaal. Voordat dit
kanaal er was, voeren de scheepjes uit via het zo
genaamde .Langerek', dat de verbinding vormde met
.Bouchautshaven'. Het Langerefc was een grillige
vaargeul in het Braakmanwater, ongeveer gelegen
op de plaat waar nu de Dijckmeesterpolder is of,
om het voor niet ter plaatse bekenden duidelijker
te stellen, het gedeelte van de provinciale weg van
Philippine naar IJzendijke over een lengte van circa
drie kilometer tot aan Isabellasluïs. De .Dijckmees-
ter' werd ongeveer veertig jaar geleden ingepolderd.
Rond de eeuwwisseling bestond de Philippiense vis-
De opening van het kanaal in 1900
Een opname van de haven (,de kale') uit, waarschijnlijk, de SOer jaren.
....HERFST....
deren luisterden ademloos naar de debatten tussen de
Jadi
verlichte geesten dte er niet aan geloofden en de conser
vatieven die dit wel deden. En onze sympathie ging on
verdeeld naar de laatste groep uit, want ivij kinderen
minden het geheimzinnige. Typisch was wel dat niemand
ook maar ooit iets kon vertellen wat hijzelf aan psxoarte
kunst' of spokerij had beleefd maar altijd sprak namens
anderen.
Misschien heeft die 67-jarige man uit Groede, die in de.
najaarsloterij een kwart miljoen won van dit alles ook
iets meebeleefd. Het fortuin komt voor hem in de herfst
letterlijk en figuurlijk. Desondanks is het feit dat een
eenvoudige aow-er dit voor hem toch ivel astronomisch
grote bedrag in de schoot geworpen krijgt toch wel ge
weldig en een warme gelukwens waard.
Want deze crp de krantefoto robuust en fit uitziende
Zeeuws-Vlaming die natuurlijk voor zijn nieuwe sta
tus nog geen vast omlijnde plannen in petto heeft, legt
toch even heel fijntjes een proeve van levenskunst af
door onder voorbehoud te verklaren dat hij zich in
een auto zul laten rijden (gezien zijn leeftijd) en een reis
naar Amerika gaat maken. Het. lijkt. mij. dat hij de mo
gelijkheden van het kapitaal u/el kent. Wanneer de Groe-
(lenaar Baart gezondheid bezit, kunnen hem de kwart
miljoen gulden nog zeer te stade komen om zijn leven
te veraangenamen
Want, geld is niet alles, maar men kan er wel veel mee
iloen. Soms lijkt het, of men in Den Haag Zeeuwsch-
Vlaanderen vergeet. Maar even grillig als het levenslot,
vallen de loterijprijsen. En wel in Groede. Van welk dorp
misschien zelfs de wervelende tv-presentator Lou van
Burg nog nooit gehoord heeft. In teder geval: Van harte.
VAN D'EE
TOT HONTENISSE
In verband met het feit dat
de bijlage, Zeeuwsch-Vlaan
deren Extra' deze week
slechts één maal verschijnt,
blijven de rubrieken Onder
ed«t, JMensen in de sport' en
,Wielervaria' achterwege.
Van de vier jaargetijden lieeft de herfst voor mij altijd
ile grootste bekoring gehad. Ik ben er zelf nooit achter
kunnen komen waarom dit zo is. Het is misschien vreemd
dat ik juist in het afsterven van de natuur niets sombers
ar maar alleen de hoopgevende tekenen van een belofte
volle lente. Vanuit mijn raam zie ik de prachtige herfst
lucht met de jagende wolken in de meest wonderlijke en
grillige vormen en tinten zoals alleen iemand die schil
dert bij de gratie Gods ze bij benadering op zijn palet
vereeuwigen kan. En tussen dit alles staat een oranje
rode bol mild te pralen en schenkt ons mensen licht en
warmte zonder dewelke het leven op uarde onmogelijk
ton zijn. Woest en ledig en de duisternis boven de af
grond. Het licht dat nog een klein aantal weken elke
dag iets korter zal schijnen maar daarna dan ook weer
elke dag iets langer bij ons zal blijven.
En overal waar bomen en heesters staan ligt rondom
een verrukkelijk kleurentapijt van blaren dat knispert
als men erover loopt en een kruidige geur verspreidt.
En ik herinner mij hoe wij vroeger als de kerststormen
de laatste bladeren van de bomen afrukte en poelend door
de schoorsteen zwiepte, in veel gezinnen van het goede lawl
dat Zeeuwsch-Vlaanderen heet, juist dan de warme be
slotenheid van de familiekring het meest ondergingen.
Oer-gezellig was het om met zijn allen rond de platte-
buiskachel waarvan de pot in zo'n geval roodgloeiend
stond, te zitten. We wisten toen niets van convectie- of
slrahngswarmte maar we voelden ons wel geborgen en
veilig tegen de koude als het kolenhok goed gevuld was.
Lief, veilig Zeeuwsch-Vlaanderen, met de dorpsomroeper
de krant die driemaal in de week verscheen en de straat-
zaïigers met hun harmonika's. 's Avonds, bij het schijnsel
vim het kolenvuur de lamp ging niet zo vroeg aan,
want- kunstlicht, of het nu een olie-, gas- of elektrische
lomp was, kostte geld en geld was zo niet schaars dan
toch meestal in zeer geringe mate aanwezig bij de bezit
ters van de plattebuiskachels 's avonds dan werd ei
gebuurt. En het nieuws besproken dat die dag aan de
orde was. En was het wonder, dat juist deze sfeer zich
'uitstekend leende voor het vertellen van verhalen over
zwarte kunst' en spokenf Wat met jzwarte kunsf bedoeld
werd is wij nooit helemaal duidelijk geworden, maar ik
geloof dat het iets te maken had met spiritisme. Wij kin-
sersvloot uit ongeveer honderd vaartuigen. In ccn
feestelijke optocht komen de scheepjes zwaar bela
den met mensen en getooid met vlaggen door het
nieuwe kanaal naar het haventje varen. Het eerste
vaartuig op de foto, de PI 25, eigendom van wijlen
Gustaaf Voerman, heeft zelfs een uitkijkpost boven
in de mast zitten. Wie het is valt op de foto met
het blote oog niet te onderscheiden. De heer Frans
van Hulle, een hoogbejaarde krasse schipper, wist
ons te vertellen, dat Gustaaf de Mul vanuit ,het
kraaiennest' de vele toeschouwers op de dijk van
de Stellapolder toewijifde. De PI 4, derde mast
van links, is een schip van wijlen Frans Wijne.
De opening van het kanaal ging met groots opge
zette feestelijkheden gepaard en bracht vele voor
aanstaande personen uit het visserijwezen naar Phi
lippine. Het aantal bezoekers was zo groot, dat Phi
lippine geleek op een ,met haringen volgepakte ton',
om maar een uit de visserij afkomstige beeldspraak
te gebruiken.
De foto van het haventje, ter plaatse ,de kaie' ge
noemd, moet te oordelen naar de mensen, die er op
staan, van de twintiger jaren zijn. De persoon ui
terst rechts, in uniform, is de toenmalige veldwach
ter, havenmeester, gemeentebode en wat al niet
meer, wijlen Frans Lootens, terwijl de man aan de
andere zijde, wijdbeens staande en met pijp in de
mond, hoogstwaarschijnlijk Harïe van de Velpen is.
Deze woonde in het huis, dat midden op de foto
staat afgebeeld. De heer van de Velpen had een
scheepsreparatiewerf, terwijl zijn vrouw ook nog
lange tijd in hét afgebeelde huls een café heeft ge
dreven. De nieuwe schepen werden voor het groot
ste deel betrokken van de werfjes van Graauw en
Kruispolder. Op de foto hebben we verder nog kun
nen ontwaren Nicolaas van Wijnsberghe, de man
met pet, velourenpak en klompen, staande tegen het
sluisje en verder de vrouw met kindje op de arm,
die Sydonie Albicher moet zijn.
.Phimos' was een instantie, dat de plaatselijke be
langen van de schippers behandelde. Zij regelde de
vaarten der schepen en de afzet van de vangsten.
Bij de thuiskomst werden de scheepjes geledigd en
werden de mossels in grote zakken gedaan. Vele
vrouwen waren toen behulpzaam met het opzakken
en dichtnaaien, waarna het transport kon beginnen.
Op de foto zijn nog duidelijk de tramrails zichtbaar.
Toch is er over het geheel genomen weinig per
tram weggegaan en dan nog meestal voor kleinere
afstanden. Afzetgebieden waren in hoofdzaak Bel
gië en Frankrijk. De gebroeders Wijne waren van de
eersten, die zelf als .mosselondernemer' het trans
port naar Frankrijk per eigen vrachtwagen ver
zorgden. De woensdagen waren voor de vloot dc
drukste dagen, want dan voer deze meestal in zijn
totaliteit uit.
Aanvankelijk waren de scheepjes allen voorzien van
zeilen en berustte in hoofdzaak de voortstuwing du.<-
van de kundigheid van de schipper om de wind te be
nutten. Langzamerhand, met het vorderen dei
techniek, werden ook schepen met motoren uitge
rust. Fons Wijne was de eerste, .mosselbaas' die ovei
schip met motor beschikte en daarna volgden on
der anderen ook dc gebr. Dhooge. Dp namen Wijne
Dhooge, Rammeloo en Barbé zijn de belangrijkste
die ons zo uit de mosselvissenj te binnen schieten
Rijke mosselbanken waren gelegen bij hot West gal
(nabij Biervliet) en het Paradijs (aan het eind var
de Braakman).
Rond de jaren veertig is de verzanding van de ha
ven begonnen. Toen de .Spuikom' buiten bedrijf
werd gesteld was deze verzanding helemaal niet
meer tegen te gaan. in de tweede wereldoorlog
zijn door de Duitse bezettingstroepen vele schepen
tot ontploffing gebracht. Toen de mosselscheepvaart
met het verzanden der haven tot ondergang was
gedoemd, zochten enkelen een heenkomen in de ha
ven van Yerseke. We denken hierbij aan mosselba
zen zoals de gebr. Dhooge, Barbé en Rammeloo.
Drie grote mossel- en palingrestaurants houden nog
heden ten dage de band met het verleden vast. Twei
van deze restaurants staan nabij de plaats waa:
vroeger de haven was. te weten het restaurani
Wiskerke' ln binnen- en buitenland gerenommeerd
•ïn ,Van Hurk's' restaurant, dat enkele jaren gele
ien werd gebouwd. Momenteel is men doende met
werkzaamheden om ook het derde restaurant (nu
nog aan het marktplein gevestigd i aan of liever in
de voormalige haven te plaatsen. Na de tweede we
reldoorlog werd .de kaie' helemaal gedicht en met
bossen beplant. Nu moet een deel van deze bosschage
wijken voor het grote restaurant, dat Vermeirssen
hier gaat plaatsen. Wie Philippine zegt, denkt aan
mossels en dat zal waarschijnlijk altijd zo blijven!
A. G. de Decker
Voorzitter Burggrave
beneden de maat...
HULST Sinds een maand heeft de streek er een ambitieuze
stichting bij: de Stichting woonwagenwerk Zeeuwsch-Vlaan
deren', die zich in gaat zetten voor het algemeen welzijn van
hen, die met salonwagens van standplaats naar standplaats trek
ken.
gezondheidszorg. Daarbij gaat men
niet uit van een levens- of wereld
beschouwing.
De grondslag van de nieuwe stich
ting werd medio '67 gelegd in Hulst,
waar een studiecommissie onder lei
ding van wijlen moderator T. de
Kroon zich ging bezighouden met de
vraag in hoeverre een bijdrage kon
worden geleverd aan de oplossing van
de problemen waarin de woonwagen
bewoners verkeren. Die proble
matiek concentreert zich vooral rond
de geisoleerde uositie die deze cate
gorie inneemt ten opzichte van de
andere, zogenaamde .sedentaire' be
volking. De gevolgen bleven niet uit:
er ontstond een achterstand in so
ciale, economische en psychische ont
wikkeling die er, met de isolering,
toe bijdroegen dat er zowel bij woon
wagenbevolking als de gevestigde sa
menleving gevoelens van onbehagen
ontstonden. De commissie kwam bij
haar onderzoek tot de conclusie, dat
zij niet alleen de belangenbehartiging
van de in Hulst verblijvende woon
wagenbewoners in studie moest ne
men, maar dat de activiteiten ge
richt moesten worden op heel de
streek. De Hulsterse groep breidde
zich gaandeweg uit met belangstel
lenden uit Axel, Oostburg, Sas van
Gent en Terneuzen. Een volgende
stap betekende de oprichting van de
.stichting woonwagenwerk' die zich
de afgelopen pariode schriftelijk
VERGADERING
Voorzitter G. J. M. Bruggrave uit
Hulst stelt, gevraagd naar de wijze
waarop hij de doelstellingen van zijn
orgaan wil realiseren, voorop dat
het werk uiteen valt in twee afde
lingen: bezigheden die zich concen
treren op het te stichten woonwa
gencentrum en die daarbuiten.
,Het gaat om een samenwerking tus
sen de gemeenten enerzijds en onze
stichting anderzijds. Het gemeente
lijk initiatief moet het, wat de stich
ting van een regionaal centrum be
treft, natuurlijk doen. Daarin kun
nen wij slechts een adviserende rol
spelen. Wat de concrete taken van
de stichting zullen zijn willen we
binnenkort eens bekijken op een ver
gadering. De doelstellingen die we
nu op schrift hebben gezet zijn hoofd
lijnen, die natuurlijk nader uitge
werkt moet worden'.
Op de achtergrond van al deze plan
nen staat de totstandkoming van de
nieuwe woonwagenwet, die naar het
oordeel van de stichting, zeer gun
stige perspectieven opent voor de op
lossing van de problemen van de
woonwagenbewoners.
De wet stelt de aanpassing van deze
bevolkingsgroep aan de gevestigde
samenleving voorop, een doel dat kan
worden nagestreefd door materiële
zowel als immatriele middelen.
Daarbij gaat men ervan uit, dat de
in de woonwagenbevolking levende
zelfstandige krachten gewekt moe
ten worden en de ontplooiing daar
van bevorderd. De woonwagenbevol
king zal in staat moeten zijn een
verantwoord gebruik te maken van
de mogelijkheden en de middelen die
onze tijd biedt.
Hiertoe kunnen vooral onderwijs en
opvoeding alsmede maatschappelijk
werk een belangrijke bijdrage leve
ren. De middelen beogen verder een
geschikt leefklimaat te vormen door
eisen te stellen aan de woonwagens
en de centra. In dit welzijnsbeleid
is een belangrijke plaats ingeruimd
voor de provinciale maar vooral ook
voor de gemeentelijke overheid. Door
middel van een bijdrageregeling
tracht het rijk de gemeentebesturen
te stimuleren om regionale centra
in te richten. Over het algemeen
blijkt de subsidiëring geen voldoen
de middel tot activiteit te zijn en
daarom zijn de gemeenten als .me
de-bewindvoerders' ingeschakeld,
waaruit dan weer volgt, dat zij een
primaire verantwoordelijkheid dra
gen. De gemeentebesturen moeten (al
dan niet in samenwerking i onder
meer zorgen voor behoorlijke cen
tra, het treffen van voorzieningen in
het maatschappelijk belang van de
woonwagenbevolking op het centrum
BENEDEN DE MAAT
Hoewel in Zeeuw.sch-Vlaanderen een
gemeenschappelijke regeling .regio
naal woonwagencentrum' bestaat, :s
het nog steeds niet duidelijk waar
een dergelijke accommodatie een
plaats zal vinden.
De heer Burggrave noemt de huidi
ge accommodatie ,ver beneden de
maat'. De plusminus 40 tot 50 wa
gens die er momenteel in de streek
rondtrekken zoeken hun toevlucht tot
de twee grote standplaatsen Hulst
en Sas van Gent, voor de stichting
overigens wel een punt om in haar
overwegingen ten aanzien van een
regionaal centrum te betrekken. ,Als
deze mensen hier heen gaan, dan be
tekent dat dat ze er een bestaans-
bron vinden en tevens dat er enig
contact is met de sedentaire bevol
king. Wanneer er een regionaal cen
trum komt. is het van belang om
hiermee rekening te houden Om een
voorbeeld te noemen: in Hulst gaan
er kinderen van woonwagenbewoner»
op school, een vorm van contact
met de gevestigde samenleving'. Hoe
ziet hij een .ideaal centrum?' .Dc
stel voorop dat wij slechts adviseren
nen natuurlijk
Maar zo'n centrum zou plaats moe
ten bieden aan zo'n 60 wagens. Op
het terrein moet dan een centrum
gebouw aanwezig zijn fvoor recrea-
tiedoeleinden etc), ruimten voor ge
zondheidszorg en maatschappelijk
werk en een onderwijslokaliteit'. Om
haar werk zo efficiënt mogelijk te
doen, zal de nieuwe stichting moe
ten beschikken over een beroeps >-
staffunctionaris en zo'n 15 groeps-
werkers. Daarnaast wil men voor
een aantal taken samenwerken met
bestaande maatschappelijke centra,
kruisverenigingen en kerken. Al de
ze punten komen 19 december aan
de orde tijdens een vergadering in
Hulst. Daar wil de stichting haar
nu nog globaal gestelde doel
einden en de middelen om ze te rea
liseren nader bekijken. De inzet blijft
echter: het bevorderen van een stuk
ontwikkelingswerk in eigen streek.
Dat de woonwagenbewoners daar-
lok woonwagenbewoners hebben recht op leefbaarheid.
MEDEDELING
HERFST EN FORTUIN