a
(minister de block
kritiek van
nederlands
vrijwilligers op
vredeskorps
joop strijkers: toerisme .verko
economische macht
is moeilijk
op te bouwen
zaterdagnummer
Zaterdag 23 november '68
Mr. L. de Block is sinds april 1967 minister van
economische zaken. Hij werd in 1904 in Den Haag
geboren, is gehuwd, houdt van schilderen en zou
graag tijd hebben om kunstgeschiedenis te studeren,
zoals een van zijn drie dochters momenteel in
Utrecht doet.
Minister De Block heeft enkele functies in het
bankbedrijf bekleed, was plaatsvervangend thesau
rier-generaal bij het ministerie van financiën, direc
teur-generaal van de industrialisatie en de energie
voorziening bij het ministerie van economische
zaken en directeur van de KLM.
In 1963 werd Mr. De Block staatssecretaris van
verkeer en waterstaat.
In het Kabinet de Jong werd hij minister van eco
nomische zaken.
DEN HAAG (GPD) Dat hij om in conditie te blijven iedere morgen omstreeks
half zeven een rondje loopt, wil minister De Block nog wel vertellen. Maar waar
hem in sportkleding kan tegenkomen, mag niet in de krant. ,Het moet geen
show worden'. Dat is dan de minister van economische zaken ten voeten uit: hij
heeft een hekel aan uiterlijk vertoon.
Tn de tweede kamer is hem zijn nuchterheid
t wel eens kwalijk genomen Hij ant-
woordde toen. ,..lk zou slechts willen zeggen,
cal ik er de man niet naar ben om met
emoties te werken en dat naar buiten te
laten zien. Ik geloof wel dat het streven
jwaarvoor wij op economische zaken staan en
waarvoor de regering staat toch wel blijk
ervan geeft, dat wij metterdaad meevoelen
met de werkgelegenheid en met de werk
eloosheid. Ik zou er verder niet op willen in
gaan. Ik zal ook in mijn stem geen diepe
loon leggen, want dit zou toch op onoprecht
heid lijken. Ik meen het wel, maar ik kan
het niet verder demonstreren. Ik hoop dat
men dat begrijpt'.
Enkele weken later, in zijn werkkamer, vult
hij aan: ,Je kunt wel bewogen zijn. De werk
loosheid vooral bij oudere werknemers bij
voorbeeld, dat vind ik een verschrikkelijke
zaak. Daar zou je wel heel uitvoerig over
"kunnen gaan praten, maar daar moet je
vooral iets aan doen
Trouwens, uit heel zijn optreden blijkt dat
minister De Block geen man van het woord
is. In het boekje van collega Henry Faas, ,het
rode boekje van wandelganger', staan van
weinig politici en bewindslieden zoveel ver
sprekingen als van deze minister. Maar de
minister beseft zijn beperktheid op dit ter
rein. ,lk heb veel professoren en lectoren als
voorgangers gehad. Zijlstra, De Pous, An-
driessen. Het was hun vak, iets eenvoudig
int te leggen. Die routine mis ik. Daar zou
ik wel iets aan willen doen'.
En: ,ik hoop altijd met de prestatie voor de
d3g te komen Maar misschien etaleer ik mijn
fcileid wel te weinig. Er zou misschien meer
naar buiten moeten komen van wat hier qe-
beurt'.
Vjyatdan misschien aan woorden ontbreekt,
wordt in elk geval aan werktijd vol
ledig gecompenseerd ,lk ben een vroege op-
itaner, meestal zes uur, half zeven', Niet dat
minister De Block er prat op gaat. ,lk geloof
dat el mijn collega's dat ook doen. Het hoort
erbij' De minister doet thuis al wat werk en
arriveert gewoonlijk omstreeks half negen
op zijn departement. Hij blijft daar tot on
geveer half zeven, maar werkt thuis dikwijls
nog tot half elf door, soms zelfs tot later,
mijl ook in de regel de weekeinden aan
nel werk moeten worden opgeofferd.
Hij zegt: ,als je hier zit, moet je je volledig
inzetten. Dat doen mijn mensen ook. Je mag
geen kans missen. Helaas gebeurt dat wel
•Mi. In het begin heb ik het niet erg ge
troffen. Van Heek dicht, het ultracentrifuge-
P0|ect, de katoenrayon- en linnenindustrie'
Wat zijn volgens de minister in deze kabi-
ijeisperiode tot nu toe de belangrijkste ge-
«ortenissen
«hel belangrijkste is, dat ik met een zeker
weces heb mogen meewerken aan een beter
•venwicht: het terugdringen van de werk
loosheid, verbetering van de betalingsbalans
•n bevordering van de economische groei'
['Desgevraagd erkent Mr. De Block, dat hij wat
Btbetreft erg afhankelijk is van de ontwikke
lden in het buitenland, ,maar bijvoorbeeld
•sn kleinere zaak, het pri|sbeleid, is toch re-
*"|k gelukt' Ook hier beseft hij overigens
oat mei de invoering van de btw het nieuwe
«bel van omzetbelasting, nog een moeilijke
'i|d aanbreekt ,Je moet ontzettend kien zijn'
slaat de minister nog aan belangrijke
zaken te wachten
Jk hoop dat ik nog enigszins kan bijdragen
oe ontwikkeling van de welvaart in de
"gjos, de gebieden in ons land, waar nog
wel werkloosheid heerst en aan de in-
oustnele ontwikkeling, bijvoorbeeld verbefe-
n"9 van de concurrentiepositie en de re-
Karc" In dit laatste is al wel een zekere
;^uilgang te zien
«ok in de toekomst zal actie moeten worden
Mlernomen ten behoeve van industrietakken
"ie het moeilijk hebben Maar niet alleen
met de sectoren die achterblijven in de
posi, maar ook met die waar dit in de toe
rist zou kunnen ontstaan, bijvoorbeeld de
"Staalindustrie, hopen wij samen te werken
daar nieuwe impulsen te geven Wij vin-
den daarvoor een open oor. Ik hoop dat men
°°k tot actie zal willen komen'. De minister
neef» de indruk dat de bereidheid tot samen-
j werking in dergelijke bedrijfstakken toe-
f"femt-Maar er zijn ook aanwijzingen dat de
IJtzonderlijke ondernemers, zodra het weer
sts beter gaat, zich van de noodzaak tot
bwmenwerking maar weinig meer herinneren
HUN-SCHELDE
JMTinisler De Block is wel verweten, dat hij
te weinig achtergronden van zijn be-
'®ia in de openbaarheid brengt. Bijvoorbeeld
Ie c°ncessievoorwanrdon waaronder uit de
Usselmeerbodem aardgas en olie mogen
worden gewonnen. Of de overwegingen
waarom wel aan Verolme, maar niet aan
Rijn/Schelde een overheidsgarantie voor de
bouw van een dok voor mamoettankers is
toegezegd. Wat dit laatste betreft volstond
de minister onlangs in de tweede kamer met
te zeggen dat men moet vertrouwen op de
bevindingen van de ministeries van econo
mische zaken en van financiën en op die
van de nationale investeringsbank.
Wat het boren in het IJsselmeer betreft,
merkt de minister nu op: Je moet proberen
het maximum eruit te halen Dat betekent dat
je niet alle gegadigden gelijk moet behan
delen, want er zijn velden van verschillende
kwaliteit'. Met name van PvdA-zijde is de
minister de geheimhouding op dit punt ver
weten. Een antwoord kost de bewindsman
weinig moeite. ,lk ben niet geheimzinniger
dan een van mijn voorgangers, ook niet de
heer Den Uyl. Wij hebben dat hier nage-
§n het dok
,Zo'n dok is natuurlijk nooit goed. Geen dok
is niet goed voor de outillage van Rotter
dam, twee dokken geeft problemen op het
gebied van de concurrentie en als er maar
één dok komt, is altijd de partij die niets
krijgt, ontevreden'.
Verolme krijgt het dok, wat gaat Rijn-Schelde
nu doen een exact antwoord geeft de mi
nister niet. Wel zegt hij, gegronde hoop te
hebben dat tussen Verolme en Rijn-Schelde
over het gebruik van het dok een zekere
vorm van samenwerking tot stand zal komen.
VESTIGINGEN
Wat ook zelden goed is, zijn de pogingen
om in de ontwikkelingsgebieden buiten de
randstad nieuwe bedrijven aan te trekken
pogingen die meer dan eens zijn mislukt
,Waar het is gelukt, is dat dikwijls geruisloos
gebeurd', zegt de minister Hij noemt de mo
gelijke vestiging van het KNZ-bedrijf in het
zuiden van Brabant als voorbeeld. De nadruk
valt sterk op de gevallen, waarin het niet
lukt'. Voorbeeld is Dow Chemical, dat zich
niet in Delfzijl heeft willen vestigen.
,Wij gaan tot het uiterste. Dat moet men ge
loven. Je kunt naderhand niet zeggen: we
hebben X miljoen gulden beloofd als hij
komt. Bij een volgende gelegenheid is dat
dan het minste wat je kunt bieden. Daarnaast
zullen de regio's zelf in het spel mee moeien
doen. Als men wil, kan men zo een krachtige
invloed krijgen om dergelijke vestigingen in
orde te krijgen'.
De minister vertelt dat hij zelf eenmaal met
Dow Chemical in de Verenigde Staten heeft
gesproken. ,En als er mensen komen uit de
V S., ontvang ik ze zelf. Dat moet je doen'
Maar het departement van economische za
ken is niet de enige instantie, waarvan de
beslissing afhangt. De vestiging van Dow
chemical in het noorden is mede niet door
gegaan in verband met de elektriciteitsta
rieven die men in rekening wilde brengen.
Hierop heeft de minister geen rechtstreekse
invloed Deze tarieven worden door de elek
triciteitsbedrijven zelf bepaald ,ln het noor
den deden ze een offerte die ongunstig uit
viel'
Minister De Block is nu met de elektriciteits
producenten een aesprek begonnen over de
levering van goedkope energie in dergelijke
gevallen Niet onbegrijpelijk als men let op
de grote verschillen met de tarieven in aan-
grenzenden Duitse gebieden Over de teleur
stellingen meer in het algemeen: ,Wij hangen
het niet aan de grote klok als wij met on
derhandelingen over nieuwe vestigingen
bezig zijn Dat wekt maar verwachtingen
Maar wij zijn niet de enigen met wie wordt
onderhandeld'
Ten slotte het voornemen van hef radicale
tweede-kamerlid Drs. J. M. Aarden om
een parlementaire enquête te laten houden
naar de economische machtsposities in oqs
land. Wat vindt de minister daarvan Zijn
er machtsconcentraties in ons land
Minister De Block denkt lang na, kiest zijn
woorden nu heel zorgvuldig. ,Dat is natuur
lijk een zaak van de kamer de kamer
moet haar eigen verantwoordelijkheid daar
in vinden maar ik geloof dat je er niet
uitkomt met een enquête... men heeft hier
toch de indruk, dat de concurrentie in een
open land als het onze zo groot is, dat de
opbouw van economische machtsposities
buitengewoon moeilijk is
Maar moet men de invloed niet vooral bij
de banken zoeken ,De banken Natuurlijk,
de banken hebben veel commissariaten, maar
dat is toch in de eerste plaats om toezicht
te kunnen houden op de besteding van de
kredieten die zij hebben verleend De banken
zijn hier in feite toch normale financierinqs-
instituten, in tegenstelling tot België. De
banken en de bankdirecteuren zijn hier nooit
.banque d'affaires', zoals in België. Er is hier
geen vervlechting van. de belangen van de
banken en de industrie'.
JJe vrijwilliger heeft een flinke dosis
verdraagzaamheid, incasseringsvermo
gen en gevoel voor betrekkelijkheid no
dig Hij moet soepel zijn, zich kunnen
aanpassen en respect hebben voor de
mening van een ander. Hij moet over
doorzettingsvermogen beschikken en
zelf initiatieven kunnen nemen. Hij
moet misschien een primitieve behui
zing voor lief nemen en twee jaar wer
ken in de tropen tegen niet meer (maar
ook niet minder) dan een redelijke ver
goeding. Naast enthousiasme U vooral
nuchterheid van belang".
De Stichting Nederlandse Vrijwilligers
(SNV), het Nederlandse .Vredeskorps"
zond dezer dagen de 500ste ontwikke
lingshelper uit die aa i de bovenstaande
eisen van haar advertentie voldeed.
Vijf jaar geleden kondigde minister
Luns van buitenlandse zaken, in na
volging van president John Kennedy
aan. dat de regering het plan had op
gevat vrijwilligers naar de ontwikke
lingslanden te sturen als .een bijdrage
tot het bevorderen van kennisover
dracht op middelbaar niveau', zoals de
voorlichtingsdienst van de SNV het
formuleert. Twee jaar later, in 1965
sloten de talrijke particuliere organi
saties meteen soortgelijke doelstelling
zich bij het regeringsinitiatief aan
Daaruit ontstond de .Stichting Neder
landse Vrijwilligers', die een slordige
50 instanties overkoepelt.
.De vrywilliger is geen expert, maar hp
moet vakbekwaam zijn en praktisch
van aard, zodat hij in onmiddellijk con
tact met de plaatselijke bevolking zijn
kennis kan overdragen om zodoende het
ontstaan van een eigen middenkader in
het gastland te bevorderen'. Zo om
schrijft de heer J A. Mollee de doel
stelling van de SNV, waarvoor hij op
treedt als voorlichtingsambtenaar. Dal
lijkt een goedomlijnde zaak, maar toch
zegt hij- ,Wij breken er ons het hoofd
over'. Dal zal zeker het geval zpn sinds
een aantal ex-vrijwilligers een werk
groep heeft opgericht, die inspraak tril
in het beleid van de stichting
HEERLEN (GPD) ,Je zou toch denken dat men uit
onze ervaringen alle voordeel zou willen halen. Dat ze
In Den Haag zouden proberen ons uit de tent te lok
ken. Maar hoe gaat 't in feite De fouten die gemaakt
zijn, .kennen ze al lang' en en ze .hebben er al wat
aan gedaan' of ze zeggen: ,we beginnen er morgen
direct aan'. Het lijkt wel of ze een open oor hebben,
maar eigenlijk zitten ze direct in het defensief en dat
schermt hun oren weer aF.
Dat Is de mening van de Delftse student-werktuigbouwkunde
Frank Woudenberg, woordvoerder van de splinternieuwe
werkgroep ex-vrijwilllgere. Zelf heeft hij van 1964 tot 1966
voor de Stichting Nederlandse Vrijwilligers in Colombia ge
werkt. Met 5 collega's uit het Colombiaanse project heeft
hij In een brochure uiteengezet wat er bij de onderneming
allemaal mank llèp.
Zij zijn er van overtuigd dat het een goed idee is om mid
delbaar geschoolde Jongeren in de ontwikkelingslanden te
laten werken aan de opleiding van het plaatselijk kader.
Maar dan moet dat ook goed gebeuren .Dat men bij de
Stichting aanvankelijk niet duidelijk zag hoe 't allemaal moest,
is te begrijpen maar dat ze na 5 jaar nog steeds met de
criteria sukkelen waaraan het werk moet voldoen, dat is
toch te gek'. Woudenberg had er op gerekend dat de SNV
de teruggekeerde vrijwilligers terstond naar hun ervaringen
zou vragen. Maar dat is niet gebeurd. .Bij een bruiloft van
een ex-teamgenoot kwamen we er weer over te praten. Toen
hebben we gezegd: we moeten er iets mee doen Toen zijn
we aan die brochure begonnen We hebben deze allereerst
naar de stichting zelf gestuurd, maar ook naar een aantal
kamerleden we hadden gehoopt op een soort parlemen
taire controle op de SNV'
Zover is het echter nog niet. Daarom vindt Frank Wouden
berg dat die werkgroep des te eerder van de grond moet.
Dat hij niet alleen staat met zijn kritiek op de SNV bewijst
mede-initiatiefneemster tot de werkgroep Trees Wouters uit
Den Haag. Zij heeft als onderwijzeres van 1965 tot 1967 In
Kameroen gewerkt in een project voor onderwijs aan vol
wassenen. Daarbij heeft zij duidelijk niet zoveel teleurstel
lingen hoeven overwinnen als de voor ontwikkelingswerk
totaal begeesterde Woudenberg, maar haar wil om in het
beleid in Den Haag inspraak te krijgen is er niet minder
vast om.
Frank Woudenberg: .om maar eens iets te noemen. In het
contract staat dat je je niet mag inlaten met politiek en re
ligie. Maar ontwikkelingswerk heeft toch altijd politieke
kanten. En als Je besluit naar een ontwikkelingsland te gaan,
dan Is dat mede een politieke keuze. De regering begrijpt
dat best, daarom wil ze ook dat het gastland zelf om onze
uitzending vraagt. Dan kan ze zich nooit in de vingers
snijden'.
Trees Wouters: .In Kameroen hadden wij niet het idee dat
we iets niet mochten vanwege hogere politiek, Integendeel.
Je hoorde dat ministers met elkaar touwtje trokken om ons
in hun eigen departement te krijgen.'
Wouwenberg: ,ln Colombia werkten wij in het verband van
een binnenlandse organisatie voor gemeenschapsopbouw.
In het begin hadden wij niet door dat die alleen maar diende
om het land rustig te houden. Dat zal de stichting in Den
Haag toch wel in de gaten hebben gehad. Nu vind ik dat
nog zo erg niet, als je je er maar op hebt kunnen voorbe
reiden. Maar tijdens de opleiding hoor je alleen maar dat
je je niet met politiek moet bemoeien. En ter plaatse was
onze teamleider niet In staat je te helpen om binnen het
politiek-religieuze klimaat te werken zonder brokken te
maken'
PLOOIBAAR
Mag je van Iemand die als vrijwilliger wordt uitgezonden
niet verlangen dat hij plooibaar Is en genoeg Initiatief kan
opbrengen om zich in onverwachte situaties te redden
Trees Wouters: .de groep die voor ons In Kameroen had
gewerkt, zou daar een soort landbouwschool gaan bouwen.
Maar toen ze er eenmaal waren, wilde de regering daar niets
meer van weten. Toen heeft één van de vrijwilligers een
soort groenteveiling opgezet en enkele enderen zijn be
gonnen les te geven aan de volwassenen. Maar ik vrees dat
de SNV tevoren weer een onduidelijke afspraak had gemaakt
met de regering van Kameroen. In leder geval: ze hebben
't ons nooit uitgelegd.'
Woudenberg: ,wij zaten in een project voor gemeenschaps
ontwikkeling. Dat is zo iets ongrijpbaars. Het Is van alles en
|e ziet niets. Je mag toch niet van een stel vaktechnische
mensen verwachten dat ze zich zelf daarbij voldoende kun
nen plooien naar de omstandigheden. Er zijn duizenden mo
gelijkheden. allemaal kleine taakjes. Wat moet je doen
Onze groep is daar erg door teleurgesteld.'
Een betere supervisie op het werkterrein lijkt noodzakelijk.
Maar de selectie van de kandidaten kan misschien even
zeer verbeterd worden. Het zal niet gaan om diploma's, meer
om persoonlijkheid. Of niet?
Frank Woudenberg: .Ik kan me best voorstellen dat een
lagergeschoolde, b.v. een LTS-er, een goede vrijwilliger is.
Het voornaamste is dat je contacten weet te leggen. Je
moet kunnen werken op het niveau van de ongeletterde
dorpsbewoners. Er zijn niet zoveel beroepen in Nederland
die je dat leren. Het Is inderdaad een kwestie van persoon
lijkheid
Trees Wouters: .met alles wat je doet moet je zo voorzichtig
zijn. Je moet telkens kijken en luisteren hoe het aankomt.
Dat is heel teer en Inspannend. Je mag nooit de schijn wek
ken dat Je 't beter weet en toch moet je vakbekwaam zijn.'
Woudenberg: .Veel zou al verbeterd kunnen worden als de
projecten tevoren beter werden geanalyseerd. Nu gaat er
steeds Iemand voor de -SNV kijken wat er gebeuren moet
en die zegt dan: Die en die vakmensen hebben ze er nodig.
Waarom doen ze geen beroep op ex-vrijwilligers om een
project mee te onderzoeken 't Blijkt dat een kwart van hen
terug wil. Ze zouden hun ervaring op een breder vlak ten
nutte kunnen maken dan opnieuw weer In een beperkt team
verband.'
Trees Wouters- ,het klinkt allemaal zo voor de hand liggend
wat wij ze kunnen zeggen Maar toch. de gewoonste dingen
worden vaak vergeten Byvoorbeeld. dat je een kooklerares
geen primus moet meegeven om les op te geven, als de
mensen daar zelf nog op houtsvuren koken.'
Intussen is de stichting bezig het een en ander te verbete
ren. Twee ex-vrijwilligers zijn ingezet bij de opleiding. Men
wil een deel van de opleiding overplaatsen naar het gast
land. Er wordt gezocht naar projecten die passen In een
groter programma, waarbinnen de vrijwilligers concrete taken
krijgen. Is de kritiek van de werkgroep ex-vrijwilligers daar
mee niet al ondervangen
UNILATERAAL
Woudenberg- ,om een ontwikkellngsterm te gebruiken: het
is allemaal te unilateraal, te eenzijdig De stichting is niet
doof of dom. maar ze willen 't allemaal zelf doen. zelf weten.
Als ze onze verslagen vanuit het werkterrein eens goed
gelezen hadden, dan hadden ze een hoop eerder kunnen
verbeteren Maar daar hoorde je nooit meer wat op.'
Trees Wouters: .als je ziet dat bij veel ex-vrijwilligers de wfl
volop aanwezig is om onze werkgroep te steunen, dan la
dat toch frappant. Ik geloof dat ze in Den Haag de laatste
maanden wel een schok van ons hebben gekregen. Ze
hadden "t niet verwacht'.
De Initiatiefnemers hebben een drieledig doel Inspraak zien
te krijgen bij de selectie en de opleiding ven kandidaten,
deelname aan de talrijke discussies en terugkerende vrij
willigers helpen om weer een passende baan te v.nden
Woudenberg: .we hebben nog geen contacten gehad met de
instanties Eerst moet de onderlinge band sterk genoeg zijn.
Dat ze ons niet zomaar uit elkaar kunnen drijven
Trees Wouters: .Ik zie er wel wat tegen op Er zijn zoveel
deuren in Den Haag waar je doorheen moet'.
DEUREN
Achter een van die deuren zit de heer J. Mollee ,Het zijn
beslist geen kwade jongens. Maar ze zien niet hoe weinig
Je in zo'n ontwikkelingsland maar kunt doen Er is een lange
'ijd voor nodig. Je kunt gemakkelijker op een gevoel ge avond
25 miljoen bij elkaar knjgen dan continuïteit aanbrengen in
dit werk Je kunt geen fasen overslaan bij de ontwikkeling
van een volk. Wel versnellen. Veel vrijwilligers denken dat
ze volgens een schoolrooster kunnen werken, met precies®
taken. Maar dat gaat In de ,bush' nou eenmaal niet. Ze
moeten zich leren omlaagschroeven. We breken er ons het
hoofd over.'
Het Is duidelijk. De Stichting Nederlandse Vrijwilligers en
de werkgroep ex-vrijwilligers moeten elkaar vinden. Ze heb
ben elkaar iets te vertellen. Met wat voor recht zou andere
het tijdschrift voor de vrijwilligers, dat de SNV uitgeeft, .Vice
Versa' heten
AMSTERDAM (GPD) Hij weet alles van vervoer, hij is econoom, hij heeft
talrijke internationale contacten en hij houdt zoveel van zijn eigen land dat hij
er elk jaar met vakantie gaat. Hij heet Joop Strijkers, nu nog directeur van de
VVV-Amsterdam, volgende week in dezelfde functie aan het werk voor de nieuwe
nationale stichting, die in plaats van de algemene Nederlandse vereniging voor
vreemdelingenverkeer het toerisme naar Nederland gaat bevorderen.
,Een fascinerende baan', zegt hij, ,waar
ik echter alleen 's nacht over na kan den
ken, omdat ik het nu nog veel te druk
heb met de voorbereidingen van het
nieuwe seizoen in Amsterdam, en in
nauwe samenwerking met een aantal
VVV-directeuren, voor het westen van ons
land'. Een gigantische taak ook, laat hij
merken, omdat Nederland op het stuk
van de Holland promotion enorm veel zal
moeten doen om een achterstand in te
halen en daarna in de strijd om de gunst
van de toerist bij of liever gezegd voor te
blijven. Een heel moeilijke verantwoorde
lijke post tenslotte, vooral in het mense
lijke vlak, omdat de dringend noodzake
lijke nieuwe aanpak van de werving van
toeristen ingrijpende veranderingen in het
hele personeelsbestand tot gevolg zal
hebben.
Joop Strijkers weet, dat de negen com
missarissen van de stichting en hij, zo
snel mogelijk een eind moeten maken aan
de knellende onzekerheid, waarmee WV-
en ANVV-mensen in binnen- en buiten
land al maanden leven ,Ze verdienen hun
brood met dit werk', zegt hij, ,Heel be
grijpelijk dus dat ze willen weten, waar
ze aan toe zijn'. De zeer dynamische
VW-directeur, die de laatste jaren een
serie belangrijke Holland-promotion-rei-
zen naar het buitenland heeft gemaakt,
die samen met de KLM drie jaar geleden
de Japanse markt heeft opengegooid, lijkt
geknipt voor zijn nieuwe werkkring. Alles
wat hij tot nu toe heeft gedaan, had wat
met promotion te maken.
Joop Strijkers is op 10 augustus 1918 in
Utrecht geboren. /Toevallig daari, haast
hij zich er aan toe te voegen, ,in het huis
van mijn grootouders, omdat mijn vader
was gemobiliseerd in Zeeland' Hij is
eigenlijk een Rotterdammer, waar hij
heeft gewoond tot in de derde klas van
de HBS. De liefde en de nog steeds niet
verflauwde belangstelling voor de lucht
vaart heeft hij van zijn vader die o.m. op
Waalhaven heeft gewerkt en hoofd van
de verbindingsdienst bij de KLM is ge
weest.
VLIEGER
Strijkers: ,ik zou en moest dus vlieger
worden, ondanks mijn slechte wiskunde-
cijfers'. Hij volgde de rijksopleiding ver
keersvlieger en van 1939 af die tot officier
vlieger bij de luchtmacht, een studie,
waaraan het begin van de oorlog in 1940
een abrupt einde maakte Tot tweemaal
toe mislukten zijn pogingen om naar En
geland uit te wijken. De tweede maal be
landde hij, verraden door een man die in
het geheim voor de gestapo werkte, op
de Weteringschans. Die gevangenis
periode veranderde zijn leven grondig
,ik ging in de cel', vertelt hij .economie
studeren Een Nederlandse hoofdcipier
smokkelde boeken binnen Ik heb nog
nooit zo geconcentreerd kunnen werken'
In februari 1941 stond hij weer buiten'
Hij liet zich inschrijven aan de econo
mische faculteit in Amsterdam, een studie
die, nog eenmaal onderbroken door een
korte periode in Duitse gevangenschap,
resulteerde in zijn kandidaats.
Zijn eerste baan, van september 1944 tof
het najaar van 1947, was die van secre
taris van de bedrijfsgroep houtindustrie.
,ln die tijd, vooral vlak na de oorlog, heb
ik mijn eerste internationale contacten
gelegd.' Van 1947 af zette hij zich in een
commerciële functie bij het exploitatie
bedrijf van de KLM in voor de opbouw
van het Europese lijnennet. Later werd
hij voor dezelfde maatschappij verkoop
leider voor Nederland. Strijkers: ,die baan
had zeer veel raakpunten met toerisme.'
Precies tegenovergesteld aan wat er nu
van hem wordt verwacht, moest hij de
Nederlanders overhalen hun vakantie in
het buitenland door te brengen. Hij or
ganiseerde studiereizen met reisbureau-
directeuren naar andere landen, hij be
naderde pers en radio. Een diepgaand
meningsverschil met zijn directe chef
leidde in 1953 tot ontslag nemen. De vol
gende twee jaar verdiepte hij zijn kennis
van promotion, reclame en reclametech
nieken als adjunct-directeur van het cen
traal bloembollencomifé.
WV-AMSTERDAM
1955. Joop Strijkers wordt directeur van
de VVV-Amsterdam. ,Het stelde toen wei
nig voor. Ik dacht dat ik naast mijn werk
voldoende tijd zou overhouden voor het
tweede gedeelte van de studie econo
mie Het pakte echter geheel anders uit.
Strijkers benoeming op deze post viel
immers samen met een ongekende op
leving in het reisverkeer. Hij hield cee"
minuut, geen seconde over voor de studie.
Hij werd zó gefascineerd door hef toe
risme, dat hij als een bulldozer aan het
werk ging. Tot vandaag de dag is zijn
leven gevuld geweest o.m. met grote
buitenlandse reizen om de toeristen naar
Amsterdam te lokken en aan de andere
kant met moeizame pogingen de hotel
accommodatie in de hoofdstad uit »e
breiden. In beide opzichten was hij een
succesrijk man.
Het beddenbestand groeide in de eerste
klas hotels van 3500 in 1955 tof 6000 nu (in
1971 zijn er 10.000). Het aantal toeristen
uit de V S verzesvoudigde tot 300 000 en
hij ontdekte drie jaar geleden een nieuwe
markt, namelijk Japan Het is duidelijk,
de 50-jarige Strijkers, die in het buiten
land de bijnaam heeft van mister Am
sterdam, is grondig voorbereid op wat
hij van de volgende week af moet doen.
Behalve zijn commerciële aanleg, zijn
gave om mensen ergens van te overtuigen
en enthousiast te maken, heeft hij nog
een pré. Hij houdt van het land, dat hq
moet gaan verkopen.
JOOP STRIJKERS MEENT:
dat Engeland, Duitsland, de Verenigde Staten en Japan de landen zijn, waar
in voor Nederland de belangrijkste toeristische markten liggen;
dat er veel meer geld dan zeven miljoen gulden (het ANVV-budget voor 1968)
voor de wervingsactiviteiten op tafel moet komen;
dat de Nederlandse hotels, die geleidelijk aan meer gaan samenwerken, con
tacten moet leggen met buitenlandse hotelketens;
dal het grote aantal Japanners, dat naar Nederland komt, in de komende
vfjf jaar zal groeien van 50.000 naar 100 000.