a (minister de block kritiek van nederlands vrijwilligers op vredeskorps joop strijkers: toerisme .verko economische macht is moeilijk op te bouwen zaterdagnummer Zaterdag 23 november '68 Mr. L. de Block is sinds april 1967 minister van economische zaken. Hij werd in 1904 in Den Haag geboren, is gehuwd, houdt van schilderen en zou graag tijd hebben om kunstgeschiedenis te studeren, zoals een van zijn drie dochters momenteel in Utrecht doet. Minister De Block heeft enkele functies in het bankbedrijf bekleed, was plaatsvervangend thesau rier-generaal bij het ministerie van financiën, direc teur-generaal van de industrialisatie en de energie voorziening bij het ministerie van economische zaken en directeur van de KLM. In 1963 werd Mr. De Block staatssecretaris van verkeer en waterstaat. In het Kabinet de Jong werd hij minister van eco nomische zaken. DEN HAAG (GPD) Dat hij om in conditie te blijven iedere morgen omstreeks half zeven een rondje loopt, wil minister De Block nog wel vertellen. Maar waar hem in sportkleding kan tegenkomen, mag niet in de krant. ,Het moet geen show worden'. Dat is dan de minister van economische zaken ten voeten uit: hij heeft een hekel aan uiterlijk vertoon. Tn de tweede kamer is hem zijn nuchterheid t wel eens kwalijk genomen Hij ant- woordde toen. ,..lk zou slechts willen zeggen, cal ik er de man niet naar ben om met emoties te werken en dat naar buiten te laten zien. Ik geloof wel dat het streven jwaarvoor wij op economische zaken staan en waarvoor de regering staat toch wel blijk ervan geeft, dat wij metterdaad meevoelen met de werkgelegenheid en met de werk eloosheid. Ik zou er verder niet op willen in gaan. Ik zal ook in mijn stem geen diepe loon leggen, want dit zou toch op onoprecht heid lijken. Ik meen het wel, maar ik kan het niet verder demonstreren. Ik hoop dat men dat begrijpt'. Enkele weken later, in zijn werkkamer, vult hij aan: ,Je kunt wel bewogen zijn. De werk loosheid vooral bij oudere werknemers bij voorbeeld, dat vind ik een verschrikkelijke zaak. Daar zou je wel heel uitvoerig over "kunnen gaan praten, maar daar moet je vooral iets aan doen Trouwens, uit heel zijn optreden blijkt dat minister De Block geen man van het woord is. In het boekje van collega Henry Faas, ,het rode boekje van wandelganger', staan van weinig politici en bewindslieden zoveel ver sprekingen als van deze minister. Maar de minister beseft zijn beperktheid op dit ter rein. ,lk heb veel professoren en lectoren als voorgangers gehad. Zijlstra, De Pous, An- driessen. Het was hun vak, iets eenvoudig int te leggen. Die routine mis ik. Daar zou ik wel iets aan willen doen'. En: ,ik hoop altijd met de prestatie voor de d3g te komen Maar misschien etaleer ik mijn fcileid wel te weinig. Er zou misschien meer naar buiten moeten komen van wat hier qe- beurt'. Vjyatdan misschien aan woorden ontbreekt, wordt in elk geval aan werktijd vol ledig gecompenseerd ,lk ben een vroege op- itaner, meestal zes uur, half zeven', Niet dat minister De Block er prat op gaat. ,lk geloof dat el mijn collega's dat ook doen. Het hoort erbij' De minister doet thuis al wat werk en arriveert gewoonlijk omstreeks half negen op zijn departement. Hij blijft daar tot on geveer half zeven, maar werkt thuis dikwijls nog tot half elf door, soms zelfs tot later, mijl ook in de regel de weekeinden aan nel werk moeten worden opgeofferd. Hij zegt: ,als je hier zit, moet je je volledig inzetten. Dat doen mijn mensen ook. Je mag geen kans missen. Helaas gebeurt dat wel •Mi. In het begin heb ik het niet erg ge troffen. Van Heek dicht, het ultracentrifuge- P0|ect, de katoenrayon- en linnenindustrie' Wat zijn volgens de minister in deze kabi- ijeisperiode tot nu toe de belangrijkste ge- «ortenissen «hel belangrijkste is, dat ik met een zeker weces heb mogen meewerken aan een beter •venwicht: het terugdringen van de werk loosheid, verbetering van de betalingsbalans •n bevordering van de economische groei' ['Desgevraagd erkent Mr. De Block, dat hij wat Btbetreft erg afhankelijk is van de ontwikke lden in het buitenland, ,maar bijvoorbeeld •sn kleinere zaak, het pri|sbeleid, is toch re- *"|k gelukt' Ook hier beseft hij overigens oat mei de invoering van de btw het nieuwe «bel van omzetbelasting, nog een moeilijke 'i|d aanbreekt ,Je moet ontzettend kien zijn' slaat de minister nog aan belangrijke zaken te wachten Jk hoop dat ik nog enigszins kan bijdragen oe ontwikkeling van de welvaart in de "gjos, de gebieden in ons land, waar nog wel werkloosheid heerst en aan de in- oustnele ontwikkeling, bijvoorbeeld verbefe- n"9 van de concurrentiepositie en de re- Karc" In dit laatste is al wel een zekere ;^uilgang te zien «ok in de toekomst zal actie moeten worden Mlernomen ten behoeve van industrietakken "ie het moeilijk hebben Maar niet alleen met de sectoren die achterblijven in de posi, maar ook met die waar dit in de toe rist zou kunnen ontstaan, bijvoorbeeld de "Staalindustrie, hopen wij samen te werken daar nieuwe impulsen te geven Wij vin- den daarvoor een open oor. Ik hoop dat men °°k tot actie zal willen komen'. De minister neef» de indruk dat de bereidheid tot samen- j werking in dergelijke bedrijfstakken toe- f"femt-Maar er zijn ook aanwijzingen dat de IJtzonderlijke ondernemers, zodra het weer sts beter gaat, zich van de noodzaak tot bwmenwerking maar weinig meer herinneren HUN-SCHELDE JMTinisler De Block is wel verweten, dat hij te weinig achtergronden van zijn be- '®ia in de openbaarheid brengt. Bijvoorbeeld Ie c°ncessievoorwanrdon waaronder uit de Usselmeerbodem aardgas en olie mogen worden gewonnen. Of de overwegingen waarom wel aan Verolme, maar niet aan Rijn/Schelde een overheidsgarantie voor de bouw van een dok voor mamoettankers is toegezegd. Wat dit laatste betreft volstond de minister onlangs in de tweede kamer met te zeggen dat men moet vertrouwen op de bevindingen van de ministeries van econo mische zaken en van financiën en op die van de nationale investeringsbank. Wat het boren in het IJsselmeer betreft, merkt de minister nu op: Je moet proberen het maximum eruit te halen Dat betekent dat je niet alle gegadigden gelijk moet behan delen, want er zijn velden van verschillende kwaliteit'. Met name van PvdA-zijde is de minister de geheimhouding op dit punt ver weten. Een antwoord kost de bewindsman weinig moeite. ,lk ben niet geheimzinniger dan een van mijn voorgangers, ook niet de heer Den Uyl. Wij hebben dat hier nage- §n het dok ,Zo'n dok is natuurlijk nooit goed. Geen dok is niet goed voor de outillage van Rotter dam, twee dokken geeft problemen op het gebied van de concurrentie en als er maar één dok komt, is altijd de partij die niets krijgt, ontevreden'. Verolme krijgt het dok, wat gaat Rijn-Schelde nu doen een exact antwoord geeft de mi nister niet. Wel zegt hij, gegronde hoop te hebben dat tussen Verolme en Rijn-Schelde over het gebruik van het dok een zekere vorm van samenwerking tot stand zal komen. VESTIGINGEN Wat ook zelden goed is, zijn de pogingen om in de ontwikkelingsgebieden buiten de randstad nieuwe bedrijven aan te trekken pogingen die meer dan eens zijn mislukt ,Waar het is gelukt, is dat dikwijls geruisloos gebeurd', zegt de minister Hij noemt de mo gelijke vestiging van het KNZ-bedrijf in het zuiden van Brabant als voorbeeld. De nadruk valt sterk op de gevallen, waarin het niet lukt'. Voorbeeld is Dow Chemical, dat zich niet in Delfzijl heeft willen vestigen. ,Wij gaan tot het uiterste. Dat moet men ge loven. Je kunt naderhand niet zeggen: we hebben X miljoen gulden beloofd als hij komt. Bij een volgende gelegenheid is dat dan het minste wat je kunt bieden. Daarnaast zullen de regio's zelf in het spel mee moeien doen. Als men wil, kan men zo een krachtige invloed krijgen om dergelijke vestigingen in orde te krijgen'. De minister vertelt dat hij zelf eenmaal met Dow Chemical in de Verenigde Staten heeft gesproken. ,En als er mensen komen uit de V S., ontvang ik ze zelf. Dat moet je doen' Maar het departement van economische za ken is niet de enige instantie, waarvan de beslissing afhangt. De vestiging van Dow chemical in het noorden is mede niet door gegaan in verband met de elektriciteitsta rieven die men in rekening wilde brengen. Hierop heeft de minister geen rechtstreekse invloed Deze tarieven worden door de elek triciteitsbedrijven zelf bepaald ,ln het noor den deden ze een offerte die ongunstig uit viel' Minister De Block is nu met de elektriciteits producenten een aesprek begonnen over de levering van goedkope energie in dergelijke gevallen Niet onbegrijpelijk als men let op de grote verschillen met de tarieven in aan- grenzenden Duitse gebieden Over de teleur stellingen meer in het algemeen: ,Wij hangen het niet aan de grote klok als wij met on derhandelingen over nieuwe vestigingen bezig zijn Dat wekt maar verwachtingen Maar wij zijn niet de enigen met wie wordt onderhandeld' Ten slotte het voornemen van hef radicale tweede-kamerlid Drs. J. M. Aarden om een parlementaire enquête te laten houden naar de economische machtsposities in oqs land. Wat vindt de minister daarvan Zijn er machtsconcentraties in ons land Minister De Block denkt lang na, kiest zijn woorden nu heel zorgvuldig. ,Dat is natuur lijk een zaak van de kamer de kamer moet haar eigen verantwoordelijkheid daar in vinden maar ik geloof dat je er niet uitkomt met een enquête... men heeft hier toch de indruk, dat de concurrentie in een open land als het onze zo groot is, dat de opbouw van economische machtsposities buitengewoon moeilijk is Maar moet men de invloed niet vooral bij de banken zoeken ,De banken Natuurlijk, de banken hebben veel commissariaten, maar dat is toch in de eerste plaats om toezicht te kunnen houden op de besteding van de kredieten die zij hebben verleend De banken zijn hier in feite toch normale financierinqs- instituten, in tegenstelling tot België. De banken en de bankdirecteuren zijn hier nooit .banque d'affaires', zoals in België. Er is hier geen vervlechting van. de belangen van de banken en de industrie'. JJe vrijwilliger heeft een flinke dosis verdraagzaamheid, incasseringsvermo gen en gevoel voor betrekkelijkheid no dig Hij moet soepel zijn, zich kunnen aanpassen en respect hebben voor de mening van een ander. Hij moet over doorzettingsvermogen beschikken en zelf initiatieven kunnen nemen. Hij moet misschien een primitieve behui zing voor lief nemen en twee jaar wer ken in de tropen tegen niet meer (maar ook niet minder) dan een redelijke ver goeding. Naast enthousiasme U vooral nuchterheid van belang". De Stichting Nederlandse Vrijwilligers (SNV), het Nederlandse .Vredeskorps" zond dezer dagen de 500ste ontwikke lingshelper uit die aa i de bovenstaande eisen van haar advertentie voldeed. Vijf jaar geleden kondigde minister Luns van buitenlandse zaken, in na volging van president John Kennedy aan. dat de regering het plan had op gevat vrijwilligers naar de ontwikke lingslanden te sturen als .een bijdrage tot het bevorderen van kennisover dracht op middelbaar niveau', zoals de voorlichtingsdienst van de SNV het formuleert. Twee jaar later, in 1965 sloten de talrijke particuliere organi saties meteen soortgelijke doelstelling zich bij het regeringsinitiatief aan Daaruit ontstond de .Stichting Neder landse Vrijwilligers', die een slordige 50 instanties overkoepelt. .De vrywilliger is geen expert, maar hp moet vakbekwaam zijn en praktisch van aard, zodat hij in onmiddellijk con tact met de plaatselijke bevolking zijn kennis kan overdragen om zodoende het ontstaan van een eigen middenkader in het gastland te bevorderen'. Zo om schrijft de heer J A. Mollee de doel stelling van de SNV, waarvoor hij op treedt als voorlichtingsambtenaar. Dal lijkt een goedomlijnde zaak, maar toch zegt hij- ,Wij breken er ons het hoofd over'. Dal zal zeker het geval zpn sinds een aantal ex-vrijwilligers een werk groep heeft opgericht, die inspraak tril in het beleid van de stichting HEERLEN (GPD) ,Je zou toch denken dat men uit onze ervaringen alle voordeel zou willen halen. Dat ze In Den Haag zouden proberen ons uit de tent te lok ken. Maar hoe gaat 't in feite De fouten die gemaakt zijn, .kennen ze al lang' en en ze .hebben er al wat aan gedaan' of ze zeggen: ,we beginnen er morgen direct aan'. Het lijkt wel of ze een open oor hebben, maar eigenlijk zitten ze direct in het defensief en dat schermt hun oren weer aF. Dat Is de mening van de Delftse student-werktuigbouwkunde Frank Woudenberg, woordvoerder van de splinternieuwe werkgroep ex-vrijwilllgere. Zelf heeft hij van 1964 tot 1966 voor de Stichting Nederlandse Vrijwilligers in Colombia ge werkt. Met 5 collega's uit het Colombiaanse project heeft hij In een brochure uiteengezet wat er bij de onderneming allemaal mank llèp. Zij zijn er van overtuigd dat het een goed idee is om mid delbaar geschoolde Jongeren in de ontwikkelingslanden te laten werken aan de opleiding van het plaatselijk kader. Maar dan moet dat ook goed gebeuren .Dat men bij de Stichting aanvankelijk niet duidelijk zag hoe 't allemaal moest, is te begrijpen maar dat ze na 5 jaar nog steeds met de criteria sukkelen waaraan het werk moet voldoen, dat is toch te gek'. Woudenberg had er op gerekend dat de SNV de teruggekeerde vrijwilligers terstond naar hun ervaringen zou vragen. Maar dat is niet gebeurd. .Bij een bruiloft van een ex-teamgenoot kwamen we er weer over te praten. Toen hebben we gezegd: we moeten er iets mee doen Toen zijn we aan die brochure begonnen We hebben deze allereerst naar de stichting zelf gestuurd, maar ook naar een aantal kamerleden we hadden gehoopt op een soort parlemen taire controle op de SNV' Zover is het echter nog niet. Daarom vindt Frank Wouden berg dat die werkgroep des te eerder van de grond moet. Dat hij niet alleen staat met zijn kritiek op de SNV bewijst mede-initiatiefneemster tot de werkgroep Trees Wouters uit Den Haag. Zij heeft als onderwijzeres van 1965 tot 1967 In Kameroen gewerkt in een project voor onderwijs aan vol wassenen. Daarbij heeft zij duidelijk niet zoveel teleurstel lingen hoeven overwinnen als de voor ontwikkelingswerk totaal begeesterde Woudenberg, maar haar wil om in het beleid in Den Haag inspraak te krijgen is er niet minder vast om. Frank Woudenberg: .om maar eens iets te noemen. In het contract staat dat je je niet mag inlaten met politiek en re ligie. Maar ontwikkelingswerk heeft toch altijd politieke kanten. En als Je besluit naar een ontwikkelingsland te gaan, dan Is dat mede een politieke keuze. De regering begrijpt dat best, daarom wil ze ook dat het gastland zelf om onze uitzending vraagt. Dan kan ze zich nooit in de vingers snijden'. Trees Wouters: .In Kameroen hadden wij niet het idee dat we iets niet mochten vanwege hogere politiek, Integendeel. Je hoorde dat ministers met elkaar touwtje trokken om ons in hun eigen departement te krijgen.' Wouwenberg: ,ln Colombia werkten wij in het verband van een binnenlandse organisatie voor gemeenschapsopbouw. In het begin hadden wij niet door dat die alleen maar diende om het land rustig te houden. Dat zal de stichting in Den Haag toch wel in de gaten hebben gehad. Nu vind ik dat nog zo erg niet, als je je er maar op hebt kunnen voorbe reiden. Maar tijdens de opleiding hoor je alleen maar dat je je niet met politiek moet bemoeien. En ter plaatse was onze teamleider niet In staat je te helpen om binnen het politiek-religieuze klimaat te werken zonder brokken te maken' PLOOIBAAR Mag je van Iemand die als vrijwilliger wordt uitgezonden niet verlangen dat hij plooibaar Is en genoeg Initiatief kan opbrengen om zich in onverwachte situaties te redden Trees Wouters: .de groep die voor ons In Kameroen had gewerkt, zou daar een soort landbouwschool gaan bouwen. Maar toen ze er eenmaal waren, wilde de regering daar niets meer van weten. Toen heeft één van de vrijwilligers een soort groenteveiling opgezet en enkele enderen zijn be gonnen les te geven aan de volwassenen. Maar ik vrees dat de SNV tevoren weer een onduidelijke afspraak had gemaakt met de regering van Kameroen. In leder geval: ze hebben 't ons nooit uitgelegd.' Woudenberg: ,wij zaten in een project voor gemeenschaps ontwikkeling. Dat is zo iets ongrijpbaars. Het Is van alles en |e ziet niets. Je mag toch niet van een stel vaktechnische mensen verwachten dat ze zich zelf daarbij voldoende kun nen plooien naar de omstandigheden. Er zijn duizenden mo gelijkheden. allemaal kleine taakjes. Wat moet je doen Onze groep is daar erg door teleurgesteld.' Een betere supervisie op het werkterrein lijkt noodzakelijk. Maar de selectie van de kandidaten kan misschien even zeer verbeterd worden. Het zal niet gaan om diploma's, meer om persoonlijkheid. Of niet? Frank Woudenberg: .Ik kan me best voorstellen dat een lagergeschoolde, b.v. een LTS-er, een goede vrijwilliger is. Het voornaamste is dat je contacten weet te leggen. Je moet kunnen werken op het niveau van de ongeletterde dorpsbewoners. Er zijn niet zoveel beroepen in Nederland die je dat leren. Het Is inderdaad een kwestie van persoon lijkheid Trees Wouters: .met alles wat je doet moet je zo voorzichtig zijn. Je moet telkens kijken en luisteren hoe het aankomt. Dat is heel teer en Inspannend. Je mag nooit de schijn wek ken dat Je 't beter weet en toch moet je vakbekwaam zijn.' Woudenberg: .Veel zou al verbeterd kunnen worden als de projecten tevoren beter werden geanalyseerd. Nu gaat er steeds Iemand voor de -SNV kijken wat er gebeuren moet en die zegt dan: Die en die vakmensen hebben ze er nodig. Waarom doen ze geen beroep op ex-vrijwilligers om een project mee te onderzoeken 't Blijkt dat een kwart van hen terug wil. Ze zouden hun ervaring op een breder vlak ten nutte kunnen maken dan opnieuw weer In een beperkt team verband.' Trees Wouters- ,het klinkt allemaal zo voor de hand liggend wat wij ze kunnen zeggen Maar toch. de gewoonste dingen worden vaak vergeten Byvoorbeeld. dat je een kooklerares geen primus moet meegeven om les op te geven, als de mensen daar zelf nog op houtsvuren koken.' Intussen is de stichting bezig het een en ander te verbete ren. Twee ex-vrijwilligers zijn ingezet bij de opleiding. Men wil een deel van de opleiding overplaatsen naar het gast land. Er wordt gezocht naar projecten die passen In een groter programma, waarbinnen de vrijwilligers concrete taken krijgen. Is de kritiek van de werkgroep ex-vrijwilligers daar mee niet al ondervangen UNILATERAAL Woudenberg- ,om een ontwikkellngsterm te gebruiken: het is allemaal te unilateraal, te eenzijdig De stichting is niet doof of dom. maar ze willen 't allemaal zelf doen. zelf weten. Als ze onze verslagen vanuit het werkterrein eens goed gelezen hadden, dan hadden ze een hoop eerder kunnen verbeteren Maar daar hoorde je nooit meer wat op.' Trees Wouters: .als je ziet dat bij veel ex-vrijwilligers de wfl volop aanwezig is om onze werkgroep te steunen, dan la dat toch frappant. Ik geloof dat ze in Den Haag de laatste maanden wel een schok van ons hebben gekregen. Ze hadden "t niet verwacht'. De Initiatiefnemers hebben een drieledig doel Inspraak zien te krijgen bij de selectie en de opleiding ven kandidaten, deelname aan de talrijke discussies en terugkerende vrij willigers helpen om weer een passende baan te v.nden Woudenberg: .we hebben nog geen contacten gehad met de instanties Eerst moet de onderlinge band sterk genoeg zijn. Dat ze ons niet zomaar uit elkaar kunnen drijven Trees Wouters: .Ik zie er wel wat tegen op Er zijn zoveel deuren in Den Haag waar je doorheen moet'. DEUREN Achter een van die deuren zit de heer J. Mollee ,Het zijn beslist geen kwade jongens. Maar ze zien niet hoe weinig Je in zo'n ontwikkelingsland maar kunt doen Er is een lange 'ijd voor nodig. Je kunt gemakkelijker op een gevoel ge avond 25 miljoen bij elkaar knjgen dan continuïteit aanbrengen in dit werk Je kunt geen fasen overslaan bij de ontwikkeling van een volk. Wel versnellen. Veel vrijwilligers denken dat ze volgens een schoolrooster kunnen werken, met precies® taken. Maar dat gaat In de ,bush' nou eenmaal niet. Ze moeten zich leren omlaagschroeven. We breken er ons het hoofd over.' Het Is duidelijk. De Stichting Nederlandse Vrijwilligers en de werkgroep ex-vrijwilligers moeten elkaar vinden. Ze heb ben elkaar iets te vertellen. Met wat voor recht zou andere het tijdschrift voor de vrijwilligers, dat de SNV uitgeeft, .Vice Versa' heten AMSTERDAM (GPD) Hij weet alles van vervoer, hij is econoom, hij heeft talrijke internationale contacten en hij houdt zoveel van zijn eigen land dat hij er elk jaar met vakantie gaat. Hij heet Joop Strijkers, nu nog directeur van de VVV-Amsterdam, volgende week in dezelfde functie aan het werk voor de nieuwe nationale stichting, die in plaats van de algemene Nederlandse vereniging voor vreemdelingenverkeer het toerisme naar Nederland gaat bevorderen. ,Een fascinerende baan', zegt hij, ,waar ik echter alleen 's nacht over na kan den ken, omdat ik het nu nog veel te druk heb met de voorbereidingen van het nieuwe seizoen in Amsterdam, en in nauwe samenwerking met een aantal VVV-directeuren, voor het westen van ons land'. Een gigantische taak ook, laat hij merken, omdat Nederland op het stuk van de Holland promotion enorm veel zal moeten doen om een achterstand in te halen en daarna in de strijd om de gunst van de toerist bij of liever gezegd voor te blijven. Een heel moeilijke verantwoorde lijke post tenslotte, vooral in het mense lijke vlak, omdat de dringend noodzake lijke nieuwe aanpak van de werving van toeristen ingrijpende veranderingen in het hele personeelsbestand tot gevolg zal hebben. Joop Strijkers weet, dat de negen com missarissen van de stichting en hij, zo snel mogelijk een eind moeten maken aan de knellende onzekerheid, waarmee WV- en ANVV-mensen in binnen- en buiten land al maanden leven ,Ze verdienen hun brood met dit werk', zegt hij, ,Heel be grijpelijk dus dat ze willen weten, waar ze aan toe zijn'. De zeer dynamische VW-directeur, die de laatste jaren een serie belangrijke Holland-promotion-rei- zen naar het buitenland heeft gemaakt, die samen met de KLM drie jaar geleden de Japanse markt heeft opengegooid, lijkt geknipt voor zijn nieuwe werkkring. Alles wat hij tot nu toe heeft gedaan, had wat met promotion te maken. Joop Strijkers is op 10 augustus 1918 in Utrecht geboren. /Toevallig daari, haast hij zich er aan toe te voegen, ,in het huis van mijn grootouders, omdat mijn vader was gemobiliseerd in Zeeland' Hij is eigenlijk een Rotterdammer, waar hij heeft gewoond tot in de derde klas van de HBS. De liefde en de nog steeds niet verflauwde belangstelling voor de lucht vaart heeft hij van zijn vader die o.m. op Waalhaven heeft gewerkt en hoofd van de verbindingsdienst bij de KLM is ge weest. VLIEGER Strijkers: ,ik zou en moest dus vlieger worden, ondanks mijn slechte wiskunde- cijfers'. Hij volgde de rijksopleiding ver keersvlieger en van 1939 af die tot officier vlieger bij de luchtmacht, een studie, waaraan het begin van de oorlog in 1940 een abrupt einde maakte Tot tweemaal toe mislukten zijn pogingen om naar En geland uit te wijken. De tweede maal be landde hij, verraden door een man die in het geheim voor de gestapo werkte, op de Weteringschans. Die gevangenis periode veranderde zijn leven grondig ,ik ging in de cel', vertelt hij .economie studeren Een Nederlandse hoofdcipier smokkelde boeken binnen Ik heb nog nooit zo geconcentreerd kunnen werken' In februari 1941 stond hij weer buiten' Hij liet zich inschrijven aan de econo mische faculteit in Amsterdam, een studie die, nog eenmaal onderbroken door een korte periode in Duitse gevangenschap, resulteerde in zijn kandidaats. Zijn eerste baan, van september 1944 tof het najaar van 1947, was die van secre taris van de bedrijfsgroep houtindustrie. ,ln die tijd, vooral vlak na de oorlog, heb ik mijn eerste internationale contacten gelegd.' Van 1947 af zette hij zich in een commerciële functie bij het exploitatie bedrijf van de KLM in voor de opbouw van het Europese lijnennet. Later werd hij voor dezelfde maatschappij verkoop leider voor Nederland. Strijkers: ,die baan had zeer veel raakpunten met toerisme.' Precies tegenovergesteld aan wat er nu van hem wordt verwacht, moest hij de Nederlanders overhalen hun vakantie in het buitenland door te brengen. Hij or ganiseerde studiereizen met reisbureau- directeuren naar andere landen, hij be naderde pers en radio. Een diepgaand meningsverschil met zijn directe chef leidde in 1953 tot ontslag nemen. De vol gende twee jaar verdiepte hij zijn kennis van promotion, reclame en reclametech nieken als adjunct-directeur van het cen traal bloembollencomifé. WV-AMSTERDAM 1955. Joop Strijkers wordt directeur van de VVV-Amsterdam. ,Het stelde toen wei nig voor. Ik dacht dat ik naast mijn werk voldoende tijd zou overhouden voor het tweede gedeelte van de studie econo mie Het pakte echter geheel anders uit. Strijkers benoeming op deze post viel immers samen met een ongekende op leving in het reisverkeer. Hij hield cee" minuut, geen seconde over voor de studie. Hij werd zó gefascineerd door hef toe risme, dat hij als een bulldozer aan het werk ging. Tot vandaag de dag is zijn leven gevuld geweest o.m. met grote buitenlandse reizen om de toeristen naar Amsterdam te lokken en aan de andere kant met moeizame pogingen de hotel accommodatie in de hoofdstad uit »e breiden. In beide opzichten was hij een succesrijk man. Het beddenbestand groeide in de eerste klas hotels van 3500 in 1955 tof 6000 nu (in 1971 zijn er 10.000). Het aantal toeristen uit de V S verzesvoudigde tot 300 000 en hij ontdekte drie jaar geleden een nieuwe markt, namelijk Japan Het is duidelijk, de 50-jarige Strijkers, die in het buiten land de bijnaam heeft van mister Am sterdam, is grondig voorbereid op wat hij van de volgende week af moet doen. Behalve zijn commerciële aanleg, zijn gave om mensen ergens van te overtuigen en enthousiast te maken, heeft hij nog een pré. Hij houdt van het land, dat hq moet gaan verkopen. JOOP STRIJKERS MEENT: dat Engeland, Duitsland, de Verenigde Staten en Japan de landen zijn, waar in voor Nederland de belangrijkste toeristische markten liggen; dat er veel meer geld dan zeven miljoen gulden (het ANVV-budget voor 1968) voor de wervingsactiviteiten op tafel moet komen; dat de Nederlandse hotels, die geleidelijk aan meer gaan samenwerken, con tacten moet leggen met buitenlandse hotelketens; dal het grote aantal Japanners, dat naar Nederland komt, in de komende vfjf jaar zal groeien van 50.000 naar 100 000.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1968 | | pagina 17