Florentijnse pastoor krijgt steun van parochianen en collega's ,Mogen ze allen een zijn' VRAGEN IN ALLE KERKEN DE ABELE SPELEN L OOK UIT AMERSFOORT ADHESIE-TELEGRAM PREDIKANT VAN STRAKS: O SER \h Zaterdag 9 nottember 1968 HOME Dat de .rebellie' van don Enza Mazzi, de pastoor van de wijk Isolotto te Florence zou uit groeien tot iets meer dan alleen maar een conflict tussen de kardinaal-aartsbisschop en een pastoor was te voorzien. Kardinaal Florit was in Brazilië, maar hij had in zijn brief aan don Mazzi aan deze tijd gegeven tot eind oktober om te besluiten wa hem te doen stond: zijn houding herzien of het be sluit nemen en de parochie te verlaten. De pastoor schreef daarentegen een algemene verga dering uit voor de avond van 31 oktober en die verga dering is er ook geweest. Veel groter waarschijnlijk dan hij had voorzien of gewild. Sommigen menen dal hij de 31ste oktober had uitgekozen omdat dit her vormingsdag is de dag van Luther. Het lijkt ons ver «zocht want de pastoor is stellig goed katholiek Reeds in de verstreken dagen waren er tal van tele grammen binnengekomen van personen die hun adhe sie betuigden. Niet alleen uit Florence en Italië maai ook uit het buitenland o.a. een telegram var een groep katholieken uit Amersfoort De pers begon veel aan dacht te wijden aan het geval en dit leidde er toe dat ln de .Osservatore Romano' de hoofdredactcui van het blad een bijzonder scherp artikel schreef, waarin hij don Mazzi tot meer nederigheid aanmaande. Dit heeft bij de parochianen kwaad bloed gezet Als er iemand nederig is dan is het wel onze pastoor D« hoofdredacteur van de Osservatore zou goed doen zelf wat nederiger te zijn en niet een oordeel uit tt spreken over zaken die hem onbekend zijn. Waarom komt hij niet naar Florence? Wij zullen hem als een broeder ontvangen en dan kan hij zelt zien of de wouwen die hier 's avonds bij elkaar komen en d< fabrieksarbeiders die na een dag van hard werken hier in de kerk vergaderen om voornamelijk de waar heid'te zoeken, gesteld zijn op de veel te grote publi citeil die zij hebben gekregen alleen omdat een jour nalist van het geval hoorde en er in het belangrijkste dagblad van Florence een artikel over schreef var maar liefst negen kolommen. Op de avond van de algemene vergadering waren ruim <5 000 mensen aan wezig voor het overgrote deel natuurlijk parochianen, maar er waren ook mensen bij uit andere wijken van Florence en ook buitenstaanders. De televisie-mensen uit Zweden. Frankrijk en West-Duitsland waren ge komen maar don Mnzzi weigerde een persgesprek en wilde alles zo eenvoudig mogelijk houden. BOODSCHAP Het belangrijkste was. dat hij aan de vergadering een boodschap kon voorlezen die ondertekend was door negentig Florentijnse geestelijken, dat wil zeggen on geveer eenderde van de pastoors van die stad. De .joodschap luidt als volgt. .In een ogenblik dat zo be langrijk is voor je pastorale leven en voor het leven van je gemeenschap voelen wij de behoefte je te later- weten dat wij achter je staan. Wij zijn je uiterst dank naar omdat je ons gedwongen hebt met meer ernsi na te denken over de grote pastorale verantwoordelijk neid die ieder van ons in de eigen gemeenschap draagt Daarnaast zijn wij tot de overtuiging gekomen dat wij net vasthoudendheid moeten werken opdat je getui genis en dat van je gemeenschap moge leiden tot heil zn verheffing van de ganse kerkelijke gemeenschap in de wereld' Dit is misschien wel het belangrijkste an de bijeenkomst omdat de ondertekenaars van deze boodschap niet alleen zeer talrijk zijn, maar voor •en groot deel juist tot de meest vooraanstaande gees telijken van het bisdom behoren. De personen die in le vergadering het woord wilden voeren hadden dil voor half acht 's avonds moeten aanvragen. Het waren r in totaal veertien. deel van de kerk omdat wij het leed dragen'. Een jonge neger die aan de universiteit van Florence stu deert. zei .Ik heb mijn leven lang altijd kerken be zocht maar nooit heb ik een zo meeslepende en zo waardevolle ervaring beleefd als deze avond'. Een onderwijzer zei. .Wij kunnen niet de weg aanvaarden die de hiërarchie van ons verlangt, de weg van een gesprek onder twee ogen tussen don Mazzi en de aarts bisschop. oindat op die wijze de leken weer zouden worden uitgesloten uit de kerk en de pastoors onttrok ken aan het werkelijke leven van de gemeenschappen waarvan zij deel uit maken' Een arbeider: ,De bis schop heeft het mis wanneer nij zegt. dat deze kerk en de pastorie gebouwd zullen zijn met het geld van le rijken en de bevoorrechten Hii weet misschien niet dat onder zijn voorganger kardinaal Delia Costa deze kerk gebouwd werd en dat alle arbeiders van de buurt er elke week een deel van hun loon voor hebben ifgedragen' SCHIJNOVERWINNING GOEDE WEG Don Mazzi zeil wees op het grote belang van de sa menkomst De belangrijkste in de vijftien jaar dat zijn gemeenschap bestaat. .Ons gezin', zei hij, ,is op de goede weg. want het gaat goed met een gezin wan- neei dc zwakste broeders degenen zijn die er de be langrijkste plaats innemen. Tussen ons Is het verschil tussen goeden en kwaden niet zo groot meer en ook het verschil tussen gelovigen en ongelovigen. Wij zijn verenigd. waarderen elkaar, helpen elkaar, houder van elkaar er; misschien komt dat ook wel omdat we gezamenlijk heel wat moeilijkheden hébben overwon nen. En nu wordt er aanmerking gemaakt op deze gedragslijn en wordt ons gezegd dat wij ongehoor zaam zijn. Maar wij hebben allerminst de bedoeling ons op de plaats te stellen van de autoriteiten. In di hele wereld is een grote verwachting. Men ziet uil naar en hoopt op een vernieuwing van de kerk en hel is een wonder mooi ding dat het volk, dat nooit mee telde, hier vanavond bijeen is om in de naam var het evangelie te spreken? Daarna was het woord aar de simpele mensen van de parochie. Een jong meisji zei: .De pastoor en de kapelaan hebben goed gehan deld door de brief van de bisschop met ons te bespre ken. Wij kunnen niet verloochenen wat wij geloven wat de waarheid is. En als men dan Mazzi vraagt van ons weg te gaan dan betekent dit dat men dc gehele parochie vraagt om in te slapen' Een spasti sche vrouw riep uit: .Wij zieken zijn het belangrijkste Ogenscmjniijk nebben don Mazzi en de zijnen een gro te overwinning behaald maar vrij zouden ons niet ver bazen wanneer juist de omvang Uie de zaak heeft aangenomen voor de kardinaal aanleiding zou zijn om op krachtige en strenge wijze op te treden. Er zijn in Italië al talrijke katholieke groepen die m opstand komen tegen de kerk. Maar tol nu toe ging het nooit om een gehele parochie. De kardinaal en het Vati- caan zouden \v ?l eens kunnen vrezen dat dit voorbeeld al te aanstekelijk werkt en dat het gehele gezagsap- naraat er iloor kan worden aangetast Het is zoals de 86-jarige letterkundige Giuseppe Prezzolini, een groot man in Florence vrijdagochtend in het belang rijkste Florentijnse dagblad schrijft: ,Wat daar in de oarochie Isolotto gebeurt is een terugkeer tot de belevenissen van de allervroegste christenheid toen emid.len van vervolgingen en terwijl van alle kan ten de ketterijen het hoofd opstaken, de kerk lang- :aam to stand kwam. In die tijd waren het de gelo vigen zelf die uit hun midden de voorgangers aanwe nen en er bestond geen hiërarchie. Bij de beoordeling an dit alles dient men er rekening mee te houden lat don Mazzi werkt in een zeer arme buurt, een bui tenwijk van Florence en dat het overgrote deel van zijn rarochianen communis.en zijn Communisten, die dank zij zijn optreden en zijn werk geen enkele zondag de nis overslaan en iedere week een paar avonden ge meenschappelijk praten over onderwerpen die hun buurt, stad. Italië en ook de internationale politiek aangaan maar vooral betrekking hebben op het gees- 'plijk leven en het evangelie Veie zondagen van het Jaar dragen een bepaalde naam. Zo spreken we van de zondag ran tie vrede, het verkeer, reclas sering en nog vele anderen. Aan het begin en eind van het jaar kennen we een zondag tan de eenheid der kerken. Dit jaar op zondag 10 november ter herinnering aan de H. Wil- librordus, de eerste missiona ris van het christendom in de Lage Landen. De eenheid van de kerken heeft alleen zin om wille van een betere wereld. Het gaal in de oecumene om het werk van de eenmaking van alle mensen in de wereld. Het zijn de christelijke kerken die binnen dit werk een bij zondere service hebben te ver lenen. In woord en daad zullen zij duidelijk moeten maken dal werken aan het menselijk ge luk van eenheid, gerechtigheid en vrede de vervulling is van de taak die God bij de schep ping iIf mensen in handen heeft gegeven. In de vervulling van deze opdracht zal de mens juist luien zien dat hij Gods beeld en gelijkenis in zich draagt. Hij zal in woord en daad moe ten //roberen dit te vertalen en present te stellen. Don zat er een Nieuwe aarde' ontstaan die behoort aan de verloste, en werkelijk vrije mens. Bij de oecumene gaat het om een he tere wereld waarin de mensen zich gelukkig en thuis voelen. En ik geloof, dat. zolang de christenheid verdeeld blijft Haar bijdrage tot verwezenlij king van dit doel nooit groot- zal zijn. Eerder het tegendeel. Als christenen moeten wij de ze taak zien als een opdrach- van Godsicegc. En mist omwil le van de inspiratie die uit hetzelfde geloof hebben wij elkaar daarbij nodig. Dank zij de inspiratie die uitgaat van de Geest van Jezus Christus, weten wij dat wij al les samen moeten doen wal w samen kunnen doen. Uit dez< gedachtengang is het laatsti laar in ons hind de Raad van Kerken ontstaan waarbij der tien kerken zijn aangesloten De beslissingen van deze raad zal men serieus nemen en het karakter van deze verplichtin gen zal vrij sterk verplichtend ziin. Deze drie woorden zullen steeds centraal gesteld worden: getuigenis, dienst en eenheid. Slechts door gezamenlijke ver kondiging, getuigenis en dienst komt de weg open te liggen TER OVERDENKING voor de eenheid. Niet om ge. ceerd. En dit dan steeds ten dienste van de wereld. Want le Heer is mens geworden en gestorven, niet voor de kerk naar voor de wereld. ,Zozeei heeft God de wereld liefgehat- lat Hij...' Eenheid van kerken moet daarom ten dienste staan van de eenheid en vrede in de wereld. Door haar moeten de mensen eindelijk mensen worden in de volste en echte zin van het woord en moet de schepping eindelijk voluit schepping gaan worden. VFi.m het mens-zijn en de schepping bedreigd worden, liggen dé ta ken van dc kerken, ueze lakei zijn zoveel omvattend dat gee: enkele kerk dit op zijn eentjt aan kan. De noodzaak hiervan begint men langzamerhand in te zien. Maar dit streven bied alleen maar kans van slagen als landelijk en plaatselijk wordt samengewerkt. Wat lati dehjk na rijp beraad en studii tot stand komt is gedoemd to< mislukking als het plaatselijk geen weerklank vindt. Gelukkig dat er plaatselijk veel leeft, ei veel initiatieven worden geno men en men de praktische lo kale consequenties hekt uit het geen er landelijk wordt beslo ten. Wanneer bijvoorbeeld de wederzijdse dooperkennmg geen plaatselijke consequenties heeft, dan zit er iets fout. Dit houdt toch in dat wij elkaar erkennen als de kerk van Christus en dat ivij allen hopen en iets wensen bij te dragen tot het ontstaan van ■:e ene kerk, zoals Christus die noodzakelijk achtte om het goddelijk heil aan de maat schappij en de wereld te vol trekken. Zij moet toch het zuurdeeg zijn dat een n)k van gerechtigheid, vrede en een heid moet doen rijzen dwars door alle onmacht van on rechtvaardigheid. oorlog, dis criminatie in welke vorm ook, honger en verdeeldheid Heen. Oecumene moet worden een gezamenlijke, zy het dan een veelvormige aanpak van de maatschappelijke problemen. In navolging van de Heer Zelf. Mogen wij rillen, die ons graag christenen noemen, ook hier ter niet een teken van ver scheurdheid stellen omdat wij er toch allen van overtuigd zijn dat de Heer alleen het begin inde en sleutel is van de hele ■chopping en alle heil. iievocatus Verstijnen o.f.m.cap: Rilland-Bath De vorige week hebben we op deze plaats iets geschreven naar aanleiding van het sym posion over ,de predikant van straks', dat de Bond van Nederlandse Predikanten ais feest nummer voor zijn vijftigjarig bestaan heeft gehouden. ,Het leek wel Genesis 11 (de Ba bylonische spraakverwarring.) Zo hebben we gelezen in een van de verslagen van dit sym posion. Dit is te begrijpen, want ieder van de aanwezigen zal op eigen wijze over de vragen waarom het hier ging, hebben nagedacht. Laten we hopen dat dit niet eigenwijs is geweest. Maar iedere predikant is op eigen v/ijze in zijn ambtelijk werk ingegroeid en heeft daarin een zekere vorm gevonden. Ook vroeger, toen de vragen waarmee men nu zit nog niet met die noodzakelijkheid zich opdrongen als dal nu het geval is en het pastoraat in de gemeente nog meer een vanzelfsprekende zaak was, waren ook niet alle predikanten gelijk en kon men waar nemen hoe ieder toch weer op eigen wijze m zijn gemeente een weg zocht, ook al liepen ze dan vroeger misschien allemaal met een steek en in korte broek (tot in het midden van de vorige eeuw de typerende predikanfenkledij) en later met hoge hoed en in zwart pak De vraag naar ,de predikant van straks', spelen waarlijk niet in één kerk, maar in alle. Die enkele kerk waar men nog meent als vanouds te kunnen voortgaan, zal met het voortgaan der jaren wel bemerken dat er ook bij haar veranderingen zul len komen. In mei van dit |aar gaf het Theologisch Instituut van de Rijksuniversiteit te leiden een rapport uit onder de titel: .Veranderingen in de predikantsopleiding Dit rapport was geschreven naar aanleiding van een vragenlijst die was ge stuurd aan allen die in de jaren 1959 t.e.m 1964 v/aren afgestudeerd aan het seminarie der Ned Herv Kerk (totaal 259). Zii die antwoordden, waren voor 64 pet na het beëindigen van hun studies gewoon predikant geworden in een ge meente. De resterende 36 pet hadden zich be geven in buitengewone werkzaamheden, al dan niet in kerkelijk verband. Die 64 pet waren dus predikanten die in hun eerste, hoogstens in hun tweede gemeente stonden Men wilde nu van hen weten of de studie aan de universiteit aansloot bij het werk dat zij hadden te doen en vanzelf sprekend werd ook gevraagd welke veranderingen er hun inziens in ae opleiding moesten komen. Dit laatste is een zaak die ons nu niet direct in teresseert Doch wel van belang is dat in de ant woorden tot uiting kwam dat de één nadruk legde op de pastorale bezoeken, een ander op de eredienst, een derde op de catechisatie en een vierde op het vormingswerk binnen de gemeente. Zij zullen ieder wel een eigen weg in de gemeente hebben trachten te vinden, een ieder ,naar zijn aard' Ook hier blijkt de onzekerheid over de vraag hoe men verder moet gaan. ,De meeste respondenten klagen over gebrek aan kader in hun gemeente.' Met andere woorden: het is hun een teleurstelling geweest dat zij voor zovele dingen alleen kwamen te staan. Het Algemeen Doopsgezind Weekblad heeft ook de nodige aandacht besteed aan de vragen rondom de predikant en zijn werk. Dit blad heeft dat gedaan in een nummer dat tot titel meekreeg: ,Op weg naar morgen' Wie het doorleest, ziet daaruit dat de .leraar* en de .vermaning' van gisteren niet meer die kan zijn voor morgen. Men heeft dit nummer nogal breed gesteld. Daarin hebben enkele doopsgezinde predikanten en theologische studenten hun bijdrage qeleveid, maar we vinden er eveneens de gedachten van een leraar aan een lyceum en van een ouderling Ook aan een hervormde en een rooms-katholieke theoloog heeft men gevraagd om hun visie op de vragen rondom de predikant/priester, hun oplei ding en hun werk. Ook in deze laatste kerk zit men eigenlijk met dezelfde problemen. Wanneer pastoors, kapelaans en paters niet meer in de vanouds bekende toog lopen, is dit waarlijk niet alleen een uiterlijke verandering. Hoe komt het dat feitelijk overal de vragen over de predikant, over zijn werk en opleiding op duiken Dit is niet los te zien van de totaal ver anderde en nog steeds veranderende wereld waarin wij leven Daardoor verandert de kerk. of zij wil of niet. Daardoor kan een ambtsdrager van de kerk (ook aan ouderlingen, diakenen, priesters denken wij hierbij) niet meer zijn weg oaan zoals dat van oudsher de gewoonte was En al mogen we het er allemaal over eens zijn dat de verkondiging van hef Evangelie het be- lanqrijkste is in een kerk, dit neemt toch niet wen dat de vormen waarin het leven van de kerk zich openbaart, niet dezelfde kunnen blijven wanneer heel de samenlevinq van karakter verandert en dat doet ze De gemeente die vroeoer een tame lijk statisch (onveranderliik, qelijkblijvendl karak ter had, valt nu menigmaal uiteen in verschillende groepen en daarbij zijn er die hun vrije tijd nie' meer geven aan de gemeenschap zoals dat vroeger nog wel het geval was. En zo verstaan wij het dat de meeste predikanten die een ant woord gaven op de Leidse enquête klagen over gebrek aan kader m hun gemeente Dit .s des te meer te betreuren r.u het peil van de ontwikkeling steeds hoger komi te liggen en er dus meerderen te vinden zouden moeten zijn om mede leiding te geven. Dit alles zijn tekenen van de afbrokke ling van het oude beeld van de gemeente zo werd het op hel symposion gesteld en nu moeten we zoeken naar een nieuwe vorm Predi kanten mogen er over denken, maar uiteindelijk zal een nieuwe vorm van kerk-zijn, van gemeente zijn, geboren moeten worden in de gemeente zeli. .Binnen de kerk zullen mensen nodig blijven die herinneren aan Gods heil en tot taak hebben de gemeente toe te rusten tot diens'betoon .De con crete vormgeving van dit ambtelijk werk in kerke lijke functies, al dan niet bezoldigd, al dan niet volledige dagtaak, zal in de komende tijd voort durend onderwerp van theologische en socio logische discussie moeten zijn' We halen hiermee een paar zinnen aan uit het werk-schema dat tot leidraad moest dienen op het symposion. De .veelzijdige gemeentepastor' zal er moeten blij ven. zoals bij alle specialisaties die men in de medische wereld tegenwoordig kent, ook de huis arts nodig zal blijven Ook zijn werk ligt echter geheel anders dan dat in het eerste kwart van onze eeuw het geval was Op hef symposion is er ook gedacht aan mogelijkheden dat er predikan ten zullen komen (met een zeer verkorte theo logische opleiding) die voor een gedeelte van hun tijd het werk in het gemeenfepaHoraat zullen doen. Dat zulk een gedachte in het genoemde Doopsgezinde weekblad weerklank vond, was te voren te voorzien, want heeft men het in deze broederschap niet eeuwen lanq gesteld met leke- broeders Doch ook in de R.K Kerk, waar men een priester-tekort ziet aankomen, zoekt men naar zulke mogelijkheden Tekenend is een bericht dat we lazen in het bisdomblad Breda, dat men in het Oostenrijkse bisdom Graz is begonnen met de opleiding van ,leken-predikanten'. Voor de eerste cursus die daar is gestart, hebben zich 22 kandidaten gemeld, .meestal academici'. ,Hef is de bedoeling dat zij, na het beëindigen van een tweejarige studie, kunnen rekenen op bisschoppe lijk verlof tot preken'. Ze zullen dan met priesters in team-verband moeten samenwerken Verder stond er nog in dit bericht ,dat nieuwe problemen op nieuwe wijze moeten worden aangepakt'. Ge ziet, dezelfde vragen en eenzelfde zoeken. Op het symposion van de Bond van Nederlandse Predikanten is er ook gesproken over een moge lijke centralisatie van net beroepingswerk. Dit is een gevoelig punt in alle protestantse kerken n ons land. Wanneer men denkt aan de kerk, de gemeente van de toekomst, zal dit punt toch niet zijn te ontgaan en vooral niet wanneer men van predikanten en. anderen vraagt dat zij team- werkers' zullen zijn. Dit laatste lijkt ons absoluut noodzakelijk. Dan is hef nog meer van belang wie er in dit team komt. In de Gereformeerde Ker ken (synodaal) blijkt men toch wel wat geschrok ken van de bedragen (een kleine half miljoen op z'n minst) die hef beroepingswerk aldaar jaarli|ks vraagt. Er zijn hier stemmen opgegaan voor een bureau waar dit enigszins zou kunnen worden geregeld, zodat het in ieder geval minder kost. Tenslotte vinden we, zowel in de verslagen van het symposion, alsook in het Doopsgezind week blad de mogelijkheid geopperd van meerdere oecumenische samenwerking wat het pastoraat betreft Als de hervormde gemeente van Veld hoven een gereformeerd predikant kan beroepen om voor de helft van zijn tijd in die hervormde gemeente te werken, dan kunnen er, dunkt ons, we' meerdere dingen gebeuren in oecumenische samenwerking H. HET LEZEN VAN ,DE ABELE SPELEN' met de erbij behorende kluchten is een groot genot, en dat niet zozeer wegens hun literaire waarde (die is niet zo groot) als wel om de bijzonder interessante blik die zii ver gunnen in het laat-middeleeuwse leven. We kennen maar weinig cultuur uitingen die ons zo direct opnemen onder het middeleeuwse volk mogelijk komt dat mede door de volledigheid waarmee deze reek; spelen tot ons is gekomen Het lijkt ons vrijwel zeker, dat ze bij elkaai horen en het repertoire hebben gevormd dat een rondreizende groef bij volksfeesten en dergelijke opvoerde, waarschijnlijk op een paai achtereenvolgende dagen, telkens een abel spel met een kluchtje toe jGhonoeghet u soe coml alle mergen weder' eindigt .Esmoreit'; d( klucht van de .Buskcnb'azcr' besluit met dezelfde woorden, zonder he .mergen' Trouwens, die proloogjes en epiloog|es, nog geheel opgenomen in dc stukken, wemelen van interessante aanwijzingen Bijna altijd wordt er verscheidene keren op aangedrongen dat het publiek zich wat stil zal houden bli|kbaar maakten de toeschouwers, zoals nog steeds, heel wat herrie vóór het spel begon en zelfs nog als de proloogspreker zijn plaats al geruime lijd had ingenomen en bezig was te vertellen wat men zou gaan zien. Het ,Nu swijt (zwijgt) ende merct hoet begennen sal', ol ,lc bidde u allen in 'I ghemene Dal ghi wilt maken een ghestille' (sti wilt zijn), of ,Nu hoert ende swijcht wi gaen beghinnen' komt in allerle variaties voor, niet alleen bij het begin, maar ook bij het einde, vóór dt klucht weer beginnen zal D° l~\e spelen werden blijkbaar opgevoerd op een verhoogd plankier waarop ook de toeschouwers gezeten waren, want bij het eind' klinkt, ook vri|wel stereoliep, de waarschuwing op, voorzichtig he laddert|e at te gaan Het zal immers, zo op het laatst van de veertiend' eeuw, vri| donker geweest zijn op straat, en mogelijk hadden enkelf toeschouwers met bier uit de taveerne de feeststemming verhoogd. Wild< rnen na het ernstige, verheven stuk (het abele spel) de klucht niet mee' zien, dan kon men ook een hapje gaan eten aan een stalletje of in de herberg Bic blive sittene in sinen vrede Wiemen en wille thuus weert gaen Bne solheil. sal men u spelen gaen Die sort sal s\jn doe ic u weten Wie hongher lieeft hi mach gaen eten Ende gaat alle dien graet (trapje) neder Ghcnoeget u soe comt alle mergen wéder Is de klucht afgelopen, dan heet het Ghi goede liede dit spel es ghedaen Ghi mocht wel alle thuvs weert, gaen Lnde lopen alle den graet neder Ghenoeget u coml alle weder. |och laten we, voor we iets dieper op de inhoud van de spelen en kluchten ingaan, iets over het handschrift waarin men deze ge vonden heeft vermelden. De spelen vormen een onderdeel van een laat middeleeuws manuscript dat het Hulthemse handschrift wordt genoemd, naar Charles van Hultheme een rechter uit Gent die in 1811 op eer. veiling dit manuscript voor vijf en een halve frank kocht. (Bij van Hulthems dood, in 1835, bracht hetzelfde manuscript al 400 000 frank op; het bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek van Brussel). Het is een uitgebreide bloemlezing met geschriften, gecopiëerd omstreeks 1400, en de spelen zullen dus waarschijnlijk uit het laatst van de veer iende eeuw dateren Zij vormen het interessantste onderdeel van hel manuscript en zijn o.m heel opvallend, omdat ze niet van religieuze aard zijn, maar doordrenkt van hoofse liefde, zoals men die in de ridderromans uitgebeeld vindt. Hoogst merkwaardig is ook, dat er, noch in het Nederlands, noch in andere talen, iets dergelijks is ge vonden Hoewel ze natuurlijk niet zo maar uit de lucht zijn komen val len, is er van geen enkel van deze spelen een buitenlands voorbeeld bekend Over de opvoeringen weet men ook niet veel. Het spel van Lanseloet is nog eens op 14 maart 1412 te Aken opgevoerd door de gezellen van Diest Stedennamen als Kortrijk, Gent, Maastricht, die in de spelen genoemd worden, wijzen, evenals de faal, op een ontstaan in de zuidelijke Nederlanden Te allen tijde is het spel .Lanseloet van Denemarken' blijkbaar het geliefdst geweest, getuige enkele andere edities die er van bestaan Voor alle andere spelen is hef Hulthems" handschrift de enige bron I-Ioewel de spelen beslist geen literaire juwelen zijn, hebben zij een 11 grote charme. Ze zijn eenvoudig en direct van taal, de handeling 'erloopt vlot, uitweidingen zijn schaars. Eerder wordt, ten gerieve van le verstrooide hoorders, af en toe nog wel eens iets hernaald Men 'loet zich het toneel heel erg eenvoudig voorstellen; waarschijnlijk tond door middel van een opschrift aangegeven waar de plaats van iandeling was, b.v. Sicilië en Damascus, in het spel van Esmoreit. Door dat de spelers zich van de ene plaats naar de andere begaven, wist de toeschouwer waar de handeling werd voortgezet. Goed, overtuigend spel zal de illusie geschapen hetrben van wérkelijke verplaatsing goede toneelspelers kunnen dit nog steeds, hebben aan een keuken stoel op een plankier genoeg om een hele wereld op te roepen. Deze editie is bijzonder welkom, want de laatste complete uitgave van le spelen is ruim zestig jaar oud en al lang niet meer verkrijgbaar Vfzonderlijk zijn alle spelen nog wel eens of meermaals herdrukt ouise van Kammen verzorgde deze uitgave op sobere, prettige manier De inlichtingen en annotaties zijn tot het minimum beperkt, enkelf woordverklaringen, onder aan de pagina's, storen het lezen met, wan heeft men ze niet nodig, dan leest men ze niet. Het valt ons overigens altijd op, hoe gemakkelijk dit middelnederlands leest; waar men er echt niet uitkomt, blijkt meestal een herschrijving van de copiist te hebben plaatsgehad ngetwijfeld het mooiste en belangrijkste stuk van de verzameling is .Lanseloet van Denemerken'. Dit is een werkelijk drama, de stol vraagl er als het ware om, door e9n groot toneelschrijver te worden uitgewerkt. Lanseloet, prins van Denemerken, heeft een hofdame van zi|n moeder lief, en zij hem, maar deze Sanderijn is volgens de ko ningin van te geringe geboorte voor haar zoon Sanderijn is deugdzaam en te trots om Lanseloels maitresse te worden. Dan verzint de moeder een list- zij zal Sanderijn in Lanseloets macht brengen. Ze zal haar des nachts naar hem toesturen, bewerend dat Lanseloet erg ziek is Zodra hij haar dan heeft kunnen verleiden, moet hij haar zeggen da' hij haar zo beu is .alsof hij zeven plakken spek heeft gegeten' en zich helemaal van haar afwenden, geen woord meer spreken. Even is Lanse loet diep geschokt: moet hij zulke vulgaire dingen doen en zeggen Maar zi|n moeder dringt aan en Lanseloet, de zwakkeling, bezwijkt en belooft dat hij hei doen zal. Met wat stumperige woorden spreekt hij de hoop uit dat Sanderijn het mogelijk niet zo erg zal vinden. Maar dat pakt anders uit-. Sanderijn ziet zich schandelijk misbruikt en be drogen, en als Lanseloet dan nog die afschuwelijke woorden spreekt, Ende keerde sijn anschjjn omme van mi Al haddic gheweest een stinckende hont is alles voor haar afgelopen, heeft haar liefde de doodsteek gekregen Zij verlaat het koninklijke slot en gaat zwerven. In een woud, bi| een bron, vindt haar later een ridder, die op jacht is. Hi| is direct diep onder de indruk van Sanderijns gratie en voor naamheid, en hij vraagt haar ten huwelijk. In een parabel verhaalt Sanderijn wat haar is overkomen. Deze parabel wordt door commen taforen altijd hemelhoog geprezen,- hij is zeer poëtisch inderdaad, maar ons heeft het schablonebeeld dat gebruikt wordt, altijd gestoord Sanderijn vergelijkt zichzelf met een rijk bloeiende boom. Een valk van voorname afkomst (schabloon voor: ridder) komt aangevlogen strijkt neer en plukt één bloem van die boom Ende daer na nemmermeer neghene Noch noit en haelde meer dan ene Soudi den boem daer omme haten Ende te copene daer omme laten De ridder begrijpt haar, maar hij vindt haar schending geen enkc' bezwaar: Scone wijf ic versta u wa le Ene bloeme dat en es niet Nu ewelijc hier af een ghestille Ende comt met mi wel scone wijf ^M"ogmaals-, mooi, zelfs aangrijpend, is het wel, T-van de bloemenplukkende valk, ooi die vergelijkir; ook al is die valk dan het tra ditionele beeld voor een ridder, gaat ons net iets te ver Ze huwen en worden gelukkig. Maar Lanseloet is radeloos Hii zend' een van zijn kamerlingen, Reinout, de wereld in om Sanderijn te zoeker en als bruid terug te voeren. Hij zal zijn moeder nu tarten Reinout vindt Sanderijn, maar deze heeft rust en geluk gevonden bii haar man en is niet van zins, naar Denemarken terug te keren AL bewijs dat Reinout haar gesproken heeft, vertelt zij ook hem de parab' van de valk. Reinout moet onverrichterzake terug keren, maar bedenk' onderweg dat hij maar zeggen zal dat Sanderijn dood is, daar Lanseloe' anders ongetwijfeld een heel leger op de been zal bengen om haar te halen Eerst gelooft Lanseloet hem niet, maar als Reinout hef verhaal van de valk vertelt (dat dus drie maal in het spel voorkomt) weet hi| dal Reinout Sanderijn inderdaad gesproken heeft. Wanneer deze dan vermeldt, dat Sanderijn zogezegd gestorven is van smart, beneemt Lanseloet zichzelf het leven (althans zo zien wij het, een toneelaandui ding ontbreekt, anderen menen dal hij bots van smart sterft). Dit is, qua stof, dus een werkelijk drama dat dan ook altijd zal blijven boeien De dr:e andere abele spelen staan nier op hetzelfde hoge peil, ze zi|n ook wat simpeler van opzet De hoogste worp is mogelijk Het spel ,Van den winter ende van den Some"-', een allegorisch stuk, waarin winter en zomer met elkaar strijden. Elk wil het seizoen zijn dat het beste geschikt is om de liefde te bedrijven Beide allegorische figuren worden gesteund door een aantal personi ficaties van mensentypen, een luiaard, een fat, een opschepper, een cockijn (schooier) etc. De strijd laait fel op, en het zal uitlopen op een duel De schooier wrijft zich m de handen: de zomer zal het wel winnen. Doch Vrouwe Venus komt tussen beiden. Zij, godin van de liefde, be slist dat zij in beide seizoenen even goed gediend kan worden, en dat zomer en winter maar moeten blijven bestaan Cockijn heeft het laatste woord, hij vindt het maar niks, zijn kostelijke gemopper eindigt Ay nu moetic al mijn leven Sijn onder dies winters roede Nu willic gaen lopen als een swijn Te maestricht biden steen colev Daer willic gaen Ugghen ter seolen Tot dat die somer comt int lant' Men hóórt de mensen nog lachen en klappen na het slotspeechje van de cockijn .Esmoreit' en .Gloriant' zijn twee heel rechtlijnige stukken die gemeen schappelijk hebben dat ze afwisselend in christen- en in morenland spelen (ze zijn vol reminiscenties aan de kruistochien,- .Esmoreit' is net geslaagds!, met zijn prachtig uitgewerkte vondelingen- motief, zijn meesterlijke Robbrecnt-figuur en enkele zeer poëtische teksten, maar ook in .Gloriant', dat meestal weinig gewaardeerd wordt, treft men heel boeiende passages aan, zoals de scène waa- Gloriant weigerachtig is om te trouwen; het zenden van het portret, de plage rijen van de oom, als Gloriant eindelijk smoorverliefd geworden is. T~\e kluchten, tenslotte, hebben niet zoveel om hef lijf, maar z: 7 jn 4-"/ kultuurhistorisch gezien van het groo'sfe belanc Hef echte volkskunst en ze eindigen alle.maal met een fikse vechtpartij De taal 'S prachtig, plastisch, vulgair, de kluchten zijn veel directer van taal dan de hoofse spelen Terecht het beroemdst is .Buskenblaser'- een lelijke oude vent laat zich door een oplichter wijsmaken dat hij knap en 'ong zal worden, en succes bij zijn vrouw za! hebben, door in een bus>e te blazen Hij geeft er al het geld van zijn beste koe, die hij juist verkocht heeft, voor in ruil In het busje zil roet. Hij blaast flink in de bus en Het resultaat laat zich raden. Zijn vrouw ontvangt hem geensz.ns zo verrukt als hij wel had verwacht. Een buurman tracht de zaak te sussen Vrij gematigd werpt Buskenblaser nog tegen dat 7.jn vrouw ook wel eens het geld van een goede koe, en nog meer, er door gelapt heeft met een lekebroeder, en dat hij toen zelf niét zo'n misbaar heeft co- maakt Het mag niet baten, de vrouw heeft het laatste woord en veer met .smiten' (klappen geven): Swijt hets jammer dal ghi leeft Vul ondier plauanf (smeerlap) Ic sal ii smiten op uu-en tant. De Abele Spelen Athenaeum, Polak Van Gennep, Amsterdam- het eindigt

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1968 | | pagina 19