ONTHULLEND PORTRET VAN
KONING WILLEM III
,MAAR MAJESTEIT'
Zaterdag 2 november 1968
DEN HAAG (GPD) Wie was koning Willem III. de vader
van koningin Wilhelmina? Was hij de woeste, onbereken
bare .koning gorilla', zoals een schotschrift uit zijn tijd hem
noemde? Of kon hij veeleer gelden als de tragische figuur,
vermalen tussen zijn verplichtingen als staatshoofd en zijn
menselijke aandriften? Over deze vorst, kleinzoon en ach
terkleinzoon van Russische tsaren, zijn vele verhalen en
legenden in omloop tot op de dag van vandaag,
intussen rustte in de veilige beslotenheid van het algemeen
rijksarchief een bundel geschriften, die een nieuw en ont
luisterend licht op deze oranjetelg zou kunnen werpen.
Dat was het dagboek van A. W. P. Weitzel, gedurende
twee perioden minister van oorlog onder koning Willem III.
Deze uitvoerige notities, bijeengebracht onder de misleiden-
de-droge titel .merkwaardigheden nit mijn leven', kwamen
in 1918 in het bezit van het rijksarchief. De familie Weitzel
verbond daaraan de voorwaarde, dat de stukken vijftig jaar
(tot november 1968) geheim zouden zijn. Ongetwijfeld heeft
het naleven van die voorwaarde geen enkele moeite gekost:
door deskundigen werden de onthullingen van oud-minister
generaal-majoor Weitzel die in 1890 overleed, als dynamiet
beschouwd. Zozeer, dat de toenmalige rijksarchivaris, prof.
dr F. Fruin, de inventaris van dit handschrirt zodanig op
stelde. dat de argeloze lezer niet zou kunnen weten, wat het
manuscript van Weitzel in feite behelsde. De hevige menings
verschillen bijvoorbeeld tussen de koning en kroonprins
Willem werden aangeduid met de nietszeggende omschrij
ving: ,De koning en zijn zoons'.
Thans is het ogenblik der openbaarheid aangebroken. Dat
is nog min of meer aan het toeval te danken. De Amsterdam
se journalist Paul van 't Veer, bezig met een studie over
de Atjeh-oorlog, die in onze Nederlandse politiek een halve
eeuw een brandpunt is geweest, stuitte bij zijn speurtochten
drie jaar geleden op de memoires van Weitzel. Een uitvoe
rig uittreksel van de .merkwaardigheden uit mijn leven' is
thans ingeleid, sterk ingekort en bewerkt door Van 't Veer,
verschenen onder de veelzeggende en pakkende titel .Maar
majesteit! (koning Willem III en zijn tijd). De dynamiet
van meer dan een halve eeuw geleden wordt alsnog tot ont
ploffing gebracht.
Temidden van de vele onderwerpen van deze 220 pagina's
tellende paperback tekenen zich drie hoofdmotieven af:
1 de verbeten (en verloren) strijd van koning Willem III om
na de dood van zijn eerste vrouw Sophie te trouwen met
de Franse zangeres mademoiselle Ambre;
2 de hardnekkige (en eveneens vruchteloze) poging van 's ko-
nings zoonkroonprins Willem om te trouwen met de Neder
landse jonkvrouwe Anna Mathilde (Jlattié') van Limburg
Stirum;
3 de opvoeding van de latere koningin Wilhelmina door de
koningin-regentes Emma.
Om het boek in de kern te vatten: de kijk van oud-minister
generaal-majoor A. W. P. Weitzel op koning Willem III was
genadeloos Uit deze dagboekaantekeningen trepdt de vorst
herhaaldelijk naar voren als een figuur met een .senti
ment personnel excessif'. door Weitzel vertaald als hoog
heidswaanzin. Hij schetst de koning als een eigenzinnig lui
mig, losbandig en onberekenbaar man, niet overmatig intel
ligent. dodelijk beducht voor aantasting van zijn koninklijke
voorrechten. Van de vorstelijke glorie van Willem Hl blijft
bitter weinig over. Maar in hoeverre mag dit door Weitzel
geschetste portret aanspraak maken op betrouwbaarheid De
mededelingen, die hij doet, zijn op zich zelf historisch stellig
juist. Vast staat ook (Weitzel spreekt daarover meermalen),
oat deze politicus en militair tot 5 maal toe bij de koning
bot heeft gevangen als het ging om zijn bevordering van ge
neraal-majoor tot luitenant-generaal. Volgens bewerker Van
't Veer nam Weitzel weliswaar geen blad voor de mond, maar
was hij ook geen .dolgedraaid' rancune-mens.
Toch kan men zich afvragen, of de 19e eeuwse bewinds
man Weitzel in het vastleggen der feiten misschien onbe
wust eenzijdig en bevooroordeeld is geweest. Als .gematigd
liberaal' was hij een kind van zijn tijd en van een selecte
groep van deftige heren, die naar Van 't Veer zegt. ,na
1848 bezig waren het land naar hun inzichten te reorga
niseren. in deze meest hypocriete en sociaal meest mee
dogenloze tijd kon een koningsschap als van de Oranjes,
dat traditionele banden met .het volk' had zeer moeilijk
zijn plaats vinden Tussen de koning en .het volk' was ech
ter een volksvertegenwoordiging geschoven en een regering,
die aan haar en niet meer aan de koning verantwoordelijk
was. Maar wie waren de volksvertegenwoordigers? Dat wa
ren de deftige heren, die formeel wel, maar In feite niet
de vertegenwoordigers waren van wat de koning als .het
volk' beschouwde
Koning Willem wilde wel vader wezen maar kon het niet.
God en de liberale regeringen hoorden hem brommen'.
ZIEKTEBEELD
Weitzel intussen geeft een onthutsend beeld van de vorst
die hij van 1873 tot 1875 en van 1883 tot 1888 als minis
ter van oorlog heeft gediend. Met meer psychologisch ver
toon dan deskundigheid gaat Weitzel .na vele aanrakingen
en ervaringen met de koning" ervan uit, dat de vorst leed
aan verwarring en gebrek aan evenwicht in zijn geestvermo
gens. Een wonder was dat niet: hadden de beide voorouders
tsaar Peter III en Paul 1 niet het zaad der krankzinnigheid
in het bloed der Oranjes gebracht? Volgens Weitzel ver
klaart dat veel van 's konings onberekenbaar optreden. Hij
wilde met alle geweld een ziektebeeld construeren, waar in
feite slechts sprake was van psychische eigenaardigheden,
die vele mensen bezitten, maar bij de koning, in de uitzon
derlijke positie waarin hij was geplaatst verhevigd tot ui
ting kwamen. Dat de koning bij het ouder worden, steeds
meer geestelijke inzinkingen vertoonde, moet stellig worden
toegeschreven aan de nierkwaal en de suikerziekte die hem
kwelden en in 1890 de dood tot gevolg hebben gehad. Aan
Weitzels pogingen tot psychologische ontleding moet men dan
ook betrekkelijk weinig waarde hechten. Zoveel te meer aan
de pijnlijk-nauwkeurige beschrijving van zijn vele ontmoe
tingen met de vorst. Die verhalen en anekdoten zijn op zich
zelf al sprekend genoeg. Met als hoogtepunt het streven
van de vorst met de demi-mondaine mademoiselle Ambre te
trouwen.
Of dat van zijn zoon om met de vrouw van zijn keuze te hu
wen.
De ene wilde de stem van de hartstocht volgen, de ander
die van het hart. De koning botste tegen de onverzettelijk
heid van de raad van ministers, de kroonprins tegen de kop
pige onwil van de vader. Beider poging, vol van tragiek,
bleef vruchteloos.
.COMTESSE'
Op 3 juni 1877 overleed Sophie (met wie koning Willem Hl
vooral in de latere jaren een slecht huwelijk had gehad).
Nog geen vier weken later begaf de vorst zich 's buitenlands
om, zoals Weitzel zegt, ,zijn genoegen te gaan zoeken met
mile Ambre, nog kort geleden zangers aan de opera te 's-Gra-
venhage. Deze dame, die moeite zou hebben het getal harer
vroegere minnaars met juistheid op te geven, wist zich zoo
danig van het hart cn van de zinnen des konings meester
te maken, dat hij haar hoewel zonder medewerking van
een Nederlandse minister een adelbrief gaf als comtes-
se d'Amboise en een morganatisch huwelijk met haar wilde
sluiten'.
Zijn aanvankelijk huwelijksvoornemen moest hij onder druk
opgeven en zelfs zijn plan om ,het ongestoorde bijzijn' van
de nieuwbakken gravin in Parijs te genieten. Gedwarsboomd
werd hij ook in zijn plan de zangeres te installeren in en
kele kamers, die kort voordien nog aan de koningin hadden
toebehoord. De koning werd door zijn minister van buiten
landse zaken Van der Does de Willebois onder enorme druk
ARCHIEVEN NA
50 JAAR OPEN
gezet. .Daar wil ik niets van horen', had de koning geroepen,
toen Van der Does over de delicate zaak begon.
De minister toonde een stapeltje bescheiden. ,Dan moet ik
U. M. ten minste verzoeken kennis te willen nemen van
de inhoud van deze papieren
De koning: .Papieren? Wat voor papieren?'.
De minister: Onder meer Franse dagbladen'.
De koning: ,Wat kunnen mij alle mogelijke Franse dagbla
den schelen'.
De minister: .Maar er zijn ook Nederlandse bij sire'.
De koning: Welke?'
Toen de koning begon te aarzelen, vervolgde Van der Does:
,Er zijn ook geschreven stukken bij sire'. En op een vragende
blik: .Onder meer een rapport van de prefect van politie
ie Parijs over het verleden der dame'.
Resultaat: .Cette dame' ging niet naar het Noordeinde. maar
naar de weelderige villa Welgelegen in Rijswijk.
Weitzel schrijft: .Toen konden de ingezetenen van 's-Graven-
nage hun koning dagelijks, in vliegende vaait, tussehen zijn
paleis en Welgelegen zien heen en weer ijlen. Men ver
baasde zich over dergelijke abnormale verschijnselen bij
een ruim 60-jarige grijsaard, maar gelukkig duurde de roes
niet lang. Plotseling vernam men, dat de comlesse was ver
dwenen... Met al hare kostbaarheden. Het schoone Welgele
gen schijnt haar, zelfs met dien minnaar, geene voldoend
behagelijke existentie te hebben opgeleverd. Zij was naar
Parijs teruggekeerd waar zij, dank zij des konings reeds
aan haar betoonde milddadigheid een onafhankelijk en aan
genaam leven kon leiden'. Zij reisde af met diamanten
ter waarde van ongeveer een miljoen gulden».
Zo tolerant als Willem III blijkbaar was waar het zijn eigen
Intieme relaties betrof, zo onverzoenlijk was hij toen het ging
om de huwelijkskeuze van zijn zoon. kroonprins Willem. Hij
verzette zich en bleef zich vier jaar lang verzetten te
gen het verlangen van de zoon om niet met een prinses van
oen bloede maar met een Nederlandse van aanzienlijk
lagere stand te trouwen.
KROONPRINS
Ook de raad van ministers was niet geestdriftig over de
keus van de kroonprins. De tijd, waarin oranjetelgen een
niet-adellijk Leids student of buitenlandse diplomaat kon
den huwen, was nog niet aangebroken. Een der typisch-hui-
chelachtige overwegingen van de raad van ministers was
de volgende:
,Door liet sluiten van een huwelijk van den prins van Oranje
met een onderdane, konden niet worden bevorderd de al
tijd zeer gewenschte aangename en makkelijke relatiën
tussehen ons koninklijk huis en andere, al dan niet daarmede
verwante, vorstengeslachten. Bovendien dreigde het sluiten
van huwelijken door Nederlandsche prinsen en prinsessen,
met buitenlandsche, er in later tijd door te worden bemoei
lijkt'.
Deze en andere bezwaren legden net toch at tegen de over
weging, dat zelfs zo"n morganatisch huwelijk verkieslijk
was boven het uitsterven van het Oranjehuis en het risico,
dat Duitse vorsten de Nederlandse troon zouden bestijgen.
Dat wil zeggen: bij de ministers woog deze overweging het
zwaarst, bij de koning niet Deze heeft zich, zelfs tijdens
zijn eigen stormachtige verhouding met de dame uit Parijs,
vier jaar lang verzet tegen de onwrikbare eis van de kroon
prins naar eigen inzicht te mogen trouwen. Die vier jaar
verbleef de intelligente jonge Willem, slechts gesteund door
zijn jongere broer Alexander, bijna onafgebroken in Parijs
en weigerde terug te keren. Weitzel. zeil geen minister
meer, vermeldt de halfhartige brieven, die de raad van mi
nisters onder leiding van Heemskerk naar Parijs stuurde
om de kroonprins tot terugkeer te bewegen, zonder overi
gens de moed te hebben te proberen de halsstarrige koning
alsnog tot andere gedachten te brengen. Ongetwijfeld toont
de zoon hier een bewonderenswaardige houding, al verhult
Weitzel niet, dat ook het leven van deze Willem geenszins
ingetogen was geweest
Volgens Weitzel hebben een verkeerde opvoeding en voort
durende tegenwerking daartoe geleid: Een man, die in
den vollen, krachtigen bloei der jaren tot den ongehuwden
staat was gedoemd en die, met wrok en wrevel in het hart,
aan verveling was prijs gegeven te midden van verlokkin
gen zoo als nergens elders worden aangetroffen
PALEIS IN ROUW
6o groot werd de verwijdering tussen vader en zoon. dat
deze laatste zijn paleis aan de Kneuterdijk als bij een sterf
geval liet sluiten op de dag de 7e januari 1879 waarop
Willem III in het huwelijk trad met Emma van Waldeck-Pyr-
niont. Hij beschouwde deze stap van zijn vader namelijk
als een infame poging alsnog te trachten de kwestie der
erfopvolging zelf bevredigend te regelen. Evenals trouwens
het enige tijd eerder gesloten huwelijk van de bejaarde
prins Hendrik, broer van de koning, met prinses Maria van
Pruisen. De vastbeslotenheid van kroonprins Willem heeft
niet mogen baten. Zijn .Mattie'. hem altijd toegenegen ge
bleven. was weliswaar bereid met hem te trouwen, maar
haar ouders weigerden toestemming, zolang de koning wei
gerde. Een uitspraak van de kantonrechter maakte het hu
welijk weliswaar mogelijk, maar Mattie bedong uitstel we
gens ziekte van haar moedei'. Niet veel later, op 11 juni
1879 overleed de kroonprins na een ziekte van enkele dagen
aan een longontsteking (en niet aan de gevolgen van een
duel, zoals de legende hardnekkig will.
Met de laatste brief van Mattie onder handbereik, zo ver
meldt Weitzel, blies de oudste zoon van Willem 111 de adem
uit.
WILHELMINA
Weitzel werd beneerst door het idee, dat twee tsaren met
hun zonderling karakter een erfelijk stempel op de oranjes
hadden gedrukt. In het laatste hoofdstuk geert Van 't Veer
een samenvatting uit de correspondentie, die Weitzel over
enige door nem geschreven artikelen met tijdschriftredacties
heeft gevoerd. Weitze' wilde tijdens zijn ambteloze perio
des zijn psychologische waarheden wei kwijt. Aan de tsaren
wijdde hij een artikel .twee keizers dat hij onder andere ver
geefs aan De Gids heeft aangeboden en later in eigen be
heer heeft uitgegeven
De eigenaardigheden van Willem Lil wilde hij uil de karak
ters der beide tsaren verklaren, al noemt hij de vorst niet
met zoveel woorden. Weitzel koppelt aan zijn beschouwingen
een hoogst merkwaardige (en zeer aanvechtbare) moraal.
,De sterk afkeurenswaardige eigenaardigheden, die het deel
waren van Peter III en Paul I kunnen in den mensch niet
ontstaan door een verkeerde opvoeding, maar een oordeelkun
dige opvoeding kan -r- daar waar men recht heeft le vermoe
den dat de kiemen van dergelijke eigenaardigheden aanwe
zig kunnen zijn —bewerken dat zij niet tol ontwikkeling
komen'. Weitzel heeft zich beijverd zijn zienswijze in druk
ter kennis te brengen van verschillende hofdignltanssen
Van 't Veer vraagt zich af in hoeverre Weitzels waarschu
wing doel getroffen heeft. Want .met deze vraag begint
de betekenis van Weitzels geschriften plotseling van hel ver
leden naar de toekomst te wijzen'. Uit brieven van figuren
aan hef hof blijkt, dat koningin Emma van Weitzels inzich
ten wel degelijk kennis heeft genomen. Hoewel zijn visie
bij de opvoeding van Wilhelmina waarschijnlijk niet door
slaggevend is geweest, is het toch merkwaardig te zien
aldus Van 't Veer dat koningin Wilhelmina later in haar
.eenzaam maar niet alleen' eveneens daarover schrijft: .An
tecedenten in de familie' er was wel eens teveel toege
geven aan de grillen en zwakheden van een kind, met als ge
volg, dat het niet voldoende weerstandsvermogen kreeg te
gen de verlokking van gemakzucht en egoïsme waar
van herhaling tot elke prijs vermeden moest worden, heb
ben hun invloed doen gelden op mijn vorming. Dit heb ik
steeds duidelijk beseft. Ieder slap toegeven van mij werd
dadelijk streng aangepakt, soms zelfs met verwijzing naar
het bedoelde antecedent.'
Gaat het te ver hier iets te beluisteren waarin ook de bijna
traumatische bezorgdheid van Weitzel doorklinkt?
PIKANT
Villa Welgelegen (Rijswijk) korte tijd woonplaats van cette dame'
.Maat majesteit', dal een gTote hoeveelheid onbekende his
torische feiten uit hel stof der jaren opdiept, is een boeiend
boek, dat ons een bewogen lijd de Atjeh-oorlog, de kwes-
ie van het neutraal en bijzonder onderwijs, de grondwets
herziening van 1887 in hoge mate verduidelijkt en nader
bij brengt, uoot het geven van bijzonderheder over drie
diep ingrijpende gebeurtenissen uit het leven der Oranjes
is de inhoud van dit boek bij lange na niet uitgeput. Er zijn
vele anekdoten over de grenzeloze onberekenbaarheid en on-
lanspreekbaarheid van de koning en over zijn verhouding
met de toen talrijke familieleden. Er is het pikante gege
ven, dat alle hier gepubliceerde brieven van de ministerraad
aan de koning voor het eerst dank zij deze memoires kun
nen worden geopenbaard. Nog pikanter, ei is de medede
ling van Weitzel. dat de notulen van de vergaderingen van
de ministerraad bewust onvolledig waren,
dou dat anders geweest zijn, .Dan zou de gang van zaken
•naar al te dikwerf worden belemmerd en opgehouden door
s konings onhandige en vaak kleingeestige inmenging: ja.
nen kan als zeker aannemen dat menige moeilijkheid zou
zijn ontstaan zoowel in de buitenlandsche als in de binnen-
landsche politiek'.
Weilzel zelf heeft gemeend bij zijn beschrijving de normen
van eerlijke weergeving der feiten steeds gehanteerd te heb-
oen. .De koning legt mij door zijne handelingen den plicht
>p voor mij zclven te waken wanneer ik zijne daden be
schrijf cn oeoordeel Ik hoop in dien plicht niet le kort te
schieten'.
Lezing van dit opzienbare boek kan ieder ervan overtuigen,
dal hij bij het volgen van deze gedragslijn ver is gekomen
(,Mnnr majesteit' (Willem III en zijn tijd), het geheime
dagboek van A. W. I'. Weitzel, ingeleid en bewerkt door
Paul van 't Veer, uitgave Arbeiderspers Amsterdam, ƒ14,50).
Koning Willem III
Oud-minister Weitzel... dagboek eindelijk openbaar...
.wé.f "T"
- ~'t: -.
j j Kroonprins Willem... onwrikbaar verzet tegen vader...