JAMES EARL RAY ONTSNAPT
UIT DE GEVANGENIS
KOMPLOT VOOR DE MOORD OP MARTIN LUTHER KING (I)
|2 PROVINCIALE ZEEUWSECOURANT DINSDAG 29 OKTOBER lty
William Bradford Huie is de auteur van 16 boeken,
waaronder ,The execution of private Slovik', ,The
revolt of mamie Stover', ,The americanization of
Emily', ,The Klansman' en .Three lives for Missis
sippi'. Time Magazine noemde hem een .agressieve,
openhartige journalist' met ,een felle hardnekkig
heid en een even felle hartstocht voor de underdog'.
In zijn inleiding op .Three lives for Mississippi',
schreef Martin Luther King jr.: .William Brad
ford Huie schrijft als een verslaggever, maar ook
als een hartstochtelijk mens. Hij schrijft met een
klinische nauwkeurigheid, maar niet gereserveerd.
Het kwaad in het zuiden beschrijft hij vooral als
lid van een achtste generatie in dat zuiden... Huie
erkent dat heilloos verbond tussen geweldpleging
en .zuidelijke gerechtigheid' niet alleen de moorde
naars aanklaagt, maar ook de maatschappij die hen
beschermt'.
Hier volgt Huie's opzienbarende verhaal over het
leven van James Earl Ray, gebaseerd op Ray's
eigen onthullingen aan Huie en op Huie's speur
tocht langs de zwerfroute van Ray, die leidde tot
een fatale reis naar het zuiden.
om zich in een badkamer in de keuken ie douchen
en er zich te scheren. Ik at een flink ontbijt met
een stuk of zes eieren, omdat ik voorzag dat dit
voorlopig mijn laatste maal zou zijn. Toen ging tk
naar de broodkamer, waar ik een tvit hemd en een
groene gevangenisbroek had verstopt, die ik met
atendlinkt zwart geverfd had. Die trok ik aan. Mijn
groene gevangenisbroek en m'n groene hemd trok
ik daar weer overheen. Ik deed de spullen uit de tas
in mijn zakken en verstopte de tas onder mijn
hemden. Vervolgens ging ik met de lift naar de be
nedenverdieping en daarna naar de opslagplaats
buiten. De koks in de keuken gebruiken haken van
zeker een meter om de pannen te verschuiven. Een
van die haken had ik meegenomen. Ik hield de
wacht op de toren in de gaten, nam zijn activiteiten
goed in me op. Ze doen allemaal verschillend. Som
migen doen een dutje, maar ieder kwartier moeten
ze zich meldenAls je dus iets wilt ondernemen
moet je dat doen vlak nadat ze zich hebben ge
meld. Ik zag dat deze bexoaker zich meldde, zag
z'n hoofd voorover vallen. Toen rende ik de twintig
meter naar de muur. De muur is vijftien meter
hoog, maar er loopt een viaduct voor vrachtauto's
onder door en waar de muur de tunnel raakt loopt
een regenpijp die ongeveer een kleine twee meier
omhoog gaat. Ik kwam bovenop de elleboog van de
regenpijp en met da haak trok ik me via een paar
spleten en scheuren omhoog, ik klauterde er boven
op en toen liet ik me aan de andere kant vallen. Ik
had in de gevangenis zo'n 300 dollar gespaard. Die
had ik in m'n schoenen verstopt met een sociale
verzekeringskaart (het was niet werkelijk een
kaart, alleen het nummer van een kaart die om
streeks 1951 aait een zékere John L. Rayns was
uitgereikt. In 1944 had hij een kaart gekregen op
naam van James Earl Ray). Ik rende langs de
muur, over de spoorlijn en langs de rivier (de Mis
souri) tot ik uit het gezicht van de torenwachten
was. Toen trok ik m'n gevangeniskleren uit en
verstopte de groene gevangenisbroek. Het hemd be
waarde ik om '8 nachts aan te kunnen trekken als
het koud. werd. Ik liep langs de rails tot een spoor
wegbrug, waaronder ik die dag bleef en ik luister
de of de radio iels over mijn ontsnapping meldde.
Ik hoorde niets. Later vernam ik dat de bewaker
mij niet als vermist had opgegeven, omdat hij dacht
dat ik me ergens in de gevangenis verborgen had.
Ik was vanaf de gevangenis in de richting van St.-
Louis gelopen, maar wist dat de politie me daar
zou zoeken. (Hij was geboren in de buurt van Oost-
St.-Louis). Toen het donker werd stale ik de brug
weer over en liep terug in de richting van Kansas
City. Ik liep die hele nacht door, behalve een enkele
rustpauze om een reep chocola 'e eten. Het wus
wat koud, maar ik had er geen last van.'
Ray tekent graag plattegronden, waarop hij me de
ligging van motels, bars, pensions aangeeft of plaat
sen waar hij stond of vanwaar hij wegrende op
spannende momenten. Tos dusver zfln al zqn plat
tegronden correct gebleken. Hij weet zelfs nog of
een boom een elk of een den was. Degenen die hem
dom noemen, hebben het mis. Maar al ziet hij er
niet als zodanig uit, hij denkt wel als een misdadi
ger. Hij ziet er onopvallend uit. Het enige spel dat
hem interesseert ls dat van hemzelf tegen de poli
tie. Zijn onbewogen onopvallend gezicht begint al
leen te stralen als hij vertelt hoe hij FBI-agenten
op een dwEialspoor bracht. Hij vervolgt:
,De tweede dag hield ik me schuil, sliep en luis
terde naar de radioverslagen. Daarna liep ik weer
de hele nacht. Ik keek veel naar de sterren. Ik had
ze 'n hele tijd niet meer gezien. De derde dag wa
ren m'n repen op. Ik'sliep en omdat die streek nog
al kaal is kon ik een groot stuk van de verkeersvjeg
overzien. Nu en dan zag ik een patrouillewagen.
Natuurlijk meende ik dat ze achter mij aan zaten.
Op de radio hoorde ik dat ik vias ontsnapt. De der
de nacht, vond ik een cara/van langs de rivier. Ik
brak in, gapte een halve fles wijn en wal eten. Ook
een deken en een broek, wamt het werd koud. Daar
na zocht ik een plekje in het bos waar ik het me ge
zellig maalcte. Ik at, dronk de wijn en bedekte al
les met de deken. Toen ik wakker werd regende
het. Ik stond op en liep de rest van de nacht door.
Mijn voeten deden erge pijn. De vierde dag sliep ik
en lag op wacht. Ik kon niet meer riskeren m'n
schoenen uit te trekken, omdat ik ze dan nooit
meer aan had kunnen krijgen. De vierde nacht liep
ik weer door, maar van een grote afstand kon op
deze wijze geen sprake zijn. De vijfde nacht strom
pelde ik weer verder. Ik had voldoende drink
water, want langs de spoorlijn waren veel bronnen
Even voor het dag werd zag ik de lichten van een
stad die groot genoeg bleek om me erin te wagen.
Ik wachtte die gehele zesde dag en probeerde me
zo goed mogelijk schoon te houden, 's Avonds vond
ik dat ik er redelijk uitzag, liep de stad in en kocht
twee blikjes bier en wat broodjes. Daarmee ging
ik terug naar de spoorlijn. Later op die avond nam
ik een trein terug naar St.-Louis. Door kocht ik
een paar te grote schoenen en een jasje. Ik nam een
(Door William Bradford Huie)
Vanuit zijn cel in Memphis, Tennessee, schrijft de man, die beschuldigd wordt van de moord op Martin Lu
ther King jr, mij: ,ln april 1967 had ik er zeven jaar opzitten in de staatsgevangenis van Missouri in Jeffer
son City. In die jaren bezochten mijn broers Jerry of John mij gemiddeld eenmaal in de acht maanden, dat
hing ervan af wie van de twee niet in de gevangenis zat en dus op bezoek kon komen. Ze waren mijn enige
bezoekers. Ik heb nooit aan bouwen gedacht. De vrouwen mochten me niet zo. Ik was negenendertig
jaar en ik had m'n hele leven in moeilijkheden en het grootste deel ervan in de gevangenis gezeten. Maar
ik was er trots op dat ik bij al m'n misdaden nooit iemand kwaad had gedaan. Ik had nooit een kind
gemolesteerd, nooit een slachtoffer, dat ik overviel met m'n revolver, mishandeld.'
In de gevangenis werkte ik in de keuken. In m'n
vrije tijd kaartte ik soms wat. Ik Tas detective
verhalen, verhalen over zeereizen en boeken over:
hoe verander je jezelf en komt vooruit in de we
reld. Maar meestal zat ik te piekeren over kan
sen om uit te breken en aan papieren en geld te
komen als ik eenmaal ontsnapt was. Op S3 april
(1967) was ik gereed om weer een uitbreekpoging
ie wagen. Ik had niets ie verliezen, want ik moest
nog achttien jaar uitzitten; er wachtte niemand op
me buiten de gevangenis en van ,goed gedrag' bin
nen de gevangenismuren viel ook niets te verwach
ten. Ik dacht wel dat mijn gedrag1 in de gevange
nis goed was. Ik deed mijn werk, gedroeg me rustig
m ik was netjes. Ik vocht niet en viel niemand Tas-
Hg. Ik snurkte zelfs niet en woelde of schreeuwde
niet in m'n slaap. Ik rook niet, daarom verkocht
ik mijn rookgerei aan andere gevangenen. Ik be
naarde het geld in m'n schoenen. Maar wel pro
beerde ik voortdurend te ontsnappen en dal wordt
aangetekend als plecht gedraghetgeen je straf
tijd verlengtZolang je probeert te ontsnappen kom
je er nooit rechten-s uit, hoe kort oorspronkelijk je
straf ook was. Ik had al driemaal geprobeerd te
ontsnappen. Het was élke keer mislukt. Ik wachtte
op een berechting wegens ontsnappingspogingen.
Net had ik cellulair gehad voor de laatste poging.
De bewaker had me gewaarschuwd voor hetgeen
me te wachten stond als ik weer gesnapt werd.
Dus deze keer moest het me lukken! Bovendien
zou ik enige zelfdiscipline moeten opbrengen, zo
dat ik na de ontsnapping niet weer zou worden inge
rekend.'
Jam eg Earl Ray schrijft me, omdat Ik na zijn ar
restatie in Londen een contract met hem heb ge
sloten. Hij zal me vertellen wat hij weet. Via zijn
advocaten heb ik hem voor de oeloofde hulp be
taald. Eerst beantwoordde hij mijn schriftelijke vra
gen mondeling en heel voorzichtig, via zijn advoca
ten. Ik heb de Indruk dat hij elke week vlotter en
eerlijker schrijft. Als hij me op tijd alles kan ver
tellen wat hij weet, ben ik tevreden. Wat u nu
leest, heb ik in september geschreven met de be
doeling het te publiceren aan de vooravond van
Ray's proces in november. Het is een vooruitlopen
op het verhaal. Het is gesclireven vóór Ray toe
stemming kreeg met mij te spreken. Zijn advocaten
waren bezig die toestemming te verkrijgen. Waar
ik Ray citeer, heb ik hier en daar zijn grammatica
en spelling verbeterd. Maar h|j drukt zich heel hel
der uit. Zijn handschrift is goed te lezen. Hij heeft
een tafel m zjjn cel, waaraan hij onder voortduren
de bewaking van een televisie-oog en menselijke
ogen schrijft aan zijn verhaal. Hij gebruikt een
woordenboek, waarom hij me heeft gevraagd.
Ray werd in 1928 in de grootste armoede in zuid
west Illinois geboren. Hij was een ongelukkige,
hongerige, opstandige jongen, die last had van z'n
eigen onwetendheid, zijn uiterlijk en z'n geur. In
1946 liep hij weg van de middelbare school en ging
in dienst, een maand voor z|jn achttiende verjaar
dag. Hij vertelt:
,17c werd uit het leger gezet. Ze deelden me in bij
de militaire politie, waar ik twee jaar bleef en ik
vond dat fijn. Ik vond het fijn om in Bremerhaven
(Duitsland) rond te rijden en er de boel rustig te
houden. Maar toen ze me naar de infanterie over
plaatsten wilde ik er uit. Wie wil er nou bij de in
fanterie T Het enige wat ik kon doen was zorgen
dat ik wegens wangedrag weggestuurd werd. Dat
deed ifc en met succes.'
Niet meer op school, noch In het leger, begon Ray
met een kruimeldiefstal in 1949 zijn carrière van
komen en gaan in de gevangenissen. Net als Caryl
Chessman en anderen studeerde hij in de gevange
nis. Het boek dat hij het meest waardeert en waar
uit hij het vaakst citeert is psycho-cybernetica, ge
schreven door Maxwell Maltz, een plastisch chi
rurg. De uitgevers beweren dat dit boek ,u helpt de
eentonige sleur van het leven te doorbreken dat
het u jonger en gezonder en succesvol maakt!' De
auteur zegt dat wanneer het gezicht van een man
verandert, ook zijn toekomst verandert en dat wan
neer zijn fysisch uiterlijk verandert ook zijn per
soonlijkheid en zijn gedrag veranderen. Ray ver
volgt het verhaal over zijn vlucht uit Jefferson
City zo:
,83 april (1967) was een zondag. Ik had dienst van
11 uur 's ochtends tot 7 uur 's avonds in de brood-
snijkamer. Daarom mocht ik in de keuken eten.
Toen ik om 8 uur 's ochtends kiuam ontbijten, had
ik een tos bij me met 80 repen chocola, een kom,
een scheer apparaat en scheermesjes, een stukje
spiegelglas, zeep en een transistorradio. De tas viel
niet op: het, keukenpersoneel heeft toestemming
Mevr. Clara Siruvé Klingeman, eigenaresse van het restaurantwaar Ray onder de
naam Rayns gedurende acht weken werkte.
|iOji!|iieii,l liWïyHCEsah'
Eén van de belastingverrekeningen van Rayns', toen hij werkte in het Indian Trail Rest6'
rant in Winnetka, na zijn ontsnapping uit de gevangenis.
James Earl Ray, de vermoedelijke moordenaar van ds Martin Luther King.
Tfcll U3MCI il Kfw:
J h&£ iKu ikfl tti MiMC! ii tfLT-cm it, IMII: u H irc-Ooi u
j T* KMJl Kttrir. CF.LCA.I uic Mi*
j Ttui^oc 3rr.ii.it tel Ml Lx zX jjc, - iBiÜiy
lyfa x- M> V,^. -.tlx
Goïcili ir.«« T«
Oe^^learc £azplt*« Tix cc. Tic*
taxi naar Oost-St.-Louis en zocht daar een vriend
op die me naar Edwardsville reed. Vandaar nam ik
de bus naar Chicago.'
Zestien maanden later, op 21 augustus 1968, vloog
ik naar Chicago om te informeren of hij me de
waarheid verteld had over de datum van aankomst
na zijn ontsnapping. Met een huurauto reed ik
langs Diversey Parkway naar de North Sheffield
Avenue. Ik gebruikte Ray's plattegrond. Ik vond
het huis van rode baksteen dat hij beschreef: 2731
North Sheffield, een kamerverhuurbedrijf van twee
verdiepingen plus souterrain. Tegen de eigenaars,
de heer en mevrouw Donelly vertelde ik, dat ik een
man zocht die, nadat hij in dienst was geweest,
was verdwenen, een zekere John Rayns, die mis
schien in het laatste van april of begin mei 1967 bij
hen in huis gewoond had. Meneer Donelly haalde
z'n boek erbij en daar stond in Ray's handschrift in:
John Rayns 4-30-67. ,Ik herinner me hem nog wel.'
vertelde mevrouw Donnelly. ,Toen hij hier kwam.
had hij erge last van z'n voeten. Hij woonde in de
achterkamer van het souterrain. Een aardige rus
tige man, keurig en helder. Hij betaalde 14 dollar
per week voor z'n kamer en hij rekende altijd
prompt op tijd af. Hjj was keurig netjes. Hij heeft
hier zes tot acht weken gewoond en hij kreeg ver
scheidene keren post. Toen hij vertrok vertelde hij
dat hij voor zaken naar Canada ging.'
Op 3 mei 1967 las John Larry Rayns de volgende
advertentie ln de rubriek .mannelijk personeel ge
vraagd' van de Chicago Tribune:
keukenhulp en bordenwasser gevraagd.
zesdaagse werkweek, 94 dollar.
ln restaurant in noordelijke voorstad.
tel. Indian Trail HI 6-1703.
Ray kreeg dat baantje. Men was daar al gauw zeer
tevreden over de Ijverige, Ingetogen man, die zijn
werk met veel plezier leek te doen. Winnetka. Illi
nois. aan het Michigan Meer 18 mijl noordelijk van
Chicago, is een dorp mat een rijke blanke bevol
king van 13.500 zielen. Het is een chique voorstad.
Eén van de behoorlijke zaken van Winnetka is het
Indian Trail Restaurant. Het restaurant ls opgezet
door twee zusters, Clara en Elly Struvé, samen
met Clara's man Harvey Klingeman, een Hollandse
Pennsylvaniër en een Rotarlër. Ray gaf me het
adres van deze mensen. Mevrouw Clara Struvé-
Kllngeman vertelde me, nadat Ik haar had gezegd
dat ik een Journalist was uit Alabama en had ge
vraagd of ze zich een zekere John Rayns, die bij
haar had gewerkt, herinnerde: .Natuurlijk herin
ner ik me John.' ,Zo'n aardige man. HU heeft hier
twee of drie maanden gewerkt en het speet ons zo
toen hij weg ging. Hij is hier gekomen als borden
wasser. Maar in de eerste week zagen we al dat hij
veel meer kon. We hebben 'm toen beter werk gege
ven en z'n loon verhoogd. HIJ was heel rustig, net
jes. snel en zo betrouwbaar. HIJ kwam nooit een
minuut te laat en hij moest toch Iedere keer zo'n
vijftien mijl met de bus om hier te komen. Toen
hij kwam had Ik met hem te doen. Hij had ge
jaagd en zijn voeten waren helemaal stuk. Mijn
zuster heeft toen uit het ziekenhuis een lang ver
band gehaald en hem gewezen hoe hij z'n voeten
moest verbinden. Hij was zó dankbaar. Ik hoop dat
het goed met hem gaat. We hebben hem nog ge
schreven toen hij al weg was en hem gezegd dat
we hem erg waardeerden en dat we altijd werk
voor hem hadden. Weet u waar hij nu is?' Ik aar
zelde, de ironie werd me even te machtig. ,Ja.' zei
ik, ,ik weet waar hij is. Maar vertelt u me eerst
eens: heeft niemand u hier de laatste tijd iets over
die John Rayn gevraagd?' ,Nce.' zei ze en ze werd
b;|,l^!|f jij»n lm i IS
tfiaaiiBiKaiii -Utaoi.* £0CU3
nieuwsgierig. ,U bent de enige die na zé
naar hem heeft gevraagd.' ,Dat verbaast mj j
even erg als ik u nu moet verbazen,' zei ik. jJ
we wat zachter praten. U moet begrijpen 4* J
Rayns heet werkelijk James Earl Ray, hl) zG
gevangenis in Memphis, en wordt beschuldigdr£,
moord op ds Martin Luther King!'
De loonlijst van John Rayns die mevrouw Et-
man me gaf, toont aan dat hr) acht weekfia
heeft ontvangen, van 7 mei tot 25 juni 1967. fet
ciale verzekeringsnummer is 318-24-7098. Zijat
belastbaar inkomen bedroeg 813.66 dollar, mi
er 112.60 waren Ingehouden voor federale Inkort
belasting en 36.72 voor de sociale verzekering
Onder de 78 personeelsleden van het rèstaurdi
gewoonlijk ongeveer 22 negers en vijf of ze
lippino's. Verscheidene negers werkten met Ru
men. Geen van hen herinnert zich ooit gemst
hebben dat hij een hekel aan hen had.
Ik lunchte ln de "Indian Trail als gast van d»S
en mevrouw Klingeman. De zuster, die Rayhïi
band gaf, was niet juffrouw Elly Struvé, eenre
drie eigenaars van het restaurant die nu Wi
ziek is, maar mevrouw Gertrude Paulus, die 6c
lades in de keuken klaar maakt. Ze werkten
met Ray en praatte vaak met hem. JlijV
nooit een gesprek,' vertelde mevrouw Paula
.Hij leek heel eenzaam en nogal verlegen,
als ik dan eens Iets vroeg, bijvoorbeeld hoe t»
hem ging, praatte hij weL We praatten ovr
merhaven: daar was hij militair geweeste
kende het ook van vroeger. Ik heb hem es.
keer met meisjes geplaagd. Maar dat vond a
prettig. Hij was geen man voor vrouwen'.
Eén herinnering lijkt belangrijk. Gedurende:
ven weken in het restaurant kreeg John
geen enkel telefoontje. Maar in de laatst:
werd hfl ,drie of vier keer dringend gebeld' c:
scheen hem op te winden.
Toen ik weer in Memphis was, vertelde li
over mijn bezoek aan het Indian Trail Restn
en ik vroeg hem waarom hij die goeie baant
opgegeven had. HU antwoordde: ,Ja, ik had en
goeie baan en ik vond het rot om er weg te J»
Maar u weet waarom Ik weg moest. Ik wa
twee maanden geweest en omdat ik die naam el
nummer van de sociale verzekering al eerder:
bruikt had, meende ik dat de FBI me zou vinden
ik het nog een maand riskeerde. Ik zie nu
dat ik ze overschat heb. Als ze geen mensen htf i
die hun iets vertellen dan komen ze niet ver
hun fantasie. Ik had er iets gespaard. Ik kochti
100 dollar een Chrysler 1960. Hij stond ar
in de Tribune en ik kocht hem van de eigenaar,
dat ik geen identiteitspapieren hoefde te laten
alleen geld. B|j de wagen kreeg ik autopaf
een tijdelijk rijbewijs dat ik als identiteltst
gebruiken. Toen had ik nog 450 dollar. Muil
moest ook nog een naam hebben en papieren!
nieuwe naam.
Ik kon de naam Rayns niet langer meer gel
zou nooit meer Ray kunnen heten. Ik moöti
naar Canada te komen. Toen Ik bij de Dorffit
in Chicago woonde, schreef ik naar de Cao*
ambassade om inlichtingen over immigratie.!;
antwoord was een van die brieven die ik toIjl]
de Donnelly's ontving. In de gevangenis had S?
hoord op wat voor manier een makelaar, eeni
joeneuoplichter, een Canadees paspoort geltitf
Had en naar Zuld-Amerika was ontsnapt.
Zie volgende pagina
WAGE AND TAX STATEMENT
Copy Cf-rfaw employee's ttcoé