chemische
vervuiling
van de
lucht
boven
schoon
zeeland
13
zeeland is wat over de eerste schrik heen
controle luchtverontreiniging met alle waarborgen omringd
r
elastieken afvoerbuis in westerschelde
meetapparaten tasten sloe-lucht af
provinciale zeeuwse courant
12 september 1968
VLISSINGEN-OOST Luchtverontreini
ging boven schoon Zeeland. Een paar
jaar geleden een geducht schrikbeeld
voor velen in dit gewest, toen bekend
werd dat zich in het Sloegebied chemische
Industrieën zouden gaan vestigen. Het
maakte kriebelig en veroorzaakte zeer ge
reserveerde reacties in sectoren als
landbouw en recreatie. Visioenen van een
tweede Vlaardingen en Pernis aan de
Westerachelde begeleidden de gedachten
en plannen rondom een verdere Industria
lisatie in Zeeland. En dat alles werd voor
al Ingegeven door de onbekendheid met
de chemische industrie en de door haar
veroorzaakte luchtverontreiniging, leder
een wilde zo snel mogelijk weten: waar
gaat het met de luchtverontreiniging naar
toe en wat kunnen we doen, zodat er
niets uit de hand loopt? Van alle kanten
werd op de ernst van het probleem ge
attendeerd, van alle kanten werd met
name op de overheid een beroep gedaan
om het verschijnsel en de mogelijke ge
volgen grondig te bestuderen en water
dichte regelingen te treffen.
Farbwerke Hoechst AG zelf bracht naar
Zeeland een flinke portie ervaring in de
bestrijding van water- en luchtverontreini
ging mee. De directie verzekerde: .Zee
land hoeft nergens bang voor te zijn. Met
absolute zekerheid kunnen we zeggen,
dat ons bedrijf geen enkel risico neemt.
WIJ houden ons ook in Vlissingen aan de
Duitse wetgeving (die overigens niet af
wijkt van de Nederlandse, red.) en we zjjn
ons bewust dat er dan geen moeilijkheden
kunnen ontstaan.' Oriëntatie in Frankfurt
leerde ons dat Hoechst daar de voor
schriften stipt naleeft. Het bedrijf heeft
er een speciale afdeling voor deze ma
terie: ,für Reinhaltung von Wasser und
Luft.' Sinds de laatste oorlog heeft
Hoechst aan allerlei voorzieningen en
researchwerk op dit terrein al een bedrag
van 250 miljoen DM gespendeerd.
Inmiddels is Hoechst in Vlissingen in pro-
duktle. Wat zijn nu de ervaringen als het
gaat om de bestrijding van met name
de luchtverontreiniging? Wij hebben
deze vraag voorgelegd aan dr. W. B.
Gerritsen, plaatsvervangend directeur-
generaal volksgezondheid van het mi
nisterie van sociale zaken en aan de
Zeeuwse gedeputeerde A. J. Kaland, voor
zitter van de provinciale raad inzake lucht
verontreiniging. Op deze pagina een
weergave van de gesprekken.
Invloed (maar dan in wat minder positieve zin) heeft d
vestiging van een chemisch bedrijf ook op de milieuhygiëne
lucht- en waterverontreiniging. Een zaak die in Zeeland met
schone lucht zwaar weegt. Vandaar dat tegelijk met de
komst van Hoechst veel aandacht voor dit probleem is ge
vraagd. Er zijn inmiddels goede waarborgen tegen veront
reiniging, de ervaringen met Hoechst zijn op dit punt ook
goed.
MIDDELBURG Citaat uit de rede van
Zeelands commissaris der koningin, Mr. J.
van Aartsen, bij de installatie van de pro
vinciale raad Inzake de luchtverontreiniging
op 23 oktober 1967: ,De luchtverontreiniging
is een probleem van brede bevolkings
massa's geworden. Men voelt zich min ol
meer bedreigd In zijn milieu, In zekere zin
machteloos tegenover iets dat, ongevraagd
en ongewenst, over de mensen komt Men
eist dat er Iets aan gedaan wordt Men
mag dat ook eisen van degenen, die de
lucht verontreinigen, maar ook van de over
heid. als hoedster van het algemeen be
lang.'
Een jaar later ongeveer hebben wij een ge
sprek met de voorzitter van de provinciale
raad inzake luchtverontreiniging, gedepu
teerde A. J. Kaland.
Vraag: .Dat dezè raad in het leven werd
geroepen was dus een 60ort antwoord op
het vrij algemene onbehagen en de eigen
lijk onvermijdelijke onzekerheid over alles
wat met de onbekende materie van lucht
verontreiniging. met name door de industrie,
samenhangt Wat is er sinds die installatie
gedaan
Voorzitter Kaland: ,De raad is enkele malen
bijeen geweest Er is een advies uitgebracht
aan hst provinciaal bestuur over een ge
meenschappelijke regeling van rijk, provin
cie en gemeenten waarin de financiering
van de metingen naar de luchtverontreini
ging in het Sloegebied en de Zeeuws-
Vlaamse kanaalzone werd uitgewerkt. Het
loopt goed met die regeling. Het meetpro
gramma 1968 kost in totaal een bedrag van
f 170.000,Het rijk heeft een bijdrage van
f 50.000,toegezegd. Het resterend bedrag
komt voor een kwart ten laste van de pro
vincie, voor driekwart ten laste van de ge
meenten in Zeeland. Een groot aantal ge
meenten is zonder meer bereid mee te doen
Met andere zijn we nog In bespreking over
eventuele voorwaarden.
Verder hebben we met onze raad een be
spreking gewijd aan het voorontwerp van
de nieuwe wet op de luchtverontreiniging.
Het provinciaal bestuur is gevraagd daarop
zijn visie te geven. De raad op zijn beurt
heeft zijn zienswijze aan het provinciaal be
stuur kenbaar gemaakt Men heeft het zeer
op prijs gesteld ook op deze wijze bij de
zaak betrokken te worden.'
Vraag: .Wat zijn uw ervaringen op het punt
van de luchtverontreiniging met Hoechst-
Vlissingen N.V.
Voorzitter Kaland: .Niets dan lof over de
manier, waarop men bij Hoechst dit pro
bleem benadert Van het begin af heeft de
directie steeds open gestaan voor Iedere
inspraak van de deskundigen. De ontwerpen
van alle fabrieksinstallaties zijn aan ons
voorgelegd. Steeds hield men ons op de
hoogte ven wat er ging gebeuren. Het waren
vruchtbare en openhartige gesprekken. Bo
vendien heeft Hoechst zich aan alle kanten
bereid verklaard om hinder en 6chade te
voorkomen. Er la een overeenkomst met
Hoechst-Vlissingen, die uitermate belang
rijk is voor de landbouw- en tuinbouwbe
drijven in de omgeving van het Zuid-Sloe.
Hoechst is akkoord gegaan met de instal
ling van schadecommissies en heeft daarbij
de voorwaarden totale vergoeding van
eventuele schade en betaling van labora
toriumanalyses geaccepteerd. Ik geloof
dat we met deze gang van zaken gelukkig
kunnen zijn.
Vraag: Hoever reiken de metingen naar de
luchtverontreiniging in Zeeland
De heer Kaland: .Uitgangspunt ook bj
dit werk is natuurlijk het nuttig effect We
moeten het optimale zien te bereiken, maar
we moeten wel met beide benen op de
grond blijven staan. Het is natuurlijk weten
schappelijk interessant om tot In de kleinste
details na te trekken hoeveel verontreini
ging er nu precies in de lucht zit Maar als
van een dergelijke minieme verontreiniging
geen mens, dier of plant schade ondervindt,
wat Is dan de reële waarde? Ons meetnet
zal zo worden opgebouwd, dat altijd de
overschrijding van de toelaatbare veront
reiniging meteen valt na te trekken. Het
gaat ons vooral om een preventieve maat
regel.'
Vraag: Een jaar geleden was de zaak van de
luchtverontreiniging in Zeeland als gevolg
van Industrievestigingen sterk in discussie.
Onduidelijkheid over wat er In Zeeland zou
gaan gebeuren was daartoe vooral de aan
leiding. Is er sindsdien wat meer duidelijk
heid gekomen over te verwachten veront
reinigingen en maatregelen om deze te be
strijden
Gedeputeerde Kaland: .Ook voor ons is het
nog steeds een nieuwe materie en een
moeilijke. Toen de vestigingen van che
mische bedrijven in Zeeland afkwamen, is
er naar mijn mening over de luchtveront
reiniging daarvan een soort van angstpsy
chose ontstaan. Op het ogenblik is men
wat over de eerste schrik heen.
Twee nieuwe chemische bedrijven
Hoechst in Vlisslngen-Oost en Hercules In
Middelburg zijn in produktie gekomen.
En men ervaart, dat het met de luchtveront
reiniging best meevalt Overigens was het
opvallend, hoe er over deze zaak verschil
lend werd geoordeeld. De gemeenten en
de bevolking in de Zeeuws-Vlaamse kanaal
zone hebben luchtverontreiniging al jaren
geleden moeten aanvaarden en ze leven er
mee. In en rond het Sloe was het een
nog onbekende zaak en men stond er wat
huiverig tegenover. De een etaat er na
tuurlijk wat nuchterder tegenover dan de
ander. Masr wie In de dagen van wat ik
dan noem de .angstpsychose' het hoofd
heeft koel gehouden, heeft gelijk gekregen.
Het criterium is namelijk: is de luchtveront
reiniging hinderlijk of schadelijk? Voor wat
het Sloegebied betreft, durf ik nadrukkelijk
vast te 6tellen: hinderlijk nog niet. schade
lijk in geen geval.
De taak van onze provinciale raad inzake
de luchtverontreiniging is: waakzaam zijn én
blijven.
LEIDSCHENDAM ,De voorwaarden op
grond waarvan aan Hoechst-Vlissingen NV
een vergweiing Ingevolge de hinderwet voor
de vestiging van het bedrijf kan worden af
gegeven, zijn opgesteld. Het zijn er 47 en
de zaak is momenteel zo goed als rond.'
Een jsar nadat drie partijen rijk, provin
cie Zeeland en de gemeente Vlissingen
dus voor de tweede keer in Nederland een
convenant (bindende afspraak) hebben ge
sloten en ondertekend over gezamenlijk op;,
stellen van de voorwaarden voor de bouw
en exploitatie van een fabriekscomplex op
het punt van de luchtverontreiniging, Is het
dus zover. Dr. W. B. Gerritsen, plaatsver
vangend directeur-generaal volksgezond
heid van het ministerie van sociale zaken,
maakt er terloops met voldoening melding
van, wanneer wij in het kantoorflatcomplex
van het departement te Leldschendam tegen
over hem zitten.
,ln het algemeen Is er over en weer na
tuurlijk overleg over een zo belangrijke
zaak els de bestrijding van de luchtveront
reiniging. Een convenant nu is eigenlijk een
formalisering ven dat overleg. Een waar
borg dat er voortdurend gegevens zullen
worden uitgewisseld', legt de heer Gerritsen
nog graag even uit. En hij voegt er uit de
ervaring van het laatste jaar aan toe: Bo
vendien te het de basis voor een plezierige
manier van samenwerking.'
Vraag: Hoechst heeft destijds meermalen de
verzekering gegeven dat het bedrijf bereid
van de luchtverontreiniging worden gesteld,
ook te aanvaarden voor de vestiging in
Vlissingen. Is dat gebaar royaal genoeg
Dr. Gerritsen: ,De Nederlandse eisen zijn
niet minder stringent dan de Duitse. Het
bedrijf heeft er overigens wel duidelijk de
goede wil mee getoond. BIJ de verkoop van
de grond in 1966 was Hoechst nog niet in
staat om gedetailleerde gegevens op tafel
te leggen over de Inrichting en de Instal
laties van het bedrijf te Vlissingen. Ge
gevens, die nu eenmaal nodig zijn voor het
opstellen van de hinderwetvoorwaarden.
Vandaar dat het bedrijf bij de verkoop van
de grond een verklaring van aanbod heeft
verstrekt Daarin deelde hét mee de auto
riteiten vroegtijdig in te lichten over allerlei
facetten van de opzet van het bedrijf en
zelf metingen naar luchtverontreiniging te
zullen verrichten. Hoechst heeft ean alle
kanten meegewerkt om het opstellen van de
hinderwetvoorwaarden zo goed mogelijk te
is de eisen, die In Duitsland ter bestrijding
laten verlopen.
Vraag: ,De wet op de verontreiniging van
oppervlaktewater is door de Tweede Kamer
aangenomen. Een nieuwe wet op de lucht
verontreiniging zal binnen afzienbare tijd bij
de kamer worden Ingediend. Totnogtoe te
in deze zaken gewerkt met de oud# hinder
wet Biedt die op het ogenblik waterdichte
garantfes
Dr. Gerritsen: ,We kunnen veel regelen met
de hinderwet meer dan men wel eens denkt,
maar niet alles. De hinderwet beperkt zich
tot Inrichtingen, die bij algemene maatregel
van bestuur worden aangewezen. Daar val
len ook de moderne Industrieën onder. Op
dit punt dus wel degelijk een garantie dat
geen ontoelaatbare schade wordt veroor
zaakt. Bovendien zijn we in deze gevallen
steeds bezig om alle mogelijkheden van de
hinderwet uit te putten. De nieuwe wetten
echter bieden nog wat betere mogelijk
heden, ze volgen de ontwikkeling meer.
Want met de hinderwet Is het namelijk niet
mogelijk om op te treden tegen twee an
dere bronnen van luchtverontreiniging naast
de Industrie. Hebt U er wel eens aan ge
dacht? Twee miljoen auto's, de afvoerka
nalen van de huisbrand.'
Vraag: Wat vindt U In het algemeen van de
activiteiten, die het bedrijfsleven (i.e.
Hoechst) ontwikkelt om luchtverontreini
ging als gevolg van eigen produktie tegen
te gaan
Dr. Gerritsen: ,£r is een toenemende be
langstelling voor dit facet bij het bedrijfs
leven. De tijd waarin men redeneerde .een
schoorsteen moet de samenleving maar ac
cepteren' is voorbij. Ook in de algemeen
economische sector is de leefbaarheid een
punt van belang geworden. Uiting daarvan
bij het bedrijfsleven Is bijvoorbeeld de op
richting (februari 1967) van een bureau voor
milieuhygiëne door de gezamenlijke werk
geversbonden. Zo'n orgaan kan een ge
sprekspartner voor de overheid worden.
Het toont tevens aan, dat men duidelijk be
seft In deze kwesties een verplichting ten
opzichte van de gemeenschap te hebben'.
Wat vindt Dr. Gerritsen vsn een provinciale
raad Inzake de luchtverontreiniging, zoals
Zeeland die sinds kort heeft?
HIJ zegt: ,AI zijn de concrete mogelijkheden
van een dergelijk orgaan misschien niet zo
groot, het is van belang dat er zo'n raad
bestaat Voor de bevolking is deze van be
tekenis. Ze krijgt het gevoel in al haar ge
ledingen wat nauwer bij de zaak betrokken
et raken. Het is een kwestie van communi
catie ook, communicatie over een zaak,
waarbij een zekere bezorgdheid toch nog
altijd een grote rol speelt. Ook de centrale
overheid kan hierin een gespreksgroep
vinden. Jazeker, we staan van onza kant In
principe positief tegenover de oprichting van
dergelijke raden. We moeten namelijk ean-
nemen dat Den Haag van bepaalde zaken
soms gewoon te ver af staat Aan de an
dere kant Is een gemeente neem nu het vj
afgeven van een vergunning inzake de hin
derwet, die berust bij b. en w. soms wat
al te nauw, wat al te geëngageerd bij zekere
kwesties betrokken, kwesties die bovendien
vaak ook omringende gemeenten raken. Bij
de nieuwe wetgeving op het stuk vsn de
volksgezondheid wordt trouwens in het al
gemeen gestreefd naar wat meer regionali
satie, wat meer verantwoordelijkheden bij
gedeputeerde staten en provinciaal bestuur'.
Vraag: .Zijn er waarborgen dat het delta
gebied van Nederland mét chemische In
dustrieën toch een gewest met betrekkelijk
schone lucht kan blijven?'
Dr. Gerritsen: Ja, daar ben ik van over
tuigd. Zoals de ontwikkeling op het ogen
blik gaat, kan de luchtverontreiniging goed
onder controle worden gehouden. Het is
natuurlijk eenvoudiger om bij nieuwe be
drijven op dit punt een bevredigende si
tuatie te scheppen dan oudere Industrieën
ta saneren. Maar Ik geloof toch dat de hele
controle op de luchtverontreiniging In Zee
land met alle mogelijke waarborgen te om
ringd. Bezorgdheid dat het uit de hand zal
lopen, te beslist niet nodig. In het algemeen
steekt Nederland vergelijkingen met an
dere sterk geïndustrialiseerde landen en re
sultaten van metingen tonen het aan niet
ongunstig af bij deze landen. Ik wil niet
stellen dat er absoluut geen gevaar Is. Ik
wil wel duidelijk vastleggen, dat we de ont
wikkelingen op de voet moeten blijven vol
gen. Ook die in Zeeland.
VLISSINGEN-OOST Eind augustus vorig jaar speelde zich aan de oever van de Westerschelde, vlak bij het
industrieterrein van Hoechst-Vlissingen in het Sloegebied een spectaculaire gebeurtenis af: een lier trok drie
kunststoffen buizen van 1 meter doorsnee en 310 meter lengte het water in. Het ging om de afvoerleïding voor
industriewater ten behoeve van de nieuwe fosforfabriek. De elastische buizen, bestendig tegen chemicaliën en zeewater,
waren per spoor aangevoerd. Ze kregen een definitieve ligplaats in een tevoren gegraven sleuf. De fosforfabriek,
die nu op toeren is gekomen, loost door deze buizen per uur 75 kubieke meter bedrijfsafvaiwater en 3300
kubieke meter koelwater. Voordat het afvalwater In de Westerschelde terechtkomt passeert het een zuiverings
installatie, waardoor alle stoffen die eventueel zouden kunnen neerslaan worden tegengehouden. Het koelwater is
afkomstig uit de Sloehaven en van dezelfde samenstelling als het Scheldewater.
VLISSINGEN-OOST In en om het Sloegebied tast meetapparatuur nu al weer geruime tijd de lucht af om
verontreiniging vast te stellen.» Het is een onderzoek, dat wordt verricht door het Instituut voor gezondheidstechniek
TNO te Delft en door het Instituut voor plantenziektekundig onderzoek (IPO) te Wagenlngen. In eerste Instantie
ging het erom de zogenaamde .nulfase' vast te stellen: hoeveel schadelijke stoffen er zich in de lucht boven en rond
Vlissingen-Oost bevinden, voordat er grote chemische bedrijven als Hoechst in produktie zouden komen. Het was
een opdracht van het provinciaal bestuur van Zeeland. Op het ogenblik is een gemeenschappelijke regeling van rijk,
provincie en gemeenten in de maak om jaarlijks een meetprogramma naar de luchtverontreiniging in Zeeland
te kunnen bekostigen. Voor 1968 was een bedrag van f 170.000,nodig. Op de foto: de meetapparatuur in de buurt
van Borssele.