JEUGDLANDKRANT
11
HONDEN BIJ DE HUTTEN
LEUK EN JAMMER
Programma
volgende week
Getroud
pils en
hokie
Elektrice
apparaten
Het treintje van zuid
VAN ALLES EN NOG MEER
BRANDWEERAUTO KWAM ONS HALEN
JACQUELINE DOORN:
DE VROUW VAN DE
STADHOUDER-KONING
MARY STUART II
1662-1694
ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1948
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
De politie is een vaste gast op Jeugdland. Wekelyks geven een aantal agenten er demonstraties. Bert Helm uit Middelburg maakte er een
tekening van.
Donderdag middag kwam er een demonstratie van politiehonden. Aïïe kinderen
moeten zich plaats vinden bij de hutten bouw. Zij gingen naar het torenvlot
waar de demostratie plaats ging vinden. Eerst kwam meneer Kok aan de
beurt met zijn duitse herder. Bij moest een man van de fiets halen en dat
lukte goed. Daarna ging hij een kleed beschermen zeker vijf min. Er was ook
een man helemaal in leer met sterken schoenen Je moet ook maar eens ko-
n.cn het is er erg fijn. Bet kost maat 1,25 per dag 10 ritten f 6,- voordelig BE!
Jacky Manuhutu.
Ik praatte met Inze Visser.
'Ze was tien jaar, en woonde In plan zuid.
Ze vond het erg leuk, in Jeugdland.
Dit was haar eerste keer.
Eerst ging ze naar de winkel. Daar mocht ze helpen als winkel juffrouw.
Eerst ging ze naar de winkel Daar mocht ze helpen als winkel Juffrouw.
Ze bleef tr tot hclf «II. Toen ging ze kijken op de 2de verdieping.
Daar kon ze verven. Daar bleef ze niet zo lang.
Toen ging ze naaien. Ze was nu fcogh op zolder, dus ging ze na het naaien
maar wat lezen.
Des middags gingen ze naar de politie.
Ze werd terug gebracht met de politieauto.
Er woont een meisje achter ons. Ze Is twaalf Jaar.
Ze mocht niet naar jeugdland
Ik vroeg van wie ze niet. mocht.
Ze zei Ui m;,g niet van cafl_ moeder.
Ik vroeg of ze het jammer vond.
Ze zei dnt zc het erg jammer vond
Ik zei morgen mag Je welhe.
zo zei als ik geen ruzie maak met mijn zusjes maak.
Joukje van Oorschot
(10 jaar)
Het programma van de laatste week van Jeugdland 1968:
MAANDAG:
10 uur: allerlei sportwedstrijden.
13.30 uur: bezoek aan de brandweerkazerne (er wordt ge
spoten).
DINSDAG:
10 uur: pannekoeken bakken en fietsenrally
14 uur: bezoek aan de marine (op de fiets).
WOENSDAG:
10 uur: bloemschikken voor meisjes in de gemeentekwe
kerij Overwater.
14 uur: grote demonstratie van de rijkspolitiehonden (en
tree volwassenen 1,-).
DONDERDAG:
10 uur koken
14 uur: als afscheid van jeugdland een GROTE verrassing.
Vragen gesteld aan Dhr de Vries
1 Bent u getrouwt T
Ja.
2 Bebt u kinderen T
Ja de audste is een meisje,
de jongste een jongen.
3 Boe Heeten zet
aletta eoi sjoet.
En hoe aud bet u zélf t
Ik ben 39
5 Lust u eon pilsje
ja als het ereg warem is
6 Lust hans een pils
geen flau idee
7 Vind u het op jeugdland leuk
ja ik vind het op jeugdland leuk
anders deed ik het niet.
8 Betat jeugdland al lang
jeugdland bestaat 3 jaar
9 Wie heeft het verzonen
enke mense die vmde dant er wat voor de
kindere tijden de vakansi gedaan word.
10 Wat doet uil hier
Ik ben hier de baas
11 komt het volgent jaar weer
ja jeugdland komt weer in dit gebouw
19 doet u het volgt jaar weer
ik hoop dat er één heel groot jeugdland op
walgere Als dit er komt weet ik nog niet
of ik er bij ben ik zal het zeer zeken helpen
opbouen
13 doe U veel aan sport
ja ik doe wel aan hokie.
Op jeugdland is er iets bij gekomen nlde elek-
tro-hoek. Hier kan men allerlei elektrice-appa-
raten maken, het is bedoeld voor de jeugd van
een jaar of twaalf en die er wat van weten na
tuurlijk!, maar als je er niets van weet dan maar
eens een paar boekjes lezen.
De leider van deze hoek is Piet van Weelden, de
ze heeft een heleboel spullen meegenomen van
huis. We hebben ook spullen meegekregen van
de Vitrite; wij zijn hier vrijdag om geweest. Ik
zelf heb ook spullen meegenomen, hiermee kon
den wij dus een heleboel apparaten maken.
De volgende dingen hebben wij al gemaakt:
1. Een apparaat voor het filmlokaal n.l. Als de
filmzaal vol is, gaat het woordje ,vol' knippen
(als men op het knopje drukt bij de kamera).
2. Een telefoonverbinding; het ene telefoontoe
stel staat in het kantoor, het andere op de zol
der bij de electrohoek.
3. We hebben ook een elektronische-dirigent ge
maakt. Ik hoop dat er nog meer jongens en
thousiast worden na dit bericht.
JEROEN SLAGBOOM
De meeste kinderen vinden het erg leuk om met het gele treintje mee te rijden. De meste kideren
kennen de chauffeur niet. De meeste jongens en meisjes zijn niet bang, al rijdt het ook zo hart.
Het treintje reit van zuid naar jeugt land. Als je naar jeugt land wil komen kan dat, als je in
zuid woont kan je voor niks in het treintje naar jeugdland.
BERT HELM (10 jaar).
Hier is van alles te doen. Ik zal eens Iets opnoemen.
Er is hier te doen een kleuterland en daar Is nog meer
te doen. Je weet nouw dat er een kleuterland la en
In dat kleuterland ls verven en ln dat kleuterland is
ook nog een poppen hoek. En er Is nog meer te doen
er is nog een reoebaan en ln de recebaan ls ook nog
bouen. En er ls sjoelen en kegow. Er ls ook nog hand-
arbyt en daar kan Je van alles maaken. Er ls ook nog
damen en dat is ook leuk en er is boven ook nog leezen.
Er ls ook nog najen. En er is ook nog teken en verven.
Er Is ook nog een winkel. En in die winkel ls een
pak (kofie) een) (thee) (en nog veel meer. En er is
ook nog een poppelcast en daar is janklasen en katrijn.
En er zijn nog veel meer poppekast poppen. En boven
op de leeszal zijn barend de beer boeken En boven
bij het najen daar kan Je een poppen maaken. En ln die
winkel kan Je een speltje krijgen.
Door Aletta de Vries.
Ik ben vrijdag 20 juli naar de brandweer geweest. De
mocht op die vrijdag naar jeugdland van m'n moeder,
omdat ze wist dat er 's middags kinderen naar de
brandweer mochten. De brandweerauto kwam ons halen.
Jongens, wat ging die hard! Je moest je ptevig vast
houden, anders was er een kans dat je ineens door
de auto rolde. We gingen naar de nieuwe brandweerka
zerne. Ja hoor, daar waren we er. Er stonden twee
grote borden met grote gezichten en grote monden.
Eén ronde en één vierkante eigenlijk een meer recht
hoekige mond. Wat dat betekende, ik wist het niét! We
werden in drie groepen verdeeld, elke groep had zes
kinderen. Twee groepen moesten naar boven in de
brandweerkazerne. Daar was ik ook bij. We moesten te
kenen. Je kreeg een lijst met dingen, waaruit je kon
kiezen. Ik koos een brandend huis met de brandweer
die aan het blussen was. Toen de groep waar ik ln zat
Waar met tekenen was. gingen we naar builten, naar de
borden. Een rode slang waaraan drié andere slangen aan
verbonden waren. Toen moesten we spuiten. Toen we
klaar waren werden we door de brandweerauto naar
jeugdland terug gebracht-
Marleen van Doorneveld.
WE HEBBEN ALTIJD bewondering voor de moed en het doorzettingsvermogen van
auteurs die de taak op zich nemen, de biograf ie van een historische persoonlijkheid te
schryven. Vooral wanneer dit regerende vorsten, grote kunstenaars of andere in uitzon
deringsposities verkeerd hebbende figurenbetreft.
Het is al uitermate moeilyk, het leven van een doorsnee-mens uit bijvoorbeeld de zeven
tiende eeuw zó te beschrijven dat de omstandigheden en gevoelens, de hele tijds-achter-
grond de waarheid min of meer benadert. Ieder zal het grif eens zijn: in de 17e eeuw
leefde men totaal anders dan nu en had men een andere instelling tegenover leven en
dood, liefde, geloof, het hiernamaals.
Maar wat dat andere' precies inhoudt is zo'n
buitengewoon gecompliceerd samenstelse! van
levensomstandigheden en milieu dot men, naar
mate men er meer ven af weet, huiveriger wordt
te beginnen, steeds onzekerder zich afvragend:
zie ik dit juist, is dit wel zo geweest? Men kon
duizenden wetenswaardigheden over het dage
lijkse leven in de zeventiende eeuw verzame
len, men kan gaan wonen in een I7de-eeuws
huis, zich omringen met zeventiende eeuwse
voorwerpen, steden, plattegronden, schilderijen,
gravures, manuscripten, boeken bestuderen, wat
al niet. Zodra men dit alles leven, geest in wil
blazen staat men vrijwel hulpeloos, kan elk
woord er naast, elk gebaar verkeerd zijn, ook
al doet men nog zo zijn best historisch juist'
te zijn.
Niemand die dit beter weet don een historie
schrijver en nogmaals: bewondering hebben we
voor wie het waagt en voor wie er dan in
slaagt een stuk verleden op aannemelijke wijze
te doen herleven.
Zijn de protagonisten vorsten of andere pro
minente porsonen, dan wordt alles nog ingewik
kelder. Wat weel een gewoon mens van nu van
de gevoelens en drijfveren van een gezalfde
vorst uit de zeventiende eeuw, de plaatsvervan-
ger Gods op aarde? Zelfs al houdt men zich
zuiver aan de documenten, al veroorlooft men
zich nauwelijks een persoonlijke interpretatie,
dan nog kan een beeld slecht of vertekend over
komen.
Immers ook de eventuele dagboeken en brie
ven van de personen in kwestie of van hun tijd
genoten geven vaak een tendentieus gekleurde
visie, ze zijn ingegeven door liefde of haat of
door de wens een bepaald beeld na te laten aan
het nageslacht dat totaal niet hoeft te stroken
met de werkelijkheid De interessantste, ont-
hullendste documenten zijn, alle eeuwen door,
indien jnogelijk, vernietigd.
Jacqueline Doorn, die reeds een dagboek over
Mary Sluart 1631-1660 (de echtgenote van stad
houder Willem II en de moeder van Willem III)
gepubliceerd heeft, heeft zich thans bezig ge
houden met Mary Stuart II, 1662-1694, de vrouw
van stadhouder Willem III (De .nummering' van
de drie Mary's Stuart is nog al verwarringstich
tend, de laatste en eigenlijke derde staat bekend
als Mary Stuart II).
Mary was in 1662 geboren als dochter van
Hertog James (Jacobus) van York, broer van de
Engelse Koning, en Anne Hyde, een patricische,
niet van koninklijke bloede.
We zullen proberen de achtergrond zo eenvou
dig mogelijk te schetsen, maar daar alle mensen
waarom het hier draait zeer nauw aan elkaar
verwant zijn, lijkt alles toch ingewikkeld.
James' broer, Charles II was koning van Enge
land. Zijn zuster, ook een Mary Stuart, was
gehuwd geweest met onze stadhouder Willem
II, doch in 1660 aan de pokken overleden. Wil
lem III was dus een volle neef van Mary II,
zijn latere schoonvader was tevens zijn oom.
Mary had nog een jongere zuster, Anne, de
latere Queen Anne. Na de dood van Anne Hyde
is James hertrouwd met Maria Beatrice, her
togin van Modena, wel de mooiste prinses uit
die tijd. Toen Charles II in 1685 stierf, werden
James en Mary van Modena koning en koningin
van Groot-Britfannië en Ierland.
Tengevolge van de vele losbandigheden, ge
bruikelijk aan zeventiende eeuwse hoven, was
ook het geslacht der Stuarts lichamelijk zeer
verziekt. De kindersterfte, die destijds toch al zo
groot was, was bij de Stuarts eenvoudig de
sastreus en de geslachten zijn dan ook snel uit
gedoofd Kening Charles II en Cathsrina van
Braganza hadden geen nakomelingen. Willem
en Mary hebben geen kinderen gehad (slechts
twee miskramen). Queen Anne heeft achttien
keer een miskraam, een doodgeboren of zeer
jong gestorven kind gehad. Anne Hyde, de
eerste vrouw van James (die aan sifilis heeft ge
leden en aansprakelijk wordt gesteld voor veel
van al deze misère) kreeg tien kinderen, waar
van alleen Mary en Anne in leven bleven. Mary
van Modena heeft van haar tien zwangerschap
pen alleen twee kinderen groot gezien. James
Frances Edward, the old pretender, werd 78 (en
hij is wonderlijk genoeg juist vaak voor een
ondergeschoven kind aangezien, hoewel ko
ninginnen destijds in het openbaar bevielen en
stierven) en Louisa Mary, die twintig jaar oud
werd. Er lag dus een grote doem van onvrucht
baarheid over dit geslacht dat geen dynastie
kon vormen. We laten de werkelijk afgrijselijke
geneeskundige methodes uit die tijd buiten be
schouwing, daar had men immers overal mee te
kampen Een vostenkind moest gewoon oer-
kampen. Een vorstenkind moest gewoon oer-
Dan was er nog de complicatie dat James II
weer R Ka»holiek geworden was, eerst in he«
geheim, later, in 1672, openlijk. Toen hij na
Charles' dood koning werd, had dit ernstige ge
volgen. James schond de Test Act, was een be
dreiging voor de Kerk van Engeland en hij
kwam in de grootste conflicten met Parlement
en Bisschoppen Alles was mogelijk nog een
poosje ,goed' gegaan, als niet juist de omstreden
troonopvolger James Frances Edward geboren
was, in 1688, waardoor er dus opeens kans be
stond dat er na James' dood weer eerr katholiek
op de troon zou komen. Er is toen een verzoek
van engelse edelen en bisschoppen uitgegaan
naar Willem III, de echtgenoot van Mary, James'
oudste dochter, om naar Engeland te komen en
James te onttronen. Willem is gekomen. James
vluchtte, werd door het parlement vervallen
verklaard van de troon, en Mary en Willem
werden gekroond (jan. 1689) tot koningin en
koning van Groot Brittannië en Ierland. Mary
stierf in 1694 aan de pokken, Willem stierf in
1702, waarna Anne, Mary's zuster, koningin
werd
Ook James stierf in 1702, hij had altijd een gul
asyl gevonden bij Willems aartsvijand, Lodewijk
XIV van Frankrijk. Lodewijk was de grootste
katholieke monarch van die tijd, Willem III
kan men zien als de grote aanvoerder van de
Protestantse wereld en de voorvechter voor een
volkomen godsdienstvrijheid. Weliswaar had
Lodewijk de Veertiende bij de vrede van Rijswijk
Willem tegen zijn zin moeten erkennen als
koning van Engeland, maar hij bleef hem zien
als een usurpator, wat het duidelijkste uitkwam
bij de dood van James, toen hij niet kon laten
de Old Pretender (toen 15) als erfgenaam van de
Engelse troon te erkennen, een door loyaliteit
aan James ingegeven ondoordachtheid die hem
veel narigheid heeft bezorgd.
Dit is dus het vrij ingewikkelde schema, en ook
al is Mary Stuart II beslist geen koningin van
formaat geweest, zij is wel een figuur als uit een
klassieke tragedie, die in haar korte leven veel
ellende en veel schittering heeft gekend.
LETTERKUNDIGE KRONIEK
DOOR HANS WARREN
Nauwelijks vijftien is ze, als ze uitgehuwelijkt
wordt. Dat het aan een wildvreemde is, is voor
een prinses van den bloede uit die tijd nor
maal: zij kan niet anders verwacht hebben. Drie
jaar eerder had Willem III haar al aangeboden
gekregen als vrouw door zijn oom, Koning
Charles II, maar toen had hij geweigerd. Nu
wil hij haar graag, maar Charles en James wil
len niet meer Het baat hen niet of zij zich
verzetten: Willem van Oranje was een belang
rijk man in de Europese geschiedenis van die
tijd, en Nederland een schatrijk en zeer belang
rijk land Dus wordt de jonge Mary als pion
op het politieke schaakbord geofferd. Haar
vader maakt haar zó doodsbang voor de 27-
jarige Willem dat ze diep-ongelukkig haar
nieuwe bestemming in de Nederlanden tege
moet gaat
Het valt allemaal erg mee. Mary is knap en heeft
een aardig karakter, Willem blijkt een halve
kop kleiner dan zij, tenger en een beetje scheef
in de schouders, maar e«n man van formaat en
van een grote hoffelijkheid. Zij leert hem op
recht liefhebben. Die genegenheid is wederzijds
geweest, hoe zeer er ook van alle kanten ge
roddeld is. Het moet wel de diepste ontgooche
ling zijn geweest, dat er geen kinderen kwamen.
Mary werd nog al heel erg vroom, en Willem
omringde zich nog al met favorieten (de band
met Joost van Keppel is minder onschuldig dan
mevr. van Doorn op pag. 237 doet vermoeden)
maar de hartverscheurende toestand waarin Wil
lem verkeert bij Mary's plotselinge sterven aan
de pokken laat geen enkele twijfel bestaan:
deze mensen hebben elkaar heel diep liefgehad.
Zij vulden elkaar dan ook mooi aan: Willem was
een man van formaat, en Mary, een goede part
ner, erfde een belangrijke troon. Het is hóór
grote verdienste dat zij nooit de eerste viool
heeft willen spelen, waardoor haar man als
koning zijn krachten geheel kon ontplooien en
niet Ie mari de la reine werd, iets waar hij
blijkbaar jarenlang voor heeft gevreesd, al sprak
hij die vrees nooit uit.
Maar verder, wat één al tragedies en verdriet.
Haar man en haar vader moesten elkaar naar
het leven staan, althans elkaar beoorlogen.
De vreselijkste scènes hebben zich afgespeeld,
tussen vader en dochter (hij wilde haar tot een
bastaardkind verklaren), tussen Mary en raar
vrij dwaze zuster Anne, tussen Mary en haar
stiefmoeder Mary van Modena. Nooit waren
zij veilig, altijd waren er complotten, dreigde
er gevaar, werden samenzweringen ontdekt,
stond men hen naar het leven. Of Mary stond
duizend angsten uit als Willem aan het front
was, (hij was vrij roekeloos) vechtend tegen
Lodewijk XIV of. tegen haar vader James, die
door Lodewijk in alles werd gesteund.
Wat verlangde zij naar Nederland, dat haar
echte vaderland was geworden. Als vijftienjarige
had ze bitter geschreid toen ze de Noordzee
over moest. Maar ze was in Nederland gelukkig
geweest, en ze had nóg bitterder geschreid toen
zij weer terug moest naar Engeland om daar
koningin te worden. Nooit zou ze Nederland
terug zien. Twee en dertig was zij nog maar,
toen ze opeens merkte dat zij de pokken onder
de leden had. Met grote koelbloedigheid nam
ze haar beschikkingen, schreef ze haar af
scheidsbrieven, testament, maakte alles klaar
en was toeri volkomen bereid voor het einde,
dat Willem door zijn pathetische gedrag extra
zwaar heeft gemaakt...
Vrij veel van haar eigen geschriften, een dag
boek, brieven, zijn bewaard gebleven. Het zijn
vaak nog al onthutsende documenten, maar zij
vormen een fascinerende lectuur.
Een merkwaardige, eerlijke vrouw die een grote
rol moest spelen in een zeer bewogen en boei
ende tijd. Jacqueline Doorn is er in geslaagd,
een beeld van dit alles te geven en belangstel
ling te wekken, een prestatie waarvoor we veel
respect hebben.
Jacqueline Doorn:
De Vrouw van de Stadhouder-Koning
Mary Stuart II, 1662-1694.
Europese Bibliotheek. Zaltbommel.