EEN GEZETEN BURGER STAAT OP
V AKANTIELECTUUR
II
Van 'n rariteitenkabinet
tot ,Het Zeeuws Museum'
V
ZATERDAG 20 JULI 1968
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ÈSSSBiSS
In de Middelburgse Wagenaarstraat tiert de uitwas van een ra
riteitenkabinet: het Cabinet van Oud- en Zeldzaamheden is
er in zeven korte jaren het Zeeuws museum geworden. Wat
meer zegt voor wie het belang van het museum aan het
bezoek wil afmeten is de hoopgevende omstandigheid dat
de grote groene deur achter de hoge trap zeven jaar geleden
voor 1420 belangstellenden openging en nu volgens het
jaarverslag over 1967 al voor 10.012 personen de toe
gang tot de museumactiviteiten ontsloot.
De trap is hoog, de deur is hoog. Het huis Wagenaarstraat 1
heeft het aanzien van een behuizing voor zeer welgezeten bur
gers. Dat was het ook, dat is het ook. In zeven jaar tijd is het
Zeeuws Museum in Zeeland een zeer gezeten burger gewor
den. Uiterlijk een gezeten burger met een tevreden gezicht, een
gezicht dat toch af en toe nog trekken van spanning verraadt
als de zittende burger dreigt op te staan.
Het Zeeuws Museum staat de laatste tijd iets vaker op. Het
laat Zeeland een wat gespannener gezicht zien en kondigt aan
dat de tijd van het rariteitenkabinet vergeten moet zijn. Tijd
en ruimte komen vrij om tentoonstellingen, nevenactiviteiten,
activiteitslijnen naar Het Museum te laten leggen.
.Dat kan nu', zegt dr P. K. van
Daalen, directeur. .We hebben die
eerste jaren nodig gehad om de be
schikbare ruimte in te richten. Be
halve de vertrekken die voor depóts
zijn Ingeruimd zijn alle kamers
nu open voor het publek. Bij al-
zaak te onderhouden en in stand
le werk, dat we hebben om de
te houden, kunnen we eindelijk
eens rustig aan andere dingen
denken'. Van Daalen kwam in 1961.
Daarvoor zat hij in Den Haag, hoog
en droog bij de rijksinspectie vooï'
roerende monumenten. Bij zijn komst
in Middelburg schreef een meevoe
lend collega hem: ,Ik stel me voor
lat je vanuit een vacuüm voorzich
tig moet proberen iets op te bouwen
zonder goed te weten, welke vorm
dat iets aan zal moeten nemen.'
Dr Van Daalen en de omstandighe
den hebben intussen die vorm ge
vonden.
Van Daalen: ,->len is altijd gauw
geneigd om te zeggen: dat muse
um doet zo weinig, maar hel doet
heel wat. Alleen, het dringt niet
lei gebied, niet alleen maar schilde
rden Daar moet voor gezorgd wor
den. En dat is een zeer belangrijk
deel van het werk'.
De heer Van Daaien geeft liever
geen direct antwoord op de vraag
of hjj zich nu directeur of conservator
voelt. ,Ja, lk ben directeur, dat ls
de functie. Dan kun je ook het best
die naam gebruiken. Eigenlijk ls het
zo: ik ben belast met het beheren
en uitbouwen van de collectie. Dat
is een mooie omschrijving. Die ge
bruiken mijn collega's ook noga)
eens graag.'
Middelburgse antiquair W. H. Bal
aan het rijk gelegateerd met de be
paling dat ze in Middelburg zou
moeten worden geëxposeerd. Het
Zeeuws Museum heeft de verzame
ling permanent in bruikleen gekre
gen.
vinciale musea in Nederland'.
De stichting kreeg de collecties van
het Zeeuwsch Genootschap perma
nent In bruikleen en in 1961 werd
een begin gemaakt met de volledige
reorganisatie.
altjjd tot de toevallige oezoeker door.
Je kunt nu echt niet meer zeggen:
gut, wat is het hier een arme boel.
VVo hebben heel hard moeten wer
ken om de noodzakelijke dingen tc
Urygen. Kijk, als je zegt Zeeuws
Museum, met de nadruk op Zeeuws,
dan betekent dat natuurlijk dat je
een aantal dingen zonder meer móet
hebben. In mijn opdracht staat ook
zeer duidelijk het begrip ,de Zeeuw
se cultuur'. Daar moeten we op de
eerste plaats mee en voor werken'.
.We zijn intussen zover dat we voor
zichtig kunnen zeggen dat in elk
geval enigermate aandacht aan ver
schillende specifieke onderdelen van
de collectie is besteed. Ik noem dan
maar de munten en penningen, het
Zeeuws zilver, kostuums en kostuum
onderdelen en Zeeuwse sieraden. Om
aan dergelijke collecties een beetje
'n compleet gezicht te geven moet
er nogal gewerkt worden
,De mensen stellen nog veel te dik
wijls de vraag: en de schilderijen,
waar blijven ae schilderijen Fout.
We hebben een verzameling op aller
In 1961 kwam ook dr Van Daalen
naar Middelburg om aan die reor
ganisatie de nodige leiding te geven.
Mejuffrouw A. A. van der Poel
kwam hem in 1962 bij de inventari
satie van de bezittingen assisteren.
In datzelfde jaar konden al drie
vertrekken voor het publiek worden
opengesteld. In 1963 waren er dat
nog eens drie en in 1964 ging als
zevende vertrek het rariteitenkabi
net open. 1965 werd gereserveerd
voor de publiekmaking van de bo
demvondsten De inrichting van de
kostuumafdeling maakte het jaar
daarop alle ruimte vol.
Alles .staat' nu. Wat staat er? Een
vertrek met zeldzaamheden, een
Walcherse hoerenkamer en een koe-
kebakkerswinkel, 17e- en 18e-eew-
se meubels en schilderijen, munten
en penningen en, niet te vergeten,
de onder- tevens bovenbouw van het
Zeeuws Museum, de collectie-Bal.
Deze omvangrijke verzameling (por
selein, Delfts aardewerk, meubelen)
Is indertijd (1962) door de befaamde
Het Zeeuws Museum, Wage
naarstraat l te Middelburg,
is de aanduiding van de ruim
te waarbinnen de Zeeuwse
Museumstichting aan de doel
stelling werkt. Daar zijn
ondergebracht de eigen collec
ties van de stichting, de col
lecties van het Zeeuwsch Ge
nootschap der Wetenschappen
en de collecties van wijlen de
Middelburgse antiquair W. H.
Bal. Het Zeeuws Museum is
geopend dagelijks behalve
'zondags) van tien tot half één
en van half twee tot vijf uur.
Financi'én
Oud
Volgens dr Van Daalen kan Zeeland
zich erop beroemen een van de oudste
musea van het land te hebben. ,Op
enkele meer specifiek gerichte, is
het Zeeuws Museum ook al ls
de naam nog vrij nieuw zelfs de
oudste.' In 1769 werd in Vlissingen
het Zeeuwsch Genootschap der We
tenschappen opgericht. De leden sloe
gen ijverig aan net verzamelen. Kort
na 1770 is er in Vlissingen al sprake
van een zeer boeiende" verzameling,
het Cabinet van Oud- en Zeldzaam
heden. In 1801 verhuist dit kabinet
van Vlissingen naar Middelburg. Hei
krijgt de naam Museaeum Medio-
burgense en wordt ondergebracht in
een pand aan de Latijnse School
straat In 1889 verandert men weer
van huisvesting: het museum komt
in het patriciërshuis aan de Wage
naarstraat dat de jonkheren Van
Citters, een Zeeuws regentenge
slacht, daar rond 1730 hadden laten
bouwen.
Het begin van de twintigste eeuw
is niet de meest boeiende en bloei
ende tijd voor het museum. Er ls
zeer weinig belangstelling voor de
collectie. Er wordt praktisch geen
uitbreiding aan gegeven en zelfs het
onderhoud komt in de verdrukking.
De oorlog laat gebouw en collectie
echter praktisch onberoerd en pas
in 1960 komt er enig leven in de
brouwerij. Dat leven had echter al
een korte voorgeschiedenis. Sinds
1956 waren er talrijke besprekingen
tussen rijk, provincie en het Zeeuws
Genootschap over de wijze waarop
de reorganisatie van het museum
zou moeten plaatsvinden.
De oplossing kwam pas op 3 ok
tober 1960 toen de staten van Zee
land tot oprichting van de Zeeuwse
Museumstiehtlng besloten, waarbij
men kon uitgaan van een belang
rijke bijdrage van rijk, provincie en
de gemeente Middelburg.
Het doel van de stichting ls ,met
de verzamelingen vaii het Zeeuwsch
Genootschap als basis te komen tot
De subsldiesleutei, die rijk, provincie
en de gemeente Middelburg hante
ren, geeft het Zeeuws Museum nu
een jaarlijks werkbedrag van hon
derdduizend gulden- Voor volgend
Jaar verwacht men dat de sleutel
honderd vijfentwintigduizend gulden
zal opleveren Het grootste deel van
dat bedrag gaat naar het personeel.
Behalve de directeur werken er, een
hoofdassistente, een medewerker en
een concierge. Aan aankopen mag
jaarlijks 10.000 worden besteed, een
gering bedrag voor een museum, dat
een collectie opbouwt en hoognodige
zaken moet aanvullen.
,ln veel gevallen moeten we die
tienduizend gulden ook nog zien en
gebruiken als sluitpost voor andere
uitgaven. We hebben geluk dat de
Vereniging Rembrandt af en toe de
financiering van bepaalde stukken
mogelijk maakt', aldus de heer Van
Daalen. De directeur van het Zeeuws
Museum vindt dat hij financieel
ronduit te weinig armslag heeft
om op collegiaal niveau met de an
dere provinciale musea tot bij
voorbeeld een regelmatige ten
toonstellingsuitwisseling te komen.
,Dat plaatst Zeeland weer eens in
een Isolement, waar het niet mee
gediend is'.
Exposities
Het Zeeuws Museum heeft om bo
venvermelde redenen in de zeven
jaar van zijn gereorganiseerd be
staan op het gebied van tentoonstel
lingen niet veel grote dingen kunnen
doen. In 1962 was er de tentoonstel
ling ,Jan Toorop in Zeeland' Deze
liep In het gebouw van het museum
en in het gemeentehuis te Domburg.
In Middelburg waren er 1040 bezoe
kers, in Domburg 880. In 1963 werd
ln het museum de expositie van
werken van Johannes Hermanus
Koekkoek gehouden. Deze werd ln
1964 gevolgd door ,Epos in D groot',
tekeningen en gedichten over de del-
Nieuw
tawerken door Rien van den Brink
en Pierre van der Voort. In 1965
liep de grote tentoonstelling .Zee
land ln de beeldende kunst der lage
landen'. In de Middelburgse Vlees
hal trok deze fraaie expositie 10.880
bezoekers, in het provinciaal hof te
Brugge slechts 2354. In 1966 werden
de banden met het grote Vlaande
ren wat verstevigd, onder meer door
de expositie .Kunstschatten in West-
Vlaanderen', die in de Vleeshal 1590
bezoekers bezighield, in 1967 brach
ten 1212 mensen een bezoek aan
de expositie .Jonge Nederlandse
kunst' (vleeshal). In dezelfde hal
liep in hetzelfde jaar een tentoon
stelling van de Haagse groep Fugara,
die voor 4029 bezoekers zorgde.
In het tentoonstellingszaaltje van
het museum werd voorts een exoo-
sitie gehouden van werken van An
ton Heyboer, Gerrlt Dekker en Ben
d' Armagnac. Het Zeeuws Museum
was voorts betrokken bij exposities
van Cor de Wolff en J. C. van Scha-
gen.
V erwachtingen
De tentoonstellingen, trekkers voor
meer museumbezoek, volgen elkaar
de laatste tijd wat sneller op. In
juni liep ln de expositie
zaal van het museum de tentoon
stelling van werken van Liesbeth
Binkhorst en Pleter de Bodt. Juli
Is gereserveerd voor Jan Haas en
Petér de Jong, augustus voor Plet
Bulthuis, Ad en Tessa Braat.
Dr Van Daalen: .Gelukkig dat het
nu kan. We hopen er voor ons en
voor de Zeeuwse kunstenaars een
Ïoede gewoonte van te kunnen ma-
en.'
Van 14 september tot half oktober
zal dr Van Daalen kunnen kjj-
ken naar de Middelburgse uitgave
van World Press Photo. De huur
van deze tentoonstelling kost het
Zeeuws Museum alleen al 5000.
Met een tentoonstellingsbudget van
4000 's jaars zit je dan al duizend
gulden mis.
Voor 1969 hoopt men dat be
grotingsbedrag definitief op te trek
ken tot 5000. Dr Van Daalen ver
wacht dan in de Vleeshal de ten
toonstelling .Letterlijk' in te kun
nen richten. Deze expositie beschrijft
de functie van de ietter in de beel
dende kunst van de twintigste eeuw.
Om de banden met het museum dui
delijk aan te geven is de tentoon
stelling ln twee delen geknipt. Het
meer .moderne' gedeelte zit onder
het dak van de Vleeshal, de rest,
de letter ln de kunstnijverheid, meer
het ouderwetse Idee. vindt men ln de
Wagenaarstraat
Hetzelfde bindingsprocédé ls in
februari van dit jaar al gev lgd
in samenwerking met zijn Dordt-
bij de tentoonstelling van Franse
wandtapijten .die Van Daalen
se collega naar Middelburg haal
de. De oplossing bleek niet zo
De Zeeuwse museumstichting
is op 3 december 1960 een feit
geioorden en heeft als doel,
met de verzamelingen van het
Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen als basis, te
komen tot een museum dat
een gelijkwaardige partner
zijn kan van de andere pro
vinciale musea tn ons land.
Dat doel is nog steeds niet
helemaal bereikt: de stichting
werkt om .er iets van te ma
ken.' Het Zeeuws Museum is
mede ten gevolge van die in
spanning bezig de kinder
schoenen te verwisselen met
die van de wat rijpere jeugd.
Meer daarover in bijgaand ar
tikel, waar tw een gesprek met
dr P. K. van Daalen, directeur
van het Zeeuws Museum, ver
leden heden en toekomst aan
de orde komen.
vruchtdragend te zijn. Slechts
weinigen namen de moeite om na
het leeuwendeel van de de exposi
tie in de Vleeshal ook nog eens
naar het museum te stappen, waar
nog enkele tapijtjes, bepaald niet
de pronkstukken van de collectie,
ter bewondering waren uitgehangen
Van Daalen: ,Het ls natuurlijk al
tijd een nadeel om de zaken te split
sen. Alleen organisatorisch al. Zaken,
die ik eigenlijk zelf moet doen, wor
den nu door een vriendelijke sup
poost afgedaan. Ik Kan niet op twee
Klaatsen tegelijk zijn. Bovendien
lijkt dat de mensen niet zo graag
naar een expositie in gedeelten gaan.'
Waarom is het dan toch (weer) ge
beurd? ,Ja, we moeten natuurlijk
wel wijzen op de functie van het
Zeeuws Museum. Wij doen het en
als het in de Vleeshal hangt, denkt
en zegt ledereen dat het van de
gemeente komt. Vandaar dat we nog
even nadrukkelijk naar de Wagenaar"
straat verwijzen'
Als men de heer Van Daalen vraagt
naar zijn grote wens dan moet hij
v/eer zo'n tentoonstelling aanwijzen.
,Ik zou het liefst de tentoonstellings
bedragjes van enkele jaren ln één
potje willen stoppen en dan plotse
ling komen met iets spectaculairs.
Ik zou dan een prachtige tentoon
stelling maken van hedendaagse
beeldhouwwerken op Internationaal
niveau op de bolwerken van Middel
burg. Prachtig. Tn de Vleeshal zou
den dan tegelflk de tekeningen, de
werkschetsen van die mensen ge
ëxposeerd moeten worden. Dat zou
geweldig kunnen zijn.'
Voorlopig echter geen beeld
houwwerken op de bolwerken.
De Zeeuwse Museumstichting
vindt haar bolwerk nog steeds
in het wat strenge patriciërs
huis aan de Wagenaarstraat,
waar achter de hoge groene
deur de uitwas tiert van een
rariteitenkabinet.
In de museumtuin ia het groen
in vele tinten. De kastanje
kaarsen staan recht overeind.
De nieuwe lente en het bijpas
sende nieuwe geluid liggen voor
de hand. Het Zeeuws Museum:
een gezeten burger staat lang
zaam op, bereid zich blozend in
het lentegewoel te begeven. De
eerste morgen is nabij.
IN DE AFGELOPEN weken lazen we een stapel boeken
door, die ons stuk voor stuk geschikt lijken om een plaatsje
in de koffer te geven, voor een regenachtige dag, een
rustige avond, een uurtje wachten op eten dat niet klaar
is of een partner die niet is opgestaan. Heel weinig plaats
nemen de .Parels en Stenen' van Georges van Acker in,
een boekje met aforismen, die dus juist nog al veel te
overdenken geven. Van Acker, thans 49, is Belg, commu
nist en autodidact. Zijn aforismen (.gedachten-aanteke
ningen' in zijn werkboekje) wisselen inderdaad van stenen
tot parels (al heeft hij dat niet zo bedoeld), van waarheden
als koeien en onbenulligheden (b.v. .Mensen met geld zijn
over 't algemeen geachte mensen. Niet altijd achtbare
mensen', en er zijn er nog veel erger) tot juwelen, inder
daad, waarvan we er met plezier een paar citeren:
De vriendschap van een zwak mens kan gevaarlijker zijn dan de
haat van een vijand.
Mannen kunnen uit liefde voor een vrouw op hun knieën vallen.
Velen blijven daarna op hun knieën zitten
Tenslotte een over het aforisme zelf:
Aforisme een deel waarheid en een stuk leugen. En zich afvragen
of de leugen waar is.
(Uitgave: in samenwerking lussen de U.A. .Opwenteling". Eind
hoven en de U M. .Marnix" te Gent)
Een ander klein boekje met een goede vijftig aardige korte stukjes,
verhaaltjes, parabels is: ,Oud-Chinese Wijsheid', als voorjaars
premie door de Wereld-Bibliotheek, Amsterdam, aan haar leden
geschonken Uit welke talen werd vertaald staat nergens aange
geven Het doet er bij een boekje zondere verdere pretenties ook
niet zo veel toe. maar het had wel een betere indruk gemaakt.
Foeilelijke omslag en illustraties van Ineke Heestermans. Voor
beelden van het boekje zelf:
WAT MOEILIJK TE SCHILDEREN IS
Een schilder maakte schilderijen voor de koning van Tji. Op een
dag vroeg de koning hem: Wat is het moeilijkste te schilderen
.Honden en paarden antwoordde de schilder,
echter niel: niemand heeft hen gezien. Daarom zijn ze gemakkelijk
,En wat is het gemakkelijkste?' vroeg de koning.
Goden en Geesten' gaf de schilder ten antwoord. .Honden en paar
den kent iedereen. Of ze goed en gelijkend geschilderd zijn, kan
iedereen beoordelen. Hoe Goden en geesten eruit zien weet men
te schilderen.' (3e eeuw v. Chr.).
MET DE KAARS DE VUURSTEEN ZOEKEN
Op een avond riep Al Dsi zijn leerling toe dat hij vuur moest slaan
en de kaars aansteken. Maar er gebeurde niets. Ai Dsi herhaalde
zijn verzoek met luide stem. ,Het is zo donker, dat lk de vuursteen
niet kan vinden', klaagde de leerling. En hij voegde er aan toe:
.Meester, steekt u de kaars maar aan, dan zullen we samen de
vuursteen wel vinden' (11de eeuw).
Boekjes met .kinderhumor' zijn tegenwoordig erg in de mode. Eigen
ieelt en ook van vreemde bodem. Uit Frankrijk kwam in vertaling
een best-sellertje. een bloemlezing uit het tweetal bundels van
Jean-Charles, ,Kien zijn en keet schoppen' (Arbeiderspers, Am
sterdam). Charles putte voornamelijk uit opstellen van leerlingen
van middelbare scholen en ook uit allerlei bronnen, zodat ook
oudere .keetschoppers' nog aan de beurt komen. Hoewel de ver
taling goed is, en stellig aan Pieter Beek veel hoofdbrekens heeft
gekost, verliezen zulke voorbeelden van ongewilde humor ln ver
taling vaak hun charme. Het waas van echtheid gaat er af, er
komt iets geforceerds, te zwaars, voor ln de plaats, of de zaak
wordt verwrongen. Eerlijk gezegd lijken vele van de staaltjes ons
ook lichtelijk gearrangeerd en samengevoegd, wat mooier gemaakt
dan ze waren
Enkele leuke (uit schoolopstellen vermoedelijk):
Een slak is tegelijk mannelijk en vrouwelijk, maar hij heeft er
niets aan Als moeder ziek is doet vader dienst als vrouw voor
iedereen die in huis komt
De oude boer was blind maar desondanks sprak hij vloeiend Frans
Mijn kleine broertje is nu drie maanden oud. Hij kan nog niet
iopen. maar hij heeft wel al twee voeten.
Nogmaals: het vertalen vervalst soms op een bepaalde manier.
Terugvertalend kan men dat zelfs merken, in het Nederlands
.doet' b.v ,De merrie zoogt zijn kip' het totaal niet, omdat de
woorden kip en veulen te ver uit elkaar liggen. Het moge er in het
Frans, qua letterlijke betekenis gestaan hebben, toch is het. in
vertaling, mis.
Tenslotte een van die stukjes die wel leuk zijn, maar waar ons een
luchtje aan lijkt:
DE PREHISTORIE. In die tijd gingen onze voorouders gekleed in
arme beesten, terwijl hun woningen in de taveernes lagen: de
nesten van onze beschaving. Later gingen ze ln hutten wonen; ze
hadden toen geen kleren en geen hemden meer; alleen nog maar
een gat om de rook door te laten. Verder beschikten ze enkel over
een zéér primitief soort gereedschap voor het stichten van hun
families
'an de lachertjes naar een ernstiger, hoewel geenszins zwaar
wichtig geschrift: het sympathieke, pretentieloze levensverhaal
Mahalia Jackson, de gospelzangeres. .Mahalia Jackson, het
verhaal van haar leven, geschreven met medewerking van Evan
Mc. Leos Wylie', werd uitgegeven door Bosch en Keuning te Baarn.
Mahalia Jackson, afkomstig uit een volkswijk in New Orleans
waar ze in 1911 werd geboren, is gestegen tot wereldfaam, veertig
jaar lang zingend voor haar boterham zowel als voor haar Heer.
Zij is een echt kind van het Zuiden (Louisiana) gebleven, ze laat
zich fotograferen als ze met een lieve lach een dure doos bonbons
in ontvangst neemt, zittend in een Louis XVI bergère en omringd
door luxe maar ze vertelt bij voorkeur kostelijke details als het
volgende
.Nog niet zo lang geleden nodigde ik in Chicago mijn buurtbewoners
uit op het kerstdiner. Terwijl ledereen in de huiskamer zat te
lachen en te praten, stond ik in de keuken een grote kalkoen met
alles wat daarbij hoort te bereiden. Plotseling merkte ik dat ik,
doordat ik zolang op tournee was geweest in het noorden, snakte
naar een echt zuidelijk stukje eten. Heimelijk begon ik voor me
zelf maïskoeken, met sla en lever klaar te maken. Al heel gauw
dreef de verrukkelijke geur van dit gerecht de keuken uit en niet
lang daarna staken de eerste gasten htm hoofd om de hoek van
de keukendeur. ,Hé, Mahalia, wat sta jij daar stiekum voor je zelf
te kokkerellen Dat ruikt nou niet bepaald naar kalkoen Voor
ik er iets aan kon doen, waren ze al bezig mijn maïskoeken en sla
en lever te verorberen. Het dure eten dat ze nog te wachten stond,
waren ze kennelijk helemaal vergeten' (pp. 17-18). Hoogst Interes
sant zijn haar jeugdherinneringen aan New-Orleans, de jazz, de
showboten op de Mississipi, en ook aan .Carnival-Day', de dag
van wraak en misdaden Bijzonder treffend ook de passages over
het rassenvraagstuk, haar ontmoetingen met president Kennedy er.
Ds. King. Een tiental mooie, sfeervolle foto's verlucht dit boek.
LETTERKUNDIGE KRONIEK
DOOR HANS WARREN
Waarom, als u er van houdt, niet een detectiveroman meegenomen,
en dan een van eigen bodem, een rechter Tie-verhaal van Robert
van Gulik. ,De Parel van de Keizer', een verhaal vol spanning en
oosterse geheimzinnigheid (verantwoord, bij deze eminente kenner
van het Oosten waarvan W. van Hoeve, Den Haag, in de reeks
Kramers pockets van formaat een derde druk bracht.
Of, totaal anders, reizend met een reisboek al dan niet naar Italië
of in een luie stoel: Ooethes onsterfelijke .Italïenische Relse', eens
inderdaad in de Onsterfelijken-reeks van Contact, thans als Con
tact-klassiek in vierde druk in een luxe paperback, vertaald door
Roel Houwink. ,Reis naar Italië' is het dagboek dat Goethe vanaf 3
sept. 1786 tot 6 Juni 1787 bijhield toen hij als toerist via Verona,
Padua naar Rome reisde. Daar verbleef hij geruime tijd, vervolgens
bezocht hij Napels, Pompei, Herculaneum, Paestum en Sicilië. Deze
uitgave is geïllustreerd met een aantal reproducties van Goethea
eigen tekeningen, schetsen die uitmunten door soberheid en helder
heid- De reis naar Italië heeft voor de 37-jarige Goethe heel veel
betekend en dit dagboek legt daar getuigenis vanaf. Het is een
zich hervinden en peilen en voorbereiden op nieuw werk van een
der grootste genieën die ooit hebben geleefd en deze persoonlijke
confrontatie van een Noorderling met het Zuiden blijft een der
boeiendste gebeurtenissen uit de confessie-literatuur. Extra charme
geeft het, de steden, landschappen en kunstwerken te zien met
Goethe als gids, maar ook al blijft men rustig thuis: dit boek
blijft levenslang groot genot geven.
TlTet zevenmijlslaarzen stappend door de Nederlandstalige litera-
tuur stelde dr. Ph. Schröder een aardig boeket artikeltjes
samen onder de titel: ,En met zo'n juffertje ging dominee trouwen'.
Dat juffertje was Betje Wolff, toen nog Elisabeth Bekker, wegge
lopen met haar jonge vaandrig Gargon, berispt en op het klappertje
geplaatst door de Vlissingse kerkeraad. En daar komt een dominee
van in de vijftig uit de Beemster. haar ouwe paai, die met haar
trouwt. Enfin, ieder kent die zaak. Betje is dapper geweest en
dominee Wolff een goed mens
Dr. Schröder schrijft aardige, lichte stukjes, vlot maar toch niet
oppervlakkig (al begint hij niet erg gelukkig, zijn stukje over Cats
staat, vól gemeenplaatsen), een soort instantaneetjes die toch veel
voorbereiding hebben gevergd In totaal passeren een twintigtal
letterkundigen de revue, vanaf Cats tot Frederik van Eeden. Zijn
voorkeur ls daarbij uitgegaan naar figuren van het tweede en derde
plan. Zo vindt men o.a. ook Lucas Schermer. Adriaan Loosjes.
J. F Helmers, Gerrit van de Linde en J. P Hasebroek. Menigeen
zal dan ook in dit boekje verrassende ontdekkingen doen en ge
stimuleerd worden, iets meer van deze figuren te gaan lezen.
(Wereld-Bibliotheek. Amsterdam)
Een ander boek om herhaaldelijk in te snuffelen is de dikke turf
Een leven als een oordeel' van Jacques den Haan. uitgegeven door
Meulenhoff en De Bezige Bij, Amsterdam. Een enorme verzamel
bundel (bijna 700 bladzijden) van artikelen die den Haan in de
twintig jaar die hij nu publiceert heeft geschreven Reeksen ar
tikelen over één en dezelfde auteur werden samen gebracht, bij
elkaar aangepast, sluitend gemaakt. Het boek handelt haast uit
sluitend over Engelse en Amerikaanse schrijvers, en dan. natuurlijk,
over Den Haan zelf. Vooraf een uitvoerig en goed Interview door
Hans van Straten. .Dat zijn situaties, daar word ik gewoon woedend
over. Dat ergens in de wereld een boek bestaat dat ik niet krijgen
kan 1' Hartstochtelijke uitroep van een man die zonder boeken
niet leven kan.
Qua boek een kleiner broertje ls ,Een pakje per dag' van C. Bud
ding' (Wit Beertje, Bruna Zoon. Utrecht). Ook Buddingh' is een
beroepslezer en hij consumeert een pakje boeken per dag. waarover
hij dan schrijft in dag- en weekblad. Den Haan is iemand die boven
al tot lezen stimuleert (hij schrijft bij voorkeur of alleen maar
over boeken waar hij iets of veel in te waarderen vindt of die hij
bewondert). Buddingh' staat niet zo ver van hem af. Hij causeert
in dit werkje ook over binnen- en buitenlandse literatuur en over
algemene zaken, de literatuur betreffende.