EEN GEZETEN BURGER STAAT OP V AKANTIELECTUUR II Van 'n rariteitenkabinet tot ,Het Zeeuws Museum' V ZATERDAG 20 JULI 1968 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ÈSSSBiSS In de Middelburgse Wagenaarstraat tiert de uitwas van een ra riteitenkabinet: het Cabinet van Oud- en Zeldzaamheden is er in zeven korte jaren het Zeeuws museum geworden. Wat meer zegt voor wie het belang van het museum aan het bezoek wil afmeten is de hoopgevende omstandigheid dat de grote groene deur achter de hoge trap zeven jaar geleden voor 1420 belangstellenden openging en nu volgens het jaarverslag over 1967 al voor 10.012 personen de toe gang tot de museumactiviteiten ontsloot. De trap is hoog, de deur is hoog. Het huis Wagenaarstraat 1 heeft het aanzien van een behuizing voor zeer welgezeten bur gers. Dat was het ook, dat is het ook. In zeven jaar tijd is het Zeeuws Museum in Zeeland een zeer gezeten burger gewor den. Uiterlijk een gezeten burger met een tevreden gezicht, een gezicht dat toch af en toe nog trekken van spanning verraadt als de zittende burger dreigt op te staan. Het Zeeuws Museum staat de laatste tijd iets vaker op. Het laat Zeeland een wat gespannener gezicht zien en kondigt aan dat de tijd van het rariteitenkabinet vergeten moet zijn. Tijd en ruimte komen vrij om tentoonstellingen, nevenactiviteiten, activiteitslijnen naar Het Museum te laten leggen. .Dat kan nu', zegt dr P. K. van Daalen, directeur. .We hebben die eerste jaren nodig gehad om de be schikbare ruimte in te richten. Be halve de vertrekken die voor depóts zijn Ingeruimd zijn alle kamers nu open voor het publek. Bij al- zaak te onderhouden en in stand le werk, dat we hebben om de te houden, kunnen we eindelijk eens rustig aan andere dingen denken'. Van Daalen kwam in 1961. Daarvoor zat hij in Den Haag, hoog en droog bij de rijksinspectie vooï' roerende monumenten. Bij zijn komst in Middelburg schreef een meevoe lend collega hem: ,Ik stel me voor lat je vanuit een vacuüm voorzich tig moet proberen iets op te bouwen zonder goed te weten, welke vorm dat iets aan zal moeten nemen.' Dr Van Daalen en de omstandighe den hebben intussen die vorm ge vonden. Van Daalen: ,->len is altijd gauw geneigd om te zeggen: dat muse um doet zo weinig, maar hel doet heel wat. Alleen, het dringt niet lei gebied, niet alleen maar schilde rden Daar moet voor gezorgd wor den. En dat is een zeer belangrijk deel van het werk'. De heer Van Daaien geeft liever geen direct antwoord op de vraag of hjj zich nu directeur of conservator voelt. ,Ja, lk ben directeur, dat ls de functie. Dan kun je ook het best die naam gebruiken. Eigenlijk ls het zo: ik ben belast met het beheren en uitbouwen van de collectie. Dat is een mooie omschrijving. Die ge bruiken mijn collega's ook noga) eens graag.' Middelburgse antiquair W. H. Bal aan het rijk gelegateerd met de be paling dat ze in Middelburg zou moeten worden geëxposeerd. Het Zeeuws Museum heeft de verzame ling permanent in bruikleen gekre gen. vinciale musea in Nederland'. De stichting kreeg de collecties van het Zeeuwsch Genootschap perma nent In bruikleen en in 1961 werd een begin gemaakt met de volledige reorganisatie. altjjd tot de toevallige oezoeker door. Je kunt nu echt niet meer zeggen: gut, wat is het hier een arme boel. VVo hebben heel hard moeten wer ken om de noodzakelijke dingen tc Urygen. Kijk, als je zegt Zeeuws Museum, met de nadruk op Zeeuws, dan betekent dat natuurlijk dat je een aantal dingen zonder meer móet hebben. In mijn opdracht staat ook zeer duidelijk het begrip ,de Zeeuw se cultuur'. Daar moeten we op de eerste plaats mee en voor werken'. .We zijn intussen zover dat we voor zichtig kunnen zeggen dat in elk geval enigermate aandacht aan ver schillende specifieke onderdelen van de collectie is besteed. Ik noem dan maar de munten en penningen, het Zeeuws zilver, kostuums en kostuum onderdelen en Zeeuwse sieraden. Om aan dergelijke collecties een beetje 'n compleet gezicht te geven moet er nogal gewerkt worden ,De mensen stellen nog veel te dik wijls de vraag: en de schilderijen, waar blijven ae schilderijen Fout. We hebben een verzameling op aller In 1961 kwam ook dr Van Daalen naar Middelburg om aan die reor ganisatie de nodige leiding te geven. Mejuffrouw A. A. van der Poel kwam hem in 1962 bij de inventari satie van de bezittingen assisteren. In datzelfde jaar konden al drie vertrekken voor het publiek worden opengesteld. In 1963 waren er dat nog eens drie en in 1964 ging als zevende vertrek het rariteitenkabi net open. 1965 werd gereserveerd voor de publiekmaking van de bo demvondsten De inrichting van de kostuumafdeling maakte het jaar daarop alle ruimte vol. Alles .staat' nu. Wat staat er? Een vertrek met zeldzaamheden, een Walcherse hoerenkamer en een koe- kebakkerswinkel, 17e- en 18e-eew- se meubels en schilderijen, munten en penningen en, niet te vergeten, de onder- tevens bovenbouw van het Zeeuws Museum, de collectie-Bal. Deze omvangrijke verzameling (por selein, Delfts aardewerk, meubelen) Is indertijd (1962) door de befaamde Het Zeeuws Museum, Wage naarstraat l te Middelburg, is de aanduiding van de ruim te waarbinnen de Zeeuwse Museumstichting aan de doel stelling werkt. Daar zijn ondergebracht de eigen collec ties van de stichting, de col lecties van het Zeeuwsch Ge nootschap der Wetenschappen en de collecties van wijlen de Middelburgse antiquair W. H. Bal. Het Zeeuws Museum is geopend dagelijks behalve 'zondags) van tien tot half één en van half twee tot vijf uur. Financi'én Oud Volgens dr Van Daalen kan Zeeland zich erop beroemen een van de oudste musea van het land te hebben. ,Op enkele meer specifiek gerichte, is het Zeeuws Museum ook al ls de naam nog vrij nieuw zelfs de oudste.' In 1769 werd in Vlissingen het Zeeuwsch Genootschap der We tenschappen opgericht. De leden sloe gen ijverig aan net verzamelen. Kort na 1770 is er in Vlissingen al sprake van een zeer boeiende" verzameling, het Cabinet van Oud- en Zeldzaam heden. In 1801 verhuist dit kabinet van Vlissingen naar Middelburg. Hei krijgt de naam Museaeum Medio- burgense en wordt ondergebracht in een pand aan de Latijnse School straat In 1889 verandert men weer van huisvesting: het museum komt in het patriciërshuis aan de Wage naarstraat dat de jonkheren Van Citters, een Zeeuws regentenge slacht, daar rond 1730 hadden laten bouwen. Het begin van de twintigste eeuw is niet de meest boeiende en bloei ende tijd voor het museum. Er ls zeer weinig belangstelling voor de collectie. Er wordt praktisch geen uitbreiding aan gegeven en zelfs het onderhoud komt in de verdrukking. De oorlog laat gebouw en collectie echter praktisch onberoerd en pas in 1960 komt er enig leven in de brouwerij. Dat leven had echter al een korte voorgeschiedenis. Sinds 1956 waren er talrijke besprekingen tussen rijk, provincie en het Zeeuws Genootschap over de wijze waarop de reorganisatie van het museum zou moeten plaatsvinden. De oplossing kwam pas op 3 ok tober 1960 toen de staten van Zee land tot oprichting van de Zeeuwse Museumstiehtlng besloten, waarbij men kon uitgaan van een belang rijke bijdrage van rijk, provincie en de gemeente Middelburg. Het doel van de stichting ls ,met de verzamelingen vaii het Zeeuwsch Genootschap als basis te komen tot De subsldiesleutei, die rijk, provincie en de gemeente Middelburg hante ren, geeft het Zeeuws Museum nu een jaarlijks werkbedrag van hon derdduizend gulden- Voor volgend Jaar verwacht men dat de sleutel honderd vijfentwintigduizend gulden zal opleveren Het grootste deel van dat bedrag gaat naar het personeel. Behalve de directeur werken er, een hoofdassistente, een medewerker en een concierge. Aan aankopen mag jaarlijks 10.000 worden besteed, een gering bedrag voor een museum, dat een collectie opbouwt en hoognodige zaken moet aanvullen. ,ln veel gevallen moeten we die tienduizend gulden ook nog zien en gebruiken als sluitpost voor andere uitgaven. We hebben geluk dat de Vereniging Rembrandt af en toe de financiering van bepaalde stukken mogelijk maakt', aldus de heer Van Daalen. De directeur van het Zeeuws Museum vindt dat hij financieel ronduit te weinig armslag heeft om op collegiaal niveau met de an dere provinciale musea tot bij voorbeeld een regelmatige ten toonstellingsuitwisseling te komen. ,Dat plaatst Zeeland weer eens in een Isolement, waar het niet mee gediend is'. Exposities Het Zeeuws Museum heeft om bo venvermelde redenen in de zeven jaar van zijn gereorganiseerd be staan op het gebied van tentoonstel lingen niet veel grote dingen kunnen doen. In 1962 was er de tentoonstel ling ,Jan Toorop in Zeeland' Deze liep In het gebouw van het museum en in het gemeentehuis te Domburg. In Middelburg waren er 1040 bezoe kers, in Domburg 880. In 1963 werd ln het museum de expositie van werken van Johannes Hermanus Koekkoek gehouden. Deze werd ln 1964 gevolgd door ,Epos in D groot', tekeningen en gedichten over de del- Nieuw tawerken door Rien van den Brink en Pierre van der Voort. In 1965 liep de grote tentoonstelling .Zee land ln de beeldende kunst der lage landen'. In de Middelburgse Vlees hal trok deze fraaie expositie 10.880 bezoekers, in het provinciaal hof te Brugge slechts 2354. In 1966 werden de banden met het grote Vlaande ren wat verstevigd, onder meer door de expositie .Kunstschatten in West- Vlaanderen', die in de Vleeshal 1590 bezoekers bezighield, in 1967 brach ten 1212 mensen een bezoek aan de expositie .Jonge Nederlandse kunst' (vleeshal). In dezelfde hal liep in hetzelfde jaar een tentoon stelling van de Haagse groep Fugara, die voor 4029 bezoekers zorgde. In het tentoonstellingszaaltje van het museum werd voorts een exoo- sitie gehouden van werken van An ton Heyboer, Gerrlt Dekker en Ben d' Armagnac. Het Zeeuws Museum was voorts betrokken bij exposities van Cor de Wolff en J. C. van Scha- gen. V erwachtingen De tentoonstellingen, trekkers voor meer museumbezoek, volgen elkaar de laatste tijd wat sneller op. In juni liep ln de expositie zaal van het museum de tentoon stelling van werken van Liesbeth Binkhorst en Pleter de Bodt. Juli Is gereserveerd voor Jan Haas en Petér de Jong, augustus voor Plet Bulthuis, Ad en Tessa Braat. Dr Van Daalen: .Gelukkig dat het nu kan. We hopen er voor ons en voor de Zeeuwse kunstenaars een Ïoede gewoonte van te kunnen ma- en.' Van 14 september tot half oktober zal dr Van Daalen kunnen kjj- ken naar de Middelburgse uitgave van World Press Photo. De huur van deze tentoonstelling kost het Zeeuws Museum alleen al 5000. Met een tentoonstellingsbudget van 4000 's jaars zit je dan al duizend gulden mis. Voor 1969 hoopt men dat be grotingsbedrag definitief op te trek ken tot 5000. Dr Van Daalen ver wacht dan in de Vleeshal de ten toonstelling .Letterlijk' in te kun nen richten. Deze expositie beschrijft de functie van de ietter in de beel dende kunst van de twintigste eeuw. Om de banden met het museum dui delijk aan te geven is de tentoon stelling ln twee delen geknipt. Het meer .moderne' gedeelte zit onder het dak van de Vleeshal, de rest, de letter ln de kunstnijverheid, meer het ouderwetse Idee. vindt men ln de Wagenaarstraat Hetzelfde bindingsprocédé ls in februari van dit jaar al gev lgd in samenwerking met zijn Dordt- bij de tentoonstelling van Franse wandtapijten .die Van Daalen se collega naar Middelburg haal de. De oplossing bleek niet zo De Zeeuwse museumstichting is op 3 december 1960 een feit geioorden en heeft als doel, met de verzamelingen van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen als basis, te komen tot een museum dat een gelijkwaardige partner zijn kan van de andere pro vinciale musea tn ons land. Dat doel is nog steeds niet helemaal bereikt: de stichting werkt om .er iets van te ma ken.' Het Zeeuws Museum is mede ten gevolge van die in spanning bezig de kinder schoenen te verwisselen met die van de wat rijpere jeugd. Meer daarover in bijgaand ar tikel, waar tw een gesprek met dr P. K. van Daalen, directeur van het Zeeuws Museum, ver leden heden en toekomst aan de orde komen. vruchtdragend te zijn. Slechts weinigen namen de moeite om na het leeuwendeel van de de exposi tie in de Vleeshal ook nog eens naar het museum te stappen, waar nog enkele tapijtjes, bepaald niet de pronkstukken van de collectie, ter bewondering waren uitgehangen Van Daalen: ,Het ls natuurlijk al tijd een nadeel om de zaken te split sen. Alleen organisatorisch al. Zaken, die ik eigenlijk zelf moet doen, wor den nu door een vriendelijke sup poost afgedaan. Ik Kan niet op twee Klaatsen tegelijk zijn. Bovendien lijkt dat de mensen niet zo graag naar een expositie in gedeelten gaan.' Waarom is het dan toch (weer) ge beurd? ,Ja, we moeten natuurlijk wel wijzen op de functie van het Zeeuws Museum. Wij doen het en als het in de Vleeshal hangt, denkt en zegt ledereen dat het van de gemeente komt. Vandaar dat we nog even nadrukkelijk naar de Wagenaar" straat verwijzen' Als men de heer Van Daalen vraagt naar zijn grote wens dan moet hij v/eer zo'n tentoonstelling aanwijzen. ,Ik zou het liefst de tentoonstellings bedragjes van enkele jaren ln één potje willen stoppen en dan plotse ling komen met iets spectaculairs. Ik zou dan een prachtige tentoon stelling maken van hedendaagse beeldhouwwerken op Internationaal niveau op de bolwerken van Middel burg. Prachtig. Tn de Vleeshal zou den dan tegelflk de tekeningen, de werkschetsen van die mensen ge ëxposeerd moeten worden. Dat zou geweldig kunnen zijn.' Voorlopig echter geen beeld houwwerken op de bolwerken. De Zeeuwse Museumstichting vindt haar bolwerk nog steeds in het wat strenge patriciërs huis aan de Wagenaarstraat, waar achter de hoge groene deur de uitwas tiert van een rariteitenkabinet. In de museumtuin ia het groen in vele tinten. De kastanje kaarsen staan recht overeind. De nieuwe lente en het bijpas sende nieuwe geluid liggen voor de hand. Het Zeeuws Museum: een gezeten burger staat lang zaam op, bereid zich blozend in het lentegewoel te begeven. De eerste morgen is nabij. IN DE AFGELOPEN weken lazen we een stapel boeken door, die ons stuk voor stuk geschikt lijken om een plaatsje in de koffer te geven, voor een regenachtige dag, een rustige avond, een uurtje wachten op eten dat niet klaar is of een partner die niet is opgestaan. Heel weinig plaats nemen de .Parels en Stenen' van Georges van Acker in, een boekje met aforismen, die dus juist nog al veel te overdenken geven. Van Acker, thans 49, is Belg, commu nist en autodidact. Zijn aforismen (.gedachten-aanteke ningen' in zijn werkboekje) wisselen inderdaad van stenen tot parels (al heeft hij dat niet zo bedoeld), van waarheden als koeien en onbenulligheden (b.v. .Mensen met geld zijn over 't algemeen geachte mensen. Niet altijd achtbare mensen', en er zijn er nog veel erger) tot juwelen, inder daad, waarvan we er met plezier een paar citeren: De vriendschap van een zwak mens kan gevaarlijker zijn dan de haat van een vijand. Mannen kunnen uit liefde voor een vrouw op hun knieën vallen. Velen blijven daarna op hun knieën zitten Tenslotte een over het aforisme zelf: Aforisme een deel waarheid en een stuk leugen. En zich afvragen of de leugen waar is. (Uitgave: in samenwerking lussen de U.A. .Opwenteling". Eind hoven en de U M. .Marnix" te Gent) Een ander klein boekje met een goede vijftig aardige korte stukjes, verhaaltjes, parabels is: ,Oud-Chinese Wijsheid', als voorjaars premie door de Wereld-Bibliotheek, Amsterdam, aan haar leden geschonken Uit welke talen werd vertaald staat nergens aange geven Het doet er bij een boekje zondere verdere pretenties ook niet zo veel toe. maar het had wel een betere indruk gemaakt. Foeilelijke omslag en illustraties van Ineke Heestermans. Voor beelden van het boekje zelf: WAT MOEILIJK TE SCHILDEREN IS Een schilder maakte schilderijen voor de koning van Tji. Op een dag vroeg de koning hem: Wat is het moeilijkste te schilderen .Honden en paarden antwoordde de schilder, echter niel: niemand heeft hen gezien. Daarom zijn ze gemakkelijk ,En wat is het gemakkelijkste?' vroeg de koning. Goden en Geesten' gaf de schilder ten antwoord. .Honden en paar den kent iedereen. Of ze goed en gelijkend geschilderd zijn, kan iedereen beoordelen. Hoe Goden en geesten eruit zien weet men te schilderen.' (3e eeuw v. Chr.). MET DE KAARS DE VUURSTEEN ZOEKEN Op een avond riep Al Dsi zijn leerling toe dat hij vuur moest slaan en de kaars aansteken. Maar er gebeurde niets. Ai Dsi herhaalde zijn verzoek met luide stem. ,Het is zo donker, dat lk de vuursteen niet kan vinden', klaagde de leerling. En hij voegde er aan toe: .Meester, steekt u de kaars maar aan, dan zullen we samen de vuursteen wel vinden' (11de eeuw). Boekjes met .kinderhumor' zijn tegenwoordig erg in de mode. Eigen ieelt en ook van vreemde bodem. Uit Frankrijk kwam in vertaling een best-sellertje. een bloemlezing uit het tweetal bundels van Jean-Charles, ,Kien zijn en keet schoppen' (Arbeiderspers, Am sterdam). Charles putte voornamelijk uit opstellen van leerlingen van middelbare scholen en ook uit allerlei bronnen, zodat ook oudere .keetschoppers' nog aan de beurt komen. Hoewel de ver taling goed is, en stellig aan Pieter Beek veel hoofdbrekens heeft gekost, verliezen zulke voorbeelden van ongewilde humor ln ver taling vaak hun charme. Het waas van echtheid gaat er af, er komt iets geforceerds, te zwaars, voor ln de plaats, of de zaak wordt verwrongen. Eerlijk gezegd lijken vele van de staaltjes ons ook lichtelijk gearrangeerd en samengevoegd, wat mooier gemaakt dan ze waren Enkele leuke (uit schoolopstellen vermoedelijk): Een slak is tegelijk mannelijk en vrouwelijk, maar hij heeft er niets aan Als moeder ziek is doet vader dienst als vrouw voor iedereen die in huis komt De oude boer was blind maar desondanks sprak hij vloeiend Frans Mijn kleine broertje is nu drie maanden oud. Hij kan nog niet iopen. maar hij heeft wel al twee voeten. Nogmaals: het vertalen vervalst soms op een bepaalde manier. Terugvertalend kan men dat zelfs merken, in het Nederlands .doet' b.v ,De merrie zoogt zijn kip' het totaal niet, omdat de woorden kip en veulen te ver uit elkaar liggen. Het moge er in het Frans, qua letterlijke betekenis gestaan hebben, toch is het. in vertaling, mis. Tenslotte een van die stukjes die wel leuk zijn, maar waar ons een luchtje aan lijkt: DE PREHISTORIE. In die tijd gingen onze voorouders gekleed in arme beesten, terwijl hun woningen in de taveernes lagen: de nesten van onze beschaving. Later gingen ze ln hutten wonen; ze hadden toen geen kleren en geen hemden meer; alleen nog maar een gat om de rook door te laten. Verder beschikten ze enkel over een zéér primitief soort gereedschap voor het stichten van hun families 'an de lachertjes naar een ernstiger, hoewel geenszins zwaar wichtig geschrift: het sympathieke, pretentieloze levensverhaal Mahalia Jackson, de gospelzangeres. .Mahalia Jackson, het verhaal van haar leven, geschreven met medewerking van Evan Mc. Leos Wylie', werd uitgegeven door Bosch en Keuning te Baarn. Mahalia Jackson, afkomstig uit een volkswijk in New Orleans waar ze in 1911 werd geboren, is gestegen tot wereldfaam, veertig jaar lang zingend voor haar boterham zowel als voor haar Heer. Zij is een echt kind van het Zuiden (Louisiana) gebleven, ze laat zich fotograferen als ze met een lieve lach een dure doos bonbons in ontvangst neemt, zittend in een Louis XVI bergère en omringd door luxe maar ze vertelt bij voorkeur kostelijke details als het volgende .Nog niet zo lang geleden nodigde ik in Chicago mijn buurtbewoners uit op het kerstdiner. Terwijl ledereen in de huiskamer zat te lachen en te praten, stond ik in de keuken een grote kalkoen met alles wat daarbij hoort te bereiden. Plotseling merkte ik dat ik, doordat ik zolang op tournee was geweest in het noorden, snakte naar een echt zuidelijk stukje eten. Heimelijk begon ik voor me zelf maïskoeken, met sla en lever klaar te maken. Al heel gauw dreef de verrukkelijke geur van dit gerecht de keuken uit en niet lang daarna staken de eerste gasten htm hoofd om de hoek van de keukendeur. ,Hé, Mahalia, wat sta jij daar stiekum voor je zelf te kokkerellen Dat ruikt nou niet bepaald naar kalkoen Voor ik er iets aan kon doen, waren ze al bezig mijn maïskoeken en sla en lever te verorberen. Het dure eten dat ze nog te wachten stond, waren ze kennelijk helemaal vergeten' (pp. 17-18). Hoogst Interes sant zijn haar jeugdherinneringen aan New-Orleans, de jazz, de showboten op de Mississipi, en ook aan .Carnival-Day', de dag van wraak en misdaden Bijzonder treffend ook de passages over het rassenvraagstuk, haar ontmoetingen met president Kennedy er. Ds. King. Een tiental mooie, sfeervolle foto's verlucht dit boek. LETTERKUNDIGE KRONIEK DOOR HANS WARREN Waarom, als u er van houdt, niet een detectiveroman meegenomen, en dan een van eigen bodem, een rechter Tie-verhaal van Robert van Gulik. ,De Parel van de Keizer', een verhaal vol spanning en oosterse geheimzinnigheid (verantwoord, bij deze eminente kenner van het Oosten waarvan W. van Hoeve, Den Haag, in de reeks Kramers pockets van formaat een derde druk bracht. Of, totaal anders, reizend met een reisboek al dan niet naar Italië of in een luie stoel: Ooethes onsterfelijke .Italïenische Relse', eens inderdaad in de Onsterfelijken-reeks van Contact, thans als Con tact-klassiek in vierde druk in een luxe paperback, vertaald door Roel Houwink. ,Reis naar Italië' is het dagboek dat Goethe vanaf 3 sept. 1786 tot 6 Juni 1787 bijhield toen hij als toerist via Verona, Padua naar Rome reisde. Daar verbleef hij geruime tijd, vervolgens bezocht hij Napels, Pompei, Herculaneum, Paestum en Sicilië. Deze uitgave is geïllustreerd met een aantal reproducties van Goethea eigen tekeningen, schetsen die uitmunten door soberheid en helder heid- De reis naar Italië heeft voor de 37-jarige Goethe heel veel betekend en dit dagboek legt daar getuigenis vanaf. Het is een zich hervinden en peilen en voorbereiden op nieuw werk van een der grootste genieën die ooit hebben geleefd en deze persoonlijke confrontatie van een Noorderling met het Zuiden blijft een der boeiendste gebeurtenissen uit de confessie-literatuur. Extra charme geeft het, de steden, landschappen en kunstwerken te zien met Goethe als gids, maar ook al blijft men rustig thuis: dit boek blijft levenslang groot genot geven. TlTet zevenmijlslaarzen stappend door de Nederlandstalige litera- tuur stelde dr. Ph. Schröder een aardig boeket artikeltjes samen onder de titel: ,En met zo'n juffertje ging dominee trouwen'. Dat juffertje was Betje Wolff, toen nog Elisabeth Bekker, wegge lopen met haar jonge vaandrig Gargon, berispt en op het klappertje geplaatst door de Vlissingse kerkeraad. En daar komt een dominee van in de vijftig uit de Beemster. haar ouwe paai, die met haar trouwt. Enfin, ieder kent die zaak. Betje is dapper geweest en dominee Wolff een goed mens Dr. Schröder schrijft aardige, lichte stukjes, vlot maar toch niet oppervlakkig (al begint hij niet erg gelukkig, zijn stukje over Cats staat, vól gemeenplaatsen), een soort instantaneetjes die toch veel voorbereiding hebben gevergd In totaal passeren een twintigtal letterkundigen de revue, vanaf Cats tot Frederik van Eeden. Zijn voorkeur ls daarbij uitgegaan naar figuren van het tweede en derde plan. Zo vindt men o.a. ook Lucas Schermer. Adriaan Loosjes. J. F Helmers, Gerrit van de Linde en J. P Hasebroek. Menigeen zal dan ook in dit boekje verrassende ontdekkingen doen en ge stimuleerd worden, iets meer van deze figuren te gaan lezen. (Wereld-Bibliotheek. Amsterdam) Een ander boek om herhaaldelijk in te snuffelen is de dikke turf Een leven als een oordeel' van Jacques den Haan. uitgegeven door Meulenhoff en De Bezige Bij, Amsterdam. Een enorme verzamel bundel (bijna 700 bladzijden) van artikelen die den Haan in de twintig jaar die hij nu publiceert heeft geschreven Reeksen ar tikelen over één en dezelfde auteur werden samen gebracht, bij elkaar aangepast, sluitend gemaakt. Het boek handelt haast uit sluitend over Engelse en Amerikaanse schrijvers, en dan. natuurlijk, over Den Haan zelf. Vooraf een uitvoerig en goed Interview door Hans van Straten. .Dat zijn situaties, daar word ik gewoon woedend over. Dat ergens in de wereld een boek bestaat dat ik niet krijgen kan 1' Hartstochtelijke uitroep van een man die zonder boeken niet leven kan. Qua boek een kleiner broertje ls ,Een pakje per dag' van C. Bud ding' (Wit Beertje, Bruna Zoon. Utrecht). Ook Buddingh' is een beroepslezer en hij consumeert een pakje boeken per dag. waarover hij dan schrijft in dag- en weekblad. Den Haan is iemand die boven al tot lezen stimuleert (hij schrijft bij voorkeur of alleen maar over boeken waar hij iets of veel in te waarderen vindt of die hij bewondert). Buddingh' staat niet zo ver van hem af. Hij causeert in dit werkje ook over binnen- en buitenlandse literatuur en over algemene zaken, de literatuur betreffende.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1968 | | pagina 11