SLUISKIL IN 1906
DE GESCHIEDENIS VAN IJZENDUKE
WACHT OP EEN UITGEVER
WIELER-
VARIA
RIEMENS:
TEAMVERBAND MOET ER WEZEN
extw
J. Ch. Cornell's schreef
lijvig manuscript
VRIJDAG 12 JULI 1963
J. CH .CORNELIS
....manuscript....
IJZENDUKE Het nieuwe IJzendijke heeft een tweehonderd
jarige strijd met het Vrije van Sluis' moeten voeren om haar his
torische stadsrechten weer erkend te krijgen. De juridische ruzie
liep zo hoog op, dat het Vrije' IJzendijke formeel verbood zich
nog langer stad te noemen. Pas in 1816 werd IJzendijke door ko
ning Willem I weer als stad erkend.
Wie de feiten nog eens precies na wil gaan, kan in de toekomst
terecht in het boek .IJzendijke Oud en Nieuw'. Deze geschiedenis
van IJzendijke, neergelegd in een manuscript dat bij de vroede
vaderen van de gemeente op een uitgever ligt te wachten, werd
geschreven door een inwoner en een van de grootste .fans' van de
gemeente, de heer J. Ch. Cornelis.
.Je luuit pas van iets gaan houden
als ie de voorgeschiedenis ervan
kent", is zijn filosofie. De liefde voor
IJzendijke is de voornaamste reden
voor het vele werk dat de heer
Cornells voor de geschiedschrijving
van zijn woonplaats heeft verzet.
Maar het belangrijkst doel van zijn
boek is, die liefde ook te laten over
slaan op alle andere inwoners van
de plaats. Twintig jaar geleden be
gon de schrijver met zijn naspeurin
gen, maar pas na zijn pensionering
in 1960 als hoofd van de lagere shool
kon hij genoeg tijd vinden om in
de archieven van Uzendijke, andere
gemeenten en provinciale instellin
gen te duiken. Zijn onderzoek strek
te zioh uit van de gemeentearchie
ven van Gent tot de krijgsarchieven
in Den Haag. Reden voor de heer
Cornelis om niet zonder enige vol
doening op te merken dat er volgens
hem geen bronnen over IJzendijke
zijn die hij niet gezien heeft.
Als een van de kenmerken van de
historie van het stadje ziet de heer
Cornelis het grote hiaat in die his
torie: twee eeuwen lang is er van
de plaats niets anders over dan de
herinnering aan een welvarende han
delsstad die door de ovenstromin
gen van 1377 en 1404 volkomen van
de aardbodem is weggevaagd. Het
oude IJzendijke wordt in 981 voor het
eerst genoemd, daarna getuigen ou
de archieven van een Hansestadje
met 5600 inwoners, een aantal dat
nooit meer is geëvenaard. Oud IJzen
dijke bezat stadsrechten en was een
handelscentrum dat verbindingen on
derhield met alle belangrijke Han
sesteden aan Oost- en Noordzee. De
grote overstromingen, waaronder de
beruchte Elisabethvloed, betekenen
het abrupte einde van de vroege
welvaart van IJzendijke. Het zal tot
1604 duren voordat m de buurt van
het verdronken stadje een nieuw
IJzendijke wordt gesticht. In dat jaar
begint stadhouder Maurits met de
aanleg van een vesting tegen de
oprukkende Spanjaarden. De stad
houder bevordert de groei van LIzen-
dijke als garnizoensplaats omdat hij
er een tegenwicht voor het Spaanse
Oostende in ziet.
De groei van het nieuwe Uzendijke
bereikt in 1880 een hoogtepunt als
het met 3000 inwoners de grootste
plaats van West-Zeeuwsch-Vlaande-
ren wordt. De bevolking heeft dan
geprofiteerd van een vroege industri
alisatie en vindt werk b:j twee bier
brouwerijen. een steenbakkerij en
klompenmakerijen. De vroege indus
trie komt echter niet tot werkelijke
bloei en geleidelijk worden al deze
bedrijven weer gesloten. Uzendijke
blijft dan een agrarisch middelpunt
met een dalend inwonertal.
KLEIN PARIJS
IJzendijke krijgt In het laatste deel
van de negentiende en het begin van
de twintigste eeuw grote bekendhed
als wereldcentrum van de paanden-
fokkerij. De stallen van de familie
Dobbelaere zorgen in 1924 nog voor
een wereldkampioen in Milaan, het
Zeeuwse trekpaard is over de hele
wereld beroemd. In regionale kring
staat. Uzendijke in die Jaren bekend
ais .Klein Parijs'. Hoewel de heer
Cornells niet bestrijdt dat het er die
jaren wel eens vrolijk toeging,
zoekt hij de verklaring voor de bij
naam toch in een andere hoek. Niet
het nachtleven van Uzendijke rond
de eeuwwisseling maar eerder de
afgunst op de dominerende positie
van Uzendijke moet de gemeente
toen aan die naam hebben geholpen.
Feit is. dat de Uzendijkenaren het
nooit als een scheldnaam gezien heb-
eb, getuige de naam van een bekend
staminee in die dagen: Klein Parijs.
MERKWAARDIG
Een van de merkwaardigste ontwik
kelingen in de geschiedenis van
Uzendijke is wel het verloop van
de heersende godsdienst geweest,
meent de heer Cornells. Begonnen als
een zuiver calvinistische plaats heeft
Uzendijke zich ontwikkeld tot een
ln grote meerderheid roomskathoLlc-
ke gemeente. In 1783 tekende deze
ontwikkeling zich blijkbaar al af
toen de magistraat besloot dat geen
enkele roomskatholiek zich meer bin
nen de muren van het stadje mocht
vestigen. De staten generaal acht
ten dit besluit ln strijd met de
verklaarde godsdienstvrijheid in de
republiek en de magistraat moest
zijn besluit inslikken. Het garnizoen,
dat voor een groot deel uit rooms-
katholleke huurlingen bestond,
maakte het tenslotte noodzakelijk
dat er een roomskatholieke kerk
kwam. De trots van Uzendijke is
echter het kerkje uit 1612, de eerste
kerk in Zeeland speciaal gebouwd
voor de protestantse eredienst. Het
was na die van Willemstad de twee
de protestantse kerk in Nederland.
.Uzendijke Oud en Nieuw' waoht
nog op een uitgever. De heer Cor
nelis. die al verscheidene histori
sche studies over de streek op zijn
naam heeft staan, hoopt dat die nog
voor de door hem fel aangevochten
gemeentelijke herindeling wordt ge
vonden. Mocht die herindeling
zijns inziens een opgaan in een veel
te groot geheel waarin men niet
voldoende Inspraak heeft er toch
komen, dan hoopt de auteur dat zijn
werk de herinnering aan een onaf
hankelijk Uzendijke en de boeiende
geschiedenis van het stadje levend
zal houden.
Hoewel we toch allemaal diep in ons
hart nog enige hoop koesterden op
een paar redelijke verrichtingen van
onze tourploeg, moesten we al na
twee dagen in wat hobbelig terrein
vaststellen dat er van een ploeg nog
maar nauwelijks sprake was. Het is
een debacle geworden zoals een Ne
derlandse tourploeg nog nimmer
heeft gekend. Het zat er eigenlijk
al in tijdens de eerste Pyreneeën rit
toen op de eerste heuvels al vier
Nederlanders moesten lossen. Dat
gaf al zwaar te denken. Op de twee
de dag, stapten drie van de zeven
Nederlanders in de bezemwagen.
Daar ook Dolman over tijd binnen
kwam, was het donderdagmorgen
de vraag of er van de eens zo ge
vreesde .vrijbuitersploeg' nog wel
vier man mochten starten. Het zou
ons niet verwonderen als er op liet
moment dat u deze varia onder ogen
kHjfft, geen sprake meer is van een
Nederlandse ploeg, die voor het al
gemeen klassement immers uit min
stens drie renners moet best aan.
>len kan zich afvragen welke de
oorzaken zijn van deze enorme mis
lukking. Natuurlijk was het woens
dag warm. Maar in het algemeen
is het in een etappe van een Tour
de France warm, lang, ver en dor
stig maar dat geldt toch niet alleen
voor de Nederlanders Laten we
eens een paar Belgen nemen zoals
een Pintens en een man als Bracke,
die nota bene regelmatig last heeft
van ademhaingsstoomissen. Neen,
de Nederlandse ploeg was mede
door allerlei moeilijkheden van te
voren een heel zwakke. Maar wat
dat betreft moet met name Jan
Janssen niet klagen omdat hij bij
de samenstelling van de ploeg een
behoorlijke vinger in de pap heeft
gehad.
Men kan ook stellen dat de echte
moraal zoals renners dat noemen
in de ploeg heeft ontbroken. Het
zat ze ook niet mee. Zes tweede
plaatsen kan heel mooi lijken maar
het betekent dat zes keer de over
winning op het nippertje is gemist.
In feite waren dat dus gewoon te
genslagen. Maar daarbij bleek ook
al heel duidelijk dat het vlijmscherpe
van Janssens' sprint er al is. Maar
ook in de eerste de beste Pyreneeën-
etap|>c stelde Jan teleur.
Natuurlijk was liet een moordende
etappe niet veel te weinig verzor
ging, vooral wat de Nederlandse
coureurs betreft. Maar wielrennen
en dan met name in een ronde van
Frankrijk is mi eenmaal beule-
werk en is dat altijd geweest. Dat
neemt evenwel niet weg dat Jans
sen die dag bij de eerste tien had
moeten zitten. Dal was de man die
door de meeste journalisten als
grootste favoriet voor de eindzege was
aangewezen, verplicht aan zijn
stand. En komt zo iemaud dan in
een tweede groep binnen met toch
Van den Bcrghe, Godefroot, etcetera,
dan betekent dat voor Janssen ge
woon een nederlaag.
Intussen gaan de Belgeu gewoon
door met binnenhalen van etappe-
overwinningen in het omgorden van
gele, rode en weet ik veel welke an
dere truien nog meer. Het geld
stroomt er gewoon met emmers bin-
Een hijzonder beeld van Sluiskil, dat
zonder toelichting moeilijk te herken
nen is. Evenals nu brachten de ka-
naalwerlcen rond 1900 voor Sluiskil
grote veranderingen. Ook toen kreeg
Sluiskil een ander gezicht., maar voor
het zover was moest er heel wat
gebeuren. Een belangrijk werk was
de bruggenbouw en de daarmede ver-
bitnd houdende werken. Doordat er
een nieuwe spoorbrug ten zuiden van
de oude werd gelegd, moest er ook
'n toeleidende spoordijk worden aan
gelegd. De spoorbaan moest worden
'omgelegd en de, later zo berucht ge
worden, leiding diende in verband
ken dienden aan het kanaal, voor de
latere cafés van Faas, Stockman en
Meert, tijdelijk werkplaatsenschaft
lokalen, enzovoorts te worden opge
richt. Het, verkeer kon daar dus niet
l het 1
erd t
gelegd langs genoemde cafés.
Op deze foto van 11 juli 19UG zien
irij op de voorgrond de weg die tijde-
lijk achterom het werk werd gelegd.
Wij kijken dus m de richting 'Terneu
zen en wij hebben het, niet zichtbare,
kanaal aan de rechterkant. Geheel
rechts zien wij de molen van de- heer
Lijbaart nog in volle glorie, maar
'.•elaas, de wieken zou dein er spoedig
afgenomen worden, tets vaar links
zien wij de Bovenweg met de huizen
waarin later kapper Duivens en de
heer Voerman hun bedrijf ui'oefifi-
den. Aan beide kanten van die weg
zien wij, dat er druk gewerkt wordt
aan de aanleg van de nieuwe spoor
baan. Hier zien wij vooral het grote
verschil met de werken die nu uitge
voerd worden. Zouden wij ons kunnen
voorstellen dat men nu de materialen
en dergelijke sou moeten vervoeren
door middel van paarden, zoals wij
op deze foto zien. De arbeiders in het
midden vullen hu/n kruiwagens, een
werk dat gelukkig ook ver wit de tijd
is. Geheel links zien wij het houten
directiegebouw van de aannemers van
het werk, Medaets en De Clercg.
De rij huizen die wij zien tussen dit
gebouw en de Bovenweg, zijn de hui
zen die in 190$ door Medaets en
De Clercq aam (le Nieuwe Kerkstraat
werden gebouwd. Een deel van deze
huizen staat, er nog en links daar
van, tlus lachter genoemde keet, werd
later het ziekenhuis gebouwd.
Ongeveer op de plaats werd het sta
tion .Sluiskil brug' gebouwd. Tot de
ingebruikneming ddarvan was er te
Sluiskil alleen liet station aan de Coe-
gorsstraat, dat heette toen Station
Sluiskil'. Aan de Kanaaldijk stond
toen nabij de oude spoorbrug een
- VAN D'EE -
TOT H0NTENISSE
klein huisje waarin de brug draaier
Désn-e Spitaal met zijn vrouw woon
de. Dit huisje bestond slechts uit
een woonvertrek en een slaapkamer.
In de woonkamer verkocht vrouw
Spitaal de treinkaartjes maar over
een wachtkamer voor de reizigers
werd niet beschikt. Aan de spoor
baan stond werl een houten keet die
aan een kant geheel open was en
waarin de reizigers enige bescher
ming tegen de regen vonden. De
jeugd gebruikte deze keet voor haar
spel, iets wat uiteraard geheel in
strijd was met de opzet. Mevrouw
Snoeck die thans nog aan de Nieuwe
Kerlcstraat woont, speelde daar gere
geld met haar vriendinnen, zeer tot
ontevredenheid van Spitaal. Ze ver
telde dat ze het dikwijls zo bont
maakten, dat Spitaal moest ingrij
pen en dat ze het pas echt. 'leuk
vonden als hij erg kwaad werd. ,Ja'
zei ze ,het was echt. wel gemeen van
ons, maar ach als je kind bentdan
begrijp je dat nóg niet zo'. Dit
laatste is een waar gezegde, want
al is er ree! veranderd te Sutskil,
de heicoolers zijn nog steeds de Slui-s-
killenaars. Dit geldt zeker voor de
jeugd, al zegt man, dikwijls ten on
rechte, dat die jeugd anders is dan
vroeger.
P. J. Boert,
ne, hetgeen niet weinig meehelpt
tot het behouden van de rennersmo-
raal. Men kan zich nu al wat meer
serieus gaan afvragen wie deze
bijzonder vreemde tour gaat winnen.
Toch Poulidor, of Scliiavon, Fassue-
lo. een Spanjaard of zoals nie
mand had venvacht een Belg?
Immers, het moet al bijzonder
vreemd gaan als een van de Bel
gen Bracke of de jonge Pintens niet
bij de eersten gaan eindigen.
Tenslotte nog een tip. Mocht n,
evenals wij, het sentimentele ge
wauwel van een toch wel weinig
deskundige Barend Barendse beu
lijn, kijk en lui»tcr dan om 20 over
aclit naar de vakman Fred de Bruij-
ne op de Belgische tv. En vergeet
ook niet de nabeschouwing van Theo
Ivooinen op de Nederlandse radio.
Het weekeindprogramma in eigen
streek: zaterdagmiddag rijden de
profs in Yerseke met niemand min
der dan Anquetil (aanvang 13.30
uur). Ook de dames kunnen daar
terecht. In Sluiskil amateurs 14.30
wijl er tenslotte maandag nog een
koers is in Philippine voor ama
teurs en adspiranten, die om 14.30
uur begint.
Hervormde kerk IJzendyki
....tweede....
MENSEN IN
DE SPORT
TERN'EUZICN Als er zondags
middags recettes waren geïnd
stonden ze diezelfde avond al in
geschrevenTypisch een trekje
van Riemens, zouden ze bij de
vv Terneuzen zeggen, 't. Kan nu
niet meer, want de heer XV. Rie
mens, bijna 70, heeft na 81 jaar
accuraat beheer het penningmees
terschap van de club neergelegd,
zij het met een tikkeltjes spijt.
,'t Wordt een stuk van je leven
hè? Ik heb het altijd enorm graag
gedaan en liet is beslist niet zo
makkelijk geweest, vooral in het
begin. Dan waren er hele beschei
den kasjes. Het ging allemaal met
dubbeltjes. Maar je had geen ge
zeur niet belasting en dergelij-
Riemens heeft zelf nooit in club
verband gevoetbald. Wel eens als
schooljongen, maar dan ging het
om vriendschappelijke partijtjes.
,Je had verdei- immers niets. Ja,
je kon ziwemmen, maar verder als
je thuis kwam: naar het voet
balveld. Er werden toen nog hele
maal geen competities gespeeld.
Voetbalschoenen waren voor mij
nogal duur, zodoende heb ik nooit
deelgenomen aan clubwedstrijden.'
Op ae kop af 48 jaar geleden
vroeg de toenmalige secretaris
Haanelink of hij gean zin had in
/J een bestuursbaantje, De w Ter-
-/:■ neuzen bestond nog niet zo lang,
de fusie van de diverse kleinere
clubjes die de basis vormden was
net achter de rug. .Ik zei er geen
nee op. Een hele tijd ben ik bode
geweest en daarna tweede pen
ningmeester. In oktober is het
precies 31 jaar geleden dat ik
in functie trad als eerste penning
meester'.
De 100 enthousiaste leden-van-
het-eerste-uur zijn ui'gegroeid
tot inclusief junioren 550
man. De vereniging kreeg de be
schikking over een fraai sport
veld, nadat men zich jarenlang
met allerlei beroerde terreintjes
had moeten behelpen. ,Ik weet
nog wel dat we aan de oostkant
van de stad, over de sluis veldjes
hadden liggen. Die moest je zelf
in orde maken. We hebben ook
een tijdje aan de Molendijk ge
speeld. Daar stond ook een soort
tribune. Toen was de wielerbaan
er nog', vertelt Riemens, steeds
een fervent bezoekr van .grote
wedstrijden' zoals die ondermeer
in Antwerpen werden gespeeld.
.Daar ben ik heel wat keertjes
naar Feyenoord wezen kijken,
ook voor de oorlog. Met DWS
heb ik een reis naar Boedapest
gemaakt met het vliegtuig. Daar
bewaar ik heel plezierige herin
neringen aan'. Toen hij veertig
jaar deel uitmaakte van het vere-
oigiïigsbestuur kreeg de Terneu-
sen-penningmeester de zilveren
medaille in de orde van Oranje
Vassau en de zilveren speld van
.ie KNVB. Momenteel prijkt ex
en oorkonde met de vermelding
an het erelidmaatschap van Ter-
euzen op zijn schoorsteen en de
ereniging bood hem, als extra
■lijk van waardering, een tien-
laagse reis naar Venetië aan. ,Ik
iad toevallig nog niets bespro
ken, dus dat kwam van pas. Er
gaan ook een paar andere men
sen mee. Anders reis je zo al
leen'.
En ook dat is helemaal Riemens:
teamverband moet er wezen, ook
bij plezierreisjes
XV. Riemens met, oorkonde
niet gemakkelijk