ROME EN DE
BEZWAREN
TEGEN DE
NIEUWE
KATECHISMUS
God bemoeit zich met
de mensen
TER KERKE ANNO 1968
KORTGEZEGD
Zaterdag 29 juni 1968
Van onze kerknieuwsredacteur
De rond elfduizend oud-katholieken in ons land staan bepaald niet te dringen om zeer nauwe contac
ten noem het integratie aan te gaan met de rooms-katholieke kerk. ,Rome' en Utrecht' zijn
nog steeds een flink eind van elkaar verwijderd. De oud-katholieken beschouwen zich als de oorspron
kelijke, ononderbroken voortzetters van de katholieke kerk van het westen, waarvan dan Rome voor
hen het historische middelpunt is, maar ook niet méér dan dat.
Aartsbisschop dr Andreas Rinkel (collega van kardinaal Alfrink in
Utrecht) zei niet zo lang geleden dat oud- en rooms-katholieken ,niet bij
elkaar op schoot zitten'. In de novembersynode jl. zei hij over de tussen
deze kerken gevoerde formele onderhandelingen dat zij een langzame,
maar gestage vooruitgang boeken. Over die onderhandelingen zegt dr
H. M. Fiolet (r.k.), één van de leden van die gespreksgroep, dat het ,niet
om een terugkeer van oud-katholieken naar rooms-katholieken gaat,
maar om een samen naar elkaar toegroeien door wederzijdse verrijking
en correctie'. De jongeren zien het allemaal wat minder moeilijk dan de
theologen, getuige deze hartekreet in het oud-katholieke jongerenblad
Opdracht': ,Ach commissie, ach bisschoppen vooral, laat ons niet zo lang
wachten geef eens wat informatie, hoogwaardige excellenties, hoogeer
waarden, zeereerwaarden hooggeleerden, enzovoort, enzovoort.... straks
vergaat de wereld en dan zijn we nog aan het praten'.
We hebben die informatie gevraagd aan
professor dr P. J. Maan (55), lid van de
gespreksgroep Rome-Utrecht, docent in
het Nieuwe Testament aan het oud-
katholieke seminarie, afgevaardigde
naar het tweede Vaticaanse concilie en
bovendien pastoor van de kathedrale
kerk van Sinte Gertrudis in Utrecht
Ook van hem horen we een behoedzaam
geluid. Het is duidelijk, dat professor
Maan beslist niet op stel en sprong een
dan wellicht geforceerde eenheid van
Rome en Utrecht wil bewerkstelligen
Het gesprek van de kerken van Alfrink
en Rinkel hangt voor een groot deel af
van en samen met de achterban. Die
achterban vormen niet alleen de gelo
vigen plaatselijk, die hier en daar wel
eens té vooruitstrevend hun gang ple
gen te gaan volgens professor Maan. Het
succes van het gesprek hangt af van
hetgeen wordt bedisseld in het Vaticaan
zelve en van wat de standpunten zijn
van de andere oud-katholieke, van Ro
me onafhankelijke kerken, zoals men ze
vindt in Duitsland, Zwitserland en Oos
tenrijk bijvoorbeeld. De buitenlandse
oud-katholieke kerken vormen met de
Nederlandse o.k. kerk een zeer nauwe
band in de Unt. van Utrecht (sinds
1889) waarbij het buitenland Utrecht
beschouwt als de moederkerk en de
aartsbischop als hun .primaat' Boven
dien zijn er de .full communion' ban
den met de Kerk van Engeland (wat
betreft sacramenten en ambten is er
volledige overeenstemming) en zijn er
de relaties met nog andere onafhanke
lijke katholieke kerken, zoals in Ame
rika, met de Pools Nationale kerk. Daar
zijn relaties bij, waaraar. Rome pas
sinds kort toe is.
Zeven november 1966 werd met een
officiële eerste ontmoeting van rooms-
katholieken een formeel begin gemaakt
met de toenadering na enige eeuwen
van toenemende verwijdering en
krampachtig vasthouden aan eigen ge
lijk. Rome liet een tot dan toe van de
oud-katholieken geëiste ondertekening
van enkele belangrijke stukken achter
wege. De inhoud van die documenten
was van levensbelang voor de oud
katholieken. Voor professor Maan ligt
het begin van de beterschap aan de r.k
kant in het boekje .Contour van kardi
naal Alfrinks Kerkprovincie' in 1964
verschenen bij gelegenheid van het
veertigjarig priesterfeest v=n de kardi
naal. D- M. P. van Buijtenen schrijft in
dit bij het Spectrum verschenen werkje
onder andere .Misschien is er zelfs een
kleine groep, die met meer recht nog
zich erfgenaam weten van Willibrords
nalatenschap, waarmede door gebrek
aan geëigend vocabulaire de samen
spraak nog altijd schort, want de .litur
gische teksten zijn praktisch gelijk.'
Internationalisering van het gesprek
Rome-Utrecht is -m één van de punten,
aldus professor Maan. Nederland heeft
een begin gemaakt, in het buitenland
(Zwitserland en Dui land) begint men
te volgen. Soms slechts schoorvoetend,
wat begrijpelijk is gezien de historische
ontwikkelingen van de onafhankelijke
katholieke kerken daar. ,De omstandig
heden in Nederland en het geestelijk
klimaat zijn gunstiger, mede door
nieuwe studies van de kerkgeschiedenis.
Men voelde zich niet meer happy met
wat men had geschreven. De afschaf
fing van het celibaat bijvoorbeeld en
het invoeren van de moedertaal nam
men ons vroeger kwalijk, nu niet meer.
De oud-katholieken in het buitenland
zijn met de tweede generatie bezig,
hier zijn we al aan de achtste generatie
Naar aanleiding van wat we een paar weken geleden in deze rubriek
hebben geschreven over de nieuwe psalmberijming, kregen we een re
actie van een Walchenaar .een trouwe lezer van uw rubriek' Naam en
woonplaats wil hij angstvallig geheim houden
Op een anoniem schrijven moet je nooit ingaan, heeft mijn vader mij
geleerd. Er is echter geen regel zonder uitzondering en laat het deze keer
dan een uitzondering zijn.
Hierboven is uitgebeeld .de verlegenheid van een gewoon kerklid' De
man op bijgaande foto sprak er zijn bezorgheid over uit - hoe voortaan
naar de kerk te gaan met zo'n heleboel bijbels' Hij zag zich al gaan met
een balksmande en een reticule, uitpuilend van al dat nieuwe gedoe". De
schrijver vond het wel eens aardig mij op deze wijze van die verlegen
heid op de hoogte te brengen. Hij weet natuurlijk wel dat er overdrijving
in zit. Maar vroeger was het .statig zwart met goud'. Nu moet men, om
welgewapend ter kerke te gaan, .zwart, groen, rood en straks nog met
geel' meezeulen.
De tijden veranderen. Het kostuum, de parapluie, de balksmande en de
reticule eveneens. De statenbijbel, de psalmen Davids, de evangelische
gezangen ondergaan hetzelfde lot. We hebben ze nu In veel handiger for
maat.
Niettemin hebben we volledig begrip voor de zware zorgen en lasten van
bovenstaand mannetje.
h.
toe. Er ontstaat meer afstand tot hei
verleden. .Vergelijkt u het maar met de
situatie hervormd-gereformeerd' de ge
reformeerden zijn aan de tweede gene
ratie bezig, daarom is er nog steeds geer
gesprek op gang gekomen'.
Het ok -r.k. gesprek gaat »ver de theo
logische geschilpunten maar de prak
tische punten worden bepaald niet bui
ten beschouwing gelaten. Daarbij wordt
speciaal aan samenwerking op maat
schappelijk gebied gedacht. Daaraan kan
nog meer worden gedaan
Hoe zit het met mogelijke Intercom
munie?
.Daar wordt over gedacht. Maar zeer
bewust wil men in Nederland een offi
ciële kerkelijke regeling Het is zeer de
vraag of zoiets direkt in Frankrijk
Duitsland e.d. kan worden vertaald'.
De opvatting van de Nederlandse oud
katholieken is dat men zeker niet zon
der voorkennis van de oud-katholieke
partners in het buitenland zo'n over
eenkomst zou aangaan. .Het is bijvoor
beeld in Oostenrijk heel goed mogelijk,
dat als de rooms-katholieken dit aan
bieden, de oud-katholieken daar be
danken. en net zo in Polen'. Overigens:
het is nog niet aanhangig gemaakt in
Rome, het gaat duidelijk nog om een
Nederlandse zaak. Maar Kardinaal Al
frink zal zo'n overeenkomst nooit teke
nen zonder voorkennis van Rome, aldus
professor Maan
En wat, als de oud-katholieke zuster
kerken ln het buitenland zo'n Inter
communie in Nederland niet op prfjs
stellen?
.Als er oppositie zou komen, als het om
streden zou worden, dan zouden wij in
Nederland nog wel een jaar wachten en
eerst eens overleggen. Het is zelfs een
verplichting, volgens de bisschoppen-
verklaring van 1889, om tegenover an
dere kerken geen overeenkomst aan te
gaan zonder dat die door de zusterker
ken zijn goedgekeurd'. In ieder geval: in
september zullen de oud-katholieke
theologen van Europa met elkaar con
fereren over een te volgen gedragslijn.
Toch zijn er al vooruitstrevende oud
katholieken, die zich niet veel meer aan
trekken van wel of geen officiële inter
communie. Met toestemming van mgr
Ernst (Breda) en aartsbisschop Rinkel
was er enkele maanden geleden een in
tercommunieviering in de abdij van
Oosterhout tijdens een retraite van oud
katholieken! de jonge bisschop G. L.
van Kleef (Haarlem) acht een gastlid-
maatschap voor oud-katholieken en
rooms-katholieken in beide kerken
.haast vanzelfsprekend'. Ook in profes
sor Maans eigen kerk in Utrecht - en
in Den Haag - zijn rooms-katholieken
die ter communie gaan bij de oud
katholieken en omgekeerd. Het is voor
prof. Maans ,een kwestie van particu
lieren. Van zo'n initiatief wordt geen
mens beter. Ik vind het niet om over te
roepen. Het is beter als het geregeld is.
Nee, beslist niet te eenzijdig gezien
vanuit het kerkelijk gezag. Het impli
ceert niets, als ik bij rooms-katholieken
ter communie zou gaan'. Daarom vindt
professor Maan ook, dat de weg naar
de waarheid is versperd door zo'n op
merking van bisschop Van Kleef. .We
moeten er eerst over praten, het is niet
zo'n vrijblijvende zaak. Ten aanzien van
de protestanten is het helemaal anders.
Daar gaat het om de vraag wie er op
treden als dienaar. Men kan dan wel
geëngageerd zijn als particulier, maar
men mag nooit aan de waarheidsvraag
voorbijgaan. Ikzelf? Ik zou geen be
zwaar hebben tegen communie van hen.
als er geen eigen kerk in de buurt is,
maar niet bij de protestenten, ik heb
zelfs bepaalde weerstanden om daar
aan het avondmaal deel te nemen'.
Andere punten zijn de wederzijdse
dooperkenning, die er, zoals met ver
schillende protestantse kerken in ons
land, door is. Het beruchte overdopen
mag niet meer. In Zwitserland wordt
gewerkt aan een gemeenschappelijke
verklaring over de gemengde huwelij
ken. Voor Nederland is een dergelijke
verklaring in voorbereiding, die nog
door de r.k. bisschoppen moet worden
aanvaard. De oud-katholieken kunnen
overigens al een huwelijk van een r.k.
en een o.k. inzegenen. Het schort er nog
aan, dat de r.k. bisschoppen zich uit
spreken over ditzelfde punt. Er moeten
dan geen bindende punter vooraf zijn,
men moet zelf beslissen over de keuze
van zijn geloofsgemeenschap. Professor
Maan gelooft niet dat er bezwaren zul
len zijn: de oud-katholieken worden als
kerk erkend. De oud-katholieken ken
nen bovendien al een huwelijkswijding
voor een oud-katholiek, die trouwt met
een niet-gedoopte.
In de praktijk zijn er overigens enkele
ontwikkelingen gaande; zoals in Hil-
"ersum, waar men al meedraait in het
rooms-katholieke werk. Ook in andere
plaatsen is er enige samenwerking. Oud
katholieken houden ook kerkdiensten
ln rooms-katholieke kapellen in de
diaspora, waar zij geen eigen parochie
hebben. Bovendien is er een nauwe sa
menwerking tussen de musea van beide
kerken. En de r.k- uitgever Gooi en
Sticht in Hilversum drukte een (mo
dernere) tweede o.k. mistekst.
Er is eeD priestertekort in de oud--
katholieke kerk. Is daar een mogelijk
heid van samenwerken?
Ik geloof van niet. De aanpak is zo
heel ander-s. Er zijn nog zoveel verschil
len en afwijkingen'.
Professor Maan wijst er op, dat de oud
katholieken een flink aantal ontwikke
lingen al hebben doorgemaakt - Neder
landstalige misvoerïngen, celibaat is
opgelost, e.d. - waaraan de rooms-katho
lieken nu pas bezig zijn. (,Als ergens
een ongehuwde pastoor is, spant de hele
gemeente zich in om er een vrouw voor
te vinden').
Zou de r.k. progressiviteit een obstakel
zyn voor eenheid?
.Ik dacht van niet De kritiek geldt
vooral secundaire punten. Ik ben blij.
dat die speelruimte er is voor de rooms-
katholieken. Die is er ook in onze kerk
maar wij hebben gelukkig "iet de be
hoefte om die zo naar buiten te bren
gen.' Bij alle nadelen hebben de r.k. het
grote voordeel van het experiment
Daarin hoeven wij hen niet na te vol
gen. Veel hebben wij al gehad van hun
huidige experimenten. Maar integratie
zie ik vooralsnog niet.'
Komt het instituut kerk niet te laat bij
de ontwikkelingen?
.De gescheidenheid der kerk kan geen
oorzaak zijn van ontkerkelijking. Die
gescheidenheid ka i men niet op een ge
makkelijke manier beëindigen. Wél kun
nen de kerken een voorbeeld zijn voor
de wereld: één zijn in gescheidenheid.
We moeten zoveel mogelijk in overeen
stemming met elkaar doen De aposte
len waren ook allemaal verschillende
typen. Vooral Paulus was een lastige
broeder. Maar: iedereen heeft het recht
om gehoord te worden Ikzelf wijs al
tijd graag op het eigen recht van het
protestantse geloof Door de ontwikke
ling van de kerkelijke gesprekken zie
ik het protestantisme als een type
christendom, dat past in ons land Het
heeft een inbreng, die we niet kunnen
missen. Ik zou alleen daaraan al be
slist niet heel Nederland rooms-katho-
liek willen hebben.'
Het is illusoir te menen, dat
het geweld, zelfs als dit is inge
geven door oprecht verzet tegen
het onrecht, recht en rechtvaar
digheid kan waarborgen. Aldus
paus Paulus in een toespraak tot
kardinalen. De paus waarschuw
de de gelovigen ervoor te menen,
dat de ,op stormachtige manier
totstand gekomen doorbreking
van een onbevredigde orde, op
zich een waarborg kan zijn voor
een betere orde, als die doorbre
king niet grondig is voorbereid.
Geen theologie van het geweld'
dus voor de paus.
Kritiek in de Zeeuwse Kerk
bode (gereformeerd) door drs M.
Beinema. leraar in Middelburg,
op wat dr M. J Arntzen in .Waar-
heit en Eenhei'' schreef over de
Vrije Universiteit. (.Een broeinest
van pacifisme en radicalisme. En
de faculteit der godgeleerdheid
staat daar niet buiten. Prof. Ver-
kuyl liep met in Moskou opgeleide
propagandisten mee in een anti-
Vietnam optocht".)
Beinema: .Wie zo schrijft draagt
er toe bij een sfeer te scheppen
waarin in ons land op kerkelijk en
politiek terrein alleen nog maar
achterdocht en verdeeldheid ge
dijen, maar waarin elders in ons
democratische en christelijke wes
ten uitzinnige lieden ertoe komen
de schoten te lossen, waarvan ra
dicalen en pacifisten als John F.
Kennedy. Martin Luther King en
Robert Kennedy het slachtoffer
worden'. En over Verkuyl: .Het
gaat onder andere tegen een m.et
name genoemde bouwer aan Gods
Koninkrijk, waarvan radicalisme
en pacifisme bouwstenen zyn'.
De Rotterdamse bevolking gaat
zondags steeds minder naar de
kerk. Dit is een van de conclusies
uit een rapport van de Rotter
damse dienst stadsontwikkeling
en de rijks planologische dienst
over het gedrag van de Rotter
dammers op een gemiddelde zon
dag - nota bene - 1964. Het rap
port vermeldt dat 13,8 procent van
de bevolking naar de kerk ging
tegen 18,2 procent in 1956. De te
ruggang van het aantal rooms-
katholieke kerkgangers is vooral
opvallend. In 1956 ging 47j2 pro
cent van de katholieken op zon
dagmorgen naar de kerk, in 1964
was dit nog maar 27,8 procent.
Onder gereformeerden daalde het
percentage ook, maar veel minder
sterk, namelijk van 48,4 in 1956
naar 44,9 in 1964.
Luchtevangelisatie per vlieg
tuig onlangs in Arnhem en: nieuw
voor de politie. De tekst op de
uitgestrooide pamfletjes was: Je
zus is komendef. De politie kwam
ook en gaf een proces-verbaal aan
de vlieger wegens het .zonder
overheidsv er gunning uitstrooien
van pamfletten'.
Historie, in .Hervormd Noord-
Beveland' (onder Kots). 9 july
1752, uit de kerkeraa± gesloten
door de E. predikant en ouderling
bij de huysbezoeking Tannetjens
Aertsen Taselaer aan te zeggen,
dat zij sigh van het H. Avontmaal
zal hebben te onthouden wegens
hooggaande dronkenschap (zoo
dat dikwerf peryke 1 is van brant)
menigvuldig vloeken en lasteren
gedurige kyvagiei. en agterblyven
nyt Gods huys tot groote ergernis
en schandael van den gantschen
gemeente'
Op verzoek van landelijke in
stanties bereiden de Dordtse her
vormde en gereformeerde kerke
raden een herdenking voor van de
Dordtse Synode in I618l'l9 Be
halve een door het gemeente-ar
chief in te richten tentoonstelling
wordt een herdenkingssamen
komst gehouden. Een gezamen
lijke kerkelijke viering ligt wat
moeilijk, omdat de hervormden er
beslist de remonstranten in tcillen
betrekken, terwijl de gerefor
meerden aan een gemeenschappe
lijke kerkdienst met die remon
stranten niet toe zijn.
Gedeeltelijk is er nu een eind gekomen aan alle geheimzinnigheid die er in Rome gelegd
was rondom de nieuwe r.k. katechismus, welke een paar jaren geleden in ons land is
verschenen. Naar de eerste berichten luidden, zou men er ernstige ketterijen in hebben
ontdekt. Inmiddels zijn er van de Nederlandse uitgave al ruim 400.000 exemplaren ver
kocht. Een Engels-Amerikaanse uitgave Is verschenen en hier rolt de ene druk na de
andere uit de persen. Meerdere vertalingen staan op stapel, maar onder druk van Rome
hebben de bisschoppen tot op heden geen toestemming voor die uitgaven gegeven. Volgens
de laatste berichten zal de Duitse uitgave niet in dat land verschijnen. Ze wordt nu In
Nijmegen gedrukt. Onder de Duitse bisschoppen schijnt er onenigheid te zijn over deze
uitgave. In Griekenland wordt een Portugese editie gedrukt, een vertaling van de onge
wijzigde tekst. Dit geschiedt niet zozeer met het oog op Portugal, maar op Zuid-Amerika.
In San Marino is men bezig met een Spaanse uitgave. ,Dan zal de hele wereld kennis
kunnen nemen van de Nederlandse katechismus, terwijl het centrale bestuur van de kerk
in Rome nog druk bezig is zijn autoriteit krampachtig te handhaven, niet beseffend dat
zijn gezag door eigen toedoen zwaar werd gehavend. Omdat het de tekenen des tijds niet
heeft verstaan.'
Aldus een ,ten geleide' in de Volkskrant van 14
juni, in welk blad we ook aantroffen een volledige
weergave van het gesprek dat nu al meer dan een
jaar geleden houden is te Gazzada in Noord-
Italië, waar drie vertegenwoordigers van de Ne
derlandse bisschoppen hebben gesproken met een
delegatie van de Heilige Stoel over de bezwaren
die men in Rome heen tegen deze uitgave Het
woord .ketterij' is aldaar niet gebruikt, maar er
bleven toch vele bezwaren, die men heeft samen
gevat in veertien ernstige punten en 45 die men
als minder ernstig beschouwt. Wanneer we het
verslag van die bespreking in Gazzada en de
stukken die daarbij zijn gepubliceerd lezen, krij-
Sen we de indruk dat het niet zozeer gaaf om
etgeen wél is geschreven, als wel hetgeen niét
is geschreven in die nieuwe katechismus. En voorts
dat het niet gaaf om enkele punten, laat dat er
59 zijn, dan wel om heel de geest waarin dit boek
geschreven is, ook al erkent men in Rome ,dat de
katechismus in verweg het grootste deel van zijn
uitleg zich van zijn moeilijke doelstelling op ge
lukkige wijze heeft gekwe'en'. Toch meent men
aldaar dat ,de katechismus klaarblijkelijk zijn doel
niet voldoende heeft bereikt wat betreft het met
duidelijke getrouwheid uiteenzetten van de blijde
boodschap die wij geloven en van de leer van de
kerk die wij moeten vasthouden' In de brief die
paus Paulus VI op 30 maart 1967 aan kardinaal
Alfrink schreef (een fluwelen brief) over de
nieuwe katechismus, komt dit ook tof uiting wan
neer hij vraagt ,da» bepaalde dingen in de kate
chismus worden ingevoegd zodat die, in beter
overwogen bewoordingen, zo geëigend mogelijk
beantwoorden aan het geloof van de kerk, aan de
waarheid en aan de overtuiging der gelovigen'.
Met al het gewicht van zijn pauselijk gezag dringt
hij, in vriendelijke woorden, er op aan dat er
een gelukkige regeling van de zaken' zal worden
bereikt. Dit zal hem met grote troost vervullen.
Over het verslag van de bespreking moeten we
kort zijn. Daarover hebben we in oe dagbladen
kunnen lezen. Het gaaf om drie zaken die de paus
reeds in zijn brief had genoemd, over de maag
delijke geboorte, over de engelen en over de be
tekenis van het offer van Christus. Voorts zijn er
nog bijgekomen kwesties als over de erfzonde,
over de eucharistie, over de transsubstantiatie
over het toekomstig leven, over de wonderen,
over kwesties uit de moraaltheologie en over het
Erimaatschap van de paus. Wie ook maar een
eetje thuis is in datgene wat de rooms-katholieke
theologen tegenwoordig beroert, zal kunnen be
vroeden waarover het hier gaat en hoe hier, we
mogen niet zeggen verschillende standpunten te
genover elkaar staan, maar wel hoe de samen
stellers van de nieuwe katechismus een ander
accent hebben gelegd dan men in Rome gewoon
was te doen en dat in de bespreking vertolkt werd
door de drie afgezanten uit Rome, die verdedigers
zijn geweest van de traditionele theologie en de
traditionele wijze van uitdrukking. De samenstel
lers van de nieuwe katechismus zijn er van uit
gegaan dat het geloof en de geloofsleer der kerk
moest worden uiteengezet ,doch aangepast aan
de theologische en ketechetische omstandigheden
van deze tijd'. De gelovigen komen nu eenmaal
met nieuwe vragen, op welke vragen zij recht
streeks geen antwoord vonden ,in de formulerin
gen en uitspraken van vroegere concilies of van
het gewone leergezag als zodanig'. De delegatie
van de Heilige Stoel werd niet moede te waar
schuwen voor nieuwe formuleringen wanneer niet
duidelijk is ,dat de nieuwe wijze van voorsteilen
de oudere manier impliciet (vanzelfsprekend daar
onder begreoen] insluif. Tussen de regels door is
te lezen dat zij overtuigd zijn dat wat ,het leerge
zag van de kerk* heeft willen leren, ,door de nieu
we formuleringen en daarop steunende weergave
wordt weggelaten'. De Nederlandse gedelegeer
den hebben, op enkele uitzonderingen na, voet bij
stuk gehouden en geweigerd de katechismus te
herschrijven ,want daarop zou het toch wel gro
tendeels zijn neergekomen. Zij hebben zich telkens
weer beroepen op het tweede Vaticaans concilie,
terwijl de delegatie uit Rome belast was met heel
de oude rooms-katholieke theologie en haar tra
ditie, met al de dikwijls haarfijne onderscheidin
gen .welke veelal stammen uit de Middeleeuwen
en waarvan de Nederlanders terecht opmerkten
dat de moderne mens daarvoor geen belangstel
ling meer kan opbrengen.
Gezien de achtergronden van waaruit de beide
delegaties spraken, behoeft het ons niet te ver
bazen dat het primaatschap van de paus een van
de meest interessante onderdelen van dit gesprek
is geweest. De nieuwe katechismus is uitgegeven
onder het gezag van het Nederlande episcopaat
en kardinaal Alfrink heeft als aartsbisschop door
het .imprimatur zijn goedkeuring aan dit leerboek
gegeven. In zijn brief van 30-3-'67 aan kardinaal
STEMMEN UIT
DE KERKEN
Alfrink schrijft de paus, wanneer het gaat om de
drie met name genoemde gedelegeerden uit
Rome, die met de Nederlandse delegatie over de
bezwaren zullen spreken; ,zij hebben opdracht
om in al hun woorden en meningen nauwgezet
rekening te houden met het gewone kerkelijke
leergezaq, met de leer die Is voorgehouden door
het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie en
met onze verklaringen die wij bij herhaling uit
hoofde van het ons opgelegde ambt hebben af
gelegd om de duidelijke plicht tof onderwijzen,
die de kerk als Moeder en Leermeesteres heeft
laten spreken.' En dit nu komt niet voldoende uit
- volgens Rome - in de nieuwe katechismus. Als
de nieuwe katechismus maar niet gedekt werd
door het Nederlandse episcopaat, was er geen
vuiltje aan de lucht. De Nederlandse delegatie
stelde dat ,het gezag van de Nederlandse bis
schoppen, gegeven de concrete omsiandigheden
in de toekomst (zal) worden ondergraven,' als de
in Rome gewenste veranderingen worden eange-
bracht, .tenzij zou vaststaan dat nieuwe uitdruk
kingswijzen van het geloof de fundamentele en
eigenlijke_ bedoeling van het geloof en de ge
loofsleer inderdaad schaden of vervalsen'. De de
legatie uit Rome heeft zich - natuurlijk - beroepen
op het le Vaticaans concilie, terwijl de Neder
landse delegatie zich vooral fundeerde op het 2e
Vaticaans concilie. ,Het zal iedereen duidelijk zijn
dat alleen een psychologische angst voor behoud
van ,het gezag' een handvat verschaft voor een
verkeerd verstaan van de katechismusteksf. V/ij
zi|n er in tegendeel van overtuigd dat het gezag
beter bewaard blijft en werkelijk gehoorzaamheid
zal vinden, als er soberder over wordt gespro
ken.' Aldus de Nederlandse delegatie.
In de conclusie staat de zin: ,Zij waren één van
hart, maar meestal verdeeld van inzicht.' Dit is
dan de eerste ronde van het gesprek over de
nieuwe katechismus.
H.
EXODUS 2:25
In Exodus 2 komen we heel
wat sympathieke medemense
lijkheid tegen: bij de vader en
moeder van Mozes, de dochter
van Farao. Mirjam de zuster
van MozesMozes zelf en ten
slotte ook bij de priester in
Midian.
Heel wat sympathieke mensen
Maar wat bereiken zij? Am-
ram en Jochebed moeten hun
zoon toch afstaan aan de doch
ter van Farao. Mozes met zyn
sympathie voor zijn verdrukte
broeders moet vluchten naar
Midian en als hem daar straks
een zoon geboren wordt, noemt
hij hem G er som, omdat hij zich
een vreemdeling gevoelde in
een vreemd land. Ende
Israëlieten zuchtten nog steeds
onder de slavernij en zij
schreeuwden het uit*. De mee
dogenloze onmenselijkheid ran
Farao scheen het te winnen
van de sympathieke mede
menselijkheid van al die an
dere goed-willende mensen.
Maar dan opeens de geloofs
belijdenis van de historieschrij
ver: ,Zo zag God de Israëlieten
aan en God had bemoeienis
met hen' ln deze woorden gaat
een hele theorie schuil: God
hoort het geroep der slaver.
In de geschiedenis gaat het om
meer dan wat mensen doen. Er
zijn sympathieke en meedogen
loze mensen aan het werk
maar God is er ook nog. Wel
TER OVERDENKING
moet de tedere en moe
dige mede-menselijkheid van
mensen het vaak afleggen te
gen de meedogenloze on-men-
selijkheid van andere mensen,
maar in deze menselijke tra
gi ek Is GOD mede-menselijk
aan het werk.
Vanuit deze geloofsbelijdenis
wil deze historie worden ver
staan en als zodanig is zij een
uitdaging aan ons adres om te
geloven in God die zich be-
mo«r' met mensen, om Abrams
wil met de Joden en om Jezus
wil met ons.
Een moeilijke zaak. Ook nu
rfjn er nop veel sympathieke
mensen. Maar iaat bereiken
zij? De meedogenloze moor
denaars schijnen meer te be
reiken. Is dit niet de tragiek
van het mensenbestaan? De
schreeuw der lav klinkt nog
'en hemel Wij zuchten en kla
gen mee met heel de schep
ping. Maar voor mensen die
geloven in Jezus de Christus
is er de uit do na om dit ge-
lovig te doen. niet als tegen
een hemel van koper, maar tot
God die het geroep der slaven
hoort en uitkomst geeft, niet
om der slaven wü, maar om
Zichzelfs wil. Dit is een prin
cipiële zaak voor Christenen;
het roepen der slaven weer
kaatst niet tegen de hemel,
maar vindt weerklank ln Gods
Vaderhart. God bemoeit Zich
met de wereld der mensen.
Oud-Vossemeer
G. J, Voortraast