ROME EN DE BEZWAREN TEGEN DE NIEUWE KATECHISMUS God bemoeit zich met de mensen TER KERKE ANNO 1968 KORTGEZEGD Zaterdag 29 juni 1968 Van onze kerknieuwsredacteur De rond elfduizend oud-katholieken in ons land staan bepaald niet te dringen om zeer nauwe contac ten noem het integratie aan te gaan met de rooms-katholieke kerk. ,Rome' en Utrecht' zijn nog steeds een flink eind van elkaar verwijderd. De oud-katholieken beschouwen zich als de oorspron kelijke, ononderbroken voortzetters van de katholieke kerk van het westen, waarvan dan Rome voor hen het historische middelpunt is, maar ook niet méér dan dat. Aartsbisschop dr Andreas Rinkel (collega van kardinaal Alfrink in Utrecht) zei niet zo lang geleden dat oud- en rooms-katholieken ,niet bij elkaar op schoot zitten'. In de novembersynode jl. zei hij over de tussen deze kerken gevoerde formele onderhandelingen dat zij een langzame, maar gestage vooruitgang boeken. Over die onderhandelingen zegt dr H. M. Fiolet (r.k.), één van de leden van die gespreksgroep, dat het ,niet om een terugkeer van oud-katholieken naar rooms-katholieken gaat, maar om een samen naar elkaar toegroeien door wederzijdse verrijking en correctie'. De jongeren zien het allemaal wat minder moeilijk dan de theologen, getuige deze hartekreet in het oud-katholieke jongerenblad Opdracht': ,Ach commissie, ach bisschoppen vooral, laat ons niet zo lang wachten geef eens wat informatie, hoogwaardige excellenties, hoogeer waarden, zeereerwaarden hooggeleerden, enzovoort, enzovoort.... straks vergaat de wereld en dan zijn we nog aan het praten'. We hebben die informatie gevraagd aan professor dr P. J. Maan (55), lid van de gespreksgroep Rome-Utrecht, docent in het Nieuwe Testament aan het oud- katholieke seminarie, afgevaardigde naar het tweede Vaticaanse concilie en bovendien pastoor van de kathedrale kerk van Sinte Gertrudis in Utrecht Ook van hem horen we een behoedzaam geluid. Het is duidelijk, dat professor Maan beslist niet op stel en sprong een dan wellicht geforceerde eenheid van Rome en Utrecht wil bewerkstelligen Het gesprek van de kerken van Alfrink en Rinkel hangt voor een groot deel af van en samen met de achterban. Die achterban vormen niet alleen de gelo vigen plaatselijk, die hier en daar wel eens té vooruitstrevend hun gang ple gen te gaan volgens professor Maan. Het succes van het gesprek hangt af van hetgeen wordt bedisseld in het Vaticaan zelve en van wat de standpunten zijn van de andere oud-katholieke, van Ro me onafhankelijke kerken, zoals men ze vindt in Duitsland, Zwitserland en Oos tenrijk bijvoorbeeld. De buitenlandse oud-katholieke kerken vormen met de Nederlandse o.k. kerk een zeer nauwe band in de Unt. van Utrecht (sinds 1889) waarbij het buitenland Utrecht beschouwt als de moederkerk en de aartsbischop als hun .primaat' Boven dien zijn er de .full communion' ban den met de Kerk van Engeland (wat betreft sacramenten en ambten is er volledige overeenstemming) en zijn er de relaties met nog andere onafhanke lijke katholieke kerken, zoals in Ame rika, met de Pools Nationale kerk. Daar zijn relaties bij, waaraar. Rome pas sinds kort toe is. Zeven november 1966 werd met een officiële eerste ontmoeting van rooms- katholieken een formeel begin gemaakt met de toenadering na enige eeuwen van toenemende verwijdering en krampachtig vasthouden aan eigen ge lijk. Rome liet een tot dan toe van de oud-katholieken geëiste ondertekening van enkele belangrijke stukken achter wege. De inhoud van die documenten was van levensbelang voor de oud katholieken. Voor professor Maan ligt het begin van de beterschap aan de r.k kant in het boekje .Contour van kardi naal Alfrinks Kerkprovincie' in 1964 verschenen bij gelegenheid van het veertigjarig priesterfeest v=n de kardi naal. D- M. P. van Buijtenen schrijft in dit bij het Spectrum verschenen werkje onder andere .Misschien is er zelfs een kleine groep, die met meer recht nog zich erfgenaam weten van Willibrords nalatenschap, waarmede door gebrek aan geëigend vocabulaire de samen spraak nog altijd schort, want de .litur gische teksten zijn praktisch gelijk.' Internationalisering van het gesprek Rome-Utrecht is -m één van de punten, aldus professor Maan. Nederland heeft een begin gemaakt, in het buitenland (Zwitserland en Dui land) begint men te volgen. Soms slechts schoorvoetend, wat begrijpelijk is gezien de historische ontwikkelingen van de onafhankelijke katholieke kerken daar. ,De omstandig heden in Nederland en het geestelijk klimaat zijn gunstiger, mede door nieuwe studies van de kerkgeschiedenis. Men voelde zich niet meer happy met wat men had geschreven. De afschaf fing van het celibaat bijvoorbeeld en het invoeren van de moedertaal nam men ons vroeger kwalijk, nu niet meer. De oud-katholieken in het buitenland zijn met de tweede generatie bezig, hier zijn we al aan de achtste generatie Naar aanleiding van wat we een paar weken geleden in deze rubriek hebben geschreven over de nieuwe psalmberijming, kregen we een re actie van een Walchenaar .een trouwe lezer van uw rubriek' Naam en woonplaats wil hij angstvallig geheim houden Op een anoniem schrijven moet je nooit ingaan, heeft mijn vader mij geleerd. Er is echter geen regel zonder uitzondering en laat het deze keer dan een uitzondering zijn. Hierboven is uitgebeeld .de verlegenheid van een gewoon kerklid' De man op bijgaande foto sprak er zijn bezorgheid over uit - hoe voortaan naar de kerk te gaan met zo'n heleboel bijbels' Hij zag zich al gaan met een balksmande en een reticule, uitpuilend van al dat nieuwe gedoe". De schrijver vond het wel eens aardig mij op deze wijze van die verlegen heid op de hoogte te brengen. Hij weet natuurlijk wel dat er overdrijving in zit. Maar vroeger was het .statig zwart met goud'. Nu moet men, om welgewapend ter kerke te gaan, .zwart, groen, rood en straks nog met geel' meezeulen. De tijden veranderen. Het kostuum, de parapluie, de balksmande en de reticule eveneens. De statenbijbel, de psalmen Davids, de evangelische gezangen ondergaan hetzelfde lot. We hebben ze nu In veel handiger for maat. Niettemin hebben we volledig begrip voor de zware zorgen en lasten van bovenstaand mannetje. h. toe. Er ontstaat meer afstand tot hei verleden. .Vergelijkt u het maar met de situatie hervormd-gereformeerd' de ge reformeerden zijn aan de tweede gene ratie bezig, daarom is er nog steeds geer gesprek op gang gekomen'. Het ok -r.k. gesprek gaat »ver de theo logische geschilpunten maar de prak tische punten worden bepaald niet bui ten beschouwing gelaten. Daarbij wordt speciaal aan samenwerking op maat schappelijk gebied gedacht. Daaraan kan nog meer worden gedaan Hoe zit het met mogelijke Intercom munie? .Daar wordt over gedacht. Maar zeer bewust wil men in Nederland een offi ciële kerkelijke regeling Het is zeer de vraag of zoiets direkt in Frankrijk Duitsland e.d. kan worden vertaald'. De opvatting van de Nederlandse oud katholieken is dat men zeker niet zon der voorkennis van de oud-katholieke partners in het buitenland zo'n over eenkomst zou aangaan. .Het is bijvoor beeld in Oostenrijk heel goed mogelijk, dat als de rooms-katholieken dit aan bieden, de oud-katholieken daar be danken. en net zo in Polen'. Overigens: het is nog niet aanhangig gemaakt in Rome, het gaat duidelijk nog om een Nederlandse zaak. Maar Kardinaal Al frink zal zo'n overeenkomst nooit teke nen zonder voorkennis van Rome, aldus professor Maan En wat, als de oud-katholieke zuster kerken ln het buitenland zo'n Inter communie in Nederland niet op prfjs stellen? .Als er oppositie zou komen, als het om streden zou worden, dan zouden wij in Nederland nog wel een jaar wachten en eerst eens overleggen. Het is zelfs een verplichting, volgens de bisschoppen- verklaring van 1889, om tegenover an dere kerken geen overeenkomst aan te gaan zonder dat die door de zusterker ken zijn goedgekeurd'. In ieder geval: in september zullen de oud-katholieke theologen van Europa met elkaar con fereren over een te volgen gedragslijn. Toch zijn er al vooruitstrevende oud katholieken, die zich niet veel meer aan trekken van wel of geen officiële inter communie. Met toestemming van mgr Ernst (Breda) en aartsbisschop Rinkel was er enkele maanden geleden een in tercommunieviering in de abdij van Oosterhout tijdens een retraite van oud katholieken! de jonge bisschop G. L. van Kleef (Haarlem) acht een gastlid- maatschap voor oud-katholieken en rooms-katholieken in beide kerken .haast vanzelfsprekend'. Ook in profes sor Maans eigen kerk in Utrecht - en in Den Haag - zijn rooms-katholieken die ter communie gaan bij de oud katholieken en omgekeerd. Het is voor prof. Maans ,een kwestie van particu lieren. Van zo'n initiatief wordt geen mens beter. Ik vind het niet om over te roepen. Het is beter als het geregeld is. Nee, beslist niet te eenzijdig gezien vanuit het kerkelijk gezag. Het impli ceert niets, als ik bij rooms-katholieken ter communie zou gaan'. Daarom vindt professor Maan ook, dat de weg naar de waarheid is versperd door zo'n op merking van bisschop Van Kleef. .We moeten er eerst over praten, het is niet zo'n vrijblijvende zaak. Ten aanzien van de protestanten is het helemaal anders. Daar gaat het om de vraag wie er op treden als dienaar. Men kan dan wel geëngageerd zijn als particulier, maar men mag nooit aan de waarheidsvraag voorbijgaan. Ikzelf? Ik zou geen be zwaar hebben tegen communie van hen. als er geen eigen kerk in de buurt is, maar niet bij de protestenten, ik heb zelfs bepaalde weerstanden om daar aan het avondmaal deel te nemen'. Andere punten zijn de wederzijdse dooperkenning, die er, zoals met ver schillende protestantse kerken in ons land, door is. Het beruchte overdopen mag niet meer. In Zwitserland wordt gewerkt aan een gemeenschappelijke verklaring over de gemengde huwelij ken. Voor Nederland is een dergelijke verklaring in voorbereiding, die nog door de r.k. bisschoppen moet worden aanvaard. De oud-katholieken kunnen overigens al een huwelijk van een r.k. en een o.k. inzegenen. Het schort er nog aan, dat de r.k. bisschoppen zich uit spreken over ditzelfde punt. Er moeten dan geen bindende punter vooraf zijn, men moet zelf beslissen over de keuze van zijn geloofsgemeenschap. Professor Maan gelooft niet dat er bezwaren zul len zijn: de oud-katholieken worden als kerk erkend. De oud-katholieken ken nen bovendien al een huwelijkswijding voor een oud-katholiek, die trouwt met een niet-gedoopte. In de praktijk zijn er overigens enkele ontwikkelingen gaande; zoals in Hil- "ersum, waar men al meedraait in het rooms-katholieke werk. Ook in andere plaatsen is er enige samenwerking. Oud katholieken houden ook kerkdiensten ln rooms-katholieke kapellen in de diaspora, waar zij geen eigen parochie hebben. Bovendien is er een nauwe sa menwerking tussen de musea van beide kerken. En de r.k- uitgever Gooi en Sticht in Hilversum drukte een (mo dernere) tweede o.k. mistekst. Er is eeD priestertekort in de oud-- katholieke kerk. Is daar een mogelijk heid van samenwerken? Ik geloof van niet. De aanpak is zo heel ander-s. Er zijn nog zoveel verschil len en afwijkingen'. Professor Maan wijst er op, dat de oud katholieken een flink aantal ontwikke lingen al hebben doorgemaakt - Neder landstalige misvoerïngen, celibaat is opgelost, e.d. - waaraan de rooms-katho lieken nu pas bezig zijn. (,Als ergens een ongehuwde pastoor is, spant de hele gemeente zich in om er een vrouw voor te vinden'). Zou de r.k. progressiviteit een obstakel zyn voor eenheid? .Ik dacht van niet De kritiek geldt vooral secundaire punten. Ik ben blij. dat die speelruimte er is voor de rooms- katholieken. Die is er ook in onze kerk maar wij hebben gelukkig "iet de be hoefte om die zo naar buiten te bren gen.' Bij alle nadelen hebben de r.k. het grote voordeel van het experiment Daarin hoeven wij hen niet na te vol gen. Veel hebben wij al gehad van hun huidige experimenten. Maar integratie zie ik vooralsnog niet.' Komt het instituut kerk niet te laat bij de ontwikkelingen? .De gescheidenheid der kerk kan geen oorzaak zijn van ontkerkelijking. Die gescheidenheid ka i men niet op een ge makkelijke manier beëindigen. Wél kun nen de kerken een voorbeeld zijn voor de wereld: één zijn in gescheidenheid. We moeten zoveel mogelijk in overeen stemming met elkaar doen De aposte len waren ook allemaal verschillende typen. Vooral Paulus was een lastige broeder. Maar: iedereen heeft het recht om gehoord te worden Ikzelf wijs al tijd graag op het eigen recht van het protestantse geloof Door de ontwikke ling van de kerkelijke gesprekken zie ik het protestantisme als een type christendom, dat past in ons land Het heeft een inbreng, die we niet kunnen missen. Ik zou alleen daaraan al be slist niet heel Nederland rooms-katho- liek willen hebben.' Het is illusoir te menen, dat het geweld, zelfs als dit is inge geven door oprecht verzet tegen het onrecht, recht en rechtvaar digheid kan waarborgen. Aldus paus Paulus in een toespraak tot kardinalen. De paus waarschuw de de gelovigen ervoor te menen, dat de ,op stormachtige manier totstand gekomen doorbreking van een onbevredigde orde, op zich een waarborg kan zijn voor een betere orde, als die doorbre king niet grondig is voorbereid. Geen theologie van het geweld' dus voor de paus. Kritiek in de Zeeuwse Kerk bode (gereformeerd) door drs M. Beinema. leraar in Middelburg, op wat dr M. J Arntzen in .Waar- heit en Eenhei'' schreef over de Vrije Universiteit. (.Een broeinest van pacifisme en radicalisme. En de faculteit der godgeleerdheid staat daar niet buiten. Prof. Ver- kuyl liep met in Moskou opgeleide propagandisten mee in een anti- Vietnam optocht".) Beinema: .Wie zo schrijft draagt er toe bij een sfeer te scheppen waarin in ons land op kerkelijk en politiek terrein alleen nog maar achterdocht en verdeeldheid ge dijen, maar waarin elders in ons democratische en christelijke wes ten uitzinnige lieden ertoe komen de schoten te lossen, waarvan ra dicalen en pacifisten als John F. Kennedy. Martin Luther King en Robert Kennedy het slachtoffer worden'. En over Verkuyl: .Het gaat onder andere tegen een m.et name genoemde bouwer aan Gods Koninkrijk, waarvan radicalisme en pacifisme bouwstenen zyn'. De Rotterdamse bevolking gaat zondags steeds minder naar de kerk. Dit is een van de conclusies uit een rapport van de Rotter damse dienst stadsontwikkeling en de rijks planologische dienst over het gedrag van de Rotter dammers op een gemiddelde zon dag - nota bene - 1964. Het rap port vermeldt dat 13,8 procent van de bevolking naar de kerk ging tegen 18,2 procent in 1956. De te ruggang van het aantal rooms- katholieke kerkgangers is vooral opvallend. In 1956 ging 47j2 pro cent van de katholieken op zon dagmorgen naar de kerk, in 1964 was dit nog maar 27,8 procent. Onder gereformeerden daalde het percentage ook, maar veel minder sterk, namelijk van 48,4 in 1956 naar 44,9 in 1964. Luchtevangelisatie per vlieg tuig onlangs in Arnhem en: nieuw voor de politie. De tekst op de uitgestrooide pamfletjes was: Je zus is komendef. De politie kwam ook en gaf een proces-verbaal aan de vlieger wegens het .zonder overheidsv er gunning uitstrooien van pamfletten'. Historie, in .Hervormd Noord- Beveland' (onder Kots). 9 july 1752, uit de kerkeraa± gesloten door de E. predikant en ouderling bij de huysbezoeking Tannetjens Aertsen Taselaer aan te zeggen, dat zij sigh van het H. Avontmaal zal hebben te onthouden wegens hooggaande dronkenschap (zoo dat dikwerf peryke 1 is van brant) menigvuldig vloeken en lasteren gedurige kyvagiei. en agterblyven nyt Gods huys tot groote ergernis en schandael van den gantschen gemeente' Op verzoek van landelijke in stanties bereiden de Dordtse her vormde en gereformeerde kerke raden een herdenking voor van de Dordtse Synode in I618l'l9 Be halve een door het gemeente-ar chief in te richten tentoonstelling wordt een herdenkingssamen komst gehouden. Een gezamen lijke kerkelijke viering ligt wat moeilijk, omdat de hervormden er beslist de remonstranten in tcillen betrekken, terwijl de gerefor meerden aan een gemeenschappe lijke kerkdienst met die remon stranten niet toe zijn. Gedeeltelijk is er nu een eind gekomen aan alle geheimzinnigheid die er in Rome gelegd was rondom de nieuwe r.k. katechismus, welke een paar jaren geleden in ons land is verschenen. Naar de eerste berichten luidden, zou men er ernstige ketterijen in hebben ontdekt. Inmiddels zijn er van de Nederlandse uitgave al ruim 400.000 exemplaren ver kocht. Een Engels-Amerikaanse uitgave Is verschenen en hier rolt de ene druk na de andere uit de persen. Meerdere vertalingen staan op stapel, maar onder druk van Rome hebben de bisschoppen tot op heden geen toestemming voor die uitgaven gegeven. Volgens de laatste berichten zal de Duitse uitgave niet in dat land verschijnen. Ze wordt nu In Nijmegen gedrukt. Onder de Duitse bisschoppen schijnt er onenigheid te zijn over deze uitgave. In Griekenland wordt een Portugese editie gedrukt, een vertaling van de onge wijzigde tekst. Dit geschiedt niet zozeer met het oog op Portugal, maar op Zuid-Amerika. In San Marino is men bezig met een Spaanse uitgave. ,Dan zal de hele wereld kennis kunnen nemen van de Nederlandse katechismus, terwijl het centrale bestuur van de kerk in Rome nog druk bezig is zijn autoriteit krampachtig te handhaven, niet beseffend dat zijn gezag door eigen toedoen zwaar werd gehavend. Omdat het de tekenen des tijds niet heeft verstaan.' Aldus een ,ten geleide' in de Volkskrant van 14 juni, in welk blad we ook aantroffen een volledige weergave van het gesprek dat nu al meer dan een jaar geleden houden is te Gazzada in Noord- Italië, waar drie vertegenwoordigers van de Ne derlandse bisschoppen hebben gesproken met een delegatie van de Heilige Stoel over de bezwaren die men in Rome heen tegen deze uitgave Het woord .ketterij' is aldaar niet gebruikt, maar er bleven toch vele bezwaren, die men heeft samen gevat in veertien ernstige punten en 45 die men als minder ernstig beschouwt. Wanneer we het verslag van die bespreking in Gazzada en de stukken die daarbij zijn gepubliceerd lezen, krij- Sen we de indruk dat het niet zozeer gaaf om etgeen wél is geschreven, als wel hetgeen niét is geschreven in die nieuwe katechismus. En voorts dat het niet gaaf om enkele punten, laat dat er 59 zijn, dan wel om heel de geest waarin dit boek geschreven is, ook al erkent men in Rome ,dat de katechismus in verweg het grootste deel van zijn uitleg zich van zijn moeilijke doelstelling op ge lukkige wijze heeft gekwe'en'. Toch meent men aldaar dat ,de katechismus klaarblijkelijk zijn doel niet voldoende heeft bereikt wat betreft het met duidelijke getrouwheid uiteenzetten van de blijde boodschap die wij geloven en van de leer van de kerk die wij moeten vasthouden' In de brief die paus Paulus VI op 30 maart 1967 aan kardinaal Alfrink schreef (een fluwelen brief) over de nieuwe katechismus, komt dit ook tof uiting wan neer hij vraagt ,da» bepaalde dingen in de kate chismus worden ingevoegd zodat die, in beter overwogen bewoordingen, zo geëigend mogelijk beantwoorden aan het geloof van de kerk, aan de waarheid en aan de overtuiging der gelovigen'. Met al het gewicht van zijn pauselijk gezag dringt hij, in vriendelijke woorden, er op aan dat er een gelukkige regeling van de zaken' zal worden bereikt. Dit zal hem met grote troost vervullen. Over het verslag van de bespreking moeten we kort zijn. Daarover hebben we in oe dagbladen kunnen lezen. Het gaaf om drie zaken die de paus reeds in zijn brief had genoemd, over de maag delijke geboorte, over de engelen en over de be tekenis van het offer van Christus. Voorts zijn er nog bijgekomen kwesties als over de erfzonde, over de eucharistie, over de transsubstantiatie over het toekomstig leven, over de wonderen, over kwesties uit de moraaltheologie en over het Erimaatschap van de paus. Wie ook maar een eetje thuis is in datgene wat de rooms-katholieke theologen tegenwoordig beroert, zal kunnen be vroeden waarover het hier gaat en hoe hier, we mogen niet zeggen verschillende standpunten te genover elkaar staan, maar wel hoe de samen stellers van de nieuwe katechismus een ander accent hebben gelegd dan men in Rome gewoon was te doen en dat in de bespreking vertolkt werd door de drie afgezanten uit Rome, die verdedigers zijn geweest van de traditionele theologie en de traditionele wijze van uitdrukking. De samenstel lers van de nieuwe katechismus zijn er van uit gegaan dat het geloof en de geloofsleer der kerk moest worden uiteengezet ,doch aangepast aan de theologische en ketechetische omstandigheden van deze tijd'. De gelovigen komen nu eenmaal met nieuwe vragen, op welke vragen zij recht streeks geen antwoord vonden ,in de formulerin gen en uitspraken van vroegere concilies of van het gewone leergezag als zodanig'. De delegatie van de Heilige Stoel werd niet moede te waar schuwen voor nieuwe formuleringen wanneer niet duidelijk is ,dat de nieuwe wijze van voorsteilen de oudere manier impliciet (vanzelfsprekend daar onder begreoen] insluif. Tussen de regels door is te lezen dat zij overtuigd zijn dat wat ,het leerge zag van de kerk* heeft willen leren, ,door de nieu we formuleringen en daarop steunende weergave wordt weggelaten'. De Nederlandse gedelegeer den hebben, op enkele uitzonderingen na, voet bij stuk gehouden en geweigerd de katechismus te herschrijven ,want daarop zou het toch wel gro tendeels zijn neergekomen. Zij hebben zich telkens weer beroepen op het tweede Vaticaans concilie, terwijl de delegatie uit Rome belast was met heel de oude rooms-katholieke theologie en haar tra ditie, met al de dikwijls haarfijne onderscheidin gen .welke veelal stammen uit de Middeleeuwen en waarvan de Nederlanders terecht opmerkten dat de moderne mens daarvoor geen belangstel ling meer kan opbrengen. Gezien de achtergronden van waaruit de beide delegaties spraken, behoeft het ons niet te ver bazen dat het primaatschap van de paus een van de meest interessante onderdelen van dit gesprek is geweest. De nieuwe katechismus is uitgegeven onder het gezag van het Nederlande episcopaat en kardinaal Alfrink heeft als aartsbisschop door het .imprimatur zijn goedkeuring aan dit leerboek gegeven. In zijn brief van 30-3-'67 aan kardinaal STEMMEN UIT DE KERKEN Alfrink schrijft de paus, wanneer het gaat om de drie met name genoemde gedelegeerden uit Rome, die met de Nederlandse delegatie over de bezwaren zullen spreken; ,zij hebben opdracht om in al hun woorden en meningen nauwgezet rekening te houden met het gewone kerkelijke leergezaq, met de leer die Is voorgehouden door het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie en met onze verklaringen die wij bij herhaling uit hoofde van het ons opgelegde ambt hebben af gelegd om de duidelijke plicht tof onderwijzen, die de kerk als Moeder en Leermeesteres heeft laten spreken.' En dit nu komt niet voldoende uit - volgens Rome - in de nieuwe katechismus. Als de nieuwe katechismus maar niet gedekt werd door het Nederlandse episcopaat, was er geen vuiltje aan de lucht. De Nederlandse delegatie stelde dat ,het gezag van de Nederlandse bis schoppen, gegeven de concrete omsiandigheden in de toekomst (zal) worden ondergraven,' als de in Rome gewenste veranderingen worden eange- bracht, .tenzij zou vaststaan dat nieuwe uitdruk kingswijzen van het geloof de fundamentele en eigenlijke_ bedoeling van het geloof en de ge loofsleer inderdaad schaden of vervalsen'. De de legatie uit Rome heeft zich - natuurlijk - beroepen op het le Vaticaans concilie, terwijl de Neder landse delegatie zich vooral fundeerde op het 2e Vaticaans concilie. ,Het zal iedereen duidelijk zijn dat alleen een psychologische angst voor behoud van ,het gezag' een handvat verschaft voor een verkeerd verstaan van de katechismusteksf. V/ij zi|n er in tegendeel van overtuigd dat het gezag beter bewaard blijft en werkelijk gehoorzaamheid zal vinden, als er soberder over wordt gespro ken.' Aldus de Nederlandse delegatie. In de conclusie staat de zin: ,Zij waren één van hart, maar meestal verdeeld van inzicht.' Dit is dan de eerste ronde van het gesprek over de nieuwe katechismus. H. EXODUS 2:25 In Exodus 2 komen we heel wat sympathieke medemense lijkheid tegen: bij de vader en moeder van Mozes, de dochter van Farao. Mirjam de zuster van MozesMozes zelf en ten slotte ook bij de priester in Midian. Heel wat sympathieke mensen Maar wat bereiken zij? Am- ram en Jochebed moeten hun zoon toch afstaan aan de doch ter van Farao. Mozes met zyn sympathie voor zijn verdrukte broeders moet vluchten naar Midian en als hem daar straks een zoon geboren wordt, noemt hij hem G er som, omdat hij zich een vreemdeling gevoelde in een vreemd land. Ende Israëlieten zuchtten nog steeds onder de slavernij en zij schreeuwden het uit*. De mee dogenloze onmenselijkheid ran Farao scheen het te winnen van de sympathieke mede menselijkheid van al die an dere goed-willende mensen. Maar dan opeens de geloofs belijdenis van de historieschrij ver: ,Zo zag God de Israëlieten aan en God had bemoeienis met hen' ln deze woorden gaat een hele theorie schuil: God hoort het geroep der slaver. In de geschiedenis gaat het om meer dan wat mensen doen. Er zijn sympathieke en meedogen loze mensen aan het werk maar God is er ook nog. Wel TER OVERDENKING moet de tedere en moe dige mede-menselijkheid van mensen het vaak afleggen te gen de meedogenloze on-men- selijkheid van andere mensen, maar in deze menselijke tra gi ek Is GOD mede-menselijk aan het werk. Vanuit deze geloofsbelijdenis wil deze historie worden ver staan en als zodanig is zij een uitdaging aan ons adres om te geloven in God die zich be- mo«r' met mensen, om Abrams wil met de Joden en om Jezus wil met ons. Een moeilijke zaak. Ook nu rfjn er nop veel sympathieke mensen. Maar iaat bereiken zij? De meedogenloze moor denaars schijnen meer te be reiken. Is dit niet de tragiek van het mensenbestaan? De schreeuw der lav klinkt nog 'en hemel Wij zuchten en kla gen mee met heel de schep ping. Maar voor mensen die geloven in Jezus de Christus is er de uit do na om dit ge- lovig te doen. niet als tegen een hemel van koper, maar tot God die het geroep der slaven hoort en uitkomst geeft, niet om der slaven wü, maar om Zichzelfs wil. Dit is een prin cipiële zaak voor Christenen; het roepen der slaven weer kaatst niet tegen de hemel, maar vindt weerklank ln Gods Vaderhart. God bemoeit Zich met de wereld der mensen. Oud-Vossemeer G. J, Voortraast

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1968 | | pagina 17