Grootse bruiloft van
Karei de Stoute en
Margaretha van York
JAAR-
ULBRICHT -75
VERLOVING 500 JAAR GELEDEN IN SLUIS
Zaterdag 29 Juni 1968
zaterdagnummer
De Oostduitse partijleider Wal
ter Ulbricht de kameraden uit
het vooroorlogse zgn Westerse
secretariaat' herinneren zich hem
nog als Walter Ulriota wordt
morgen zondag 75 jaar.
Hem is op die dag een leven voor
af gegaan, dat turbulent was van
af net ogenblik waarop hij in de
jaren na 1917 met de rode aktivis-
fcen optrok ln het keizerlijke en
na-keczerlijke Duitsland en dat
turbulent bleef tot ver na 1945,
toen de communisten in Oost-
Duitsland vast de macht in han
den kregen. Wie er ook voor, tij
dens en na de stal in periode «n
het hoogste politieke podium werd
weggeblazenUlbricht niet.
Onze medewerker in Bonn, .Jo-
han van Minnen, had onlangs een
gesprek met Ulbricht. Het hier
bij gepublioeerde geschreven por
tret van de man die alle stormen
trotseerde, vormt daarvan mede
de neerslag.
en de zijnen denken, heeft Ulbricht
zichzelf en zijn omgeving tenminste
gevrijwaard. Ook dat zou feitelijk
moeten worden gerubriceerd onder
zijn ongeëvenaarde manoeuvre er-
kunst.
Geen duivel dus ln de zin. waarin
Bonn hem pleegt te portrettere».
Evenmin een .apparaatchick" in 4e
betekenis van .uitvoerder ran ander
mans plannen'. Een bourgeois ln ■»-
kere zin en een schizofreen, ln wie
tegelijkertijd het vuur der revolutie
is blijven branden, zoals het ln rijn
ouderlijk huis was aangestoken en
zoals dat bij hem nimmer Van hit-
tegraad is veranderd.
Ulbriolit Ls beslist geen profiteur,
terwijl over leden van het Oo«t-
duitse kabinet de aardigste venhalen
de ronde doen wat betreft de vrij
heid, waarmee ze gebruik maken van
hun onbeperkte banksaldi, is Walter
Ulbricht ook in dit opzicht een ar
beiderszoon gebleven, wiens verhou
ding tot het eigen geld even cha
otisch BChijnt te zijn als zijn relatie
tot volkshuishoudkunde in engere
technische zin. Maar daarvoor heeft
hij zich dan ook omringd met aller
minst middelmatige lieden en ook
dit weer, de conclusie gaat haast
eentonig Klinken, is een onderdeel
van zijn onovertroffen handig toepas
sen der gegeven mogelijkheden. In
tussen zou net de moeite waard zijn,
hem nu zelf nog eens te vragen naar
zijn reacties op de verheven lofzan
gen, waarmee zijn paladijnen ln
Oost-Duitsland menen, hem een ver-
jaarsplezier te moeten doen.
In de jongste uitga,ve van het huis
orgaan der communistische partij
functionarissen wordt hij ,de groot
ste levende Duitse marxist-leninist'
genoemd, de .succesvolste staatsman
der Duitse arbeidersklasse aller tij
den'. Dit kan, naar de letter bekeken,
nog waar zijn ook. Achter hetDuits'
in dergelijke uitdrukkingswijzen her
kent men bovendien de in de DDR
gebleven minachting voor de rest van
de communistische wereld, die im
mers Slavisch is (alleen Lenin wordt
dankzij langdurig asiefl in het Duit
se cultuurgebied als gelijke geac
cepteerd). Een 300 bladzijden dik
ke biografie, een postzegel, een door
de schoolkinderen te zingen canta
te en een beker met de inscriptie:
.Wir bringen den Totfeind des Vol-
kes zu falie, denn Walter Ulbricht,
das sind wir alle!' Dat zijn zo de
uiterlijke veschijnseden ter gelegen
heid van deze 75ste verjaardag. 1400
fieetkinderen komen hem zondag fe-
iciteren maar Westduits lands pre
sident Lübke houdt er voor derge
lijke gelegenheden evenveel op na.
Ook Ulbricht is in zijn diepste
wezen Duitser gebleven. Hij
heeft zich, naar men weet te vertel
len, in Moskou nooit gellukkig ge
voeld, Men heeft hem een .centra
list' genoemd, maar lüj is meer het
extreme voorbeeld van voorzichtig
heid en het voor zichzelf altijd nog
een uitweg reserveren. Wat men ook
van deze methodiek mag zeggen of
denken, de staatsman Ulbricht heeft
het van de partijman gewonnen. Het
zal nog heel wat studie en heel
wat bronnen materiaal vergen om
historisch te verklaren, waarom uit
gerekend Ulbricht het voor elkaar
kon krijgen op Duitse bodem cn
met Duitsers zulk een sociaal-eco
nomisch en mentale omwenteling te
volbrengen als er in de DDR nu
bocli is geconsolideerd. Misschien
moet worden gezegd: juist omdat
in de DDR omstandigheden en door
druk van buitenaf het marxistisch
instrumentarium voor het eerst in
handen werd geflegd van een Duits
prakticus die bij dit Duitse denken
kon aansluiten.
Hoe illustratief is toch het verhaal,
wat men in tJlbrichts regeringsge
bouw maar natuurlijk niet voor do
camera's kon vernemen, van die ou
de Russische dokters weduwe, die
kort gelden ter ere van de verdien
sten van haar overleden man een
trip naar O.-Duitslaiul mocht onder
nemen en daar uitriep: .Wat ben lk
blij, dat ik op mijn oude dag het
communisme nog eens mag ontdek
ken 1'
Zaterdag 25 juni 1468 kwam zij te Sluis aan, 27 juni was de verlovings
dag van Margaretha met hertog Karei de Stoute, en op 2 juli werd te Dam
me het huwelijk gesloten in het huis Sint-jan van de baljuw Weyts.
Margaretha van York overleed op
23 november 1503 te Mechelen. Zij
werd er begraven in de kerk van
het Franciscaner klooster. Haar wit
marmeren tombe werd in de tijd
van de beeldenstorm vernield.
Rest er ons van Margaretha van
York niets anders ter herinnering
dan het mooie beeldje aan de stad
huisgevel van Damme? Ik geloof het
niet. Tenzij het waar is, wat dr Os
wald Rubbrecht heeft beweerd. Na
melijk, dat Hans Memling voor de fi
guur van de Heilige Barbara op het
grote drieluik in het Sint-Janshospi
taal te Brugge, dat bekend staat als
,Het mystiek Huwelijk van Sinte
Catharina', niemand minder dan
Margaretha van York als .model'
heeft genomen.
Het gelaat van de jonge Maria van
Bourgondië (overleden in 1482) zou
Hans Memling ten voorbeeld zijn ge
weest voor Sinte Catharina.
Het is waarschijnlijk legende. De ge
leerde kunsthistoricus en Memling-
kenner. Paul Lambotte, was zeer
voorzichtig in zijn oordeel hierover.
Hij heeft alleen durven schrijven:
- Vermoed werd dat de Heilige Ca
tharina en de Heilige Barbara uit het
.Mystiek Huwelük' wel prinsessen
uit het Bourgondisch Huis zouden
zijn. Haar uiterlijk spreekt deze on
derstelling niet tegen.
Laat het legende blijven!
Van het huwelijk van Margaretha
van York en Karei de Stoute is, af
gezien van die legende, van het blij-
ven-béstaan tot op onze dagen van
het Huis Sint-Jan in Damme (thans
het Jacob van Maerlantmuseum), en
het vermoedelijk totaal od fantasie
gebaseerde beeldje aan de Damse
stadhuisgevel, niéts over. Maar Mem
ling leeft voort, overal waar schil
derijen van hem worden bewaard,
en vooral in Brugge, in het Sint-
Janshospitaal, waar o.m. ,Het mystiek
Huwelijk van Sinte Catharina' te
zien is.
Wij mogen wel aannemen, dat Mar
garetha van York de schilder heeft
gekend. Sir John Donne, een der aan
zienlijkste Engelse edellieden, die
met de prinses mee. ekomen was
naar Sluis, Damme en Brugge, gaf
Memling in de periode van de brui
loft, opdracht tot het maken van een
groot en groots drieluik, voorstellend
de Madonna met het Kind. omringd
door heiligen, engelen en de schen
kers. Het is het oudst-gedateerde
schilderij dat van Hans Memling be
kend is. Het draagt het jaartal 1468.
,Het, mystiek Huwelijk' moet tussen
1475 en 1479 tot stand zijn gekomen.
...Een enkele bewonderaar van Mem-
lings oeuvre zegt bij zichzelf nog
wel, staande voor ,Het mystiek Hu
welijk van St. Catharina': - Kijk,
misschien is het toch Margaretha van
York, als hij naar de Heilige Barba
ra ziet.
Er zijn legendes die men slechts met
véél spijt ,los zou laten'.
En wellicht is het óók maar lieve
legende wanneer men denkt dat het
liedje van ,de goddelijken boom' her
inneren zou aan het Steekspel van
de Gouden Boom, in julimaand 1468
te Brugge gehouden, ter gelegenheid
van de bruiloft van een Engelse
prinses met de laatste Bourgondiër,
Karei de Stoute.
Emile Rtivsse
BONN In het officiële handboek van de ,Volkskammer der Deutschen
demokratischen Republik' staat zijn beroep weer als .meubelmaker' aan
gegeven Daar is men in de DDR tegenwoordig zeer trots op. Op de plak
katen, waarmee de nazi's hun aartsvijand in het begin der dertiger jaren
wegens hoogverraad' zochten, vindt men hem, behalve reeds met punt
baard en 1,65 meter groot, als .partijsecretaris en lid van de rijksdag'
geannonceerd. Daartussen beweegt zich het rijke rode, revolutionaire leven
van Walter Ulbricht, de aartsvader van Oostduitse arbeiders en boeren-
staat, de man die morgen zondag zijn 75sle verjaardag kan vieren
in de ongetwijfeld ook voor hem ielwat onthutsende gedachte, alles te
hebben overleefd: Hitler, Stalin, Adenauer. Hij is langer aan de macht
geweest dan ieder van hen, langer dan alle presidenten van de republiek
van Weimar tezamen.
Zijn maoht berust op tactiek
i zijn overleven op de gave,
ontwikkelingen binnen de communis
tische wereld te voelen aankomen en
de verhoudingen juist te taxeren.
Zolang Stalin aan de macht was, gold
hij als stalinist. Die gave redde hem
trouwens ook toen anderen tijdens
het verblijf der Duitse communisten
in Moskou gedurende de dertiger
jaren op vaak mysterieuze wijze ver
dwenen. Kroesjtsjew was hij echter
toch nog een slag voor en alle spe
culaties, dat Ulbricht weinig anders
zou overschieten dan in het kader
van de door de DDR zelf verkozen
isolering de rol van een soort Chine
se Mao Tse Tung te gaan spelen, ont
zenuwde hij door steeds precies op
tijd weer zijn wedgeld op de Rus-
siche beer tè zetten. Het sprekend
ste voorbeeld van Ulbrichta kunst te
overleven, is waarschijnlijk zijn ge
dragslijn ten opzichte van wat thans
in Tsjechoslowakije gebeurt. Ieder
een voorspélde, dat het tussen DDR
en CSSR op ©en breuk zou uitdraai
en en velen Interpreteerden bij voor
baat Ulbrichts jongste reis naar Mos
kou als een lesje dat hij op Krem
lin zou hebben gekregen om zich wat
aan te passen en het subtiele Oost-
europese gemanoeuvreer niet te door
kruisen. Al spoedig echter bleek, dat
juist Ulbricht de Russen de Levieten
had gelezen vanuit de positie van de
man, die erop kon wijzen hoe vlek
keloos en hoe. ideologisch perfect het
bij hem in zijn 17 miljoenenland van
volksduitsers toch toeging.
Dit verklaart waarschijnlijk veel van
het stralende humeur, waarin de blj-
na-jarige de Nederlandse televisie
ploeg ontving, die daarvoor a.1 bijna
een jaar lang voor zijn deur had
liggen antichambreren, evenals trou
wens een paar dozijn kapers-op-de-
kust uit praktisch alle televisie be
drijvende landen van het westelijk
halfrond. Jaren geleden had het ob
ject, dat niet allen interessant
was vanwege heden en verleden,
maar met wie men rich bovendien
nog in een verstaanbare taal kon
onderhouden (en van welke andere
regerende communist kan men dit
Een détail uit Memlings schilderij .Hel mystiek Huivelijk', de Heilige
Catharina voorstellend. Maria i
inspireerd voor haar gelaat.
Bourgondië zou de schilder hebben ge
zeggen?) eens min of meer spon
taan de Amerikanen tewoord ge
staan. tijdens de Ostseewoche in
Rostock, een pendant van de Kie-
ler Woche. Doch op het moment
waarop het politiek spannend zou
gaan worden, wuifde Ulbricht toen
alles weg: .Interview beendet', waar
mee de Amerikanen naar huis moch
ten gaan, was natuurlijk op zich
zelf wel een fraaie scoop, maar geen
afgerond antwoord op ai die vragen,
die waren blijven hangen. Men Wijkt
Ulbricht te kunnen uitvragen. Voor
al, wanneer filmcasscttcs worden
verwisseld en microfoons zijn uitge
schakeld. De 75-jarige is minder mid
delmatig dan men hem gemakshal
ve in de bondsrepubliek pleegt af
te schilderen. Natuurlijk wordt hij
afgeschermd door een fantasieloze
omgeving, op wie deze kwalificatie
van middelmatigheid wel goed van
toepassing is eh die bovendien nog
lijdt onder de doodsangsten, welke
Walter Ulbricht zelf al lang van
zich heeft afgeschud.
rtrwljl men zijn juist vrij sterk ge
beeldhouwde kop rijn uitermate
verzorgde puntbaard, zijn zo te zien
uit het westen geïmporteerde en in
westelijk waspoeder gewassen over
hemd bestudeerd, terwijl men pro
beert zich niet te laten afleiden door
de hoge fluitstem of de computer
achtige dialectiek van zijn betoog,
blijkt toch via kleine zijsprongetjes
dat deze man, verrassende eigen
schap. wel degelijk weet te impro
viseren. Men zal hem eens zonder
lijfwachten op zo'n plastic stoeltje
in zijn tuin moeten hebben, waar
hij geregeld de vogels en de visjes
voert. Want dit hoort evenzeer bij
zijn wezen als het 's zondagsmid
dag met moeder-de-vrouw-Lotte le
zen van een romannetje, het op ou
dejaarsavond naar Duitse arbeiders-
traditie draaien van Beethovens 9e,
of het nog altijd bedrijven van sport,
tot en met zwemmen.
Zijn distantiëring in dit opzicht van
.het theater ,dat Mao Tse Tung daar
bij maakt' was gewoon een gevatte
reactie. Hoe mag men ook eigen
lijk anders dan tenminste enige ge
vatheid verwachten van iemand, die
zich tientallen jaren achtereen heeft
weten te handhaven, ooi: binnen com
munistische vergaderingen, waar
men elkaar dikwijls naar de keel
Vliegt en heus niet via zorgvuldig
geprepareerde papiertjes als waar
mee men zich tegen westelijke ver
slaggevers kan afschermen. Theater
veroorzaken overigens op liet ogen
blik Walter Ulibrichbs partijgenoten
in de DDR. Haast synchroon aan
de jongste prikken tegen Wesb-Ber-
lijn loopt een feestprogramma voor
de 75-jarige staats- en partijchef,
dat op een persoonsverheerlijking
duidt, die men elders in deze krin
gen juist heeft afgeschaft. Ook hier
moet naast het percentage verplich
te nummers toch niet helemaal wor
den weggecijferd, hoe een bepaalde
dosis aanzegbare populariteit toch
evenzeer zijn deel ls. Staat Ulbricht
op het balkon van het zonder kleur
of verbeeldingskracht opgetrokken
regeringsgebouw (.een prestatie van
onze jonge architecten, heren en dit
balkon is iets heeft bijzonders, dit is
hetzelfde balkon waar Karl Lieb-
knecht in 1918 de revolutie uitriep:
we hebben het uit de puinhopen dei-
nazi's kunnen redden'dan weet de
buitenstaander natuurlijk niet, wat
er in de hoofden omgaat van de dui
zenden die hem daar obligaat toe
juichen en toezingen.Loopt hij echter
'over straat, dan bewijst hij metter
daad dat hij een aanslag op zijn
leven nauwelijks behoeft le vrezen
en spreekt men met de mensen
buiten gehoor van derden, dan blijft
Ulbriolit toch .iemand, met wie je
het over 20 jaar genomen heus nog
veel slechter had kunnen treffen'.
Men accepteert hem gemakkelijker
dan het vooruitzicht op de strijd,
welke er na zijn heengaan tussen
de beide kroonprinsen, de onbegaaf
de Willy Stoph (de eerste man in
de regering) en de even doctrinaire
als autocratische Ene Honnecker (de
partijsecretaris) dreigt uit te bars
ten. Het alternatief voor Ulbricht
binnen de contouren der DDR ten
minste is nog zo vaag en zo weinig
aanlokkelijk, dat men hem zelfs op
deze hoge leeftijd niet overleden en
zelfs nog niet gepensioneerd wenst.
Iemand in de DDR, die allerminst
een vriend van het heersende regi
me mag worden genoemd, wees mij
erop da.t Ulbricht uiteindelijk geen
van zijn politieke tegenstanders,
zelfs niet in de hardste tijden van het
Stalinisme, ter dood had laten bren
gen. Natuurlijk zijn Oostduitse tucht
huizen geen paradijzen, maar voor
het pijnlijke proces dér communis
tische .wieder gut machung', waar
mee de Tsjechen op het ogenblik
worstelen zodra ze aan een Slansky
1447 en 1450 geboren als dochter van
Richard, hertog van York, en Cecile
NeviL Zij had zes broers en zusters,
van wie twee broers, respectievelijk
als Edward IV en als Richard III, de
Engelse troon zoulen bestijgen.
De zogenaamde .Rozenoorlogen', tus-
se.i de aanhangers van de Huizen
York en Lancaster, hebben Marga-
retha's jeugd gemaakt tot een lange,
bittere periode van duisternis en
leed. De Lancasters en de Yorks, de
Rode en de Witte Roos, bestreden
elkaar jarenlang het recht op de En
gelse troon. Beide huizen waren af
komstig van eenzelfde voorvader:
koning Edward III, di« in 1377 was
gestorven. Tot een der Lancasters, de
laatste van zijn geslicht, Henry VII,
een dochter uit het Huis York trouw
de, namelijk Elisabeth, de dochter
van koning Edward IV, hebben de
Rozenoorlogen geduurd, om precies
te zijn, tot in 1485. De Witte Roos en
de Rode roos werden toen samen
gevoegd op hun wapen tot de dub
bele Tudorroos.
Met de hulp van een machtig Engels
edelman, Warwick, was Edward IV
koning van Engeland geworden. Die
zelfde Warwick was het ook, die het
huwelijk van de zuster van de ko
ning, Margaretha, met Karei de
Stoute voorbereidde, ln 1465 begon
nen de onderhandelingen daartoe.
Karei de Stoute, de laatste hertog
van Bourgondië, zoon van Filips de
Goede, die in 1433 te Dyon geboren
was. was al tweemaal getrouwd ge
weest. Eerst met Catherine de Valois,
dochter van de Franse koning Lode-
wijk XI, daarna met zijn nicht, Isa-
belle de Bourbon.
In februari 1468 werd zijn derde hu
welijkscontract te Brussel gepas
seerd, nadat aan de Paus dispensatie
was gevraagd en verkregen, omdat
Karei de Stoute zelf verwant was,
zowel aan het Huis York als aan het
Huis Lancaster.
Zaterdag 25 juni 1468 kwam Mar
garetha van York ,met zestien sche
pen en een zeer groot gevolg' le Sluis
aan. Twee dagen later werd de ver
loving gevierd, kort nadat Karei de
Stoute met zijn aanstaande vrouw
had kennis gemaakt ide woning
van Gwyde de Baenst, waar zij haar
intrek had genomen, en welke wo
ning gelegen was op de hoek van de
Vrijstraat en de Hoogstraat. De heer
van Charny die tot het gevolg van
de prinses behoorde, fluisterde Karei
de Stoute toe: - Doorluchtigheid, het
lijkt mij dat Gij niet van hier moet
vertrekken zonder deze "dele vrouwe
Uw genegenheid te bewijzen, en wel
door U terstond met haar te ver
loven.
De kronieken schrijven dat de bruid
inderdaad schoon en lieftallig was,
ongeveer twintig jaar oud - en rijk
bovendien. Haar broer, de koning van
Engeland, had haar een bruidsschat
meegegeven van 200.000 gouden schil
den, een enorme som in die dagen.
De bisschop van Salisbury, die ook
de verloving had ingezegend, vertrok
op 2 juli met de prinses en haar ge
volg naar Damme, op een met vlag
gen en wimpels getooide galei, waar
op, op de voorplecht, minstreels zon
gen bij de luit. Zoals gezegd: in het
Huis Sint-Jan van de baljuw van
Damme, Eustacius Weyts, verbond
de bisschop van Salisbury het jonge
paar in de echt. De 3e juli deden Ka-
rel de Stoute en Margaretha van
York him .blijde intrede' in Brugge,
door straten die met goudlaken en
tapijten behangen waren. In het
Prinsenhof nam het bruiloftsfeest
een aanvang. Het werd besloten met
het eerder genoemde Steekspel van
de Gouden Boom, zo genoemd naar
het .zinnebeeldig juweel', een gouden
boompje, in enkele gevallen met
edelstenen bezet, dat door de deel
nemers aan het tournooi gedragen
werd.
Ook nadien vertoefde Margaretha
van York vaak in het Brugse Prin
senhof, of te Male, op het kasteel
van de graven van Vlaanderen, waar
in 1472 vrijwel al haar juwelen, kost
bare kleren en prachtige tapijten
verloren gingen bij een grote brand.
Een tijdgenoot, Jean de Haeynin,
schrijft van Margaretha. dat zij
schoon en vol gratie was. Anderen
prezen haar zin voor liefdadigheid
En algemeen bewonderd' men in
haar heur vriendschap en diepe ge
negenheid voor de jonge Maria van
Bourgondië, Kareis dochter uit zijn
tweede huwelijk.
Margaretha "an York verbleef in
Oudenburg, tussen Brugge en Oost
ende, toen in 1477 het nieuws bekend
werd van de nederlaag bij Naney
Op het einde van januari nam zij er
samen met Maria van Bourgondië, de
rouw aan en liet een mis opdragen
voor haar gestorven gemaal.
Nadien, tot aan haar dood toe, woon
de zij meestal in Mecheim (waar zo
wel voor haar als voor Karei de
Stoute nog elk jaar een plechtige
zielemis wordt opgedragen, in aan
wezigheid van ridders van de Orde
van het Gulden Vlies), doch op re
gelmatige tijden was zij ook op haar
kasteel te Binche. soms te Antwer
pen, in Dendermonde, Leuven of
Bergen, en een enkele maal bereisde
zij Holland, bijvoorbeeld in 1498, toen
zij enige tijd te 's-Gravenhage ver
bleef.
Het stadhuis van Damme, dat kort voor het huwelijk van Margaretha van
York gereed was gekomen (1465-66). Rechts aan de gevel beelden van
Karei en Margaretha.
De kinderen uit het Brugse zingen soms nog een liedje, waarvan zij
noch hun ouders de betekenis kennen. Zij zingen dan
En de boom, en de boom
en de goddelijken boom,
de boom die stond in d'eerde,
en de mannetjes ryden te peerde
Heel lang heb ik niet geweten dat het een liedje was dat mogelijk
vijfhonderd jaar oud is! Een oude Brugse vriend vertelde mij eens:
- ,Het is duidelijk genoeg, die goddelijke boom is de Gouden Boom,
naar het Steekspel van de Gouden Boom dat te Brugge werd ge
houden in juli 1468, tijdens het bruiloftsfeest van Karei de Stoute
en Margaretha van York. De mannetjes die ,te peerde ryden' zijn
de ridder....' Zó overweldigend waren die feesten rond het vorste
lijk huwelijk, rond ,de grootste bruiloft in de Westerwereld', zoals
de kronieken schrijven, dat de pracht en de praal héél lang in de
volksverbeelding zijn blijven voortleven - en meer dan waarschijn
lijk nog altijd in het kinderversje van ,den goddelijken boom'.
Men kan het zich nauwelijks voor
stellen, dat eenmaal, vijf eeuwen ge
leden, Sluis én Damme getuigen wa
ren van die grootste bruiloft in de
westerse wereld van toen. En wie
zou er vandaag nog aan denken? De
merkwaardige .verjaardag" wordt
nérgens herdacht Misschien zullen
een paar toeristen die van deze his
torische gebeurtenis op de hoogte
zijn even opkijken naar de beelden
van Karei de Stoute en Margaretha
van York aan de gevel van het stad
huis van Damme. Die beelden zijn
niet zeer oud overigens. Pas bij de
restauratie van het Damse stadhuis
in 1893 werden zij er geplaatst, werk
stukken uit het atelier van de Brugse
beeldhouwer Pickery.
Er is wel een andere herinnering aan
dat huwelijk in Damme: het statige
15e eeuwse huis Sint-Jan, in de Hoog
straat, naast het stadhuis, waar in
1468 de baljuw en wijnkoopman
Eustacius Weyts woonde ei. waar het
vorstelijk huwelijk gesloten werd
door de bisschop van Salisbury, 2
juli, nadat enkele dagen voordien de
Bourgondische hei tog Karei de
Stoute in Sluis met zijn derde vrouw
had kennis gemaakt. Hij had haar
nooit gezien. In Sluis, in de woning
va nde schatrijke familie De Baenst,
beloofde hij haar lief te hebben .tot
in lengte van dagen'. Die lengte heeft
maar geduurd tot 1477. In januari
van dat jaar sneuvelde de hertog
nabij Nancy.
Wanneer men in Damme komt, doet
men er goed aan eens naar de beel
den van Karei de Stoute en Marga
retha van York te kijken. Hij heeft
zich half naar zijn b 1 toegewend
en biedt haar een trouwring aan.
Zij, Margaretha, glimlacht en heft de
rechterhand op om de ring in ont
vangst te nemen. In de linkerhand
houdt zij een roos, een witte roos, het
embleem van het Huis York, waar
tegenover stond: de rode roos van
het Huis Lancaster.
Margaretha van York werd tussen
Karei de Stoute en Margaretha van York, beelden van de Bruggeling
Pickery, aan de stadhuisgevel van Damme.