Grootse bruiloft van Karei de Stoute en Margaretha van York JAAR- ULBRICHT -75 VERLOVING 500 JAAR GELEDEN IN SLUIS Zaterdag 29 Juni 1968 zaterdagnummer De Oostduitse partijleider Wal ter Ulbricht de kameraden uit het vooroorlogse zgn Westerse secretariaat' herinneren zich hem nog als Walter Ulriota wordt morgen zondag 75 jaar. Hem is op die dag een leven voor af gegaan, dat turbulent was van af net ogenblik waarop hij in de jaren na 1917 met de rode aktivis- fcen optrok ln het keizerlijke en na-keczerlijke Duitsland en dat turbulent bleef tot ver na 1945, toen de communisten in Oost- Duitsland vast de macht in han den kregen. Wie er ook voor, tij dens en na de stal in periode «n het hoogste politieke podium werd weggeblazenUlbricht niet. Onze medewerker in Bonn, .Jo- han van Minnen, had onlangs een gesprek met Ulbricht. Het hier bij gepublioeerde geschreven por tret van de man die alle stormen trotseerde, vormt daarvan mede de neerslag. en de zijnen denken, heeft Ulbricht zichzelf en zijn omgeving tenminste gevrijwaard. Ook dat zou feitelijk moeten worden gerubriceerd onder zijn ongeëvenaarde manoeuvre er- kunst. Geen duivel dus ln de zin. waarin Bonn hem pleegt te portrettere». Evenmin een .apparaatchick" in 4e betekenis van .uitvoerder ran ander mans plannen'. Een bourgeois ln ■»- kere zin en een schizofreen, ln wie tegelijkertijd het vuur der revolutie is blijven branden, zoals het ln rijn ouderlijk huis was aangestoken en zoals dat bij hem nimmer Van hit- tegraad is veranderd. Ulbriolit Ls beslist geen profiteur, terwijl over leden van het Oo«t- duitse kabinet de aardigste venhalen de ronde doen wat betreft de vrij heid, waarmee ze gebruik maken van hun onbeperkte banksaldi, is Walter Ulbricht ook in dit opzicht een ar beiderszoon gebleven, wiens verhou ding tot het eigen geld even cha otisch BChijnt te zijn als zijn relatie tot volkshuishoudkunde in engere technische zin. Maar daarvoor heeft hij zich dan ook omringd met aller minst middelmatige lieden en ook dit weer, de conclusie gaat haast eentonig Klinken, is een onderdeel van zijn onovertroffen handig toepas sen der gegeven mogelijkheden. In tussen zou net de moeite waard zijn, hem nu zelf nog eens te vragen naar zijn reacties op de verheven lofzan gen, waarmee zijn paladijnen ln Oost-Duitsland menen, hem een ver- jaarsplezier te moeten doen. In de jongste uitga,ve van het huis orgaan der communistische partij functionarissen wordt hij ,de groot ste levende Duitse marxist-leninist' genoemd, de .succesvolste staatsman der Duitse arbeidersklasse aller tij den'. Dit kan, naar de letter bekeken, nog waar zijn ook. Achter hetDuits' in dergelijke uitdrukkingswijzen her kent men bovendien de in de DDR gebleven minachting voor de rest van de communistische wereld, die im mers Slavisch is (alleen Lenin wordt dankzij langdurig asiefl in het Duit se cultuurgebied als gelijke geac cepteerd). Een 300 bladzijden dik ke biografie, een postzegel, een door de schoolkinderen te zingen canta te en een beker met de inscriptie: .Wir bringen den Totfeind des Vol- kes zu falie, denn Walter Ulbricht, das sind wir alle!' Dat zijn zo de uiterlijke veschijnseden ter gelegen heid van deze 75ste verjaardag. 1400 fieetkinderen komen hem zondag fe- iciteren maar Westduits lands pre sident Lübke houdt er voor derge lijke gelegenheden evenveel op na. Ook Ulbricht is in zijn diepste wezen Duitser gebleven. Hij heeft zich, naar men weet te vertel len, in Moskou nooit gellukkig ge voeld, Men heeft hem een .centra list' genoemd, maar lüj is meer het extreme voorbeeld van voorzichtig heid en het voor zichzelf altijd nog een uitweg reserveren. Wat men ook van deze methodiek mag zeggen of denken, de staatsman Ulbricht heeft het van de partijman gewonnen. Het zal nog heel wat studie en heel wat bronnen materiaal vergen om historisch te verklaren, waarom uit gerekend Ulbricht het voor elkaar kon krijgen op Duitse bodem cn met Duitsers zulk een sociaal-eco nomisch en mentale omwenteling te volbrengen als er in de DDR nu bocli is geconsolideerd. Misschien moet worden gezegd: juist omdat in de DDR omstandigheden en door druk van buitenaf het marxistisch instrumentarium voor het eerst in handen werd geflegd van een Duits prakticus die bij dit Duitse denken kon aansluiten. Hoe illustratief is toch het verhaal, wat men in tJlbrichts regeringsge bouw maar natuurlijk niet voor do camera's kon vernemen, van die ou de Russische dokters weduwe, die kort gelden ter ere van de verdien sten van haar overleden man een trip naar O.-Duitslaiul mocht onder nemen en daar uitriep: .Wat ben lk blij, dat ik op mijn oude dag het communisme nog eens mag ontdek ken 1' Zaterdag 25 juni 1468 kwam zij te Sluis aan, 27 juni was de verlovings dag van Margaretha met hertog Karei de Stoute, en op 2 juli werd te Dam me het huwelijk gesloten in het huis Sint-jan van de baljuw Weyts. Margaretha van York overleed op 23 november 1503 te Mechelen. Zij werd er begraven in de kerk van het Franciscaner klooster. Haar wit marmeren tombe werd in de tijd van de beeldenstorm vernield. Rest er ons van Margaretha van York niets anders ter herinnering dan het mooie beeldje aan de stad huisgevel van Damme? Ik geloof het niet. Tenzij het waar is, wat dr Os wald Rubbrecht heeft beweerd. Na melijk, dat Hans Memling voor de fi guur van de Heilige Barbara op het grote drieluik in het Sint-Janshospi taal te Brugge, dat bekend staat als ,Het mystiek Huwelijk van Sinte Catharina', niemand minder dan Margaretha van York als .model' heeft genomen. Het gelaat van de jonge Maria van Bourgondië (overleden in 1482) zou Hans Memling ten voorbeeld zijn ge weest voor Sinte Catharina. Het is waarschijnlijk legende. De ge leerde kunsthistoricus en Memling- kenner. Paul Lambotte, was zeer voorzichtig in zijn oordeel hierover. Hij heeft alleen durven schrijven: - Vermoed werd dat de Heilige Ca tharina en de Heilige Barbara uit het .Mystiek Huwelük' wel prinsessen uit het Bourgondisch Huis zouden zijn. Haar uiterlijk spreekt deze on derstelling niet tegen. Laat het legende blijven! Van het huwelijk van Margaretha van York en Karei de Stoute is, af gezien van die legende, van het blij- ven-béstaan tot op onze dagen van het Huis Sint-Jan in Damme (thans het Jacob van Maerlantmuseum), en het vermoedelijk totaal od fantasie gebaseerde beeldje aan de Damse stadhuisgevel, niéts over. Maar Mem ling leeft voort, overal waar schil derijen van hem worden bewaard, en vooral in Brugge, in het Sint- Janshospitaal, waar o.m. ,Het mystiek Huwelijk van Sinte Catharina' te zien is. Wij mogen wel aannemen, dat Mar garetha van York de schilder heeft gekend. Sir John Donne, een der aan zienlijkste Engelse edellieden, die met de prinses mee. ekomen was naar Sluis, Damme en Brugge, gaf Memling in de periode van de brui loft, opdracht tot het maken van een groot en groots drieluik, voorstellend de Madonna met het Kind. omringd door heiligen, engelen en de schen kers. Het is het oudst-gedateerde schilderij dat van Hans Memling be kend is. Het draagt het jaartal 1468. ,Het, mystiek Huwelijk' moet tussen 1475 en 1479 tot stand zijn gekomen. ...Een enkele bewonderaar van Mem- lings oeuvre zegt bij zichzelf nog wel, staande voor ,Het mystiek Hu welijk van St. Catharina': - Kijk, misschien is het toch Margaretha van York, als hij naar de Heilige Barba ra ziet. Er zijn legendes die men slechts met véél spijt ,los zou laten'. En wellicht is het óók maar lieve legende wanneer men denkt dat het liedje van ,de goddelijken boom' her inneren zou aan het Steekspel van de Gouden Boom, in julimaand 1468 te Brugge gehouden, ter gelegenheid van de bruiloft van een Engelse prinses met de laatste Bourgondiër, Karei de Stoute. Emile Rtivsse BONN In het officiële handboek van de ,Volkskammer der Deutschen demokratischen Republik' staat zijn beroep weer als .meubelmaker' aan gegeven Daar is men in de DDR tegenwoordig zeer trots op. Op de plak katen, waarmee de nazi's hun aartsvijand in het begin der dertiger jaren wegens hoogverraad' zochten, vindt men hem, behalve reeds met punt baard en 1,65 meter groot, als .partijsecretaris en lid van de rijksdag' geannonceerd. Daartussen beweegt zich het rijke rode, revolutionaire leven van Walter Ulbricht, de aartsvader van Oostduitse arbeiders en boeren- staat, de man die morgen zondag zijn 75sle verjaardag kan vieren in de ongetwijfeld ook voor hem ielwat onthutsende gedachte, alles te hebben overleefd: Hitler, Stalin, Adenauer. Hij is langer aan de macht geweest dan ieder van hen, langer dan alle presidenten van de republiek van Weimar tezamen. Zijn maoht berust op tactiek i zijn overleven op de gave, ontwikkelingen binnen de communis tische wereld te voelen aankomen en de verhoudingen juist te taxeren. Zolang Stalin aan de macht was, gold hij als stalinist. Die gave redde hem trouwens ook toen anderen tijdens het verblijf der Duitse communisten in Moskou gedurende de dertiger jaren op vaak mysterieuze wijze ver dwenen. Kroesjtsjew was hij echter toch nog een slag voor en alle spe culaties, dat Ulbricht weinig anders zou overschieten dan in het kader van de door de DDR zelf verkozen isolering de rol van een soort Chine se Mao Tse Tung te gaan spelen, ont zenuwde hij door steeds precies op tijd weer zijn wedgeld op de Rus- siche beer tè zetten. Het sprekend ste voorbeeld van Ulbrichta kunst te overleven, is waarschijnlijk zijn ge dragslijn ten opzichte van wat thans in Tsjechoslowakije gebeurt. Ieder een voorspélde, dat het tussen DDR en CSSR op ©en breuk zou uitdraai en en velen Interpreteerden bij voor baat Ulbrichts jongste reis naar Mos kou als een lesje dat hij op Krem lin zou hebben gekregen om zich wat aan te passen en het subtiele Oost- europese gemanoeuvreer niet te door kruisen. Al spoedig echter bleek, dat juist Ulbricht de Russen de Levieten had gelezen vanuit de positie van de man, die erop kon wijzen hoe vlek keloos en hoe. ideologisch perfect het bij hem in zijn 17 miljoenenland van volksduitsers toch toeging. Dit verklaart waarschijnlijk veel van het stralende humeur, waarin de blj- na-jarige de Nederlandse televisie ploeg ontving, die daarvoor a.1 bijna een jaar lang voor zijn deur had liggen antichambreren, evenals trou wens een paar dozijn kapers-op-de- kust uit praktisch alle televisie be drijvende landen van het westelijk halfrond. Jaren geleden had het ob ject, dat niet allen interessant was vanwege heden en verleden, maar met wie men rich bovendien nog in een verstaanbare taal kon onderhouden (en van welke andere regerende communist kan men dit Een détail uit Memlings schilderij .Hel mystiek Huivelijk', de Heilige Catharina voorstellend. Maria i inspireerd voor haar gelaat. Bourgondië zou de schilder hebben ge zeggen?) eens min of meer spon taan de Amerikanen tewoord ge staan. tijdens de Ostseewoche in Rostock, een pendant van de Kie- ler Woche. Doch op het moment waarop het politiek spannend zou gaan worden, wuifde Ulbricht toen alles weg: .Interview beendet', waar mee de Amerikanen naar huis moch ten gaan, was natuurlijk op zich zelf wel een fraaie scoop, maar geen afgerond antwoord op ai die vragen, die waren blijven hangen. Men Wijkt Ulbricht te kunnen uitvragen. Voor al, wanneer filmcasscttcs worden verwisseld en microfoons zijn uitge schakeld. De 75-jarige is minder mid delmatig dan men hem gemakshal ve in de bondsrepubliek pleegt af te schilderen. Natuurlijk wordt hij afgeschermd door een fantasieloze omgeving, op wie deze kwalificatie van middelmatigheid wel goed van toepassing is eh die bovendien nog lijdt onder de doodsangsten, welke Walter Ulbricht zelf al lang van zich heeft afgeschud. rtrwljl men zijn juist vrij sterk ge beeldhouwde kop rijn uitermate verzorgde puntbaard, zijn zo te zien uit het westen geïmporteerde en in westelijk waspoeder gewassen over hemd bestudeerd, terwijl men pro beert zich niet te laten afleiden door de hoge fluitstem of de computer achtige dialectiek van zijn betoog, blijkt toch via kleine zijsprongetjes dat deze man, verrassende eigen schap. wel degelijk weet te impro viseren. Men zal hem eens zonder lijfwachten op zo'n plastic stoeltje in zijn tuin moeten hebben, waar hij geregeld de vogels en de visjes voert. Want dit hoort evenzeer bij zijn wezen als het 's zondagsmid dag met moeder-de-vrouw-Lotte le zen van een romannetje, het op ou dejaarsavond naar Duitse arbeiders- traditie draaien van Beethovens 9e, of het nog altijd bedrijven van sport, tot en met zwemmen. Zijn distantiëring in dit opzicht van .het theater ,dat Mao Tse Tung daar bij maakt' was gewoon een gevatte reactie. Hoe mag men ook eigen lijk anders dan tenminste enige ge vatheid verwachten van iemand, die zich tientallen jaren achtereen heeft weten te handhaven, ooi: binnen com munistische vergaderingen, waar men elkaar dikwijls naar de keel Vliegt en heus niet via zorgvuldig geprepareerde papiertjes als waar mee men zich tegen westelijke ver slaggevers kan afschermen. Theater veroorzaken overigens op liet ogen blik Walter Ulibrichbs partijgenoten in de DDR. Haast synchroon aan de jongste prikken tegen Wesb-Ber- lijn loopt een feestprogramma voor de 75-jarige staats- en partijchef, dat op een persoonsverheerlijking duidt, die men elders in deze krin gen juist heeft afgeschaft. Ook hier moet naast het percentage verplich te nummers toch niet helemaal wor den weggecijferd, hoe een bepaalde dosis aanzegbare populariteit toch evenzeer zijn deel ls. Staat Ulbricht op het balkon van het zonder kleur of verbeeldingskracht opgetrokken regeringsgebouw (.een prestatie van onze jonge architecten, heren en dit balkon is iets heeft bijzonders, dit is hetzelfde balkon waar Karl Lieb- knecht in 1918 de revolutie uitriep: we hebben het uit de puinhopen dei- nazi's kunnen redden'dan weet de buitenstaander natuurlijk niet, wat er in de hoofden omgaat van de dui zenden die hem daar obligaat toe juichen en toezingen.Loopt hij echter 'over straat, dan bewijst hij metter daad dat hij een aanslag op zijn leven nauwelijks behoeft le vrezen en spreekt men met de mensen buiten gehoor van derden, dan blijft Ulbriolit toch .iemand, met wie je het over 20 jaar genomen heus nog veel slechter had kunnen treffen'. Men accepteert hem gemakkelijker dan het vooruitzicht op de strijd, welke er na zijn heengaan tussen de beide kroonprinsen, de onbegaaf de Willy Stoph (de eerste man in de regering) en de even doctrinaire als autocratische Ene Honnecker (de partijsecretaris) dreigt uit te bars ten. Het alternatief voor Ulbricht binnen de contouren der DDR ten minste is nog zo vaag en zo weinig aanlokkelijk, dat men hem zelfs op deze hoge leeftijd niet overleden en zelfs nog niet gepensioneerd wenst. Iemand in de DDR, die allerminst een vriend van het heersende regi me mag worden genoemd, wees mij erop da.t Ulbricht uiteindelijk geen van zijn politieke tegenstanders, zelfs niet in de hardste tijden van het Stalinisme, ter dood had laten bren gen. Natuurlijk zijn Oostduitse tucht huizen geen paradijzen, maar voor het pijnlijke proces dér communis tische .wieder gut machung', waar mee de Tsjechen op het ogenblik worstelen zodra ze aan een Slansky 1447 en 1450 geboren als dochter van Richard, hertog van York, en Cecile NeviL Zij had zes broers en zusters, van wie twee broers, respectievelijk als Edward IV en als Richard III, de Engelse troon zoulen bestijgen. De zogenaamde .Rozenoorlogen', tus- se.i de aanhangers van de Huizen York en Lancaster, hebben Marga- retha's jeugd gemaakt tot een lange, bittere periode van duisternis en leed. De Lancasters en de Yorks, de Rode en de Witte Roos, bestreden elkaar jarenlang het recht op de En gelse troon. Beide huizen waren af komstig van eenzelfde voorvader: koning Edward III, di« in 1377 was gestorven. Tot een der Lancasters, de laatste van zijn geslicht, Henry VII, een dochter uit het Huis York trouw de, namelijk Elisabeth, de dochter van koning Edward IV, hebben de Rozenoorlogen geduurd, om precies te zijn, tot in 1485. De Witte Roos en de Rode roos werden toen samen gevoegd op hun wapen tot de dub bele Tudorroos. Met de hulp van een machtig Engels edelman, Warwick, was Edward IV koning van Engeland geworden. Die zelfde Warwick was het ook, die het huwelijk van de zuster van de ko ning, Margaretha, met Karei de Stoute voorbereidde, ln 1465 begon nen de onderhandelingen daartoe. Karei de Stoute, de laatste hertog van Bourgondië, zoon van Filips de Goede, die in 1433 te Dyon geboren was. was al tweemaal getrouwd ge weest. Eerst met Catherine de Valois, dochter van de Franse koning Lode- wijk XI, daarna met zijn nicht, Isa- belle de Bourbon. In februari 1468 werd zijn derde hu welijkscontract te Brussel gepas seerd, nadat aan de Paus dispensatie was gevraagd en verkregen, omdat Karei de Stoute zelf verwant was, zowel aan het Huis York als aan het Huis Lancaster. Zaterdag 25 juni 1468 kwam Mar garetha van York ,met zestien sche pen en een zeer groot gevolg' le Sluis aan. Twee dagen later werd de ver loving gevierd, kort nadat Karei de Stoute met zijn aanstaande vrouw had kennis gemaakt ide woning van Gwyde de Baenst, waar zij haar intrek had genomen, en welke wo ning gelegen was op de hoek van de Vrijstraat en de Hoogstraat. De heer van Charny die tot het gevolg van de prinses behoorde, fluisterde Karei de Stoute toe: - Doorluchtigheid, het lijkt mij dat Gij niet van hier moet vertrekken zonder deze "dele vrouwe Uw genegenheid te bewijzen, en wel door U terstond met haar te ver loven. De kronieken schrijven dat de bruid inderdaad schoon en lieftallig was, ongeveer twintig jaar oud - en rijk bovendien. Haar broer, de koning van Engeland, had haar een bruidsschat meegegeven van 200.000 gouden schil den, een enorme som in die dagen. De bisschop van Salisbury, die ook de verloving had ingezegend, vertrok op 2 juli met de prinses en haar ge volg naar Damme, op een met vlag gen en wimpels getooide galei, waar op, op de voorplecht, minstreels zon gen bij de luit. Zoals gezegd: in het Huis Sint-Jan van de baljuw van Damme, Eustacius Weyts, verbond de bisschop van Salisbury het jonge paar in de echt. De 3e juli deden Ka- rel de Stoute en Margaretha van York him .blijde intrede' in Brugge, door straten die met goudlaken en tapijten behangen waren. In het Prinsenhof nam het bruiloftsfeest een aanvang. Het werd besloten met het eerder genoemde Steekspel van de Gouden Boom, zo genoemd naar het .zinnebeeldig juweel', een gouden boompje, in enkele gevallen met edelstenen bezet, dat door de deel nemers aan het tournooi gedragen werd. Ook nadien vertoefde Margaretha van York vaak in het Brugse Prin senhof, of te Male, op het kasteel van de graven van Vlaanderen, waar in 1472 vrijwel al haar juwelen, kost bare kleren en prachtige tapijten verloren gingen bij een grote brand. Een tijdgenoot, Jean de Haeynin, schrijft van Margaretha. dat zij schoon en vol gratie was. Anderen prezen haar zin voor liefdadigheid En algemeen bewonderd' men in haar heur vriendschap en diepe ge negenheid voor de jonge Maria van Bourgondië, Kareis dochter uit zijn tweede huwelijk. Margaretha "an York verbleef in Oudenburg, tussen Brugge en Oost ende, toen in 1477 het nieuws bekend werd van de nederlaag bij Naney Op het einde van januari nam zij er samen met Maria van Bourgondië, de rouw aan en liet een mis opdragen voor haar gestorven gemaal. Nadien, tot aan haar dood toe, woon de zij meestal in Mecheim (waar zo wel voor haar als voor Karei de Stoute nog elk jaar een plechtige zielemis wordt opgedragen, in aan wezigheid van ridders van de Orde van het Gulden Vlies), doch op re gelmatige tijden was zij ook op haar kasteel te Binche. soms te Antwer pen, in Dendermonde, Leuven of Bergen, en een enkele maal bereisde zij Holland, bijvoorbeeld in 1498, toen zij enige tijd te 's-Gravenhage ver bleef. Het stadhuis van Damme, dat kort voor het huwelijk van Margaretha van York gereed was gekomen (1465-66). Rechts aan de gevel beelden van Karei en Margaretha. De kinderen uit het Brugse zingen soms nog een liedje, waarvan zij noch hun ouders de betekenis kennen. Zij zingen dan En de boom, en de boom en de goddelijken boom, de boom die stond in d'eerde, en de mannetjes ryden te peerde Heel lang heb ik niet geweten dat het een liedje was dat mogelijk vijfhonderd jaar oud is! Een oude Brugse vriend vertelde mij eens: - ,Het is duidelijk genoeg, die goddelijke boom is de Gouden Boom, naar het Steekspel van de Gouden Boom dat te Brugge werd ge houden in juli 1468, tijdens het bruiloftsfeest van Karei de Stoute en Margaretha van York. De mannetjes die ,te peerde ryden' zijn de ridder....' Zó overweldigend waren die feesten rond het vorste lijk huwelijk, rond ,de grootste bruiloft in de Westerwereld', zoals de kronieken schrijven, dat de pracht en de praal héél lang in de volksverbeelding zijn blijven voortleven - en meer dan waarschijn lijk nog altijd in het kinderversje van ,den goddelijken boom'. Men kan het zich nauwelijks voor stellen, dat eenmaal, vijf eeuwen ge leden, Sluis én Damme getuigen wa ren van die grootste bruiloft in de westerse wereld van toen. En wie zou er vandaag nog aan denken? De merkwaardige .verjaardag" wordt nérgens herdacht Misschien zullen een paar toeristen die van deze his torische gebeurtenis op de hoogte zijn even opkijken naar de beelden van Karei de Stoute en Margaretha van York aan de gevel van het stad huis van Damme. Die beelden zijn niet zeer oud overigens. Pas bij de restauratie van het Damse stadhuis in 1893 werden zij er geplaatst, werk stukken uit het atelier van de Brugse beeldhouwer Pickery. Er is wel een andere herinnering aan dat huwelijk in Damme: het statige 15e eeuwse huis Sint-Jan, in de Hoog straat, naast het stadhuis, waar in 1468 de baljuw en wijnkoopman Eustacius Weyts woonde ei. waar het vorstelijk huwelijk gesloten werd door de bisschop van Salisbury, 2 juli, nadat enkele dagen voordien de Bourgondische hei tog Karei de Stoute in Sluis met zijn derde vrouw had kennis gemaakt. Hij had haar nooit gezien. In Sluis, in de woning va nde schatrijke familie De Baenst, beloofde hij haar lief te hebben .tot in lengte van dagen'. Die lengte heeft maar geduurd tot 1477. In januari van dat jaar sneuvelde de hertog nabij Nancy. Wanneer men in Damme komt, doet men er goed aan eens naar de beel den van Karei de Stoute en Marga retha van York te kijken. Hij heeft zich half naar zijn b 1 toegewend en biedt haar een trouwring aan. Zij, Margaretha, glimlacht en heft de rechterhand op om de ring in ont vangst te nemen. In de linkerhand houdt zij een roos, een witte roos, het embleem van het Huis York, waar tegenover stond: de rode roos van het Huis Lancaster. Margaretha van York werd tussen Karei de Stoute en Margaretha van York, beelden van de Bruggeling Pickery, aan de stadhuisgevel van Damme.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1968 | | pagina 14