,ZiE ZEELAND': 125-IARIGE ZLM CONGRESSEERT ,De Zeeuwse industrialisatie vraagt dringend omvervolg' Zeeuwse recreatie-toekomst gunstig Mr Rijpstra: ,laat openheid meer zijn dan openbaarheid' .ONGERUST EN GEËRGERD' OVER GANG VAN ZAKEN SHELL-CHEMIE Met name landbouw tijdig inschakelen Congressisten zagen Zeeland BESTEDING NEDERLANDSE LANDELIJKE RUIMTEN ALS ER WORDT GELET OP HET MILIEU In Z.-Vlaanderen groei afleiden naar Hulst-Axel Cimepe milieu Snel verloop woensdag 19 juni 1968 Wissel Zeeuws-Vlaanderen provinciale zeeuwse courant 7 lOlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIllllillllllllllllllllllllllllllimillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllHIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIillilllllllll De bestuurlijke aspecten van de ro SCHELDEDIRECTEUR J. W. HUPKES IN GOES ERGERLIJK' GOES ,De Zeeuwse Industrialisatie vraagt dringend om een .vervolg'. Wanneer men thans bij de Moerdijk nog een nieuw zee havencomplex zou ontwikkelen, betekent dit een zeer ernstige terug slag voor het toch al trage Zeeuwse industrialisatietempo. In dit verband kan gesproken worden van een doodsteek voor de Zeeuwse zeehavenontwikkeling.' De heer J. W. Hupkes, voorzitter van de directie van de NV Kon. Mij. ,De Schelde' te Vlissingen is .ongerust en bepaald ook geërgerd' over wat er op het ogenblik aan de gang is rondom de eventuele vestiging van Shell-chemie bij Moerdijk. En hij heeft de bezoekers van het ZLM-c.ongres .Zie Zeeland' in Goes daarover beslist niet in het ongewisse gelaten. Overigens: de heer Hupkes kan eenvoudig niet geloven dat de Moerdijkvestiging van Shell-chemie doorgaat. de randstad zodanig is volgebouwd dat verdere uitbreidingen van be drijven daar onmogelijk zijn. De kans op stagnatie is dan niet denk beeldig en de leefbaarheid van de randstad zonder meer slecht ge worden.' En als het zover gekomen is kan de regio ook niet meer hel pen volgens de heër Hupkes. Zijn sombere voorspelling bij een dergelijke negatieve ontwikkeling: ,Men zou zien dat grote gebieden buiten de randstad zo ver in de in dustrialisatie en daarmee de so ciaal-economische ontwikkeling zijn achtergebleven, dat een stagna tie in de economische groei in de randstad niet via de andere regio nen kan worden opgevangen.' On gunstige consequenties op lange ter mijn van een onevenwichtige struc tuur van de nationale economie, ge voegd bij de ruimteproblemen van de randstad zijn de heer Hupkes niet uit het hoofd te praten, zo liet hij de ZLM-congresgangers weten Op deze foto ./iet podiumvan De Prins van Oranje met inleiders en achter de katheder congres- voorzitter mr C. Stapel tijdens zijn inleidend woord op het con gres. (Foto PZC) J. W. HUPKES ...ongerust en geërgerd (Foto PZC) Letterlijk zei hij namelijk: ,Ik kan mij niet voorstellen dat deze rege ring zo zeer zal afwijken van de sinds jaren gevolgde beleidslijn in zake de ruimtelijke ordening en de regionale industrialisatie, dat zij al le bestaande plannen op dit punt zou negeren. Deze planne zijn niet zo maar een produkt van dagdro mers. Aan de plannen hebben vele deskundigen meegewerkt, ze zijn door de regering als beleidslijn aan de staten-generaal aangeboden en ook de huidige regering i.eeft deze beleidslijn tot dusver altijd onder schreven.' Voordat de heer Hupkes tot deze scherpe analyse en tot deze harde uitspraken kwam had hij het belang van de regionale industrialisatie nog eens in een helder schijnwer- perlicht gezet. ,Dat is niet zo maar een ontwikkelingshulp voor de mensen in de provincie: het is een hoeksteen van het sociaal-econo misch oeleid op lange termijn voor ons hele land.' De Schelde-directie- voorzitter beschouwt het regionale industrialisatiebeleid als het meest effectieve instrument voor het waar borgen van de voortgezette econo mische groei Wanneer de over- heidsfondsen (voor infrastructuur als bouwrijp maken van terreinen, aanleg van wegen, havenc en kana len) onvoldoende zouden worden aangewend ter stimulering van de regionale industriële ontwikkeling dan zag hp daarvan vooral een on gunstig effect voor de randstad Holland. .Het gevaar is niet denkbeeldig dat wij over een aantal jaren zien dat ENIGE SUCCES Zeer pertinent was de tweede inlei der op de eerste congresdag over de eisen, die aan het regionale in dustrialisatiebeleid moeten worden gesteld: het moet consistent, duide lijk en duurzam zijn Is er eenmaal gekozen om op een bepaalde plaats industriële agglomeraties te stich ten, dan moet na een eerste succes dit beleid worden voortgezet en er naar worden gestreefd zo vlug mo gelijk een dergelijke concentratie te bereiken. ,Eén of twee grote bedrij ven maken nog geen industriecen trum.' De heer Hupkes diepte een voorbeeld uit de historie op: het eerste mislukte industrieplan voor Zeeland uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. Dat plan bracht een spoorlijn, een kanaal, een haven in Vlissingen en één bedrijf: ,De Schelde'. Dat bedrijf was een suc ces, maar het enige. Van een werke lijke economische opleving was geen sprake. Aan de Scheldemond ontstond geen industrie- en haven centrum van betekenis. Een parallel trok de inleider met het tweede industrieplan, dat Zee land momenteel op tafel heeft. Het bracht vier grote nieuwe bedrijven: Dow Chemical, Hoechst, een repara- tiewerf van ,De Schelde' en een fa briek van Philips. .Dit was de eer ste aanzet van de industrialisatie. Waar het thans om gaat is het uit bouwen tot agglomeraties. Maar de nieuwe grote bedrijven blijven weg. In feite is er een zekere stilstand in de industrialisatie in dit gewest.' GEEN DRAMATIEK Op zoek naar dramatische effecten was de heer Hupkes niet, naar hij zei. En hij wilde zich ver houden van kreten als .wij zijn weer even ver als in 1880 wij blijven hal verwege steken.' Wel vond hij het nuttig om nog eens te wyzen op de vele ministeriële verklaringen en uitspraken over de kansen van Zeeland. ,De woorden zijn in daden omgezet: vele miljoenen guldens zijn geïnvesteerd voor grote infra structuurwerken in Vlissingen-Oost en vooral bij Terneuzen Maar zoals gezegd: daar bleef het bij. Omdat zich te weinig nieuwe, grote bedrij ven vestigden is bovendien de ren tabiliteit van deze overheidsinves teringen te laag.' In het kort bracht de directievoor zitter nog in herinnering wat de re gering op tafel heeft gebracht met de tweede nota ruimtelijke orde ning en de zeehavennota. de erken ning van Rotterdamna langdurige aarzeling - dat er grote mogelijk heden in Zeeland zijn, belichaamd in het Overlegorgaan zeehavenont wikkeling en het eerste resultaat van dat overleg, het rapport over de zeehavens in het deltagebied. kortweg ,het groene boekje' ge- j noemd. De heer Hupkes citeerde een aanta beleidsrichtlijnen uit het groom boekje en signaleerde de instem ming waarmee het allerwegen if ontvangen om vervolgens vast te stellen dat er nadien zoveel is ge beurd. dat men hier en daar ge neigd is het rapport in de prulle mand te gooien. .Tegen veler verwachting cn t«i veler ergernis wordt niet geijverd om Shell-chemie in Terneuzen ol Vlissingen-Oost te vestigen', aldus de spreker op het ZLM-congres .Twee andere partners in het Over legorgaan (Brabant en Rotterdam! willen dit bedrijf een zeehaven- industrie bij uitstek onder bren gen bij Moerdijk.' En vervolgens: ,In Zeeland is men hierover uiterst gebelgc en de autoriteiten in deze provincie heb ben mijn respect voor de beheerste wijze, waarop zij reageren op de Rotterdamse en Brabantse uitlatin gen over dit geval. Het is ronduit ergerlijk.' ,N/ET NAÏEF' De argumenten van Zeeland vond de heer Hupkes beslist niet zo zwak dat de neiging gerechtvaardigd is om de Zeeuwse houding in deze zaak af te schilderen als naief en egocentrisch. .Door opvolgende re geringen van de .aatste jaren is steeds gesteld dat langs de Schelde mond nieuwe zeehavencomplexen dienen te verschijnen, en niet in het binnenland bij de Moerdijk. Wan neer er een zeehaven komt aan de Moerdijk zal zeer spoedig de eis volgen, dit gebied ook voor grote schepen (40.000 tot 60.000 ton) be reikbaar te maken. De Dordtsche Kil voor dergelijke schepen bevaar baar maken vormt een ernstige be dreiging van de zoetwaterhuishou ding in dit gebied. Om nog niet te spreken over de kosten ervan.' Naar de heer Hupkes had vernomen zou Shell-ehemie bij vestiging aan de Scheldemond een paar pijpleidin gen naar Rotterdam moeten hebben. Daarom zijn alternatief: .Het lijkt mij niet uitgesloten dat een aanleg van deze leidingen van overheids wege (als gedaan voor Mobil Oil te Amsterdam) heel wat goedkoper uitkomt dan de kostbare water- en havenwerken bij Moerdijk.' Wat de werkgelegenheidsargumenten van Brabant in deze zaak betreft ten slotte: .Brabant moet landbedrijven hebben, geen zeehavenbedrijven. Het Shell-chemie-project naar Moerdijk brengen zou te sterk han delen onder druk van de omstandig heden zijn.' MR H. RIJPSTRA ...openheid., (Foto PZC Ook stelde de heer Hupkes nog de vraag aan de orde: is het de prijs waard voor de vestiging van industrie, de bouw van ste den, de aanleg van wegen en de aanleg van recreatiegebieden agrarische gronden aan hun be stemming te onttrekken? Hij wilde die duidelijk bevestigen. De heer Hupkes is geneigd te concluderen dat de landbouw op dit punt ondergeschikt moet wor den gemaakt aan de industriali satie omdat de economische groei van ons land alleen is te waar borgen door industrialisatie. In dit verband rekende hij even voor dat een groot deel van de vee teelt en de akkerbouw de Neder landse samenleving geld kost en maakte hij melding van de onge rustheid in industriële kringen over het niet snel genoeg verlopende her structureringsproces in de land bouw. De voorkeur van de industrie gaat volgens de heer Hupkes uit naar een stelsel van vrije prijzen, waarbij het marktmechanisme chro nische verstoringen als in de zui velsector onmogelijk maakt. En daarom pleitte hij voor een inko menssubsidie aan iedere boer, af hankelijk van de grootte van zijn bedrijf, maar in beginsel los van de exploitatieresultaten. Deze subsidie zou een persoonlijk karakter moe ten hebben. Vooral het moment van opvolging zou moeten worden aan gegrepen om de beoogde structuur wijzigingen tot stand te brengen. Een gematigd optimist toonde de heer Hupkes zich ten slotte toen het er om ging of Zeeland kans zal zien de onplezierige bijproduk- ten van industrialisatie en verstede lijking in Zeeland te vermijden. GOES Almelo'", burgemeester mr H. Rijpstra heeft op de eerste dag van het congres over de be stemming en besteding van lande lijke ruimten in Nederland een plei dooi gevoerd voor een zo groot mo gelijke openheid van de kant van de overheid, als bet gaat om .bin dend overheidshandelen' rond ge meentelijke met bestemmingsplan nen. .Openheid is iets anders dan openbaarheid', betoogde mr Rijpstra in zijn inleiding rond de bestuur lijke aspecten van de ruimtelijke ontwikkeling. .De ervaring heeft ge leerd, dat het beoogde effect van de openbaarheid dikwijls minimaal is, zodat meer en meer de roep om openheid en doorzichtigheid wordt gehoord. Ik ben van gevoelen, dat deze openheid beslissend is voor het functioneren der democratie en dc overheid schuwe dan ook niet op dit punt de meest royale ope ning van zaken te geven'. Mr Rijpstra brak in zijn referaat een lans voor een duidelijke goed gedocumenteerde informatie aan de burgers en meende, dat ook het houden van hearings goed kunnen werken. Hij benadrukte, dat niet altijd de totaliteit van GOES Vóór zij naar hel congres gingen, hebben verschillende deel nemers van buiten Zeeland dins dag aan het begin van de mid dag letterlijk een stukje Zeeland gezien. PJGZ-ieden vingen de con gressisten. die uit het noorden Zeeland binnenkw.men op bij de Grevelingendam, in het restaurant .De Grevebngen'. terwijl de deel nemers, die via Noord-Brabant in de provincie arriveerden, in café Zeeland bij Rilland-Bath werden opgewacht. Zeeuwse PJG-leden loodsten een deel van de congres sten daarna onder meer over Schouwen, via de ANWB-route naar de Delta werken rond de afsluiting van het Bromvershavense Gat bij Scharen- dijke en vla de Westhoek en de provinciale weg naar Zierikzee over de Zeelandbrug. Uit net oos ten ging de tocht in de richting van Verseke-W ïmoldinge en naai de Zak van Zuid-Beveiand en De Poel. GOES Driehonderd congressisten uit Zeeland, maar ook uit Vianen, uit Assen en Wolvega, Veen- dam, Nijmegen of Steenbergen zijn dinsdagmiddag naar ,De Prins van Oranje' in Goes getrokken, waar twee dagen ,de bestemming en de besteding van landelijke ruimten in Nederland .centraal staat, on der het motto ,Zie Zeeland' Congres-voorzitter mr C. Stapel maakte in zijn inleiding duidelijk, dat het de vierde conferentie is, die hte KXLC, de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen en de PJGN organiseren. Na de toekomst van het platte land, na onderwijs en vormingswerk en het onder nemerschap in de landbouw achtte mr C. Stapel een discussie over de ruimtelijke ontwikkeling een logische zaa.k. Voorzitter ir J. Prins nad nog wat eerder ln zijn welkomstwoord al duidelijk gemaakt, waarom ruim telijke ontwikkeling zo'n logisch onderwerp voor de landbouw is: ,In de totale Nederlandse ont wikkeling zijn woningbouw, wegenaanleg, de vraag naar haven- en industrieterreinen en recreatieruim ten onlosmakelijke elementen en al deze facetten doen een beroep op agrarische ruimte'. Ir Prins wees er op, dat dit niet de eerste bezin ning van de landbouw op de ruimtelijke ordening is. maar dat de bezinning vaD die kant .tot nog toe misschien wat teveel reactie is geweest op datgene wat anderen zeggen, dat moet gebeuren'. Op twee fronten zag de ZLM-voorzitter de ont moeting tussen landbouw en ruimtelijke ontwikke ling: in bouwvoorschriften en rooilljnbeslulten, maar ook ten aanzien van de grote ontwikkelingen .als in- dustralisatie en havenaanleg, waarbij het moeilijk schijnt de practische voorbeelden liggen in het zuidwesten voor het grijpen de zaak in een bepaalde greep te krijgen'. Mr Stapel attendeerde er in zijn inleiding tot het congres nog op, dat de claims die van verschillende kanten op de grond wordt gelegd niet alleen de geografische, maar ook de maatschappelijke ruimte betreffen. Mr Stapel: .Het moet niet zo kunnen zijn, dat degene, die het hardst schreeuwt ook de grootste ruimte krijgt. Het is een kwestie van waar deren en afwegen, maar niet met de blinddoek, waar bij het bestuur de beslissing zal moeten nemen'. Behalve ln woorden kregen de congressisten ook ruimtelijke ordening ln beelden. Ee werden tussen de inleidingen door een drie films vertoond: .Een bewoonbaar land' van het ministerie van volkshuis vesting en ruimtelijke ordening. .De lage landen' van de Shell en .Holland Terrc Fertiiis' van het ministerie va landbouw GOES De Zeeuwse recrea tie-toekomst ziet er gunstig uit, als de ontwikkelingsmo gelijkheden goed geleid wor den door een doelgerichte en veelzijdige planning. Prof. dr ir F. M- Maas heeft dat de bezoekers van ,Zie Zee land' duidelijk gemaakt, toen hij de recreatie en de ruim telijke ontwikkeling aan de orde stelde. Hij had er één waarschuwing bij: .De drei gende gevaren van milieu verontreiniging en -vernieti ging zullen het hoofd moe ten worden geboden, niet al leen langs de Wester schel de, ook langs de Deltawate ren en de kusf Naar de mening van prol. .Maas laat namelijk de hygiëne nogal eens te wensen over (Schouwen). En in dit verband overwoog hij het beheer van de grote natuur- en recreatiegebieden meer gecoördi neerd te voeren, .waartoe de sta lus Nationaal Park aan de Greve lingen en van een Nationaal Kust gebied aan de Deltakust een eer ste stap in deze richting zou kun nen betekenen'. In dit verband maakte prof. Maas zich ook zor gen over de toekomst van Terneu zen temidden van grote industrie terreinen. Hij vroeg zich at •Is een radicale ommezwaai nn niet lieter door de groei af te lei den iiaar een nieuwe stad tussen Axel en Hulst, een situatie aan de zuidkant van nieuwe industrie- en langs de Westerschelde en aan de noordzijde van een aantrekke lijk landschap 'rof. Maas schetste de bezoekers de mogelijkheden tot recreatie in Ne derland. de toenemende behoefte <ian vrijetijdsbesteding'en gaf een aantal sprekende cijfers van de zeer snelle groei van buitenver blijven en statische tenten cn ca ravans. Zo constateerde hij een verdubbeling van het aantal slaap plaatsen op de kampeerterreinen m vijf jaar (tot 700.000). mei een percentage vaste standplaat sen langs de Hollandse en Zeeuwse kust van 28.5 en in 1966-1967 een stijging van het aantal sta tische caravans van 44 procent Er waren in 1966 5000 stenen tweede woningen in Nederland waarvan 1300 in Zeeland Als belangrijkste vorm van recreatie noemde prof. Maas de dagrecrea tie. Hij stelde daarbij, dat men het landschap, het groene milieu meer in de stedebouw moet laten meespreken en meende, dat mer op dit stuk van jaken nu op een ■ceerpunt staat. Hij vroeg bijzon dere aandacht voor de tendens, da: de dagrecreatie zich buiten de ste len blijkt te concentreren: tach 'ig tot negentig procent van de bezoekers zitten op ongeveer tien Drocent van de oppervlakte, maar men weet een rustiger omgeving rondom, waarin men kan uitlo pen. En in dit verband onder streepte de inleider, dat niet met minder recreatie-ruimte kan wor den volstaan. Mede in dit ver- planmatige aanpal Prof. Maas bepaalde de congressister: ook bij de toegankelijkheid var de recreatiegebieden, onder mee: ;n Zeeland, waarbij hij attendeer de op de grote uitbreiding in op oervlakte door de nieuwe recreii tiegebieden. Die nieuwe terrei nen zijn zeer goed toegankelijk maar hij constateerde, dat de toe gankeiljkheid voor de gebiede: langst de kust buiten strander en zee nog zeer beperkt is: om dat het vaak water.vin-, zeewe rings- of natuurbe3cherm:ngsi- bieden zijn achtte hij het nie: waarschijnlijk dat hier veel ver andering in zal komen. Met' snelle verloop van het aantal toeristische slaapplaatsen was eet: ander punt, dat de aandacht van prof. Maas kreeg. Hij maakte vnoi Zeeland gewag van een vervier voudiging in zeven jaar tot 100.000, terwijl er op Schouwen zelfs sprake is van een verzes- schap gevormd zal worden dooi activiteiten van de rijksoverheid n relatie tot de Deltawerken en meende dat het beheer van het .nfrastructurele gedeelte wel een njkstaak zal blijven. Maar hij onstateerdc. dat ook particulie ren weer meebouwen in nieuwe .veel meer collectieve' vor men van buitenplaatsen met vee groen door activiteiten in concen- :ra*_iepunten als campings, hotels lachthavens en attractiecentra Een zeer sterk dagrecreatie-ac ent moeten naar zijn mening a- tuidelijke oever van Veerse Meer le noordelijke oever van Greve lingen en de' stranden van Walche ren en Goeree krijgen Veel ver blljfsrecreatie kunnen de noord oever van Veerse Meer. zuidoeve van Grevelmgen en de oevers var Oostersehelde trekken, evenals d b:nnendu nranden van Schouw- ij stelde: .In de rustige boolUsi.. tuur moeten zich de verblijfsn creatie-ontwikkelingen situerei. terwijl in de spanningsvelden bi de woongebieden en belangrijk' kruisingen van wegen, waterei en stranden grote dagreereafie- ontwïkkelingen kunnen ontstaan. Beide sluiten elkaar niet uit, doch ieder gebied krijgt snel een ac centverschil*. in de Rij ra. De ing in i land- procedurc zal naar z samenspraak van ovei bouw inhoud moeten krijgen. In nauw verband met het ruimte lijke ordeningsbeleid achtte mr Rijpstra de schaalvergroting, waar bij hij stelde: .De ervaring heeft ge leerd. dat de huidige bestuurlijke opzet van waterschappen en ge meenten, ja zelf» van provincies niet altijd meer aan de eisen van redelijk bestuur voldoet.' In vele gevallen kan naar zijn mening echter ge bruik worden gemaakt van de wet gemeenschappelijke regelingen van 1950. zeker met een aantal wijzigin gen. Zeer weinig verwachtte de eerste inleider op het congres van een bovengemeentelijk orgaan, waarvan Rijnmond een voorbeeld is. Een herziening van gemeente grenzen zal met name een op lossing zijn in gebieden van een sterk economische expansie, .waarin van de overheid een op timaal slagvaardig beleid wordt verwacht hetgeen via ingewik kelde intergemeentelijke rege lingen gemakkelijk gefrustreerd wordt.' Mr Rijpstra wees erop, dat de realisatie in de meeste gevallen geen noemenswaardige problemen heeft opgeleverd, waar de bestuurlijke begeleiding sterk was. Mr Rijpstra pleitte voorts voor in schakeling van «edebouwkundigen op dit gespecialiseerde terrein cn meende, dat de regering bij haar richtlij nen inzake ruimtelijke orde ning ook aandacht moet schenken aan de mogelijkheden van de lagere publiekrechterlijke lichamen. Hier bij wordt naar zijn mening nog te weinig stilgestaan, .waardoor het ef fect van de tweede nota ruimtelijke ordening vooralsnog minimaal r- Er kan naar de mening van mr Rijpstra worden gedacht aan finan ciële faciliteiten aan de gebieden, waarin bijzondere expansie wordt voorzien. .Mogelijk zou hier bij overwogen kunnen worden, dat dc rijksoverheid vroegtijdig medever antwoordelijkheid aanvaardt voor het vinden van vervangende ruimte voor gedupeerde landbouwers in deze groeigebieden'. opperde hij. Nu een herziening van het industri ële beleid per januari in het voor uitzicht is gesteld, hoopte mr Rijp stra erop. dat de heroriëntatie er toe zal leiden, .dat in het nieuw te bouwen beleid meer dan voorheen een duidelijke relatie wordt gelegd naar het beleid op het terrein van de ruimtelijke ordening". Naar zijn mening is in de nota Het Noorden des Lands al een eerste stap in die richting gezet: .gekozen is toch voor bepaalde faciliteiten voor grotere gebieden, die voor een ontwikkeling in breder verband een stimulans kunnen zijn.' Bij een ro-beleid hoort naar de visie van Almelo's burge meester onlosmakelijk een welzijns beleid, dat in ieder geval een cul turele. een vormende en een dienst verlenende taak omvat. Bewondering had hij tenslotte voor wat er in Zeeland op het terrein van ruimtelijk beleid streekplan nen. samenvoeging van gemeenten de laatste jaren is gebeurd. ,Het oude zal in het nieuwe een plaats kunnen krijgen, wanneer vroegtij dig in onderlinge harmonie en be raadslagingen voorzieningen gecre- eerd worden, die deze ontwikkeling evenwichtig doen verlopen. Inci denteel en ongedisciplineerd han delen van overheid en bevolking zal dan ook geëlimineerd moeten worden. Nimmer zal dc wens tot herstructurering omwille van de herstructurering mogen domineren.' PROF. DR IK F. M. MAAS Zeeland zit goed... (Foto PZC

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1968 | | pagina 33