WAAR
STAAT
DE ZLM
VANDAAG
.CONTACTEN LEGGEN'
.BELANGENCONFRONTATIE'
,VAN ONDER NAAR BOVEN'
ACTIEF MEEDENKEN'
ZLM verkende positie van Jandboi
m jppw
:S
LM pleit voor aartlgasvooraem'''
er het gehele Zeeuw*"
V/OENSDAG 19 JUNI 1968
Rotterdam is nu wel groot genoeg. Wat ligt er meer voor de
hand dan dat Nederland voor haven- en industrieontwikkelin
gen de Westerschelde pakt? Je schrikt je wezenloos als je uit
rekent wat zo'n Moerdijkplan van Rotterdam gaat kosten. De
helft van de boeren in die noordwesthoek van Brabant moet
er uit. En om daar 150.000 arbeidsplaatsen te creëren moeten
er idem zoveel honderdduizenden guldens worden geïnves
teerd. Het zal geleidelijk moeten gaan. Veel beter is gebruik
maken van het kapitaal, dat nu is ingezet'.
Aan het woord een landbouwer over industrialisatie. Het lijkt
erop dat velen in deze kring zijn opvattting zullen delen. De
landbouw heeft een uitgesproken mening over de ontwikkeling
van Zeeland. De ZLM komt met de regelmaat van de klok met
rapporten op tafel, waarin een duidelijk standpunt wordt ge
geven over bijvoorbeeld havenontwikkeling, recreatie, ruim
telijke ordening. Het congres over de bestemming en de be
steding van landelijke ruimten in Nederland onder het motto
,Zie Zeeland' (18 en 19 juni) is er een voorbeeld van.
Wat is de functie van de ZLM in Zeeland vandaag? Een onzer
redacteuren heeft deze vraag gesteld aan vier prominenten uit
en van buiten de landbouw. Indrukken van gesprekken met het
viertal op deze pagina.
éi 11wm
ZLM: tl*, landbouw wil z
diver* -ftJ[A^^v^chakeïd i
1 v m
few/ y<if
mi
ir J Pm*
rrv;7:
schs<ïe
lz L M -NOTA „LAND&OUW EN RECREA iIE
v, - v r rtM-; -i-*J V-, - J
IR J. W. WELLEN
Directeur-generaal van het mi
nisterie van landbouw:
Oe landbouworganisaties ln ons land - en
liet In de laatste plaats de Zeeuwse Land
bouw Maatschappij - hebben tegenover het
landbouwbeleid een gezonde opstelling ge
vonden. Ze staan niet met de hoed in de hand,
maar komen frank en vrij voor hun mening
uit Ze hebben voormannen met een ver
trouwenspositie. In de totale ontwikkeling van
een gewest spelen die voormannen een steeds
belangrijker rol Daardoor winnen ze aan ge
zag. En dat heeft de landbouw nodig'.
Ir. J W. Wellen, directeur-generaal van het
■ministerie van landbouw, zetelend op de
tweede verdieping van een in rode steen opge
trokken departementsgebouw aan de Haagse
le Van den Boschstraat, komt deze week naar
Wilhelminadorp om de ZLM-tentoonstelling
,Zie Zeeland' officieel te openen. En met die
handeling bevestigt hij eigenlijk meteen wat
hij zojuist heeft gezegd. Sterk voorstander is
ir Wellen namelijk van een levende wissel
werking tussen beleidsinstantle en burger
- in dit geval: landbouwer - en hij vindt dat
de gewestelijke landbouworganisatie in dat
spel een belangrijk intermediair is.
Het heeft ir Wellen meer dan eens gefrap
peerd dat een organisatie als de ZLM er
slag van heeft haar belangen slagvaardig te
bepleiten en tegelijk voor een goede publiciteit
weet te zorgen. Publiciteit en voorlichting:
het zijn instrumenten om het vertrouwen bij
de eigen leden te houden en de contacten te
verbeteren. ,Ik geloof dat we het moeten toe-
DRS P. A. NEETESON
Voorzitter kring Zeeland/West-
Brabant Verbond van Neder
landse ondernemingen:
,\Ve hebben in Zeeland nog de kans om Iets
aan planning te doen. En hoe kunnen we die
beter opzetten dan via een confrontatie van
alle belangen? Ik ben een fervent voorstander
van industrialisatie, vooral in het Sloegebied.
Maar we mogen niet vergeten dat de agra
rische gemeenschap ln Zeeland - ondanks alle
ontwikkelingen - een zeer belangrijke zal
blijven. Het Is alleen maar logisch dat men
van die kant dan ook met constructieve In
breng en inspraak komt. De ZLM Is wat dat
betreft competent genoeg".
Dit geluid komt uit de industriële hoek. Tus
sen de Belgische en de Nederlandse grens
post zitten we in de directiekamer van de
Spiegelglasfabriek te Sas van Gent tegenover
drs P. A. Neeteson. Voorzitter van de kring
Zeeland'West-Brabant van het Verbond van
Nederlandse Ondernemingen, bestuurslid van
het ETI voor Zeeland, lid van de Provinciale
Raad voor de Luchtverontreiniging en nog
veel meer.
Hoe kijkt de heer Neeteson tegen een land
bouworganisatie als de ZLM aan?
Hij zegt: ,Het belang van de georganiseerde
landbouw kan alleen nog maar toenemen. De
tijd is voorbij dat overheid en ondernemer
voortdurend tegenover elkaar stonden. Het is
tegenwoordig veel meer een zaak van samen-
IR C. S. KNOTTNERUS
Voorzitter KNLC en Landbouw
schap:
,Den Haag en Brussel hebben weinig of geen
contact met de Individuele landbouwers. Zor
gen dat de belangen van die boeren door
komen naar boven: dat vind ik één van de
meest essentiële taken van een organisatie als
de ZLM*.
Van de smalle Groeneweg onder Steenbergen
zjjn we tussen twee witte palen de oprijlaan
van de hoeve .Voorzorg* opgereden.
Ir C. S. Knottnerus, voorzitter van het Ko
ninklijk Nederlands Landbouw Comité (KN
LC), sinds enige tijd ook voorzitter van het
Landbouwschap, woont midden in de agra
rische praktijk van alledag.
Hij weet dus heel goed wat er omgaat en
kan de functie van de landbouworganisatie
van twee kanten bekijken. En als hij dat
doet komt hij tot de conclusie, dat het beleid
altijd het risico meedraagt om verkeerd te
worden verstaan. Daarom: ,De landbouwor
ganisatie moet voortdurend .vertalen* voor
zijn leden. Dat getrapte organisatiesysteem
heeft duidelijke voordelen. Bij het KNLC heb
ben we nog steeds het oude statuut, dat
spreekt van een federatie. Ik vind beslist niet
dat het rationeel denken in de weg staat'!
J. M. A. C. VAN DONGEN
Gs-lid van Zeeland:
,Wat me van de Zeeuwse Landbouw
Maatschappij steeds opnieuw zo treft
is: ze denken daar goed mee over de
ontwikkeling van Zeeland. Als het over
bestemmingsplannen gaat, over streek
plannen, over herindeling van gemeen
ten, over concentratie van industrieën
zelfs over een vaste oeververbinding
VV esterschelde. De ZLM geeft onom-
vnnden haar mening en wanneer die af
wijkt is zij niet bang om met alterna
tieve voorstellen te komen. Kijk, dat
is nou pas constructief werken'.
De Zeeuwse gedeputeerde J. M. A. C. van
Dongen (waterstaatszaken, onteigeningen- en
belemmeringswet) is jarenlang burgemeester
geweest van de agrarische gemeente Aarden-
burg en hij heeft de ZLM van nabij in haar
activiteiten gevolgd. Wanneer hij dan ook
juichen, wanneer er bij voortduring aan wordt
gewerkt om de algemene lijnen van het be
leid bij de vier ingang te doen geven De
voormannen van de landbouworganisatie heb
ben een uitgesproken mening over de toe
komst van de landbouw; ze zijn volledig op
de hoogte van wat er in een provincie als
Zeeland aan de gang is'.
Is er niet het gevaar dat de individuele land
bouwer immuun wordt voor toekomstvoor
spellingen en overigens goed bedoelde advle-
Ir Wellen: .Het is een kwestie van dosering.
De leiding van de organisatie moet rekening
houden met wat maximum verantwoord is om
de leden in toespraken, publicaties en wat
dies meer zij, voor te zetten. En te bevatten
Men moet er natuurlijk altijd voor oppassen
niet een zo grote afstand van zijn volgelingen
te scheppen dat het een lachwekkende zaak
wordt. Men kan niet ongestraft voortdurend
te ver en te vaak op allerlei zaken ingaan.
Maar daar staat tegenover dat de organisatie
voorman er niet voor moet terugschrikken
om duidelijk stelling te nemen en in te hakken
op gevestigde opvattingen wanneer dat nodig
is'. Overigens vindt de directeur-generaal van
de landbouw dat de ZLM erin is geslaagd het
incasseringsvermogen van zijn leden goed af
te tasten. En hij staaft deze opvatting met een
voorbeeld: er is een vroegtijdige confrontatie
tussen landbouw en industrie geweest. JDe
landbouw in Zeeland heeft zich echt niet op
een eiland tussen de nieuwe ontwikkelingen
werking dan van tegenstelling. En de stem
van de landbouw is daarin ook zeer duidelijk
te horen'.
De heer Neeteson gaat er van uit dat het
voor een land goed is wanneer het een platte
land heeft en kan houden. Al was het alleen
al uit sociaal-psychologische overwegingen.
,Men moet vooral kwalitatief de bevolking van
een platteland niet onderschatten. Van het
platteland komen serieuze mensen, die het ver
brengen. Een platteland is een stabiel element
in een samenleving'.
Deze filosofie brengt de heer Neeteson tot de
toekomstvisies over Zeeland, waarin ook het
beeld voorkomt van een Westerschelde aan
weerskanten volgebouwd met zware industrie
ën. ,Dat zou een ernstige inbreuk op de land
bouw zijn. Het spreekt vanzelf dat de land
bouw bij de nieuwe beeldvorming van Zee
land eigen suggesties levert. Als ze maar
constructief zijn'.
Het is voor drs Neeteson echt geen open
vraag: wat uit de landbouwhoek komt krijgt
over het algemeen een zeer reële benadering
Of er uitgesproken tegenstellingen landbouw
industrie zijn? De heer Neeteson: ,De relaties
zijn veel groter dan menigeen denkt. De in
dustriële produktie in ons land heeft voor
20 tot 30 procent regelrecht met de landbouw
te maken'. Hij heeft wat cijfers opgezocht om
deze bewering te staven. In Nederland werd
in 1967 voor een bedrag van 720 miljoen aan
kunstmest omgezet, waarvan bijna de helft
op de binnenlandse markt.
Overigens: volgens de heer Knottnerus heeft
de Zeeuwse Landbouw Maatschappij steeds
een zeer duidelijk, eigen geluid laten horen
en doet dat nog. En nu het toch om een ju
bileum gaat rekent hij graag even terug. De
ZLM bestaat 125 jaar; het KNLC ,nog maar"
84 jaar. .Aanvankelijk werkten de stands
organisaties in de verschillende Nederlandse
gewesten op hun eentje. Er was weinig com
municatie. De bedoeling was vrijwel uitslui
tend: de boeren helpen waar dat mogelijk
was.
Bij de moderne landbouworganisatie is dat
helpen veranderd in een goed gerichte dienst
verlening aan de leden enerzijls; daarnaast
een zeer uitgesproken belangenbehartiging
van die leden'.
Of de individuele boer zich wel zo organisatie-
bewust is? Ir Knottnerus: .Normaal hoor je
niets. Een stil bewijs dat het goed gaat. Als
ze gaan vragen: wat doen jullie voor ons?
gaat het minder rooskleurig'.
Anders dan vroeger staat de Zeeuwse Land
bouw Maatschappij op het ogenblik in een
provincie, die enorme ontwikkelingen door
maakt. Zeeland is niet langer een land van
boeren. Industrie en recreatie komen hun deel
van de grond opeisen. .Dat is een onherroe
pelijke consequentie', vindt de KNLC-voor-
zitter. De landbouw moet een areaal inboeten.
Het zou onverstandig zijn je daartegen te ver-
zegt, dat de ZLM in Zeeland een prominent
orgaan is, dat mede voor een binding zorgt
tussen bedrijfsleven en bestuurseenhedea dan
gaat het hier om een weloverwogen, gefun
deerd oordeel. .In het verleden, op het ogen
blik ook en straks niet minder, - er is voor
de ZLM steeds belangrijke functie, omdat
Zeeland nu eenmaal een belangrijk agrarisch
gewest is en zal blijven. Bovendien vind ik dat
de ZLM met haar houding in allerlei actuele
zaken eigenlijk al een goed stuk inspraak in
het beleid heeft weten te krijgen zonder dat
steeds met zoveel woorden moest voor worden
gepleit'.
Een typisch voorbeeld van belangenbinding
tussen ZLM en de andere sectoren van de
samenleving in Zeeland noemt de gedeputeer
de de onlangs afgekomen benoeming tot voor
zitter van de provinciale VW van mr E.
Wage, algemeen secretaris van de ZLM. .Re
creatie, landbouw en industrie weten elkaar
te vinden; ze hebben begrip voor eikaars
positie. Wanneer ze tegenover elkaar zouden
teruggetrokken'. Komt volgens de heer Wellen
bij dat de Zeeuwse boer zich door de opdof
fers van oorlog en watersnood 1953 heeft ge
wapend en is opgevoerd om ook voor de toe
komst mentaal wel wat te kunnen opvangen.
En wanneer hij dan de duidelijke natuurlijke
voordelen van zuidwestelijk Nederland voor
de landbouw daarbij telt. de versnelde ver
kaveling van Zeeland incalculeert en vast
stelt dat op de lijst van gegadigden voor het
ontwikkeling*- en saneringsfonds voor de
landbouw ln Zeeland de minste opheffings-
gevallen voorkomen, dan ziet ir Wellen echt
nog wel een lonende agrarische bedrijfstak
voor de toekomst. .Als het open oog er maar is
en als men zich maar verstandig aanpost' En
ln dat verband valt ook in het Haagse bureau
het woord .samenwerking' Verdere omschrij
ving overbodig.
Heeft ir Wellen een wens ten opzichte van de
Zeeuwse landbouworganisatie? Hij zegt: .Ik
hoop dat men in Zeeland nog eens om de-
tafel gaat zitten om het landbouwonderwijs w-
bekijken Het zou daar beter kunnen dan het
er nu gaat Door een zekere vorm van samen
werking zou al heel wat bereikt kunnen wor
den Het kleine aantal leerlingen noopt tot een
vermindering van het aantal scholen Maar
dat moeten dan wel scholen van goede kwa
liteit zijn. Misschien is het nodig om hier en
daar wel wat van de eigen visie over zijn
kant te laten gaan. maar er kan zeker altijd
een vorm worden geschapen, waarin de le
vensbeschouwing van wie erbij betrokken Is
toch gewaarborgd blijft'.
De produktie van voedings- en genotmiddelen
beliep een omzet van 18.2 miljard. En dan
niet te vergeten de suikerfabrieken.
Twee kanten signaleert de heer Neeteson aan
de verhouding landbouw'industrie. Om te be
ginnen de verwerking van grondstoffen uit
de landbouw bij de industrie en in omgekeer
de richting de levering van grondstoffen en
materiaal voor de landbouw. Daarnaast is er
de minder hartelijke relatie als gevolg van
luchtverontreiniging en grondhonger van de
industrie
.In Zeeuwsch-Vlaan deren is de ontmoeting
landbouw industrie niet nieuw. Men heeft
er al veel ervaring met elkaar. Bij de land
bouwers is veel begrip voor de positie van de
industrie. Zelfs als het om gevallen van over
last gaat. Maar dan mogen we natuurlijk van
de industrie verwachten dat zij ook begrip
weet op te brengen voor de landbouw'.
Aan drs Neeteson zal het niet liggen. Eerlijk
bekent hij,Het lijkt me erg moeilijk om boer
te zijn. Je moet van allerlei afweten en boven
dien een goed ondernemer zijn. De Zeeuwse
boeren hebben dat. Ze hebben zich altijd bij
zonder nuchter en kritisch opgesteld. Ik hoop
dat ze het blijven doen'.
zetten. Waarop we als landbouw wèl moeten
letten is: .Waar wordt er geïndustrialiseerd?
Wordt er op die en die plaats niet te veel ver
prutst?'
Als vanzelf komt de inspraak van de land
bouw in het ruimtelijk beleid dan ter sprake.
Ir Knottnerus: ,In sommige provincies ls
dat een hele toer; in andere gaat het redelijk.
De ZLM zit er in Zeeland aardig bovenop.
Ze heeft er dan ook alle belang bij'. Een mani
festatie van de ZLM bij het 125-jarig jubileum
- volgende week - vindt de heer Knottnerus
daarom zeker in een provincie als Zeeland een
uitstekend middel om nog eens goed de aan
dacht te vestigen op de positie van de land
bouw. Een landbouw, die steeds opnieuw
wordt geconfronteerd met schaalvergroting,
met uitstoot van werknemers, met geperfectio
neerde mechanisatie en automatisering, met
uitgekiende rationalisatie. Een landbouw vol
gens het patroon: de boer is ondernemer, een
ondernemer moet investeren en om diep te
investeren moet hij samenwerken.
De KNLC-voorzitter: .De landbouwer van
vandaag moet kiezen, anders komt hij er niet.
De landbouworganisatie moet hem daarin
terzijde staan, hem zo goed mogelijk inlichten
over de keuzemogelijkheden, het beeld van de
landbouw naar buiten zo duidelijk mogelijk
aftekenen'.
illeen maar een averechtse ult-
.eiKiiifc verwachten. Het feit dat de land
bouw betrokken wil worden bij dit alles is
het beste bewijs, dat men naar elkaar toe
groeit'.
Overigens hoeft de heer Van Dongen maar het
begrip waterschap te laten vallen en hij heeft
een concrete zaak bij de hand. waar de be
langen van landbouw, recreatie en woonge-
meenten zijn verstrengeld.
Hij is het dan ook beslist niet eens met de
opvatting als zou de landbouw in het ver
anderend Zeeland het gevaar lopen in een
hoek te worden gedrukt.
Gedeputeerde Van Dongen formuleert de po
sitie van de landbouw het liefst zo: .Niet
ondanks alles wat er in Zeeland omgaat zal
er een actieve landbouw blijven, maar veel
eerder dank zij.»'
WXUOESttSG MCMSKS BBStVVK
2LM pleit voor samenvallen
erkaveling .PoeP-rijksweg
MSijmiSmE OBJECTBi
O&BjfeS sssruus VEKCADEROg GOES
"&B vddpisUSHCif