DOVENDIENSTEN DE KERK IS GEEN BESCHERMD MILIEU Berg en dal zaterdagnummer KORTGEZEGD Zaferdag 8 iunl 1968 Regelmatig worden op verschillende plaatsen in ons land kerkdiensten voor doven gehouden. Er is al eens een ker kelijk huwelijk tussen twee doven gesloten en ook doop- iiensten vinden plaats. hok op andere wijze hebben enkele kerken de pastorale zorg voor doven op zich genomen. De hervormden hebben een eigen dovenpaslor. De gereformeerde gemeenten hebben een predikant, die tevens geestelijk verzorger is m de doven in deze kerk. Ook in Zeeland worden door en kele gereformeerde gemeenten meestal op zaterdagen kerkdiensten voor doven georganiseerd. De diensten trek ken ook belangstellenden uit andere kerken, zoals oud-ge reformeerden. christelijke gereformeerden en gerefor meerde bonders. Over het waarom en hoe van de doven- mg in de gereformeerde gemeenten spraken wij met de heer A. G. Eggebeen uit Goes, die nauw betrokken is bij dit werk en met ds. J. C. Weststrate in Meliskerke, die dit werk en met ds J. C. Weststrate in Meliskerke, die ver telde over zijn ervaringen in zon dienst. D ovenonder wijs begint met leren liplezen en het benoemen van speelgoed. In verschillende instituten in ons land, onder andere in Groningen, Amsterdam. St-Michielsgestel rken Voorburg protchr.) wordt onderwijs aan doven gegeven. In 1790 werd in ons land de eerste inrichting voor doofstommenonderwijs geopend door de Waalse pre dikant Henri Daniël Guyot. Dat eerste instituut kwam in Gronin gen: een instituut tot onderwijzing van doven en stommen door den heer Guyot. In 1840 kwam de tweede in richting, tn Sint-Michielsgestel. Dat werd een rooms-katholleke vestiging. Er was in Groningen nogal wat ver weer tegen het r-k separatisme, want ui het noorden had men zich altijd als ideaal gesteld, één nationale school voor doofstommen van alle geloofsrich tingen. Iedere gezindte ontving daar om ook ln Groningen godsdienstonder wijs volgens eigen richting. Na enkele jaren volgt een nieuw in stituut, nu in Rotterdam en in 1888. werd gesticht de vereniging tot chris telijke opvoeding en onderwijs van doofstomme kinderen en jongelieden .Effatha' (.Wordt geopend'). Basis wa ren de belijdenissen van de Gerefor meerde Kerken. Drie jaar daarna open de .Effatha' de eigen school. Nu staat in Voorburg een uitgebreid complex, waar diverse vormen van onderwijs lorden gegeven en waar de kinderen somen op hun derde jaar. Od hun acht- üade verlaten de scholieren .Effatha'. De samenwerking tussen de verschil lende instellingen (er is ook een in stituut in Amsterdam) is goed. Het instituut .Effatha', vertelt de heer Eggebeen, (36), zelf redacteur van het .Dovencontact' dat de relaties onder houdt tussen de doven, die de kerk diensten der Gereformeerde Gemeen ten bezoeken, omvat ook een internaat. Van de 350 scholieren die dit Instituut bezoeken, zijn een paar honderd in in- ternaatsverband ondergebracht. De ove ngen gaan 's avonds naar hun huis in de omgeving van Voorburg. Een maatschappelijk werkster komt in het begin regelmatig thuis bij het kind. Op driejarige leeftijd gaat het kind naar .Effatha', waar het dezelfde maat schappelijk werkster ontmoet. Er is dus al een zekere relatie, een bepaalde band ontstaan. De kinderen leren al heel jong woord jes zeggen, met speelgoed omgaan en liplezen. Op vierjarige leeftijd komt de lagere school aan de beurt, met individueel onderwijs in allerlei vak ken. .Effatha' heeft verder mogelijk heden voor ulo, huishoudschoolonder- wijs en lts. De doven moeten zo goed mogelijk worden geprepareerd op zelf handhaving in de maatschappij. Voor op staat daarbij dat zij Ieren liplezen. De gebarentaal wordt wél nog ge bruikt door doven onderling, maar wordt niet meer onderwezen. De moderne onderwijsmethoden zijn anders. Na het doveninstituut was er heel lang geen enkele opvang meer voor doven. Dat is sinds enige tijd veran derd. De dovendiensten, die de Gere formeerde Gemeenten organiseren zijn een voorbeeld. Uit de eerder gestich te actie dovenzor^, van de heer P. Wa genaar in Den Haag, zelf een dove, kwam de pastorale zorg voort. Op de scholen van .Effatha' wordt gods dienstonderwijs gegeven. Maar hier komt juist het punt waar de Gerefor meerde Gemeenten en .Effatha' uit elk aar gaan. De heer Eggebeen: ,Wij kun nen het als Gereformeerde Gemeenten niet eens zijn met de grondslag van de catechisaties. Er wordt daar ge leerd, dat ieder kind. ieder mens. een schaap is van de Goede Herder. Maar dat betekent dat zg, die op hun acht tiende jaar .Effatha' verlaten zijn op- fevoed in een leer, die niet naar Gods Voord is volgens de Gereformeerde Gemeenten. Daarom in het bijzonder zijn er de dovendiensten gekomen. In de dovendiensten van de Gerefor meerde Gemeenten, welke diensten worden gehouden in bijvoorbeeld Gro ningen. Goes. Gouda, Amersfoort, Dordrecht. Rotterdam en Middelburg wordt juist het tegenovergestelde ge predikt van wat op .Effatha' wordt geleerd op school: De heer Eggebeen formuleert: .Die leer is: de mens is gevallen in Adam en daar verdoeme- Wjkheid onderworpen Voois; dat een werk Gods aan het hart moet worden verheerlijkt. Er is dus in de mens niets dat waarde heeft voor God. Zelfs geen goede gedachte kan meer worden opgewekt. Tenzij de mens wederom geboren deze dovendiensten wijzen op het enig nodige: het eenzijdig soeverein Gods- werk aan verloren zondaars. Want de uitverkoren kerk wordt zalig omdat God het wil om het eeuwig welbehagen en op grond van de aangebrachte ge rechtigheid van Christus.' Deze kern van het belijden der Gere formeerde Gemeenten is uitgangspunt voor de dovendiensten. Maar dit alles, wat gekend moet worden tot zaligheid, trachten de predikanten op zeer een voudige wijze uiteraard over te bren gen. Het aantal doven in de Gerefor meerde Gemeenten is overigens niet zo groot: omstreeks zeventig, tachtig in totaal. Er is een merkwaardig pro bleem bij deze verkondiging. In de on derlinge gebarentaal betekent een hand geven na een woordenwisseling, een ruzie genade geven. Maar in de godsdienst komt die genade van God. Niet de dóven geven dus genade, maar God. En dat duidelijk maken is niet eenvoudig. De kerkdiensten. Ds D. Hakkenberg, de geestelijk verzorger van de Gere formeerde Gemeenten, sloot twee jaar geleden een huwelijk tussen twee do ven in Brakel. De dovendiensten heb ben het gebruikelijke liturgische pa troon van alle kerkdiensten der Ge reformeerde Gemeenten. Ze duren al leen korter en de predikatie neemt ook minder tijd in beslag. Na het votum spreken de doven een psalmvers, waarvan zij de tekst kun nen vinden op een schoolbord. Nadat de predikant een schriftgedeelte heeft gelezen volgt een gebed en de tekst van de predikatie. Ds Weststrate spreekt liever over toespraak of me ditatie. Daarna is er dankgebed en volgt weer het spreken van een psalm vers. Vervolgens is er sluiting. De diensten in kerken of vergader zalen duren een uur. De lippentaal is voor de doven het enige contact met de predikant, die met op de verre preekstoel staat, maar vlakbij zijn ge meente. De predikatie wordt óp de bandrecorder opgenomen en verschijnt na verloop van tijd in het blad .Doven contact'. Ds Weststrate: ,In alle bescheidenheid gezegd: we moeten toch proberen Gods woord te brengen. Wij horen mensen tot aan het oor. maar net is de Heere, bit dove meisje, van Nederlandse ouders die in Amman Jordaniëwonen, volgt onderwijs aan het doveninstituut Effatha' in Voorburg. Hel .comité hulp oon Biafro', dat na een Brondpuntuitzendina over Biafro is opgericht heeft contact gezocht met de Stichting oecume nische hulp oan kerken en vluchtelingen in Utrecht. Hel comité wil proberen de miljoenen mensen die in het door oorlog geteisterde Bia fro van honger dreigen om te komen, oon voed sel te helpen vlo Rode Kruis, missie en zen ding. De Slidhing oecumenische hulp heeft be langstelling voor het initiatief von het comité. Binnenkort zal een vergadering gehouden wor den waorop de moqelijkheder voor een so menwerking tussen beide organisaties zullen worden onderzocht. De stichting wijst er op dot ook door de Wereldraad van Kerken en het Ro de Kruis veel oon hulpverlening wordt gedaan, moor dat de hulp door Nigeria wordt bemoei lijkt. Het Rode Kruis heeft hier onlangs nog te gen geprotesteerd. 9 De bisschop en de clerus van de provincie Salto in Uruguay hebben in een communiqué hun afkeuring uitgesproken over het optreden van de priester-arbeider pater Juan Carlos Zafforoni, die zich in het openbaar heeft uit gesproken voor qewopende strijd tegen de ge vestigde machten. De justitiële autoriteiten heb ben de pater beschuldigd von rebellie. Er is geen arrestatiebevel tegen hem uitgevaardigd. Wel moet hij voor het gerecht verschijnen, maar de politie heeft hem tot dusver niet kunnen 9 Met ingong van 1 september is benoemd tot directeur van de Nederlandse Gereformeerde Jeugdraad ds A. Broek 1471 gereformeerd pre dikant te Enschede, als opvolger van ds K. A. Schippers te Amersfoort, die docent wordt aan de theologische hogeschool te Kampen. De Ne derlandse gereformeerde jeugdraad is het koe pelorgaan waarbij zijn aangesloten het Lan delijk centrum voor gereformeerd jeugdwerk, Evangelisch Herstel en Opbouw, het evangelisa tie jeugd-ciubwerk De Poort en het zondags- schoolwerk. In Op de hoogte, de informatiekrant van Kerk en Wereld Ie Driebergen, wordt een nieuw soort weekendconferenties aangekondigd, de zogenaamde AK-weekends. De onderwerpen von deze conferenties, waarvan er in hel nojaar die worden gehouden, zijn nog niet bekend. Die zullen pas kort tevoren worden bepaald, zodat kan worden inqehoakt bij wat op dat moment actueel is. De naam AK-weekends duidt op het karakter: actueel en kritisch. Kerk en Wereld geeft in Op de hoogte voorbeelden von onderwerpen die op dit moment misschien ge kozen zouden zijn: de vredesonderhandelingen over Vietnam, de studentendemonstraties en de doaruil voortvloeiende stokingen in Frankrijk, de Belgische crisis of de wetsvoorstellen over ondernemingsrecht in eigen land. Het is al weer bijna een maand geleden dat in Kampen de theologische hogeschooldag van de Gereformeerde Kerken is gehouden. Inmiddels xijn in het .Gereformeerd Weekblad' af gedrukt het jaaroverzicht van de rector, professor J. T. Bakker, alsook de twee inleidingen voor de algemene discussie op 16 mei nl. van Prof. H. Ridderbos en van dr. J. Bruins Slot. De een is hoogleraar aan de theologische hogeschool te Kampen en de ander hoofdredacteur van het dagblad .Trouw'. De een houdt zich bezig met het Nieuwe Testament en de ander zit middenin een stuk modern bedrijfsleven. De problemen waarmee professor Ridderbos fe maken heeft zijn allereerst van Iheologisch-weten- schappelijke aard maar alle theologie heeft on middellijk raakvlakken met het leven van de kerk, de gemeente in deze wereld. De problemen van dr Bruins Slot zijn van andere aard, maar ze raken toch weer - ook al noemt Trouw zich zelf met meer een christelijk dagblad - de vragen die er leven in kerk en werelcf te samen. Aan deze beide mannen was nu gevraagd om hun kijk ie willen geven ,op de ontwikkeling van wat men - in de breedste zin van het woord en dus niet alleen in kerkelijke zin te verstaan - het Gerefor meerde leven kan noemen'. Prof. Ridderbos om schrijft dit nader als ,een zeer bepaalde ontwik keling van de laatste jaren zoals die hef gelaat van het Gereformeerde leven op allerlei gebied heeft veranderd'. We kunnen dit wel waf ruimer nemen. We be hoeven hier niet alleen te denken aan de Gere formeerde Kerken, waaraan men natuurlijk in Kampen vooral heeft gedacht. Er is ook nog zo iets als 'n .gereformeerde gezindte'. Vroeger hoor de je daarvan meer dan tegenwoordig. Er is een tijd geweest dat men meende deze vrij ge makkelijk te kunnen samenbundelen en daar bij dacht men dan aan de verschillende gerefor meerde kerken, de chr. gereformeerde kerken, de gereformeerde qemeenten en een deel van de her vormde kerk. lo gemakkelijk bleek die samen werking nu niet te liggen, omdat deze verschillen de kerken wel onder één bepaalde naam bekend staan, waf echter nog niet wil zeggen dat men in iedere kerk hetzelfde dacht over bepaalde vragen die opdoemden. Als iets duidelijk is geworden in de laatste tien jaren, dan is het wel dit, dat iedere kerk zo zijn modaliteiten heeft. Zelfs de kerk van Rome ontkomt daaraan niet meer. Op de vragen die er zijn geeft niet iedereen binnen hetzelfde kerkverband hetzelfde antwoord. De vorige week hebben we hef onder andere gehad over de vraag wat de kerk nu eigenlijk is. Vroe ger waren er kerkleden die met zulk een vraag met verlegen zaten. Ze dachten aan hun eigen kerk als de enig ware. Prof. Kamphuis denkt nog altijd zo van zijn eigen Vrijgemaakte Gerefor meerde Kerken, welke hij zie» als de bedding waardoor het heil Gods in ons land binnen stroomt. Doch zelfs in eigen kerk krijgt hij het met deze opvatting steeds moeilijker. Men kan niet blijven voortgaan met schorsen en afzetten. Behalve de vragen die op de kerk als zodanig betrekking hebben, zijn er vragen van de moraal; wat nö wel kan en vroeger niet. Er zijn vragen die in verband staan met de H. Schrift; hoe moe ten we deze lezen en versteen? Er zijn vragen die te maken hebben met pers, radio en televisie. Deze moderne communicatiemiddelen hebben 'n stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Zelfs de vrijzinnig protestanten zitten verlegen met hun V.P.R.O. Er zijn vragen die betrekking hebben op het politieke leven, zowel in ons land als in heel de wereld. Op welke wijze moet de samen leving worden geordend? In welke kerk zit men niet met zulke vragen? He» is mogelijk dat men zich in eigen kring terugtrekt en wat er verder in de wereld gebeurt langs zich laaf heen gaan, zoals het water loopt langs de veren van een eend. In de afzonderlijke kerken mogen de vragen dan soms wat anders liggen, toch hebben ze er allemaal mee te maken, want een kerk is er uit eindelijk niet voor zichzelf, maar voor de wereld waarin zij een roeping heeft. En zo mogen we zeggen dat de vragen die door de beide inleiders in Kampen behandeld zijn wel waren toegespitst op het leven in de Gereformeerde Kerken, maar dat ze in iedere kerk, zij het dan ook met ge ringe wijziging, opdoemen. Prof. Ridderbos verklaarde dat het geven van een antwoord op al deze vragen niet eenvoudig is, tenminste als men .niet behoort tof degeen d e alles wit en zonig en in een rozig licht zien, óf die alles zwart, decadent en als een toonbeeld van afval zien.' Volgens hem st3an wij nu een maal middenin een stroom. We mogen ons met deze stroom niet zo maar laten meedrijven. Wij dragen een verantwoordelijkheid ook voor de toekomst en dit maakt het noodzakelijk dat wij ons bezig houden met al deze vragen. Dr Bruins Slot zei, toen hij het over dezelfde dingen had, dat hef vanzelfsprekend is dat men zich hiermee in de kringen van de Gereformeer de Kerken bezig houdt. .Want wij leven in een turbulente tijd, een tijd van grote veranderingen, in wereldverband, politiek en technologisch, die ons milieu waaraan wij gewend waren, met on beroerd laten en dan druk ik mij nog zeer gema tigd uit.' ,Onze tijd kenmerkt zien door een inten sieve communicatie. Radio, televisie en pers wer ken dat zeer sterk in de hand. De school, de lite ratuur doen het ook, Het isolement is weg. Er ii een grote mogelijkheid en een grote vrijheid van discussie.' ,Da» betekent dat er een bescherming weg is.' Hierover wil hij geenszins gaan jammeren en klagen. We moeten nu loten zien wat we gees telijk waard zijn. ,De bescherming een de bui tenkant is weggevallen. Het kom» er nu _e!Ieen maar op aan waf we werkelijk waard zijn. En daar moet dus de opvoeding op gericht zijn.' In de ene kerk meer dan in de andere, meer iedere kerk heeft ergens gezocht naar de» be schermde milieu. Nu zien we dat dit niet mogelijk is. Ook els leden van een kerk - els christenen kunnen we beter zeggen - zijn we een deel ven het .wereldgeheel'. Deze beide sprekers hebben samen een vijf tal stellingen geformuleerd om aan hoorders en lezers enig houvast te geven, waarbij ze wel waarschuwen dat ze aan deze stellingen niet wensen te worden opgehangen. De 2e stelling was: ,De toenemende belangstelling in het Ge reformeerde leven voor de wereldproblematiek, de zending, werelddiaconaat, ontwikkelingshulp, voor geestelijke en maatschappelijke structuur van het moderne leven, voor de problemen van oor log en vrede en voor wat in onze tijd radicalise ring van de christelijke politiek zou mogen heten, zijn als positieve elementen in de ontwikkeling von STEMMEN UIT DE KERKEN hef Gereformeerde leven fe waarderen.' In zfin toelichting zegt prof. Ridderbos o.a. dat er de begeerte openbaar .wordt ,om meer revolutionair- christelijk te denken over allerlei vraagstukken als bijv. over oorlog en vrede, over het sociale vraagstuk.' Hun 4e stelling luidt: .Zal de kerk haar centrale betekenis voor hef Gereformeerde leven behou den, dan zal, behalve aan de inhoud van de pre diking, ook aan de mondigheid van de gemeente blijvende en toenemende aandacht geschonken moeten worden en zullen voor de gemeentevor ming nieuwe wegen moeten worden gezocht. Er is op allerlei terrein functie-verlies voor de kerk te constateren. Daarom zal men nooit genoeg zorg aan de prediking kunnen besteden en daar voor is theologie nodig. En verder staat het voor professor Ridderbos vast dat men voortdurend rekening zal moeten houden met ,de volwassen heid, d emondigheid, ook het meeleven, het zich" mede verantwoordelijk weten van de gemeente', 's Zondags naar de kerk gaan is niet voldoende. Er zullen middelen moeten worden bedacht om de gemeente te helpen, in haar geestelijke vorming, in haar positiebepaling tegenover allerlei vragen, in haar medeverantwoordelijk zijn voor de weg van de kerk in de wereld'. Tenslotte nog de laatste stelling. ,De leeftijd van degenen die de kerkelijke vergaderingen bevol ken. ligt voor een goede vertegen woordiging van het kerkelijk leven, aanmerkelijk te hoog.' Zo we er nog niet van overtuigd mochten zijn dat hetgeen er te Kampen op de hogeschooldag ts gezegd ook geldt voor andere kerken, dan zal deze laatste stelling ons stellig overtuigen. Er staan in de Bijbel teksten waarin jongeren wordt voorgehouden naar de ouderen te luisteren. Van hen kunnen ze heel wat leren. Als één van de taken die Johannes de Doper zal moeten ver vullen staaf ook geschreven dat zijn werk zal zijn ,om de harten der vaderen te keren tot de kin deren.' Deze tijd leert ons toch wel dat de stem van de jeugd belangrijk kan zijn. h. Zoekt u het hogerop van de zomer? Even ver weg van het vlakke land? Wat gaat het worden van het jaar? De hergen in? Met of zonder caravan? Ik weet het niet. Waar bent u liever? Hoog in de bergen? Of diep beneden in het dal? Het is allebei aantrekkelijk. In hel dal is het alsof je je omgeving door een verrekijker ziel. Alles om je heen is groot en impo nerend en je voelt je klein. Onbelangrijk. Je komt onder de indruk van je onbelangrijk heid Een groot man in hel dal. Maak eens een dia van hem. De grote man. Rustig zijn pijpje rokend tegen de achtergrond van een steile rotswand. Wat blijft er weinig van hem over. Alleen in Madurodam kan hij nog te recht. Alleen daar is hij nog groot. Het dal is medicijn voor men sen die zichzelf vergroten. Of in de tweede macht overtref fen. Of kijkt i/ misschien liever omlaag9 Dan ket t de kijker om. U ziet alle anderen klein De grote huizen. De grote heren. Beneden u wriemelt een mierenest En je vraagt je af. Waar maken die mensen zich druk over? Waarom spelen die speelgoed-autootjes zo'n ge vaarlijk spel? De bergen? Goed voor kleine mensen, die altijd te klein van zichzelf denken. En alle anderen vergroten. Soms betekent dat een stuk verbittering. Soms betekent dat een stuk eenzaamheid, zoals een stuk verbeten hulpeloos heid. Zo kan een mens zich voelen, als hij langzaam naar boven klimt in de bergen. En dan met een soort cynische humor, een bord ziet staan: maximum snelheid 50 km! Voor die mensen, die zichzelf verkleinen, en zich dan wat teleurgesteld op een afstand houden. Altijd jaloers op die ander. Die meer is. meer kar., meer betekent, meer .erin' is' Soms denk ik aan die éne.' Hij leve hoog! Hij sprak Zijn Woord over de chaos. En daar waren ze. Bergen en dalen. Men noemt Hem wel eens: de Allerhoogste. Sommigen zeg gen: Jlij is dood'. Er is niets en niemand bouen ons. Wij zijn eindelijk onder e'kaar. En dat laatste zegt deze .Aller hoogste' ook. Wij zijn eindelijk onder elkaarU en ik. God en mensen onder elkaar. Want de Heer van de bergen en de dalen voelde zich niet te groot voor de kleine mensen Hij daalde af, totdat hij kleiner werd dan de allerkleinste. Dat was een wijze les voor de grote mannen. En een harde les. Dat de allerhoogste er niet tegen op zag om tegen hen op te zien. Hel vernederde hen ook. Want wat is het moeilijk voor een hooggeplaatste om door de knieën te gaan vóór de allerkleinste? Dat was ook een wijze les voor de kleine mensen. Die zichzelf wilden negeren. En jaloers waren op anderen. Want deze grote Heer maakte zich soli dair met hen. Soms leek het wel, alsof Hij tegen hen opzag. Hij zet de grootsten op hun nummer. 2n de kleinsten paan bij hem voorop. En wie zich een nummer voelt, wordt door Hem als een unicum be schouwd en duur gekocht en duur betaald. Waar gaat u heen? De bergen in? Blijft u in het dal? Wilt u zichzelf klein voelen? Wilt u de anderen kleiner ma ken? Hij, die de Heer Is van bergen en dalen. Kwam als allerhoogste de laagste plaats innemen. Om grote mannen op hun num mer fe zetten. Om kleine men sen hun unieke plaats te laten zien. En wie zichzelf even weg denkt, zal ervaren, hoe be vrijdend dat is. Hij zal met Gods hulp iets ervaren van dat heel unieke: God is onder ons klein begonnen. Dat schept grote mogelijkheden. Onge ziene vergezichten. Temeuzen. W. H. Gispen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1968 | | pagina 19