DOVENDIENSTEN
DE KERK IS GEEN
BESCHERMD MILIEU
Berg en dal
zaterdagnummer
KORTGEZEGD
Zaferdag 8 iunl 1968
Regelmatig worden op verschillende plaatsen in ons land
kerkdiensten voor doven gehouden. Er is al eens een ker
kelijk huwelijk tussen twee doven gesloten en ook doop-
iiensten vinden plaats.
hok op andere wijze hebben enkele kerken de pastorale
zorg voor doven op zich genomen. De hervormden hebben
een eigen dovenpaslor. De gereformeerde gemeenten
hebben een predikant, die tevens geestelijk verzorger is
m de doven in deze kerk. Ook in Zeeland worden door en
kele gereformeerde gemeenten meestal op zaterdagen
kerkdiensten voor doven georganiseerd. De diensten trek
ken ook belangstellenden uit andere kerken, zoals oud-ge
reformeerden. christelijke gereformeerden en gerefor
meerde bonders. Over het waarom en hoe van de doven-
mg in de gereformeerde gemeenten spraken wij met de
heer A. G. Eggebeen uit Goes, die nauw betrokken is bij
dit werk en met ds. J. C. Weststrate in Meliskerke, die
dit werk en met ds J. C. Weststrate in Meliskerke, die ver
telde over zijn ervaringen in zon dienst.
D ovenonder wijs begint met leren liplezen en het benoemen van
speelgoed.
In verschillende instituten in ons land, onder andere in Groningen,
Amsterdam. St-Michielsgestel rken Voorburg protchr.) wordt
onderwijs aan doven gegeven. In 1790 werd in ons land de eerste
inrichting voor doofstommenonderwijs geopend door de Waalse pre
dikant Henri Daniël Guyot.
Dat eerste instituut kwam in Gronin
gen: een instituut tot onderwijzing
van doven en stommen door den heer
Guyot. In 1840 kwam de tweede in
richting, tn Sint-Michielsgestel. Dat
werd een rooms-katholleke vestiging.
Er was in Groningen nogal wat ver
weer tegen het r-k separatisme, want
ui het noorden had men zich altijd als
ideaal gesteld, één nationale school
voor doofstommen van alle geloofsrich
tingen. Iedere gezindte ontving daar
om ook ln Groningen godsdienstonder
wijs volgens eigen richting.
Na enkele jaren volgt een nieuw in
stituut, nu in Rotterdam en in 1888.
werd gesticht de vereniging tot chris
telijke opvoeding en onderwijs van
doofstomme kinderen en jongelieden
.Effatha' (.Wordt geopend'). Basis wa
ren de belijdenissen van de Gerefor
meerde Kerken. Drie jaar daarna open
de .Effatha' de eigen school. Nu staat
in Voorburg een uitgebreid complex,
waar diverse vormen van onderwijs
lorden gegeven en waar de kinderen
somen op hun derde jaar. Od hun acht-
üade verlaten de scholieren .Effatha'.
De samenwerking tussen de verschil
lende instellingen (er is ook een in
stituut in Amsterdam) is goed.
Het instituut .Effatha', vertelt de heer
Eggebeen, (36), zelf redacteur van het
.Dovencontact' dat de relaties onder
houdt tussen de doven, die de kerk
diensten der Gereformeerde Gemeen
ten bezoeken, omvat ook een internaat.
Van de 350 scholieren die dit Instituut
bezoeken, zijn een paar honderd in in-
ternaatsverband ondergebracht. De ove
ngen gaan 's avonds naar hun huis
in de omgeving van Voorburg. Een
maatschappelijk werkster komt in het
begin regelmatig thuis bij het kind.
Op driejarige leeftijd gaat het kind
naar .Effatha', waar het dezelfde maat
schappelijk werkster ontmoet. Er is
dus al een zekere relatie, een bepaalde
band ontstaan.
De kinderen leren al heel jong woord
jes zeggen, met speelgoed omgaan en
liplezen. Op vierjarige leeftijd komt
de lagere school aan de beurt, met
individueel onderwijs in allerlei vak
ken. .Effatha' heeft verder mogelijk
heden voor ulo, huishoudschoolonder-
wijs en lts. De doven moeten zo goed
mogelijk worden geprepareerd op zelf
handhaving in de maatschappij. Voor
op staat daarbij dat zij Ieren liplezen.
De gebarentaal wordt wél nog ge
bruikt door doven onderling, maar wordt
niet meer onderwezen. De moderne
onderwijsmethoden zijn anders.
Na het doveninstituut was er heel
lang geen enkele opvang meer voor
doven. Dat is sinds enige tijd veran
derd. De dovendiensten, die de Gere
formeerde Gemeenten organiseren zijn
een voorbeeld. Uit de eerder gestich
te actie dovenzor^, van de heer P. Wa
genaar in Den Haag, zelf een dove,
kwam de pastorale zorg voort.
Op de scholen van .Effatha' wordt gods
dienstonderwijs gegeven. Maar hier
komt juist het punt waar de Gerefor
meerde Gemeenten en .Effatha' uit elk
aar gaan. De heer Eggebeen: ,Wij kun
nen het als Gereformeerde Gemeenten
niet eens zijn met de grondslag van
de catechisaties. Er wordt daar ge
leerd, dat ieder kind. ieder mens. een
schaap is van de Goede Herder. Maar
dat betekent dat zg, die op hun acht
tiende jaar .Effatha' verlaten zijn op-
fevoed in een leer, die niet naar Gods
Voord is volgens de Gereformeerde
Gemeenten. Daarom in het bijzonder
zijn er de dovendiensten gekomen.
In de dovendiensten van de Gerefor
meerde Gemeenten, welke diensten
worden gehouden in bijvoorbeeld Gro
ningen. Goes. Gouda, Amersfoort,
Dordrecht. Rotterdam en Middelburg
wordt juist het tegenovergestelde ge
predikt van wat op .Effatha' wordt
geleerd op school: De heer Eggebeen
formuleert: .Die leer is: de mens is
gevallen in Adam en daar verdoeme-
Wjkheid onderworpen Voois; dat een
werk Gods aan het hart moet worden
verheerlijkt. Er is dus in de mens
niets dat waarde heeft voor God. Zelfs
geen goede gedachte kan meer worden
opgewekt.
Tenzij de mens wederom geboren
deze dovendiensten wijzen op het enig
nodige: het eenzijdig soeverein Gods-
werk aan verloren zondaars. Want de
uitverkoren kerk wordt zalig omdat
God het wil om het eeuwig welbehagen
en op grond van de aangebrachte ge
rechtigheid van Christus.'
Deze kern van het belijden der Gere
formeerde Gemeenten is uitgangspunt
voor de dovendiensten. Maar dit alles,
wat gekend moet worden tot zaligheid,
trachten de predikanten op zeer een
voudige wijze uiteraard over te bren
gen. Het aantal doven in de Gerefor
meerde Gemeenten is overigens niet
zo groot: omstreeks zeventig, tachtig
in totaal. Er is een merkwaardig pro
bleem bij deze verkondiging. In de on
derlinge gebarentaal betekent een hand
geven na een woordenwisseling,
een ruzie genade geven. Maar in de
godsdienst komt die genade van God.
Niet de dóven geven dus genade, maar
God. En dat duidelijk maken is niet
eenvoudig.
De kerkdiensten. Ds D. Hakkenberg,
de geestelijk verzorger van de Gere
formeerde Gemeenten, sloot twee jaar
geleden een huwelijk tussen twee do
ven in Brakel. De dovendiensten heb
ben het gebruikelijke liturgische pa
troon van alle kerkdiensten der Ge
reformeerde Gemeenten. Ze duren al
leen korter en de predikatie neemt
ook minder tijd in beslag.
Na het votum spreken de doven een
psalmvers, waarvan zij de tekst kun
nen vinden op een schoolbord. Nadat
de predikant een schriftgedeelte heeft
gelezen volgt een gebed en de tekst
van de predikatie. Ds Weststrate
spreekt liever over toespraak of me
ditatie. Daarna is er dankgebed en
volgt weer het spreken van een psalm
vers. Vervolgens is er sluiting.
De diensten in kerken of vergader
zalen duren een uur. De lippentaal
is voor de doven het enige contact met
de predikant, die met op de verre
preekstoel staat, maar vlakbij zijn ge
meente. De predikatie wordt óp de
bandrecorder opgenomen en verschijnt
na verloop van tijd in het blad .Doven
contact'.
Ds Weststrate: ,In alle bescheidenheid
gezegd: we moeten toch proberen Gods
woord te brengen. Wij horen mensen
tot aan het oor. maar net is de Heere,
bit dove meisje, van Nederlandse ouders die in Amman Jordaniëwonen, volgt onderwijs aan
het doveninstituut Effatha' in Voorburg.
Hel .comité hulp oon Biafro', dat na een
Brondpuntuitzendina over Biafro is opgericht
heeft contact gezocht met de Stichting oecume
nische hulp oan kerken en vluchtelingen in
Utrecht. Hel comité wil proberen de miljoenen
mensen die in het door oorlog geteisterde Bia
fro van honger dreigen om te komen, oon voed
sel te helpen vlo Rode Kruis, missie en zen
ding. De Slidhing oecumenische hulp heeft be
langstelling voor het initiatief von het comité.
Binnenkort zal een vergadering gehouden wor
den waorop de moqelijkheder voor een so
menwerking tussen beide organisaties zullen
worden onderzocht. De stichting wijst er op dot
ook door de Wereldraad van Kerken en het Ro
de Kruis veel oon hulpverlening wordt gedaan,
moor dat de hulp door Nigeria wordt bemoei
lijkt. Het Rode Kruis heeft hier onlangs nog te
gen geprotesteerd.
9 De bisschop en de clerus van de provincie
Salto in Uruguay hebben in een communiqué
hun afkeuring uitgesproken over het optreden
van de priester-arbeider pater Juan Carlos
Zafforoni, die zich in het openbaar heeft uit
gesproken voor qewopende strijd tegen de ge
vestigde machten. De justitiële autoriteiten heb
ben de pater beschuldigd von rebellie. Er is
geen arrestatiebevel tegen hem uitgevaardigd.
Wel moet hij voor het gerecht verschijnen, maar
de politie heeft hem tot dusver niet kunnen
9 Met ingong van 1 september is benoemd tot
directeur van de Nederlandse Gereformeerde
Jeugdraad ds A. Broek 1471 gereformeerd pre
dikant te Enschede, als opvolger van ds K. A.
Schippers te Amersfoort, die docent wordt aan
de theologische hogeschool te Kampen. De Ne
derlandse gereformeerde jeugdraad is het koe
pelorgaan waarbij zijn aangesloten het Lan
delijk centrum voor gereformeerd jeugdwerk,
Evangelisch Herstel en Opbouw, het evangelisa
tie jeugd-ciubwerk De Poort en het zondags-
schoolwerk.
In Op de hoogte, de informatiekrant van
Kerk en Wereld Ie Driebergen, wordt een nieuw
soort weekendconferenties aangekondigd, de
zogenaamde AK-weekends. De onderwerpen
von deze conferenties, waarvan er in hel nojaar
die worden gehouden, zijn nog niet bekend.
Die zullen pas kort tevoren worden bepaald,
zodat kan worden inqehoakt bij wat op dat
moment actueel is. De naam AK-weekends duidt
op het karakter: actueel en kritisch. Kerk en
Wereld geeft in Op de hoogte voorbeelden von
onderwerpen die op dit moment misschien ge
kozen zouden zijn: de vredesonderhandelingen
over Vietnam, de studentendemonstraties en de
doaruil voortvloeiende stokingen in Frankrijk,
de Belgische crisis of de wetsvoorstellen over
ondernemingsrecht in eigen land.
Het is al weer bijna een maand geleden dat in Kampen de theologische hogeschooldag van
de Gereformeerde Kerken is gehouden. Inmiddels xijn in het .Gereformeerd Weekblad' af
gedrukt het jaaroverzicht van de rector, professor J. T. Bakker, alsook de twee inleidingen
voor de algemene discussie op 16 mei nl. van Prof. H. Ridderbos en van dr. J. Bruins Slot.
De een is hoogleraar aan de theologische hogeschool te Kampen en de ander hoofdredacteur
van het dagblad .Trouw'. De een houdt zich bezig met het Nieuwe Testament en de ander zit
middenin een stuk modern bedrijfsleven.
De problemen waarmee professor Ridderbos fe
maken heeft zijn allereerst van Iheologisch-weten-
schappelijke aard maar alle theologie heeft on
middellijk raakvlakken met het leven van de kerk,
de gemeente in deze wereld. De problemen van
dr Bruins Slot zijn van andere aard, maar ze
raken toch weer - ook al noemt Trouw zich zelf
met meer een christelijk dagblad - de vragen die
er leven in kerk en werelcf te samen. Aan deze
beide mannen was nu gevraagd om hun kijk ie
willen geven ,op de ontwikkeling van wat men
- in de breedste zin van het woord en dus niet
alleen in kerkelijke zin te verstaan - het Gerefor
meerde leven kan noemen'. Prof. Ridderbos om
schrijft dit nader als ,een zeer bepaalde ontwik
keling van de laatste jaren zoals die hef gelaat
van het Gereformeerde leven op allerlei gebied
heeft veranderd'.
We kunnen dit wel waf ruimer nemen. We be
hoeven hier niet alleen te denken aan de Gere
formeerde Kerken, waaraan men natuurlijk in
Kampen vooral heeft gedacht. Er is ook nog zo
iets als 'n .gereformeerde gezindte'. Vroeger hoor
de je daarvan meer dan tegenwoordig. Er is
een tijd geweest dat men meende deze vrij ge
makkelijk te kunnen samenbundelen en daar
bij dacht men dan aan de verschillende gerefor
meerde kerken, de chr. gereformeerde kerken, de
gereformeerde qemeenten en een deel van de her
vormde kerk. lo gemakkelijk bleek die samen
werking nu niet te liggen, omdat deze verschillen
de kerken wel onder één bepaalde naam bekend
staan, waf echter nog niet wil zeggen dat men in
iedere kerk hetzelfde dacht over bepaalde vragen
die opdoemden. Als iets duidelijk is geworden in
de laatste tien jaren, dan is het wel dit, dat iedere
kerk zo zijn modaliteiten heeft. Zelfs de kerk
van Rome ontkomt daaraan niet meer. Op de
vragen die er zijn geeft niet iedereen binnen
hetzelfde kerkverband hetzelfde antwoord. De
vorige week hebben we hef onder andere gehad
over de vraag wat de kerk nu eigenlijk is. Vroe
ger waren er kerkleden die met zulk een vraag
met verlegen zaten. Ze dachten aan hun eigen
kerk als de enig ware. Prof. Kamphuis denkt nog
altijd zo van zijn eigen Vrijgemaakte Gerefor
meerde Kerken, welke hij zie» als de bedding
waardoor het heil Gods in ons land binnen
stroomt. Doch zelfs in eigen kerk krijgt hij het
met deze opvatting steeds moeilijker. Men kan
niet blijven voortgaan met schorsen en afzetten.
Behalve de vragen die op de kerk als zodanig
betrekking hebben, zijn er vragen van de moraal;
wat nö wel kan en vroeger niet. Er zijn vragen
die in verband staan met de H. Schrift; hoe moe
ten we deze lezen en versteen? Er zijn vragen die
te maken hebben met pers, radio en televisie.
Deze moderne communicatiemiddelen hebben 'n
stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Zelfs de
vrijzinnig protestanten zitten verlegen met hun
V.P.R.O. Er zijn vragen die betrekking hebben
op het politieke leven, zowel in ons land als in
heel de wereld. Op welke wijze moet de samen
leving worden geordend? In welke kerk zit men
niet met zulke vragen? He» is mogelijk dat men
zich in eigen kring terugtrekt en wat er verder in
de wereld gebeurt langs zich laaf heen gaan,
zoals het water loopt langs de veren van een
eend. In de afzonderlijke kerken mogen de vragen
dan soms wat anders liggen, toch hebben ze er
allemaal mee te maken, want een kerk is er uit
eindelijk niet voor zichzelf, maar voor de wereld
waarin zij een roeping heeft. En zo mogen we
zeggen dat de vragen die door de beide inleiders
in Kampen behandeld zijn wel waren toegespitst
op het leven in de Gereformeerde Kerken, maar
dat ze in iedere kerk, zij het dan ook met ge
ringe wijziging, opdoemen.
Prof. Ridderbos verklaarde dat het geven van een
antwoord op al deze vragen niet eenvoudig is,
tenminste als men .niet behoort tof degeen d e
alles wit en zonig en in een rozig licht zien, óf
die alles zwart, decadent en als een toonbeeld
van afval zien.' Volgens hem st3an wij nu een
maal middenin een stroom. We mogen ons met
deze stroom niet zo maar laten meedrijven. Wij
dragen een verantwoordelijkheid ook voor de
toekomst en dit maakt het noodzakelijk dat wij
ons bezig houden met al deze vragen.
Dr Bruins Slot zei, toen hij het over dezelfde
dingen had, dat hef vanzelfsprekend is dat men
zich hiermee in de kringen van de Gereformeer
de Kerken bezig houdt. .Want wij leven in een
turbulente tijd, een tijd van grote veranderingen,
in wereldverband, politiek en technologisch, die
ons milieu waaraan wij gewend waren, met on
beroerd laten en dan druk ik mij nog zeer gema
tigd uit.' ,Onze tijd kenmerkt zien door een inten
sieve communicatie. Radio, televisie en pers wer
ken dat zeer sterk in de hand. De school, de lite
ratuur doen het ook, Het isolement is weg. Er ii
een grote mogelijkheid en een grote vrijheid van
discussie.' ,Da» betekent dat er een bescherming
weg is.' Hierover wil hij geenszins gaan jammeren
en klagen. We moeten nu loten zien wat we gees
telijk waard zijn. ,De bescherming een de bui
tenkant is weggevallen. Het kom» er nu _e!Ieen
maar op aan waf we werkelijk waard zijn. En
daar moet dus de opvoeding op gericht zijn.'
In de ene kerk meer dan in de andere, meer
iedere kerk heeft ergens gezocht naar de» be
schermde milieu. Nu zien we dat dit niet mogelijk
is. Ook els leden van een kerk - els christenen
kunnen we beter zeggen - zijn we een deel ven
het .wereldgeheel'.
Deze beide sprekers hebben samen een vijf
tal stellingen geformuleerd om aan hoorders en
lezers enig houvast te geven, waarbij ze wel
waarschuwen dat ze aan deze stellingen niet
wensen te worden opgehangen. De 2e stelling
was: ,De toenemende belangstelling in het Ge
reformeerde leven voor de wereldproblematiek,
de zending, werelddiaconaat, ontwikkelingshulp,
voor geestelijke en maatschappelijke structuur van
het moderne leven, voor de problemen van oor
log en vrede en voor wat in onze tijd radicalise
ring van de christelijke politiek zou mogen heten,
zijn als positieve elementen in de ontwikkeling von
STEMMEN UIT
DE KERKEN
hef Gereformeerde leven fe waarderen.' In zfin
toelichting zegt prof. Ridderbos o.a. dat er de
begeerte openbaar .wordt ,om meer revolutionair-
christelijk te denken over allerlei vraagstukken
als bijv. over oorlog en vrede, over het sociale
vraagstuk.'
Hun 4e stelling luidt: .Zal de kerk haar centrale
betekenis voor hef Gereformeerde leven behou
den, dan zal, behalve aan de inhoud van de pre
diking, ook aan de mondigheid van de gemeente
blijvende en toenemende aandacht geschonken
moeten worden en zullen voor de gemeentevor
ming nieuwe wegen moeten worden gezocht. Er
is op allerlei terrein functie-verlies voor de kerk
te constateren. Daarom zal men nooit genoeg
zorg aan de prediking kunnen besteden en daar
voor is theologie nodig. En verder staat het voor
professor Ridderbos vast dat men voortdurend
rekening zal moeten houden met ,de volwassen
heid, d emondigheid, ook het meeleven, het zich"
mede verantwoordelijk weten van de gemeente',
's Zondags naar de kerk gaan is niet voldoende.
Er zullen middelen moeten worden bedacht om
de gemeente te helpen, in haar geestelijke
vorming, in haar positiebepaling tegenover
allerlei vragen, in haar medeverantwoordelijk
zijn voor de weg van de kerk in de wereld'.
Tenslotte nog de laatste stelling. ,De leeftijd van
degenen die de kerkelijke vergaderingen bevol
ken. ligt voor een goede vertegen woordiging van
het kerkelijk leven, aanmerkelijk te hoog.' Zo
we er nog niet van overtuigd mochten zijn dat
hetgeen er te Kampen op de hogeschooldag ts
gezegd ook geldt voor andere kerken, dan zal
deze laatste stelling ons stellig overtuigen. Er
staan in de Bijbel teksten waarin jongeren wordt
voorgehouden naar de ouderen te luisteren.
Van hen kunnen ze heel wat leren. Als één van
de taken die Johannes de Doper zal moeten ver
vullen staaf ook geschreven dat zijn werk zal zijn
,om de harten der vaderen te keren tot de kin
deren.' Deze tijd leert ons toch wel dat de
stem van de jeugd belangrijk kan zijn. h.
Zoekt u het hogerop van de
zomer?
Even ver weg van het vlakke
land? Wat gaat het worden van
het jaar? De hergen in? Met of
zonder caravan?
Ik weet het niet. Waar bent u
liever? Hoog in de bergen? Of
diep beneden in het dal? Het
is allebei aantrekkelijk. In hel
dal is het alsof je je omgeving
door een verrekijker ziel. Alles
om je heen is groot en impo
nerend en je voelt je klein.
Onbelangrijk. Je komt onder de
indruk van je onbelangrijk
heid
Een groot man in hel dal. Maak
eens een dia van hem. De grote
man. Rustig zijn pijpje rokend
tegen de achtergrond van een
steile rotswand. Wat blijft er
weinig van hem over. Alleen
in Madurodam kan hij nog te
recht. Alleen daar is hij nog
groot.
Het dal is medicijn voor men
sen die zichzelf vergroten. Of
in de tweede macht overtref
fen.
Of kijkt i/ misschien liever
omlaag9 Dan ket t de kijker
om. U ziet alle anderen klein
De grote huizen. De grote
heren. Beneden u wriemelt een
mierenest En je vraagt je af.
Waar maken die mensen zich
druk over? Waarom spelen die
speelgoed-autootjes zo'n ge
vaarlijk spel? De bergen? Goed
voor kleine mensen, die altijd
te klein van zichzelf denken.
En alle anderen vergroten.
Soms betekent dat een stuk
verbittering. Soms betekent dat
een stuk eenzaamheid, zoals
een stuk verbeten hulpeloos
heid. Zo kan een mens zich
voelen, als hij langzaam naar
boven klimt in de bergen. En
dan met een soort cynische
humor, een bord ziet staan:
maximum snelheid 50 km!
Voor die mensen, die zichzelf
verkleinen, en zich dan wat
teleurgesteld op een afstand
houden. Altijd jaloers op die
ander. Die meer is. meer kar.,
meer betekent, meer .erin' is'
Soms denk ik aan die éne.' Hij
leve hoog! Hij sprak Zijn
Woord over de chaos. En daar
waren ze. Bergen en dalen.
Men noemt Hem wel eens: de
Allerhoogste. Sommigen zeg
gen: Jlij is dood'. Er is niets
en niemand bouen ons. Wij zijn
eindelijk onder e'kaar.
En dat laatste zegt deze .Aller
hoogste' ook. Wij zijn eindelijk
onder elkaarU en ik. God en
mensen onder elkaar.
Want de Heer van de bergen
en de dalen voelde zich niet te
groot voor de kleine mensen
Hij daalde af, totdat hij kleiner
werd dan de allerkleinste.
Dat was een wijze les voor de
grote mannen. En een harde
les. Dat de allerhoogste er niet
tegen op zag om tegen hen op
te zien. Hel vernederde hen
ook. Want wat is het moeilijk
voor een hooggeplaatste om
door de knieën te gaan vóór de
allerkleinste?
Dat was ook een wijze les voor
de kleine mensen. Die zichzelf
wilden negeren. En jaloers
waren op anderen. Want deze
grote Heer maakte zich soli
dair met hen. Soms leek het
wel, alsof Hij tegen hen opzag.
Hij zet de grootsten op hun
nummer. 2n de kleinsten paan
bij hem voorop. En wie zich
een nummer voelt, wordt door
Hem als een unicum be
schouwd en duur gekocht en
duur betaald.
Waar gaat u heen? De bergen
in? Blijft u in het dal?
Wilt u zichzelf klein voelen?
Wilt u de anderen kleiner ma
ken? Hij, die de Heer Is van
bergen en dalen. Kwam als
allerhoogste de laagste plaats
innemen.
Om grote mannen op hun num
mer fe zetten. Om kleine men
sen hun unieke plaats te laten
zien.
En wie zichzelf even weg
denkt, zal ervaren, hoe be
vrijdend dat is. Hij zal met
Gods hulp iets ervaren van
dat heel unieke: God is onder
ons klein begonnen. Dat schept
grote mogelijkheden. Onge
ziene vergezichten.
Temeuzen. W. H. Gispen.