TAAK EN FUNCTIE
VAN DE
NEDERLANDSCHE
BANK
Zaterdagnummer
KERN
WOORDEN
hebben de Nederlandsche Bank de afgelopen weken herhaaldelijk in het nieuws ge-
1 de publicatie van het jaarverslag 1967 met onder meer een verklaring van de president van
deze bank, prof. Zijlstra, over de lonen, de werkgelegenheid en de betalingsbalans;
2 de op de verklaring van prof. Zijlstra gevolgde politieke discussie, waarvan het rumoer tot in
ie tweede kamer behandeling loonnota begin deze week) doordrong;
3 opening van het nieuwe gebouw van de Nederlandsche Bank aan het Frederiksplein in het
hart van Amsterdam.
autonoom
zelfstandig, het woord is
afgeleid van de Griekse woor
den auto (zelf) en nomos
(wet). In het staatsrecht
heeft het de betekenis van
de bevoegdheid om bindende
voorschriften uit te geven.
betalingsbalans
een overzicht van de be
talingen aan het buitenland
als gevolg van het econo
misch verkeer met andere
landen. De handelsbalans is
een onderdeel van de beta
lingsbalans. Op de handelsba
lans wordt de waarde van de
in- en uitvoer van goederen
en produkten aangegeven.
Samen met het dienstenver
keer vormt de handelsbalans
de betalingsbalans.
deviezen
buitenlandse betalings
middelen.
liquiditeit
het vermogen om op elk
tijdstip aan direct opeisbare
financiële verplichtingen te
voldoen, .liquide geldmidde
len' onmiddellijk beschikbare
geldmiddelen.
monetaire politiek
een samenspel van maat
regelen met het doel de waar
de van de geldeenheid te be
ïnvloeden. In ons land is het
doel van de monetaire poli
tiek vastgelegd in de Bank-
wetvan 1948.
solvabiliteit
het vermogen om aan fi
nanciële verplichtingen te
voldoen.
In deze afgelopen weken is de bijzondere positie, welke de Neder
landsche Bank in de Nederlandse samenleving inneemt weer eens
duidelijk onderstreept. Opvallend is bijvoorbeeld de aandacht, die
het jaarverslag van de bank telkenjare krijgt en de waarde, die
wordt gehecht aan de woorden van haar president. De vroegere
president van de Nederlandsche Bank, dr Holtrop, is jaren geleden
begonnen het jaarverslag in te leiden met een beschouwing over
de economische verwachtingen; zijn opvolger, prof. Zylstra, is hem
hierin gevolgd, hoewel dit niet wettelijk van hen werd vereist Prof.
Zijlstra heeft onlangs naar aanleiding van kritische opmerkingen
over enkele passages uit het jaarverslag van de Nederlandsche
Bank gezegd, dat hij mede als zijn taak ziet ,het geweten van de
natie wakker te schudden'.
In het onderhavige geval betrof het een aantal opmerkingen van
prof. Zijlstra, die onder meer als diagnose stelde, dat het in de toe
komst zal gaan om .de verhouding tussen een beleid gericht op het
herstel van het betalingsbal ansevenwicht en een beleid, gericht op
verbetering van de werkgelegenheid. .Volgens de president van de
Nederlandsche Bank bestaat er gevaar, dat er loonstijgingen zul
len optreden, die de stijging van de arbeidsproduktiviteit over
treffen.
Aan deze uitspraak van de directeur van de Nederlandsche Bank
is allerwege grote aandacht geschonken: in de pers, door vak
bondsleiders, door politici. Immers, het gaat hier niet alleen om de
uitspraak van de financieel expert Zijlstra, maar vooral om een
duidelijke stellingneming van de president van de Nederlandsche
Bank. Van de president van een instelling, welke als eerste taak
heeft ,de waarde van de Nederlandse geldeenheid te reguleren en
wel op een zodanige wijze, die voor 's lands welvaart het meest
dienstig is en daarbij die waarde zoveel mogelijk te stabiliseren'.
Welke functie neemt de Nederlandsche Bank in de Nederlandse sa
menleving in?
Wat is haar taak en waaruit bestaan haar werkzaamheden?
Op deze pagina .informatie' over de Nederlandsche Bank.
oprichting ln 1814 waren van ge
heel andere aard dan thans. Slechts
het in omloop brengen van bank
biljetten is een taak, die door de
jaren heen dezelfde is gebleven, zij
het, dat thans een veelvoud van het
aantal bankbiljetten de deur uitgaat
dan 150 jaar geleden.
De Nederlandsche Bank werd ln 1814
opgericht door de koning-koopman
Willem I. De positie van de bank
werd als volgt omschreven: ,de ver
plichting om den koophandel, als
den zenuw van den staat, uit het
verval op te beuren, waarin voor
gaande tijden en omstandigheden den-
zelven hebben gebragt.' Verder kreeg
de Nederlandsche Bank tot taak te
v orzien 'n de gereede omloop var.
geld en geldswaarde..Van stond af
aan werden bankbiljetten uitgegeven
voor Nederland een nieuwigheid—
die langzaam maar zeker de klinken
de munt voor een groot deel moesten
vervangen. Maar nog lang, nadat de
eerste bankbiljetten waren gedrukt,
wisselden kooplieden hele zakken
In de loop der jaren heeft de Ne
derlandsche Bank zijn werkzaamhe
den naar andere terreinen verlegd.
Zij heeft nu twee duidelijk afgeba
kende hoofdtaken:
A. als centrale bank dient zij als
steun voor de overheid op het terrein
van ,het reguleren van de waarde
van de Nederlandse geldeenheid en
daarbij die waarde zoveel mogelijk
stabiliseren.'
B. als toezichthouder op de commer
ciële bankinstellingen ter verzeke
ring van hun liquldtieit en solvabili
teit; in het algemeen er op toe te
zien, dat een gezond bankbeleld
wordt gevoerd.
In de bankwet van 1948'wordt over
de werkzaamheden van de Nederland
sche Bank gezegd:
2 het reguleren van de waarde van
de Nederlandse geldeenheid op
een wijze, die voor het land het
meest ddenstig Is;
2# het verzorgen van de geldsom
loop ln Nederland, voor zover
deze uit bankbiljetten bestaat;
taak is nader geregeld in de wet
toezicht kredietwezen van 1951 en
de ln 1956 aangebrachte wijziging
in die wet.
Wat het .reguleren van de waarde
van de geldeenheid' betreft: de Ne
derlandsche Bank voert in dit op
zicht het monetaire beleid van de
overheid uit. De regering heeft de
bevoegdheid de directie van de Ne
derlandsche Bank aanwijzingen te
geven op het terrein van monetaire
en financiële politiek. Binnen bepaal
de grenzen blijft de na de tweede
wereldoorlog genationalieeerde-
bank autonoom. De directie mag zich
zonder voorbehoud duidelijk uitspre
ken over de overheidspohtiek en wan
neer zij bezwaren heeft tegen be
paalde aanwijzingen van de regering
kan zij beroep aantekenen bij de
kroon. De eigen verantwoordelijk
heid van de leiding van de Neder
landsche Bank blijft voorop staan.
Wanneer het bijvoorbeeld tot een con
flict tussen directie en regering zou
komen, is het weliswaar de regering,
die het laatste woord heeft, maar
de regering zal dan op haar beurt
eerst het parlement moeten raad
plegen.
Dr Holtrop, de vroegere president
van de Nederlandsche Bank, heeft
de taak van de bank met betrek
king tot. de monetaire politiek wel
eens als volgt omschreven: ,Er is
op het schip van staat maar één
kapitein; dat ls de regering. Maar
in het moeilijke vaarwater van de
monetaire politiek maakt het schip
van staat gebruik van de diensten
van een loods. Die loods ls de Ne
derlandsche Bank. Een ervaren ka
pitein vertrouwt op zijn loods. Maar
zoals iedere zeevarende weet, blijft,
ook wanneer de loods aan boord is
en de navigatie voert, de kapitein
de laatste verantwoordelijkheid dra
gen'.
Een tweede in de wet geregelde
werkzaamheid van de bank is de
uitgifte van bankbiljetten. De eer
ste bankbiljetten gingen mondjes
maat de deur uit. Met enkele tien
duizenden exemplaren was het ge
beurd. Niet minder dan acht hand
tekeningen met de hand geschre
ven kwamen op die eerste ban-
biljetten voor. Tegenwoordig ls het
verzorgen van de bankbiljetten om
loop en taak, waaraan vele tiental
len employés van de bank een dag
taak hebben. Sinds de oprichting van
de Nederlandsche Bank worden de
bankbiljetten gedrukt bij Joh. En
schedé en Zonen te Haarlem. In 196?
bijvoorbeeld kostte de aanmaak van
bankbiljetten bijna negen miljoen
gulden, een bedrag om en nabij de
tien procent van de totale lasten van
de Nederlandsche Bank. Merkwaar
dig genoeg staat tegenover de aan
maak van bankbiljetten een zekere
opbrengst, verkregen door het ver
loren gaan van bankbiljetten. Vorig
jaar bedroegen daaruit de baten te
gen de twee miljoen gulden. Dit
blijkt uiteraard pas als een bepaald
type bankbiljet uit de circulatie
wordt genomen. Er worden dan min
der bankbiljetten ingeleverd dan er
indertijd zijn uitgegeven. Derhalve
een voordeeltje voor de Nederland-
sahe Bank.
De omvang van de bankbiljettendr-
culatie bedraagt ongeveer 12 procent
van ons nationale inkomen. Zij
wordt echt overtroffen door de
goud- en deviezenvoorraad. Overi
gens kan men bankbiljetten niet om
zetten ln goud; de voorraad goud ln
de kluizen van de Nederlandsche
Bank blijft onaantastbaar. Slechts
kam men bankbiljetten omruilen te
gen zilveren munten, guldens en
rijksdaalders of omgekeerd. Ingevo-
ge een noodwetje van na de oorlog,
dat nog altijd van kracht is, ls het
niet mogelijk bankbiljetten in klin
kende goudmunt om te zetten, al
thans niet bij de Nederlandsche
Bank.
Naast de zorg om de bankbiljetten,
vervult de Nederlandsche Bank de
functie van kassier van de staat.
Weer een andere taak van de bank
is de bevordering van het betalings
verkeer met het buitenland. Met na
me na de tweede wereldoorlog heeft
deze taak bijzondere inhoua gekre
gen doordat de Nederlandsche Bank
werd opgedragen deviezenvergunnin-
gen te verlenen. Weliswaar heeft de
ze vorm van werkzaamheid van de
bank de laatste jaren aan belangrijk
heid Ingeboet, maar het beheer van de
buitenlandse valuta blijft een belang
rijke zaak. Als laatste taak van de
Nederlandsche Bank kent de wet
het toezicht op het kredietwezen.
Daaronder vallen handelsbanken,
landbouwkredietbanken, effectenkre
diet-instellingen en algemene spaar
banken. Het zijn met name deze
banken, die in de loop der jaren een
van de eerste taken van de Neder
landsche Bank de kredietverle
ning hebben overgenomen. De Ne
derlandsche Bank heeft de bevoegd
heid onder bepaalde omstandigheden
over te gaan tot kredietrestrictieve
maatregelen. Deze betekenen een
rechtstreeks ingrijpen in de bedrijfs
voering van de kredietinstellingen.
Als onafhankelijke centrale bank
wordt de Nederlandsche Bank hier
voor het meest geëigende instrument
geacht In de wet toezicht krediet
wezen zijn de bevoegdheden van de
Nederlandsche Bank ten opzichte van
de kredietinstellingen in ons land dan
ook duidelijk geregeld.
De zetel van de Nederlandsche Bank
zonder overdrijving het financiële
hart van de staat der Nederlanden
staat in Amsterdam. In Rotterdam
is een bijkantoor, terwijl er voorts
in elke provincie minstens één agent
schap ls. Daaronder ressorteren nog
enkele correspondentschappen. Zee
land herbergt een agentschap van de
Bank in Middelburg; in Vlissingen,
Goes en Terneuzen zijn correspon
dentschappen. De agentschappen kan
men zien als verlengstukken van de
Nederlandsche Bank. Een van hun
taken is de verzorging van de geld
circulatie. Hier worden bijvoorbeeld
ook beschadigde en versleten bank
biljetten uit de circulatie genomen.
Dat is slechts één van de taken:
een andere, voor de centrale bank
zeer belangrijke taak is het optreden
als informatiebron. De agentschap
pen vormen met name een belang
rijke bron van informatie voor de
directie van de Nederlandsche Bank
Zij onderhouden nauwe contac
ten met het bedrijfsleven ln bur.
ressort, de landbouw, de finaneiële
instellingen, gemeentelijke en pro
vinciale overheid; kortom de
agentschappen van de Nederland
sche Bank zijn te beschouwen als
de economische uitkijkposten. In
kwartaalrapporten stellen zij de di
rectie van hun bevindingen op de
noogte.
De rapporten vormen mede de basis
van de directie van de Nederlandsche
Bank om de regering te kunnen ad
viseren over economische en monetai
re vraagstukken.
Het nieuwe gebouw van de Nederlandsche Bank aan het Frederiksplein in het centrum
De president uan de Nederlandsche Bank. pro}. Zijlstra,
zijn kantoor, gefotografeerd met twee staven goud, die aam
een ton waard zijn.
Hoog is het bankpapier opgestapeld t
Nederlandsche Bank.