(PFAFE) DE VENTER-MEISJES NAAR ONTWIKKELINGSHULP VAN EN VOOR HAAR Moderne keukens T SCHOOL VOOR TROPISCHE LANDBOUW 248.- 798." ye,das2S mei 1968 zaterdagnummer nuu.ties heen mevrouw Groemnk nauwelijks gehad, ze lieejt echter wel een hoedjescursus gevolgd, zodat zij met het grootste gemak een hoedje uit de vorige eeuw in elkaar zet. Een Hilversumse artsenvrouw is al vijf jaar lang de redster in de nood van vele Nederlandse vrouwenverenigingen, die iets bijzonders willen doen op een feestavond. De kostuumshow' van mevrouw B. J. Groenink-Gillot (47garandeert een ge slaagde avond, of die nu gehouden wordt ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van een vereniging in IJlst of bij het lustrum van de vereniging van meisjesstudenten aan de vrije universiteit. Oi show bestaal uil zeslien japonnen uit allerlei tijden: de eerste toonl de klassieke schoonheid van het oud-griekse gewaad en de laatste de elektro- niiche koelheid van de .maanvrouw' uit het jaar 2000. De creatieve geest achter dit werk vertelt: .Als klein meisje was ik al gek op verkleedpartijen. Die liefde voor kostuums heeft er dus altijd ingezeten. Ik maakte ook zelf wel eens wat, maar met die oude kleding ben ik pas vijf jaar geleden begonnen. De Hilversumse afdeling van de Nederlandse Chris ten Vrouwenbond bestond toen tien jaar. Ik was voorzitster van de afdeling tonaeldub en de dames kwamen mijn advies vragen voor een leuke jubileum- avond Eerst wist ik niets te bedenken, maar 's nachts, toen ik niet kon slapen dan komen altijd schitterende ideeën - kreeg ik opeens een goede inval: aan modeshow van kleding uit alle tijden. Ik bestudeerde allerlei boeken uit da bibliotheek en kon tenslotte de patronen tekenen. Met behulp van enkele damei heb ik zestien kostuums gemaakt. De avond was een enorm succes.' Andere vrouwenverenigingen kregen belangstelling voor de show en mevr. Groanink atuurde de kostuums op, samen met de accessoires. Pruiken, be schrijving van modestijlen en soms zelfs een bandje met muziek voor elk Votfvum. Dat was het begin van d elange loopbaan van de show. Soms gaat da .geestelijke moeder" zelf mee om de dames te schminken en te kleden. Dan zorgt haar zoon Jelle (17) voor de bandrecorder. Aan da muziek op de band heeft de familie Groenink (vader, moeder en zonen Rijkman, Jelle en Wietse) tot diep in de nacht gewerkt. Als de Griekse achona opkomt, klinkt er een stem die een stuk uit Homerus opleest, ver- ichijnl de autorijdster uit de twintiger jaren, dan hoort men het geluid van startende motoren. Bij de maanvrouw hoort elektronische muziek. «Die maanvrouw is natuurlijk maar fantasie', aldus de ontwerpster. ,De kleding zal ar in het jaar 2000 vast wel héél anders uitzien. Vrij strakke jurken van synthetische stoffen, denk ik. Je hebt nu toch ook al die papieren weggooi- jurkjei. De Bonnie en Clyde-mode heeft volgens mij geen toekomst, evenmin «Ij de maxi-minimode.' ADVERTENTIE 250 cm L-A-N-G LAKENS EN SLOPEN ,Hoe ik de tegenwoordige mode vind?' Ze denkt na, zegt dan langzaam: ,Niet zo erg leuk. Je ziet zo vreselijk veel vrouwen met minirokken lopen, die het helemaal niet kunnen hebben. Vooral bij oudere vrouwen is het géén ge zicht. Kijk.... je moet je kleding aanpassen bij je persoonlijkheid. Bij je figuur, bij je leeftijd. De meeste vrouwen willen kost wat kost met die mode mee doen. Dat is fout. Dat weet ik ook uit eigen ondervinding.' Ze zwijgt even, geeft dan een voorbeeld. .Allerlei mensen hebben tegen mij gezegd: waarom draag je je haar toch zo ouderwets strak naar achteren in een wrong? Op een dag ging ik naar de kapper en liet het modern kappen. Toen ik thuiskwam, smeekte de hele familie om het weer .gewoon' te dragen. Zie je, dat bedoel ik nou. Dat moderne haar staat mij niet en dan moet je hef ook niet met alle geweld willen hebben.' Behalve de kostuums, die mevrouw Groenink zelf ontworpen en gemaakt heeft, bezit zij ook nog twee authentieke kledingstukken die zij van een vriendin heeft gekregen. Het zijn 'n zwart avondjakje uit 1875 en een japon uit 1880, compleet met .tournure', een opbollend deel aan de achterkant van de rok. Die japon is haar pronkstuk. ,Deze stijl vind ik de mooiste en de ele- ganste.' Mooier nog dan het Jacoba van Beierenkostuum met de puntige hoed. uit de late Middeleeuwen en het Maria Stuart-gewaad met de grote kraag. Eleganter dan de pompeuze rococo-sfijl en de statige empire uit de tijd van Napoleon. De twee antieke kostuums gaan niet mee met de show. ,Die zijn me te kwets baar. Vaak moet ik de jurken die ik terugkrijg, helemaal schoonmaken en repareren. Dan zit ik tot diep in de nacht eraan te werken en moet mijn man me van m'n tafel wegsleuren. Ik kan niet meer ophouden, als ik er eenmaal mee bezig ben. Als je er eenmaal mee begint, raak je erdoor bezeten.' ,lk vind modestijlen verschrikkelijk interessant. Niet alleen omdat sommige zo mooi zijn, maar ook omdat de kleding zoveel over een tijdperk zegt. De Victoriaanse tijd bijvoorbeeld was belachelijk preuts, dat is bekend. Zelfs een damesvoetje mocht niet gezien worden. Die geest van absurde kuisheid komt in de mode tof uiting. Een ander voorbeeld: de kleding van vóór en na de eerste wereldoorlog. Voor 1914 droegen de vrouwen elegante japonnen met tournures, werkelijk super-vrouwelijk, hun tailles werden in gesnoerd zodat ze wel slank waren, maar ook een paar keer per dag flauw vielen. Na 1918, in de tijd van de vrouwenemancipatie, hadden ze daar ge noeg van en gingen losse, sportieve jurken dragen.' De belangstelling van mevrouw Groenink richt zich eigenlijk uitsluitend op damesmode. Ze heeft pas twee keer een herenkostuum gemaakt voor een vriend die als ridder naar een feest op een Frans kasteel wilde gaan en voor haar zoon, die als Batavier naar een gemaskerd bal toog. Daarna heeft ze zich nooit meer aan herenmode gewaagd. Je vindt de heren niet die erin willen stappen', zegt Jelle en zijn moeder vult aan: .Bovendien is hef veel te ingewikkeld. Ik heb maar een heel klein beetje naailes gehad en die heren kostuums zijn eigenlijk kleermakerswerk.' Binnenkort wil zij een .crinoline' maken, een japon uit het midden van de vorige eeuw met een enorme hoepelrok die gesteund wordt door een ge raamte van bamboe. Ze zal ook nog een japon uit de oorlogsjaren aan haar verzameling toevoegen. Ze zucht: ,lk wil nog zo verschrikkelijk veel doen, maar ik heb te weinig tijd.' Het oude familie-album biedt een heleboel informaties over de kleding int vroeger tijden. De foto's vormen vaak da inspiratiebron voor da kostuums die mevrouw Groenink maakt. (ADVERTENTIE) Tob niet langer. Ruil uw oude naaimachine in. Schaf u de moderne Pfaff aan. Bij aankoop van een Pfaff zigzag-machine kan immers "m de meeste gevallen vu oude naaimachine, ongeacht welk merk, worden ingeruild! Bespreek deze mogelijkheid eesn in een Pfaff-zaak. ONS ZIGZAG-PROGRAMMA LOOPT VAN ELEKTRISCH. COMPLEET MET KOFFER V PFAFF NAAIMACHINES W. RIKKEN NV Bergen op Zoom: Kortemeestraat 17, telef. 01640-5878 Terneuzen: Nieuwedlepstraat 23, telefoon 01150-2294 Breda: Lange Brugstraat 30, telefoon 01600-31745 Eindhoven: Willemstraat 21, telefoon 040-22570 Roosendaal: Nieuwe Markt 48, telefoon 01650-35546 Verder verkrijgbaar bij: A. C. Bastiaanse, Papegaaistraat 4, Goes G. Hemelaar, Nïeuwendijk 29, Vlissingen G. Hemelaar, Langevlele 52, Middelburg H, A. de Breuck, B. F. van Waesberghestraat 16, Hulst Ontwikkelingshulp' is een woord dat al spoedig valt tijdens een gesprek met ir K. Heringa, directeur van de rijks hogere landbouwschool met tropische en Nederlandse afdeling in Deventer, in de wandeling kortweg school voor tropische landbouw' ge noemd. Een over de hele wereld bekend onderwijsinstituut dat, hoewel er geen be perkende bepalingen voor meisjes bestonden, gedurende verschillende jaren als een ,tiipisch-mannelijke' studierichting is beschouwd. Die situatie is echter veranderd. In I960 is de eerste vrouwelijke leerling het indrukwekkende schoolgebouw aan de Brinkgreverweg in de snel groeiende IJselstad binnengestapt. Die eerste leerlinge Heette Renee Wientjen en zij was op dat moment het enige meisje tussen meet dan tweehonderd jongens Ook die situatie is veranderd Op net ogenblik heeft de school voor tropischp landbouw verscheidene vrouwelij ke cursisten. .Et is een duidelijke stijging in het aantal vrouwelijke studenten', constateert Ir. Heringa .Afgelopen jaar hadden we er meer dan twintig Zeven meisjes zitten voor het eind examen Voor het komende schooljaar zijn er alweer een stuk of zeven nieuwe meisjesleer lingen'. Met een diploma 5-jarige mms of mulo-B. kun nen die meisjes terecht op de sinds 1912 in De venter gevestigde school. Ze kunnen er na het eerste studiejaar kiezen tusseD N. en T.: de Ne derlandse er de tropische richting In de land bouw ,De meeste kiezen de tropische richting', zegt de heer Heringa. Na drie studiejaren volgt het eindexamen Daarna .s nog een jaar specia lisatie mogelijk in bodemkunde, veeteelt, suiker- rietcultuur en technologie, plantenteelt, planten ziekten. en landbouwvoorlichting en -onderwijs. Meisjes, die zich specialiseren kiezen hier dikwijls de buide laatste richtingen .Maar net gros kiest geen specialisatie', zegt de heer Heringa. .Ze gaan bijvoorbeeld naar onderzoekprojecten in Su riname. naar proefboerderijen, of naar ontwik kelingshulp'. Die ontwikkelingshulp ziet men aan de school voor tropische landbouw als een uitermate be langrijk perspectief van de opleiding. ,Er is ook veel belangstelling voor', zegt ir. Heringa. .Ze ker veertig procent van de studenten komt hier met de bedoeling, om later in de ontwikkelings hulp te gaan. Dat geldt zowel voor de Jongens als voor de meisjes'. Dl het gebouw van de Deventer landbouwschool struikelt men. bij wijze van spreken, over de nationaliteiten. Meer dan twintig zijn er op de school vertegenwoordigd. Enkele meisjesleerlin gen komen uit Suriname, dat in de eindexamen- groep van dit jaar door mejuffrouw T. L. Amat- taram is vertegenwoordigd. Ook zijn er dit Jaar voor het eerst een paar meisjes uit Tanzania. En hoe staat het met Indonesië, vroeger zo'n be langrijk afzetgebied voor de ln Deventer opge dane kennis? .Niemand uit Indonesië', zegt di recteur Heringa. .Men heeft daar zelf veel te veel scholen op dit terrein. Daar is wel gebrek aan personeel, maar landbouwscholen heeft men er plenty. Misschien komt het nog wel eens op gang. bijvoorbeeld via uitwisseling. We hebben wel twee jongens uit West-Irian, en naar Indo nesië gaan wel jongens voor het werk van missie en zending. Het zendings- en missiewerk is trouwens veel praktischer geworden, met een ruime plaats voor onderwijs en voorlichting. Of er voor onze meisjesstudenten mogelijkheden in Indonesië zullen komen? Daar is nog weinig van te zeggen. Voor de jongens is het al moeilijk'. Hij noemt een voorbeeld van het werk dat meis jes na een .Deventer' studie in de ontwikkelings hulp kunnen vinden: een studente, die in 1965 eindexamen heeft gedaan werkt nu bij het jonge ren vrijwilligerswerk in Columbia. ,De organi satie van vrouwenclubs in de gehuchten moet daar, onder meer, op poten worden gezet. Er wor den kookdemonstraties gegeven, en voorlichting over de aanleg van moestuinen, over de nood zaak van inentingen en het koken van drinkwa ter'. .Andere afgestudeerde meisjes volgden het spe cialisatiejaar of vonden werk op een proefboer- dertj van de Staatsmijnen in Nederland. In eigen land biedt het einddiploma van .Deventer" kans op functies die helemaal ,van deze tijd' zijn: bij proefstations, bij landbouworganisaties of landbouwvoorlichtingsdienst, cultuurtechnische dienst of verkooporganisaties vavn de moderne bestrijdingsmiddelen en meststoffen. Het kan ook de aanloop betekenen tot een studie voor verschillende middelbare onderwijsakten. Bij de buitenlandse mogelijkheden komt het accent meer en meer te liggen op werk ln ontwikke lingsgebieden overal ter wereld. Toch vindt directeur Heringa, dat de .landbouw- melsjes" nog te weinig bij ontwikkelingshulp worden ingeschakeld. ,Bij een organisatie als de FAO, de wereldvoedselorganisatie, zouden uit stekende kansen liggen, maar de plaatsing is niet zo eenvoudig. Vandaar dat sommige meisjes studenten na het eindexamen nog verder stude ren ln Canada, om daar de veelgevraagde graad te halen. Als ze die hebben zijn er meer perspec tieven: dan kunnen ze zó bij een organisatie als de FAO worden geplaatst'. .Home economics', dat typisoh-Amerikaanse be grip dat men ln Europa vrijwel niet kent, zou Ir. Heringa een prachtige aanvulling vinden van het toch al brede studieprogramma van zijn school, dat enkele tientallen vakken omvat en waarin een gedegen vakopleiding en een ruime algemene ontwikkeling hand in hand gaan. .Ho me economics: ja, het begrip is moeilijk te ver talen in het Nederlands. Je zou kunnen zeggen de huishoudkunde en de economie van de huis houding. Het is tot nu toe niet gelukt om het als vak in te voeren. Een van de problemen is ook wel dat er gebrek aan docenten op dit terrein Is. Maar ln ons specialistische jaar zou home economics uitstekend kunnen worden ingepast'. Omdat de koelka't ook in Neder land een onmisbaar stuk huishoudelijke apparatuur is geworden, willen de men sen van de industriële vormgemng wel eens weten, hoe de consument over „de ijskast" denkt. Onder het motto „welke eisen stelt het publiek aan een moderne koelkast", houdt het centrum voor in dustriële vormgeving daarom een ten toonstelling van enkele tientallen koel kasten voor huishoudelijk gebruik die onderling vergelijkbaar zijn. Via een en quête onder de bezoekers van deze ex positie wil men te weten komen hoe er gedacht wordt over zaken als vorm geving, kleur, indeling, prijs en capaci teit van het vriesvak. Met die enquête uitslagen hopen de exposanten dan weer nuttige dingen te doen. Tot 9 juni a.s., deze l.V.-tenloonstelling die in het centrum voor industriële vormgeving aan het Damrak in Amsterdam wordt gehouden en elke dag (maar niet op zondagen) van 10 tot 17 uur vrij toegan kelijk is. Vijfenveertig procent van de twee miljoen jersey jurken die in 1967 in Frankrijk zijn verkocht is uit synthe tisch materiaal gemaakt, aldus week blad Elle dat de moderne kuntsvezels in de textiel als „de onoverwinlijken" betitelt. Komende winter zullen de kunstvezels vooral op grote schaal wor den toegepast in „onthutsende" namaak- bontjassen. Deze zomer zijn het vooral de „kleine jurkjes" waarin de synthe tische tricots op hun best zijn. Over hemd-jurken en broekjurken met veel kleurige strepen (in dit genre worden ongeveer honderdduizend exemplaren per jaar verkocht), met pastelkleurige bloemdessins of met abstracte dessins in de favoriet kleurencombinatie roodJ oranje-wit-blauw. Ook Schotse ruiten, genopte stoffen die met kleine bloem pjes zijn bedrukt, en glanzende effen jerseys voor overhemd jurken in kleuren als dieprood en goudgeel. Opvallen in de regen kan men in Amerika waar „gouden" regenjassen te koop zijn. Het materiaal is goudkleurig aluminium, vastgesmolten op een on dergrond van nylon. Voor verzamelaar sters van poppen een nieuwe rage: mini-popjes die (vol gens maandblad Marie-Claire) op het ogenblik allerwegen in Brussel te koop zijn. Ze worden naar één model ge maakt, hebben allemaal dezelfde hou ding en hetzelfde glimlachje, maar zijn te koop in allerlei huid-, haar- en oog kleuren, en met verschillende kleertjes en accessoires. De mini-popjes zijn niet hoger dan tien centimeter. De Europese mode zoekt haar in spiratie dit voorjaar onder meer in zi- geunerkleding, de Amerikaanse mode ontwerpers zien wel iets in de kleding van het klassieke melkmeisje. V/ie als milkmaidgekleed wil gaan, draagt korte naïef-aandoende jurken van ka toen of dacron met kleine bloempatro- nen, lange of korte pofmouwen, hoef ijzervormige halsuitsnijdingen, smock- werk in taille en aan polsen. Kleine pofbroekjes en luifelhoedjes erbij, ge maakt uit hetzelfde materiaal als de jurken. Belgen zijn individualisten en willen graag in een eigen huis wonen, een ideaal waar zij grote offers voor over hebben. In dat eigen huis beschikken de Belgen echter over betrekkelijk weinig comfort, zo valt op te maken uit een beschouwing over dit onderwerp in maandblad Marie-Claire. Slechts één op de vier Belgen bezit een badkamer, in maar twaalf procent van de woningen is centrale verwarming. Maandblad Vrouwenbelangen ci teert uit een artikel in het Schweizer Frauenblatt: Het moderne huishoud- onderwijs zou veel meer aandacht moe ten besteden aan praktische huishoude lijke problemen zoals lekkende kranen, klemmende deuren, kapotte stekkers en dergelijke. Doel van huishoudonderwijs is dat aspiranthuisvrouwen economisch met huishoudgeld leren omgaan. Vroe ger betekende dat zelf breien, naaien en inmaken, nu betekent het dat de huisvrouw zich zoveel mogelijk zonder dure dienstverlening van buitenaf moet leren redden. Economisch gezien is het onzin dat overbelaste, zorgvuldig ge schoolde vakmensen grote afstanden af leggen voor allerlei wissewasjes. Goed huishoudonderwijs (liefst op alle scho len, en zowel aan jongens als aan meis jes) zou ook het zelf opknappen van allerlei karweitjes moeten omvatten. ln 1970 zal een miljoen francaises de pil gebruiken. Op het ogenblik is dat aantal (volgens cijfermateriaal in Marie- Claire) 250.000 a 300.000. Ongeveer de helft van de pillesliksters woont in en om Parys. Vijf procent van deze groep Francaises is jonger dan twintig jaar. tachtig procent is tussen de twintig en achtendertig jaar oud, vijftien procent is ouder dan negenendertig. In Groot- Britannië werd de pil in 1967 al door een miljoen vrouwen gebruikt. Het aan tal vrouwen in de Verenigde Staten dat de pil slikt, wordt op vijf a zes miljoen geschat. Dat is tien maal zo hoog als in I960 toen het preparaat in circulatie werd gebracht. (ADVERTENTIE) bezoekt onze showroom - LOUWERSE DE PRIESTER N.V. Middelbure: VlisönoM S -oe' 16 Telefoon (011 60 ereda:CrogW-;tóS.T; ;:?44

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1968 | | pagina 19