Vierhonderd jaar geleden: Slag bij Heiligerlee hoewel verzet al langer smeulde begin van tachtigjarig: oorlog toeval WOENSDAG 22 MEI'E IOVINCI A IE 2ÜUWSE COUEANT13 Dit monument in Heiligerlee herinnert aan de slag tussen de legers van Adolf en Lodewijk van Nas sau enerzijds en graaf Aremberg anderzijds. D« itrijd duurde maar kort: twee uren, van ze» tof acht in de avond van de 23ste mei 1568, ko mend» Hemelvaartsdag vierhonderd jaar gele den. Deze twee uren vormen wel een keerpunt, io niet een startpunt in onze vaderlandse ge- ichiedenis. De slag bi| Heiligerlee wordt gere kend fe zijn het begin van de tachtigjarige oor log, de worsteling, die de noordelijke Nederlan den zelfstandigheid en vrijheid bracht. Is er in ons volksbestaan een belangrijker zaak denk baar? Voor de precieselingen is de 80-jarige oorlog niet me» Heiligerlee gestart. Het verzet tegen de Spaonse overheersing In onze gewesten was in derdaad al eerder begonnen; denken wij maar oan het afdwingen van een vergadering van de itaten-generaal in 1559 (in Gen» bijeengeroe- ponl, waar harde noten werden gekraakt. Er was vóór Heiligerlee niet alleen al langere Hjd verzet, er was ook al gevochten. Aan de «lag bij Heiligerlee ging de verloren slag bij Daelhem (op 25 april) vooraf. Eigenlijk was er zelfs al daarvoor gevochten. De heldhaftig heid van de predikant Jan Mlchiels is vergeten, maar hij en een handjevol met hem naar Enge land uitgeweken landgenoten deden in januari 1561 in min of meer wanhopige inval in West- Vlaanderen. Ze werden uiteengedreven en de overlevenden uit deze bende' sloten zich aan bij de zogenaamde bosgeuzen, van huls en haard verdrevenen en opstandigen die zich (toen nog) voornamelijk bezig hielden me» het plunderen van kerken en kloosters. Het verzet bestond al langer en de krijg was in feite al gestart. Waarom dan toch de slag bij Heiligerlee gezien als het begin van de 80-jari- ge oorlog? Wij volgen prof. Pressor In zijn rede nering (de tuchtig jarige oorlog, deel I vierde druk, Amsterdam 1963): ,Ook voor ons vangt met die slag de grote strijd aan. En dan niet, omdat Heiligerlee de eerste krachtmeting met de vijand was, maar omdat Scholten merkt het op het in Lodewijks lastbrief heette, dat hij voor zijn broeder troepen moest werven in de naam van de ,liberteyt van religie en consciën tie'. Heiligerlee is het eerste perk geweest, waar ge streden is voor de vrijheid van godsdienst en ge weten en daarom kunnen wij nog de tachtigja rige oorlog laten oanvangen met die 23ste mei 1568'. Hier zijn wij aangeland bij een teer en belang rijk punt: de achtergrond van de opstand tegen het Spaanse gezag. De aanhangers van de nieu we leer, de protestanten, eisten voor zich het recht op hun wijze God te dienen en de stem van hun geweten te volgen. In het algemeen be stond daarvoor bij de gezagsdragers van vader landse huize, hoewel zelf rooms-katholiek, be grip. Prins Willem van Oranje Is het voorbeeld van deze tolerantie. Maar koning Philips II kon naar eer en geweten zo verdraagzaam niet zijn. Hij voelde zich geroepen het geloof ongeschon den te bewaren. Herhaaldelijk verklaarde hij de Nederlanden liever te gronde te zien gaan dan tot ketterij te zien vervallen. Door het onbegrip van Philips II werden de te genstellingen verscherpt en kreeg de strijd al lengs het karakter van een godsdienstoorlog. De houding van de koning lokte enerzijds plun deringen van roomskerkelijke goederen uit, an derzijds stijfden de plunderingen de koning in zijn overtuiging en brachten zij hem tot scherpe re maatregelen. Na de beeldenstorm verving hij zijn landvoogdes Margaretha voor de gevreesde Alva, die de opdracht had het volk tot absolute gehoorzaamheid aan kerk en koning te bren gen. En dat met behulp van een krijgsmacht, die door dat zelfde volk moes» worden betaald. We kregen 't schrikbewind met zijn bloedraad want, zo schreef Alva aan zijn vorst: ,Een ieder moet voortdurend in angst verkeren dat hem het dak op het hoofd kan vallen'. De terreurmethode was toen, als nu nog altijd in de wereld wordt toegepast. Geen nauwkeurig onderzoek, geen veiligheid voor onschuldigen, maar arrestaties bij de vleet en volkomen wille keurig. Het lijden van het volk, in alle geledin gen, is niet te beschrijven. De soldaten waren niet veel beter dan rovers en nog in 1573 vro- gen twee bisschoppen de koning, dat de krijgs lieden in tucht mogen worden gehouden'. De slag bij Heiligerlee het begin van de 80-jarige oorlog met Spanje naar een oude gravure. Keren wij om nu tot de gebeurtenissen rond en op de 23ste mei 1568. Door de vervolgingen in onze gewesten vluchtten veel Nederlanders over de gren- i»n, met name naar Duitsland. Hun leider was Hendrik van Brederode. In de cember 1567 sloot hij met een aantal vrienden een verbond om geld te ver iameien, troepen te huren en het leven te wagen voor de vrijheid van het vaderland. Op 15 februari 1568 echter stierf Van Brederode, waarmee de leider en (toekomstige) legeraanvoerder wegviel en de bannelingen hun hoop gingen vestigen op Dillenburg, waar de eveneens uitgeweken prins van Oranje verbleef. De prins had nog steeds niet openlijk partij gekozen. Zeker, de prins steunde het huren vin een leger, hij werd In feite in die positie gerangeerd, maar hJJ wei- telde. De aanval werd hem trouwens ontraden en het lag in zijn aard om gehoor te geven aan het advies met onderhandelen tot een oplossing te komen. Eerst de moord op de gevan gen genomen Egmont en I Too me. een moord die door de veldtocht werd verhaast, bracht de prins over alle twijfel heen. maar toen zat Alva in het noorden al weer vast in het za del. Het gijzelaarschap van zijn ei gen zoon, Philips Willem, was niet genoeg om de prins te overtuigen. GUNSTIG GETIJ In het voorjaar van 1568 was het getij gunstig om troepen te wer ven. Door de vrede van Longjumeau wai de burgeroorlog in Frankrijk tij delijk ten einde en er waren dus huurlingen vrij. 's Prinsen broer. r! Lodewijk van Nassau kreeg al- na aarzeling toch de opdracht om, zoals al aangehaald, troepen aan te werven ln naam van de .hberteyt van religie en consciëntie.' Hij deed het met voortvarendheid. De prins gaf zijn broer op 6 april machtiging om krijgsvolk te huren. Er werd een aanval op twee fronten beraamd Hoogstraten zou in het zuiden aan vallen, Lodewijk in het noorden. In de stille week voor Pasen, dat was van 11 tot 18 april zou Hoogstraten nen Brussel ln handen te krijgen. Maar helaas bleef dat plan niet ge heim. Alva werd gewaarschuwd en wapende zich tegen een overval in Brabant. De opzet mislukte. Hoog straten werd ziek en in zijn plaats hok De Villers met 3000 man op Roermond aan. Op 25 april werd h[j door de heel wat meer ervaren hpaanse aanvoerder Sancho dAvila oi] Daelhem verslagen en gevangen genomen. Lodeiwijk was inmiddels met een klein vendel het Groninger land binnengevallen en had op 24 april de burcht van Wedde veroverd, het kasteel van Aremberg, de stad- flouder van de Spaanse koning in Groningen, die op dat moment ln Brussel vertoefde. Lodewijk huurde P^-L,8'®!daten en wierf Groningse vrijwilligers. Begin mei aaa hij zoveel soldaten Duitsers, aj JL Groningers en Friezen D,-' ®/e troepen kon samenstel- en. hén daarvan bleef in Wedde, do '""^bezette Aopingedam en do 2.Jj/, 'eoer('e zich dicht onder do «ad Groningen Het bezit van de stad Groningen Hefi K°?r de Partijen" van essen- rulb,?laf." Het wa-9 «en ommuur- dwant 'M i^ -Ommelanden' in be- rif"? hl.®!d-De bezetting, praktisch nirt iDuitsers bestaande, was E50t' De stad was ook niet Spaansgezind, het hield bijvoorbeeld de benoeming van een nieuwe bis schop tegen, maar koos toch ook geen partij voor Lodewijk. De ,stad- jers' hoorden van Daelhem en aar zelden. Zo had de plaatsvervangende commandant, Groesbeek, geen al te zware taak. En de aarzeling maak te Lodewijk onzeker. Hij durfde Friesland niet ln te trekken (een oversteken naar Enkhuizen heeft tot de plannen behoord) en er ging een volle maand verloren. Toen Alva hoorde van de inval in het noorden zond hij op staande voet Aremberg naar Groningen. De Gelderse stad houder, Van Megen, moest hem gaan helpen. In Arnhem confereerden de heren en zagen in, dat de situatie er ger was dan men ln Brussel ver- gerd regiment en verder verzochten ze de stadhouder van Holland en LTtrecht, Bossu, een goed aantal schepen uit te rusten ln Amsterdam om zo Spaanse troepen naar Fries land te kunnen overbrengen over de Zuiderzee. De heren hadden wat pech met de wind, ma^r op 17 mei stonden de Spaanse scharen bij Har- lingen aan land. In grote dagmarsen ging het dwars door Friesland op de staa Groningen aan. Op 20 mei was Aremberg in de stad met zijn ge hele macht. Er deed zich daarbij het incident voor, dat de stad hem er niet ln wilde laten. Hij moest genoe gen nemen met een legerplaats aan het Schuitendiep. Op 21 mei trok Aremberg op naar Wittewierum, in de richting Appingedam, waar de hoofdmacht van Lodewijk lag. De voorhoede van de Spanjaarden raak te slaags. Lodewijk had het geluk dat het al vrij laat was en Arem berg niet durfde doorlasten. De troe- Een van Lodewijk eisten n 1 eerst etallng van de achterstallige soldij en dat bleef voor Aremberg niet ge heim. Trouwens, dat was in die dagr~ gewoon. 3 laat. De 22ste bleef Aremberg voor Wit tewierum liggen met als doel de te rugtocht op Wedde van Lodewijk te gen te houden. Aremberg kreeg ver sterking van Van Megen via Drente, diens troepen rukten precies op in de richting waarlangs Lodewijk te rug moest. Voor Lodewijk wérd de situatie dan ook hachelijk Hij liep de kans dezee in te worden ge dreven. Bovendien had hij de groot ste moeite zijn volk tot gehoorzaam heid en trouw te brengen. Dat lukte uiteindelijk en in de nacht van 22 op 23 mei trok Lodewijk ln alle stil te landinwaarts, richting Wedde. Voordat Aremberg dat ln de gaten kreeg, waren de staatsen of zo u wilt de geuzen, al een paar uur op weg. Ongehinderd door een directe achtervolging, bereikte Lodewijk in de loop van de middag het klooster van HeilLgerlee. De soldaten mochten gaan eten en rusten en de graaf trok zich met zijn officieren in het kloos ter terug voor een welverdiende maaltijd. De heren zaten nog aan ta fel toen een de opstandelingen toe genegen boer kwam waarschuwen, dat het Spaanse leger in aantocht was en al dicht was genaderd. Arem berg was van plan als hy Lodewijk ontmoette meteen slag te leveren. Zijn troepen waren zo dacht hij min der vermoeid dan die van Lodewijk en niet tot muiten geneigd. De Span jaarden hadden naar eigen idee de overwinning in de zak en juist dat optimisme is ze duur te staan ge komen. Toen Aremberg de troepen van Lodewijk in het gezicht kreeg, gingen deze door de waarschuwing niet aan de haal maar stonden ze al ui slagorde. Lodewijk had trouwens geen andere keus. Juist omdat hij niet helemaal op zijn mannen kon vertrouwen, moest hij direct aan het vechten slaan. By de Spaanse troe pen sloeg de overmoed om in vrees, twee hele vaandels, Friezen en Ol- denburgers zonder krijgservaring. zingen aan de haal en dat voorbeeld werd gevolgd door individuele solda ten. De staatsen kregen moed. Ze had den en dat is essentieel gebleken het terrein mee. Lodewijk en Aremberg werden gescheiden door veengrond vol met soldaten en plas sen en greppels, die natuurlijke loop graven vormden. Hierin werden een Cr vendels harkebusiers in een Ier laag gelegd. Over dat gebied moest Arember? aanvallen. De weg waarlangs de Spanjaarden aanvielen was smal en werd bewaakt door rui ters onder aanvoering van Adolf van Nassau, de derde broer van de prins en door Joost van Schouwenburg. Liniks van die weg, achter het veen, werd het staatse voetvolk in twee .eskaders' (vlerkanten) opgesteld, het ene van ruim 40 pieken, het an dere van ruim 30. De vierkanten weer geflankeerd door harkebusiers. De piekeniers hebben het echte werk gedaan, de harkebussen (geweren) waren nogal plomp. De Spanjaarden kwamen om ongeveer zes uur uit een bosje tevoorschijn, waardoor de weg liep, op de vlakte tussen Heili gerlee en Winschoten. Ze waren uit eindelijk vermoeider dan de troepen van Lodewijk, die toch enige uren rust hadden gehad. Aremberg was zo onverstandig meteen te laten aan vallen, hij moet overigens wel wilde hij voor donker om acht uur ging de zon onder klaar zijn met de verwachte overwinning. Trouwens bij Daelhem was ook gebleken dat door tasten voldoende was om te over winnen. De slag begon met een ka- nonnade van Spaanse zijde, maar de zes stukken geschut hadden geen ef fect. Zonder bevelen af te wachten stormde het Spaanse voetvolk op de vijand af. De veengrond met de slo ten en greppels werd de soldaten noodlottig. Ze konden slechts in klei ne eenheden voorwaarts en ze wer den op de pieken ontvangen In twee uur was de zaak bekeken. De moe digste Spanjaarden waren gesneu veld, de overigen gevlucht. Het le ger van Aremberg bestond niet meer. cie krijgsbuit aan materiaal voor Lo dewijk was groot. De Spaanse vluch telingen hebben zich voor een deel kunnen voegen bij het leger van Van Megen. Hoeveel doden er gevallen zijn, ls niet exact bekend. Het getal van 1500 streelt misschien de staat se eer en fantasie. Fruin, aan wie wfl voor de beschrijving van de slag een aantal gegevens hebben ont leend, noemt het getal van 400 tot 500 man, met 1000 vluchtelingen. Aan Nederlandse zijde zouden dan 40 doden zijn gevallen en 200 ge wonden. Het Wilhelmus herinnert daaraan. Onder de Nederlandse gesneuvelden is de jonge graaf Adolf van Nassau. Zijn sneuvelen is te wijten aan het ongelukkige toeval, dat hij een jong en onstuimig paard bereed, dat aan het krijgsrumoer niet was gewend en niet meer te hanteren was. By de schermutselingen tussen de ruiters ging het paard er met de grafelijke ruiter vandoor, tot midden tussen de vijandelijke troepen. Daar bleef het nerveuze dier steigeren en Adolf werd afgemaakt, moedig strijdend. De aanvoerder aan Spaanse zijde, Aremberg vond eveneens de dood. En dat op een gruwelijke wijze. Na de slag bleef hy nog een uur op het slagveld ronddwalen, ln wanhoop. Toen hij eindelijk weg wilde strui kelde zijn paard by een sprong over een afscheiding. De dappere man, want dat was hy zonder twijfel, werd door Lodewijks mannen gegrepen, zijn harnas verhinderde hem lopend te vluchten. ,Ik ben de graaf van Aremberg. neem mij gevangen.' .Dan ztjt gy de man die ik zoek!' was het antwoord van een wraakzuchtige geus, die de weerloze legeraanvoer der de helm van het hoofd sloeg en met tal van slagen afmaakte. Lode wijk was meer dan nijdig, al strafte hy de laffe dader niet. Lodewijk, de overwinnaar van Heiligerlee, wordt ons eveneens door F ruin be schreven als een ridderlijk en on baatzuchtig man, innemend, vol vrij heidsliefde en evenals zyn broer de prins verdraagzaam ln godsdienstza ken. Hy was aan ons land overigens alleen maar door de band met zyn broer gebonden. Lodewijk behaalde de overwinning bij Heiligerlee. Te gen het advies van zijn broer in be zon hy daarna Groningen te belege ren dat op 24 mei door Van Megen was bezet. Alva vond het nodig per soonlijk in het noorden orde op za ken te stellen. Bij zijn nadering brak Lodewijk op, trok haastig de Eems over maar werd op 21 juli bij Jem- Miingen ingehaald en volkomen ver slagen. Hij wist persoonlijk aan de dood te ontkomen door de rivier over te zwemmen. De veldtocht was ten einde. De Nederlanders hadden éën slag gewonnen ln een verloren veld tocht. Maar de oorlog was begonnen en leidde uiteindelijk tot de overwin ning, tot de vrijheid en de zelfstan digheid. Dat was alleen tachtig Jaar late». De onthoofding van de graven van Egmond en Hoorne op het marktplein in Brussel vormde één van de dieptepunten in de verhouding tussen Nederland en Spanje voor de 80-jarige oorlog uitbrak. Granvelle eens een groot vriend van Willem van Oran je leidde de politiek van de Spaanse koning Philips II, die leidde tot de afscheiding van de Nederlandse gewesten. Foto boven). Foto links: de tachtigjarige oorlog was een strijd voor vrij heid van godsdienst en gewe ten. De beeldenstorm was één van de uitingen van ontevre denheid tegen het gezag van Rooms-Katholieke) Kerk en Spanjestaal.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1968 | | pagina 13