EEN GEREFORMEERDE POOT AAN DE STOEL Revolutie in Azië en Afrika WE MOETEN BIJ ELKE TOENADERING VERHEUGD ZIJN Er was eens. VU-STUDENTEN EN PROFESSOREN OP .HEDENESSE' KORTGEZEGD Zaterdag 11 mei 1968 zaterdagnummér In drie west Zeeuwsch-Vlaamse gereformeerde kerken zullen morgen zondag twee hoogleraren en een lector van de Vrije Universiteit optreden. Zij zullen niet alleen preken voor de leden van de plaatselijke kerken, maar ook voor hun theologische studenten. Na afloop van de diensten is er een gesprek tussen de Zeeuwsch-Vlamingen en de studenten, De kerkdiensten (Breskens dr C. Augustijn, lector; Ooslburg prof dr D. C. Mulder en Aarden burg prof dr R. Schippers) staan aan het begin van een bijzondere werkweek van de theologische studenten van de V.U in het oecumenische vormings centrum .Hedenesse' te Cadzaud, waar zij als leiding hebben mej. drs G. F R. Klamer, remonstrants en de heer J. A. de Vries, gereformeerd staflid. Het gaat om het dertiende lustrum van de theologische faculteitsvereniging en de studenten mét bijna al hun professoren krijgen bepaald nog wel andere dan alleen maar theologische zaken voorgeschoteld. Dat kunnen ze ook ver wachten op .Hedenesse'. Vanavond, zaterdag, spreekt professor dr J. Kruithof uit Gent, zondagavond wordt de film .Duellen' van de Deen K. L. Thomsen gedraaid. Verder staan op het programma de literator C. Ouboter over hedendaagse literatuur, een gesprek met de gereformeerde predikanten in Zeeuiosch-VI.aand.eren (maandagavond), een lezing door de Vlaamse schrijver Hugo Raes, een bezoek aan de St. Baaf in Aardenburg en aan het Vestzak theater in Gent (,The Zoo story' van Edward Albee). Woensdag zorgt drs Top, sociologisch medewerker van het NVV voor informatie over mens en arbeid in de moderne industriële onderneming, dan worden enkele bedrijven bezocht en komt drs J. Pasveer, industriepredikant in de IJmond praten over het pastoraat in de industriële samenleving Daarmee is het Zeeuwse part van het lustrum gebeurd. Vrijdag zal dr J. M. de Jong van het hervormd seminarie in Driebergen de lustrumrede in Amsterdam uitspreken. Voor ons was dit V.U.-bezoek aan Hedenesseeen reden temeer eens te praten met de gereformeerde heer De Vries, van de .Hedenesse'-staf. Onder werp, haast uiteraard: Hedenessegereformeerden, Zeeland. i k DE VRIES niet kopschuw maken... Jan Aarnout dc Vries (30), geboren in Andijk, na ulo, bankkantoren, avondlyceum in Amsterdam, de sociale academie .De Xijenburgh' in Baarn, studierichting cul tureel werk. Op 1 september 1965 naar .Hedenesse', staflid. Hobbies: toneel, film, muziek, literatuur. Graag alles in het moderne genre. Vrouw: Marianne de Vfies- de Rijk. maatschappelijk werkster bij de protestantse stichting voor maatschap pelijk werk en gezinsverzorging in West Zeeuwsch-Vlaanderen. Gesprek over .Hedenesse' en dc gereformeerden, vlak voordat het thematiekberaad van leiding gevende figuren uit het Zeeuwse op het oecumenische vormingscentrum begon. ,In Amersfoort vroeg de remonstrantse gemeente na het vertrek van de predi kant een vormingsleider als opvolger. Daaruit blijkt toch wel helemaal duide lijk dat de tijd van de monoloog, ook in de kerkdiensten, voorbij is. We kunnen niet meer volstaan met het overnemen van oude gegevens, de stille, bijna auto matische vorming van de mens is voor bij. Het kan best voorkomen dat een vader aan zijn zoon. advies vraagt:. kan ik mij nog wel vertonen met deze woor den. Een aantal mensen weet .het' nog, de jonge mensen weten ,het' niet meer. Het ,eens geleerd is altijd geweten' gaat beslist niet meer op. De mens zal zich moeten bezinnen op zijn weten en niet- weten, zich moeten aanpassen, vormen. Een vormingscentrum wil dc situatie scheppen waarin de discussie mogelijk Is over de vraagstukken, die het men selijk bestaan raken. De vormingsleider is degene, die door middel van een aan tal media een (werk)situatie schept, waarbinnen een open, eerlijk gesprek een kans kiljgt. Zo n centrum heeft een radicaliserende en begeleidende functie. Als vormingsleider ben je beslist niet alleen katalysator. Je komt er óók ver anderd uit. Het gaat niet om sympto men, maar om radicale kernvraagstuk ken. Voorbeelden van radicalisering: met een gereformeerde groep hadden we eens een 'gesprek over een toneelstuk van Dürrenmat. Daarin komt ergens een man voor in een café, die iedereen heeft gered, maar zelf aan de grond zit. Het leidde tot de vraag of met die man soms Christus bedoeld kon zijn. Ander voorbeeld: praten over bedrijfsdemo- cratisering, van het bedrijf doortrekken naar de mens en naar het feit. dat de mens meer mens is naarmate hij kansen krijgt om meer verantwoordelijkheid te dragen.' Het .oecumenische' van .Hedenesse' be tekent: voor de hele samenleving. Er is een kerkelijke gebondenheid in het bestuur r.-k.t gereformeerden en her vormden, maar ook twee niet-kerke- lijken, die worden geacht de Zeeuwse samenleving te representeren. In de staf zitten vormingsleiders en leidsters van diverse kerkelijke richtingen: her vormd. gereformeerd, r.-k., remon strants. Wat vindt staflid De Vries van deze oecumenische vormgeving? .We gaan er in de staf binnenkort over praten. Oecumene is niet het dak waar naar we toevliegen, maar de grond waarop we staan. We gaan ons afvragen: wat is het doel van een oecumenisch centrum als het onze. Ik heb mij wel eens afgevraagd of daarin ook een stuk speelruimte, een experimenteerruimte zit. Inderdaad: in dat eigen bestaan van ons zit ook een stuk onzekerheid, de onzekerheid van het weten. Maar de ervaring heeft in ieder geval geleerd, dat de kerken elkaar hier voor een be langrijk deel kunnen ontmoeten. Waar heen het moet? Mijn persoonlijk ideaal is dat de kerken en de ambtsdragers en andere groepen uit de kerken elkaar steeds meer hier ontmoeten.' Is een oecumenisch Hedenesse .ver koopbaar' aan gereformeerd Zeeland? ,Ik dacht dat het langzaam maar zeker niet meer is: verkoopbaar werd, maar verkocht wórdt. Ds Wessel, nu de man van het provinciale gereformeerde jeugdwerk, was de eerste, die hier kwam met belijdeniscatechisanten. Ze komen nu al drie jaar. We zijn langzaam be kend geworden en gewaardeerd. Hede nesse betekent voor de gereformeerden: een eigen poot aan de stoel hebben. Ik dacht en Marianne heeft het ook ont dekt dat hier in Zeeland Hedenesse een instituut is dat vooral wordt her kend aan de mensen. Het werk is vrij persoons-gebonden. Ik doe in Goes een cursus met leiders en leidsters in het gereformeerde jeugdwerk. Je bent dan De Vries, die van Hedenesse is. En daar komt van: we moeten ook eens naar Hedenesse,' De Vries wil graag een openheid naar de wereld, maar zijn specifieke taak op .Hedenesse' is het werk met gerefor meerden. Het gaat goed samen. .Oecumenisch is geen bezwaar voor* dé gereformeerden. Het zou dwaas zijn om drie vormingscentra naast elkaar te zet ten. Een rapport van de depuiaten van de synode Amsterdam-Lunteren noemt .Hedenesse' duidelijk als een goed voor beeld ook voor andere provincies om gereformeerd vormingswerk in internaatsverband te doen.' De mogelijkheid tot discussie, tot ont moeting, betekent een confrontatie met anderen, met andere meningen, om op die manier tot een eigen menings vorming te komen. Dat is vormingswerk. En dat geldt ook voor de gereformeerde groepen, die op .Hedenesse' komen. Men krijgt een brok informatie. De Vries voelt voor een leestafel voorin elke kerk met erop onder andere de Horslcahiers en de gereformeerde serie Gemeente toerusting plus de publikaties van de Werkgroep 2000.' .Klagen over de com municatiemedia? De mensen willen niet aan informatie Precies: men wil niet onrustig worden gemaakt. Maar de zekerheden zijn geen zekerheden meer. ,Ik geloof, dat als je samen werken moet aan een bewoonbare wereld, dat je dan uitstekend kan beginnen met je eigen mensen. Je kunt de mensen ook kop schuw maken. Maar is dat wel de be doeling? Juist vanuit je eigen kring kun je iets relatief stellen en dan de sprong maken naar de confrontatie met andere groeperingen'. Dus het is wel een sprong? .Je staat soms stom verbaasd in de groe pen. Op een bepaalde plaats heeft men geen enkele hunkering naar elkaar (her- vormden-gereformeerden) en bij een groep uit een andere plaats vraag je je af: mensen, waarom blijf je nog apart. In een cursus kan een groep gerefor meerde belijdeniscatechisanten soms wel hervormd zijn naar hun uitlatingen. Maar als je ze dan confronteert met hervormden, blijkt dat ze er nog lang niet aan toe zijn'. ELKAAR SERIEUS NEMEN De Vries over de christen radicalen: ,een groep mensen, die enorm ge- engageerd bezig is, die een paar ra dicale lijnen willen stellen. Ze moe ten een kans krijgen in de AR-partij. Ik hoop, dat ze binnen die partij kunnen blijven. De ARP is wel iets meer evangelisch dan radicaal. De christen radicalen zijn mij sympa thiek.' Verontrusten,het is als met de ver ontrusten. Men moet elkaar serieus nemen en zoeken in het gesprek. Je moet kunnen praten en een stap ver der kunnen komen. Er zijn soms ver dachtmakingen. aan beide zijden, men vangt elkaar op randpunten. Maar men moet niet vergeten: er is niet alleen radicalisering, er is ook eerlijke verontrusting wat de syno dale herroeping van Assen 1926 be treft: men moet ook bezig ztjn met de gemeenten, die tégen zijn. Het is soms geen kunst met een sneltrein vaartje vooruit te rennen. Er is min stens zoveel moed nodig om de club trouw te blijven. Kuïtert: .Men vraagt hem: heeft Adam nou wel of niet bestaan. Hij gelooft er niet in, maar is bang dat te zeggen, omdat dat het hart van het evangelie niet raakt.' De kerkdiensten z\jn onvol doende stimulerend, was de klacht in een enquête onder de inwoners van een nieuwe wjjk in Leider dorp. Het onderzoek werd gedaan door de hervormdz gemeente en de gereformeerde kerk. Alleen de gereformeerden zetten in plaats van ,niet stimulerend' op de eer ste plaats kwalificatie .gebrek aan blijheid, schraal' over de kerkdiensten. De hervormden klaagden over ,te weinig actie van de gemeente' en .preek te weinig praktisch' De r.k. noemden de kerkdienst vaak .ouderwets' en de niet-kerkelijken spraken over .ge brek aan gemeenschap en aan blij heid' en over .teveel uiterlijk ver toon'. De taak van de kerk volgens de hervormdennaaste dienen, de gereformeerden: prediking, de r.k.: gemeenschapsvorming en volgens niet-kerkelijken: naaste dienen. De kerkeraden van hervormd en gereformeerd Geldrop hebben hun gemeenten een plan voor gelegd tegen 1970 te streven naar een federatief verband Samen werking is er al bf gebruik van de kerken in het jeugdwerk (onder gezamenlijke verantwoordelijk heid van de kerkeradenen er is een gecombineerde cantorij als mede soms gemeenschappelijke diensten De kerkblaadjes worden nu samengevoegd en men wil één boekje met gelijkluidende orden van dienst. De kerkeraden hebben uitgesproken dat nu al gemeen schappelijke avondmaalsvieringen kunnen plaatsvinden. Alles is po sitief ontvangen. .Holland is conservatief. Jullie praten maar over God en doen weinig aan politiek.' Dit zegt de jonge predi kant Hidemi Ito uit Tokio, die samen met 16 andere jonge predikanten en vormingsleiders uit Azië, Afri ka en Latijns-Amerika te gast was op het vormings centrum Den Alerdinck in Laag Zuthem bij Zwolle. Ito treedt binnenkort in dienst van de Oecumenische raad van kerken in Japan; De Wereldraad van Kerken vroeg hem en de anderen een half jaar een toernee te maken langs vor mingscentra in West-Europa om daar methoden te bestuderen die eventueel ook in de eigen landen bruikbaar zijn. Het aan tal christenen in Japan is minder dan 1 procent, maar dat zijn er altijd nog ongeveer een miljoen. De dominees hebben geen luxueus leven ze hebben er bijna allemaal een baantje bij. Sommigen leiden een kleuterschool, anderen werken als ziekenhuisdirecteur, maar ze kennen de wereld van de tech niek en de wetenschap eigenlijk veel te weinig. De technische wereld bepaalt het moderne Japan. Na de in eenstorting van Japan in 1947 zakte het wereldbeeld dat dc meeste Japanners hadden ook in elkaar. Het geloof in de Kamikaze, de macht die Japan eens van de Mongolen redde en het land behoedde tegen rampen, leefde niet meer. In plaats daarvan kwam de reusachtige technische ontwikkeling Het oude geloof werd vervangen door een oppervlakkig ge voel van als-ik-maar-in-de-mode ben. De mannen zijn bang verantwoordelijkheid te dragen en ze lappen graag gezag aan hun laars, aldus Dominee Tto. Hij meent ook dat deze nieuwe filosofie bezig is Japan aan de rand van een revolutie te brengen. Aan de ene kant tracht de regering het nationalisme weer sterker te maken, maar aan de andere kant ervaren steeds meer jongeren de huidige onevenredige welvaartsverdeling als onaanvaardbaar. Zij verzetten zich tegen het regerings beleid. het oude Sjintoisme in het land terug te brengen. In deze situatie staan de meeste christenen aan de kant van de linkse partijen, vooral aan die van de op China gerichte communistische Daarom vindt dominee Ito het Christendom in Nederland zo ouderwets .jullie hebben christelijke poli tieke partijen en christelijke vakbonden en toch vindt er geen revolutie plaats. De Nederlandse christenen zijn mij te veel op de kerk gericht, de maatschappij waarin ze leven lijkt ze koud te laten, jullie weigeren de maatschappij te bekeren.' Hieronder verstaat Ito een zodanige revolutie dat de maat schappij menselijker wordt. Dominee Maxim Rafransoa uit Madagascar (,de zogenaamde democratie Madagascar' voegt hij er aan toe) ziet ook op Madagascar de revolutie dreigen, niet van de kant van het leger zoals in andere Afrikaanse landen. De enigen die de regering kunnen overnemen zijn de christenen. De huidige regering is niet in staat het land economisch zelfstandig te maken, het. onderwijs is onvoldoende en economisch komt men niet vooruit. De kabinetsleden zijn aandeelhouders van de grote onder nemingen die het eiland monopoliseren. De ouderen op Ma dagascar zijn op het moment bang om een omwenteling te ontketenen. Onder hen leeft nog de herinnering van de op stand van 1947 tegen de Fransen. Toen vielen 80.000 doden De jongeren, vooral de intellectuelen onder hen. roepen wel om een revolutie. Met name de studenten willen een nieuwe maatschappij. Op het platteland kan de revolutie ieder ogen blik uitbreken. Inwoners van de stad die in de jungle komen, worden zonder meer door de plattelandsbevolking om gebracht. Die functie van de kerk is niet te trachten de revolutie tegen te houden. Of de kerk dat wil of niet, de revolutie komt toch. Wel kan de kerk de mensen helpen rijper te worden om hun maatschappij gezond te maken. De kerk moet het volk en niet de regering dienen. Als er revolutie komt moeten de christe- 1 ij ken die leiden. Het gevaar in geval van een revolutie op Madagascar is. volgens Maxim Rafransoa. dat de Fransen of Engelsen tussenbeiden zullen komen, waardoor bloedvergieten onvermijdelijk zou kunnen worden. Madagascar lijkt in de geschiedenis erg op Vietnam, ligt stra tegisch. Het heeft een eigen en eeuwenoude geschiedenis en vormt een eenheid op zichzelf naast het continent. .Als ik de discussie in Nederland meemaak.' zegt dominee Rafransoa. .dan waan ik me op een andere planeet. Wij op Madagascar spreken over leven of een hongerdood te sterven, jullie praten over procenten, het percentage van de komende loons verhoging, van de ontwikkelingshulp en het percentage van een sociale verzekering. Jullie zijn niet radicaal. Misschien kim je je dat permitteren in een rijk land. maar ik zou graag willen dat jullie wat meer met ons meevoelden.' .Leven is gemeenschap.' ,Waar zoek ik die?' In een recent nummer van ,Gemeenschap der Kerken', het orgaan van de Oecumenische Raad van Kerken in Nederland stonden de aangehaalde woorden als opschrift bij twee foto's. Op de ene was een eenzame figuur te zien op een kerkbank. Op de andere kon je 'n groep jonge mensen aanschouwen zoals ze samengeklonterd zaten op bioscoopstoelen. De opschriften zijn duidelijk. Een mens is geen wezen op zichzelf. Hij is dan pas mens als hij leeft in een gemeenschap, welke dan ook. Wij hebben anderen nodig, zoals anderen ons nodig hebben Een mens wordt geboren in een gemeenschap en er is niets ergeri denkbaar dan een bestaan dat volkomen vereenzaamd is. Hoevelen leven er tegenwoordig niet zulk een eenzaam be staan? Wie het rapport gelezen heeft over de ouden van dagen in Amsterdam, krijgt enigszins een indruk dat dit daar geen gering probleem is. We raken er reeds enigszins aan gewend wanneer we lezen dat iemand al weken ge leden gestorven kan zijn, zonder dat iemand hem heeft gemist. Welk een eenzaamheid in onze samenleving, waarvan wij menen dat die zo hoogontwikkeld is. Menselijk leven betekent: leven in gemeenschap. Datzelfde wat van een enkel mens kan worden gezegd, geldt ook voor een enkele kerk. De kerken hebben elkaar nodig en het blijkt steeds meer hoezeer zij elkaar nodig hebben. Er zijn er die nog verder denken en zeggen dat alle godsdiensten van de wereld elkaar nodig neb ben, omdat zij gezamenlijk voor dezelfde vra gen en problemen komen te staan. Doch zover zï|n we nu nog niet dat deze gedachte gemeen goed is. Voorlopig heeft ipen in de praktijk nog moeite genoeg met de gedachte aan een sa mengaan van alle kerken. Toch gevoelt ieder die er nauwer bij betrokken is door bijvoor beeld het zendingsv/erk of door zijn arbeid ten behoeve van ontwikkelingshulp, dat er in som mige landen van Afrika en Azië contacten drin gend nodig zijn met het Mohammedanisme, het Hindoeïsme, het Boedhisme. Wat zou het een zegen voor Nigeria zijn geweest wanneer men aldaar vruchtbare contacten had gekend tussen christendom en islam en kan dezelfde vraag ook niet gesteld worden voor Vietnam wanneer het gaat om de verhouding van chris tendom en boedhisme? Wereldlijke macht kan iets afdwingen, maar met al haar geweldmidde- len is ze niet in slaat de geest te veranderen. Wanneer we op het terrein van de godsdiensten komen, hebben we te maken met iets dat door dringt tot in de ziel van een mens. Als er gesteld wordt dat het evangelie een goede boodschap is voor heel de mensheid en dat van haar een vernieuwende werking moer uitgaan, houdt dit reeds in dat er naar een dialoog moet worden gezocht. Maar dan zal eerst het christendom zijn eenheid moeten hervinden. Een verbrokkel de kerk is geen gesprekspartner voor enige wereldgodsdienst. Op zondag 28 april hebben de televisiebezitters kunnen kipten en luisteren naar een gezamen lijke uitzending van het I.K.O.R. en het Convent van kerken, waarin het ging over de voorbe reiding van de assemblée van de Wereldraad van kerken, die in de komende julimaand te Uppsala zal worden gehouden. Naar het ver slag van deze uilzending dat we de volgende dag in de krant lazen, heeft professor dr H. Berkhof, die lid is van hef uitvoerend comité van de Wereldraad van kerken, verteld dat al hier gedacht is aan een mogelijkheid dat een nationale kerkprovincie van de r.-k. kerk lid zou kunnen worden van de Wereldraad. Daar op heeft prof. dr J. C. Groot, de rector van de pas officieel geopende r.-k. theologische hogeschool te Amsterdam, die bij deze tele- visieuitzending aanwezig was als oecumenisch gedelegeerde van de Nederlandse rooms- kafholieke bisschoppen', verklaard dat de Ne derlandse kerkprovincie ,in aanmerking zou komen voor een lidmaatschap van de Wereld raad'. Zijn kerkprovincie zal immers met andere kerken deelnemen aan de Raad van kerken in Nederland. Deze is er nu nog steeds niet, maar als onze inlichtingen juist zijn, zal ze in deze meimaand definitief haar'beslag krijgen. Wan neer zijn kerkprovincie zich landelijk aansluit, waarom zou zij het dan ook niet internationaal kunnen doen? Na deze mededeling zo ging hef verslag verder toonde prof. Berkhof zich zichtbaar verrast over deze onverwachte po sitieve reactie. Hij vond het heerlijk dat dit zo gezegd werd. Prof. or G. C. Berkhouwer meen de ,dat het allemaal nog niet zo gemakkelijk zou gaan, vooral met via een land als Neder land, dat voor Rome toch al een eigen pro blematiek met zich meebrengt' en als voorbeeld noemde hi| toen het gehannes rondom de Nieuwe katechismus. Nochtans behoefde, vol gens hem, de basisformule van de Wereldraad van kerken voor Rome geen probleem op te leveren. Eerder is een probleem de opvatting van hef begrip katholiciteit', dat men in Rome alleen voor zichzelf opeist. Prof. Groot was van oordeel ,dat de tendens om zich te ver eenzelvigen met de éne algemene christelijke kerk aan het verflauwen is en dat men ook van andere kerken durft te zeggen dat daarin de éne kerk aanwezig is'. Sinds het tweede Vati caans concilie ,is het wereldkerk-karakter met Rome als centrum, in betekenis afgenomen te genover eon groeiende aandacht voor een ge meenschap van lokale kerken'. Met andere woorden: Sinds dit concilie nebben de nationale kerkprovincies meer beteken s gekregen en het zou dus, volgens hem, heel goed moge ij* zijn dat zulk een kerkprovincie rer besluit nam zich aan te sluiten bij de Wereldraad van kerken. We moeten erkennen dat we, evenals prof. Berkhof, verrast waren toen we het ver-.'ag van die uitzending lazen. Toch ligt zoiets in de lijn van de ontwikkeling. We hebben tot op het moment dat we dit verslag onder ogen kregen steeds gedacht aan de r.-k. kerk in haar ge heel en dan leek ons aansluiting bij de Wereld raad vooralsnog niet mogelijk. Doch ook in an dere dingen blijkt dat, wat in andere landen niet mogelijk is. hier wel kan. Op koninginne dag is de r.-k. theologische hogeschool in Amsterdam officieel geopend en nog wel in de hervormde westerkerk. Wanneer we dachten aan de opleiding van priesters, stond ons voor ogen de afgeslotenheid van seminaria, -welke ieder bisdom" in dorpen had geplaatst. Dit heeft men bij de nieuwe opleiding geheel willen doorbreken en bewust wordt er gezocht naar contacten met andere theologische faculteiten ,De tijd van geïsoleerde theologie is voorbij. Om antwoord fe kunnen geven op de concrete vragen van de mens, zal de theologie met el- leen in nauw contact moeten leven met de an dere kerken, maar met alle takken van weten schap.' Aldus prof. Groot in zijn openingsrede, waarin hij verder nog zei dat deze hogeschool ,een sterk oecumenisch karakter zal krijgen'. STEMMEN UIT DE KERKEN Prof. J. Verkuyl, de gereformeerde zendings man, is hier reeds ingeschakeld en hel is de be doeling dat de a s. priesters en missionarissen sommige colleges zullen gaan volgen aan de Vrije Universiteit. Eveneens wordt gedacht aan v/erkgroepen van studenten van verschillende faculteiten die er in Amsterdam zijn, om zich bezig te houden met een bepaald stuk studie, al dan niet onder leiding van een r.-k. hoog leraar. Wanneer in ons fand zulke dingen ge beuren, is het eigenlijk waarlijk niet meer zo verbazingwekkend als er gedacht wordt aan aansluiting bij de Wereldraad van kerken. Er zijn trouwens meer dingen -waarover we vroe ger niet hadden kunnen dromen. V/ie zou er vroeger aan hebben durven denken dat een pater verbonden zou zijn aan de redactie van Het Vnje Volk en dat een andere pater een belangrijke functie zou krijgen bij de V.P.R.O.? Onze wereld, ook onze kerkelijke wereld, s snel aan het veranderen, zo snel dat we het haast niet kunnen bijhouden. Was hef vroeger de vraag hoe ie als rooms-ka'holiek, als her vormde, als gereformeerde enzovoort in ons kleine wereldje moest leven, nu is het de vraag hoe je als christen in de grote wereld moet staan en dan hebben de kerken elkaar nodig. Het is een bemoedigend teken dat dit wordt verstaan. Dat de wereld waarin wij leven snel aan het veranderen is, komt levendig tot uit drukking in de botsing van de generaties. Dit zien we over heel de wereld. In China hebben we beleefd de actie van de culturele revolutie van de jeugdige volgelingen van Mao Tse Toeng. Met hun zware kritiek zijn ze opge stormd tegen oude tradities. In de Verenigde Staten zijn de jonge negers ongeduldig gewor den en zorgen iedere zomer weer voor rellen en houden marsen tegen rassenonce'ijkneid. Aan de universiteiten in Spanje, Latijns Amerika, vechten de studenten voor vernieuwing, terwijl ouderen zich vastklemmen aan een rniiiiair re giem. In Rome, Tokio, New Delhi en op zovele plaatsen meer komen studenten m opstand. Rudi Dutschke strijdt tegen de geest van hef oude Duitsland. De kerkelijke jeugd dringt aan op volledige avondmaalsgemeenscnap. Theolo ganten protesteren tegen het celibaat, dat zij als een volkomen verouderd stelsel zien. Jonge ren zijn met de toekomst bezig, de toekomst waarin zij zelf zullen moeten leven. Zij hebben hef recht daarover mede te beslissen. In deze snel veranderende wereld zullen de kerken hun weg moeten zoeken en alleen dan, wanneer zij dit gezamenlijk weten fe doen, zullen zij voor onze wereld in haar geheel van betekenis kunnen zijn. Daarom moeren we bij elke toenadering verheugd z-jn. a U bent dus iemand, die ,nog' dit soort stukjes leest. Klaar blijkelijk denkt de redactie van dit blad. dat u met velen bent; ze houden er anders zeker niet in komen! U bent dus met vele andere mensen. En waarom leest u dit nu? Ik ken u niet; 'kmoet dus maar raden. U verwacht misschien een soort troost of steun voor uw leven van alle dag. Zo gaan veel mensen naar de kerk of .doen' op een andere manier aan godsdienst. Ze proberen er .wat aan te hebben' dat wil zeggen dat ze op hun eigen wijze levend voor die vorm van leven, óndanks wat misluk kingen hier en daar steun ver wachten. En daar zou dan de Bijbel voor zijn? Er was eens een man en die woonde in een straat. Hij had een mooi huis, had een goed inkomen en kon. ondanks wat kleine huiselijke moeilijk heden. ondanks enkele opvoe dingsmoeilijkheden zich best door het leven slaan. Op een dag breekt er in een huis tegenover hem brand uit. De brandweer komt wat laat. maar probeert toch de brand re ■blussen.. Maar wat gebeurt daar nu? Er komen mensen om de brandweer legen te houden en er zijn andere mensen, die ver tellen dat er verkeerd geblust wordt. Nóg sterker: er komen andere mensen, die petroleum op het vuur gooien. Wél roe pen alle mensen, dat de brand verschrikkelijk is en eigenlijk zo vlug mogelijk geblust moet worden. .Red dan in ieder ge val de kinderen' roept een van die mensen, bijna wanhopig. Want op de bovenverdieping zien we een paar angstige kindergezichtjes en je hoort dat er a! heel wat slachtoffers zvn. En de man van het verhaal? Hij gaat voor zijn venster zit ten en geniet van het kopje koffie, dat zijn vrouw hem geeft. Hij bepraat met de visite (en maakt zich daar nog kwaad om ook) over wie nu eigenlijk de brand aangestoken heeft. Soms wordt het hem te bar, hij draait dan zijn stoel om en kykl wat de kamer in. En als hij dan weer kijkt, is de brand nóg heviger geworden: je zou bijna zeggen er is bijna niets meer om verbrand te worden. Ajschuwelijk. De man voelt bijna de hitte en dan vouwt hij zijn handen en bidt God of de brand toch maar spoedig op mag houden. Maar man toch! Waarom ga fe geen kinderen redden, de brandweer helpen, gewoon iets doen? Nou gewoon: de man heeft geen zin, in zijn kamer is het lekker warm en gezellig en je kunt je niet overal mee bemoeien. Nou u hoe windt u die man? Vult u maar in, maar wees voorzichtig: .U bent die man!' En wulf u daarna maar in urnt voor brand of dat is, er zijn veel brandende huizen in onze wereldstraat. Zó is de Bijbel ook. Xatuurlgk kan Gods Woord u steunen en sterken. Maar het kan u ook de afschuwelijkheid van uw toe schouwershouding laten zien, duidelijk maken. Nathan vertelt zo'n soort ge lijkenis aan David (2 Sam. 12) als die gezondigd heeft, maar van de prins geen kwaad weet. Nathan begint niet David te beschuldigen, maar laat hem tot inzicht komen via een, de iperkelijkheid doorlichtend, verhaal. Las u daarom dit stukje? 'k Denk van niet. Maar David luisterde ook daarom niet naar Nathan, hij was zich net zo goed geen kwaad be wust. De Bijbelse boodsckap beleven tuil zeggen: in de toen vertelde verhalen en gebeurte nissen gaan staan (en daarna hopelijk tot daden komen). .Die mens ben ik'. R. WASTERVAL CADZAND.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1968 | | pagina 23