EEN GEREFORMEERDE POOT
AAN DE STOEL
Revolutie in Azië en Afrika
WE MOETEN BIJ ELKE
TOENADERING
VERHEUGD ZIJN
Er
was eens.
VU-STUDENTEN EN
PROFESSOREN
OP .HEDENESSE'
KORTGEZEGD
Zaterdag 11 mei 1968
zaterdagnummér
In drie west Zeeuwsch-Vlaamse gereformeerde kerken zullen morgen
zondag twee hoogleraren en een lector van de Vrije Universiteit optreden.
Zij zullen niet alleen preken voor de leden van de plaatselijke kerken, maar
ook voor hun theologische studenten. Na afloop van de diensten is er een
gesprek tussen de Zeeuwsch-Vlamingen en de studenten, De kerkdiensten
(Breskens dr C. Augustijn, lector; Ooslburg prof dr D. C. Mulder en Aarden
burg prof dr R. Schippers) staan aan het begin van een bijzondere werkweek
van de theologische studenten van de V.U in het oecumenische vormings
centrum .Hedenesse' te Cadzaud, waar zij als leiding hebben mej. drs G. F R.
Klamer, remonstrants en de heer J. A. de Vries, gereformeerd staflid. Het
gaat om het dertiende lustrum van de theologische faculteitsvereniging en
de studenten mét bijna al hun professoren krijgen bepaald nog wel andere
dan alleen maar theologische zaken voorgeschoteld. Dat kunnen ze ook ver
wachten op .Hedenesse'. Vanavond, zaterdag, spreekt professor dr J. Kruithof
uit Gent, zondagavond wordt de film .Duellen' van de Deen K. L. Thomsen
gedraaid. Verder staan op het programma de literator C. Ouboter over
hedendaagse literatuur, een gesprek met de gereformeerde predikanten in
Zeeuiosch-VI.aand.eren (maandagavond), een lezing door de Vlaamse schrijver
Hugo Raes, een bezoek aan de St. Baaf in Aardenburg en aan het Vestzak
theater in Gent (,The Zoo story' van Edward Albee). Woensdag zorgt drs Top,
sociologisch medewerker van het NVV voor informatie over mens en arbeid
in de moderne industriële onderneming, dan worden enkele bedrijven bezocht
en komt drs J. Pasveer, industriepredikant in de IJmond praten over het
pastoraat in de industriële samenleving
Daarmee is het Zeeuwse part van het lustrum gebeurd. Vrijdag zal dr J. M.
de Jong van het hervormd seminarie in Driebergen de lustrumrede in
Amsterdam uitspreken.
Voor ons was dit V.U.-bezoek aan Hedenesseeen reden temeer eens te
praten met de gereformeerde heer De Vries, van de .Hedenesse'-staf. Onder
werp, haast uiteraard: Hedenessegereformeerden, Zeeland.
i
k
DE VRIES
niet kopschuw maken...
Jan Aarnout dc Vries (30), geboren in Andijk, na ulo, bankkantoren, avondlyceum
in Amsterdam, de sociale academie .De Xijenburgh' in Baarn, studierichting cul
tureel werk. Op 1 september 1965 naar .Hedenesse', staflid. Hobbies: toneel, film,
muziek, literatuur. Graag alles in het moderne genre. Vrouw: Marianne de Vfies-
de Rijk. maatschappelijk werkster bij de protestantse stichting voor maatschap
pelijk werk en gezinsverzorging in West Zeeuwsch-Vlaanderen. Gesprek over
.Hedenesse' en dc gereformeerden, vlak voordat het thematiekberaad van leiding
gevende figuren uit het Zeeuwse op het oecumenische vormingscentrum begon.
,In Amersfoort vroeg de remonstrantse
gemeente na het vertrek van de predi
kant een vormingsleider als opvolger.
Daaruit blijkt toch wel helemaal duide
lijk dat de tijd van de monoloog, ook in
de kerkdiensten, voorbij is. We kunnen
niet meer volstaan met het overnemen
van oude gegevens, de stille, bijna auto
matische vorming van de mens is voor
bij. Het kan best voorkomen dat een
vader aan zijn zoon. advies vraagt:. kan
ik mij nog wel vertonen met deze woor
den. Een aantal mensen weet .het' nog,
de jonge mensen weten ,het' niet meer.
Het ,eens geleerd is altijd geweten' gaat
beslist niet meer op. De mens zal zich
moeten bezinnen op zijn weten en niet-
weten, zich moeten aanpassen, vormen.
Een vormingscentrum wil dc situatie
scheppen waarin de discussie mogelijk
Is over de vraagstukken, die het men
selijk bestaan raken. De vormingsleider
is degene, die door middel van een aan
tal media een (werk)situatie schept,
waarbinnen een open, eerlijk gesprek
een kans kiljgt. Zo n centrum heeft een
radicaliserende en begeleidende functie.
Als vormingsleider ben je beslist niet
alleen katalysator. Je komt er óók ver
anderd uit. Het gaat niet om sympto
men, maar om radicale kernvraagstuk
ken. Voorbeelden van radicalisering:
met een gereformeerde groep hadden
we eens een 'gesprek over een toneelstuk
van Dürrenmat. Daarin komt ergens
een man voor in een café, die iedereen
heeft gered, maar zelf aan de grond zit.
Het leidde tot de vraag of met die man
soms Christus bedoeld kon zijn. Ander
voorbeeld: praten over bedrijfsdemo-
cratisering, van het bedrijf doortrekken
naar de mens en naar het feit. dat de
mens meer mens is naarmate hij kansen
krijgt om meer verantwoordelijkheid te
dragen.'
Het .oecumenische' van .Hedenesse' be
tekent: voor de hele samenleving. Er is
een kerkelijke gebondenheid in het
bestuur r.-k.t gereformeerden en her
vormden, maar ook twee niet-kerke-
lijken, die worden geacht de Zeeuwse
samenleving te representeren. In de
staf zitten vormingsleiders en leidsters
van diverse kerkelijke richtingen: her
vormd. gereformeerd, r.-k., remon
strants.
Wat vindt staflid De Vries van deze
oecumenische vormgeving?
.We gaan er in de staf binnenkort over
praten. Oecumene is niet het dak waar
naar we toevliegen, maar de grond
waarop we staan. We gaan ons afvragen:
wat is het doel van een oecumenisch
centrum als het onze. Ik heb mij wel
eens afgevraagd of daarin ook een stuk
speelruimte, een experimenteerruimte
zit. Inderdaad: in dat eigen bestaan van
ons zit ook een stuk onzekerheid, de
onzekerheid van het weten. Maar de
ervaring heeft in ieder geval geleerd,
dat de kerken elkaar hier voor een be
langrijk deel kunnen ontmoeten. Waar
heen het moet? Mijn persoonlijk ideaal
is dat de kerken en de ambtsdragers en
andere groepen uit de kerken elkaar
steeds meer hier ontmoeten.'
Is een oecumenisch Hedenesse .ver
koopbaar' aan gereformeerd Zeeland?
,Ik dacht dat het langzaam maar zeker
niet meer is: verkoopbaar werd, maar
verkocht wórdt. Ds Wessel, nu de man
van het provinciale gereformeerde
jeugdwerk, was de eerste, die hier kwam
met belijdeniscatechisanten. Ze komen
nu al drie jaar. We zijn langzaam be
kend geworden en gewaardeerd. Hede
nesse betekent voor de gereformeerden:
een eigen poot aan de stoel hebben. Ik
dacht en Marianne heeft het ook ont
dekt dat hier in Zeeland Hedenesse
een instituut is dat vooral wordt her
kend aan de mensen. Het werk is vrij
persoons-gebonden. Ik doe in Goes een
cursus met leiders en leidsters in het
gereformeerde jeugdwerk. Je bent dan
De Vries, die van Hedenesse is. En daar
komt van: we moeten ook eens naar
Hedenesse,'
De Vries wil graag een openheid naar
de wereld, maar zijn specifieke taak op
.Hedenesse' is het werk met gerefor
meerden. Het gaat goed samen.
.Oecumenisch is geen bezwaar voor* dé
gereformeerden. Het zou dwaas zijn om
drie vormingscentra naast elkaar te zet
ten. Een rapport van de depuiaten van
de synode Amsterdam-Lunteren noemt
.Hedenesse' duidelijk als een goed voor
beeld ook voor andere provincies
om gereformeerd vormingswerk in
internaatsverband te doen.'
De mogelijkheid tot discussie, tot ont
moeting, betekent een confrontatie met
anderen, met andere meningen, om op
die manier tot een eigen menings
vorming te komen. Dat is vormingswerk.
En dat geldt ook voor de gereformeerde
groepen, die op .Hedenesse' komen. Men
krijgt een brok informatie. De Vries
voelt voor een leestafel voorin elke kerk
met erop onder andere de Horslcahiers
en de gereformeerde serie Gemeente
toerusting plus de publikaties van de
Werkgroep 2000.' .Klagen over de com
municatiemedia? De mensen willen niet
aan informatie Precies: men wil niet
onrustig worden gemaakt. Maar de
zekerheden zijn geen zekerheden meer.
,Ik geloof, dat als je samen werken moet
aan een bewoonbare wereld, dat je dan
uitstekend kan beginnen met je eigen
mensen. Je kunt de mensen ook kop
schuw maken. Maar is dat wel de be
doeling? Juist vanuit je eigen kring kun
je iets relatief stellen en dan de sprong
maken naar de confrontatie met andere
groeperingen'.
Dus het is wel een sprong?
.Je staat soms stom verbaasd in de groe
pen. Op een bepaalde plaats heeft men
geen enkele hunkering naar elkaar (her-
vormden-gereformeerden) en bij een
groep uit een andere plaats vraag je je
af: mensen, waarom blijf je nog apart.
In een cursus kan een groep gerefor
meerde belijdeniscatechisanten soms wel
hervormd zijn naar hun uitlatingen.
Maar als je ze dan confronteert met
hervormden, blijkt dat ze er nog lang
niet aan toe zijn'.
ELKAAR
SERIEUS NEMEN
De Vries over de christen radicalen:
,een groep mensen, die enorm ge-
engageerd bezig is, die een paar ra
dicale lijnen willen stellen. Ze moe
ten een kans krijgen in de AR-partij.
Ik hoop, dat ze binnen die partij
kunnen blijven. De ARP is wel iets
meer evangelisch dan radicaal. De
christen radicalen zijn mij sympa
thiek.'
Verontrusten,het is als met de ver
ontrusten. Men moet elkaar serieus
nemen en zoeken in het gesprek. Je
moet kunnen praten en een stap ver
der kunnen komen. Er zijn soms ver
dachtmakingen. aan beide zijden,
men vangt elkaar op randpunten.
Maar men moet niet vergeten: er is
niet alleen radicalisering, er is ook
eerlijke verontrusting wat de syno
dale herroeping van Assen 1926 be
treft: men moet ook bezig ztjn met
de gemeenten, die tégen zijn. Het is
soms geen kunst met een sneltrein
vaartje vooruit te rennen. Er is min
stens zoveel moed nodig om de club
trouw te blijven.
Kuïtert: .Men vraagt hem: heeft
Adam nou wel of niet bestaan. Hij
gelooft er niet in, maar is bang dat
te zeggen, omdat dat het hart van het
evangelie niet raakt.'
De kerkdiensten z\jn onvol
doende stimulerend, was de klacht
in een enquête onder de inwoners
van een nieuwe wjjk in Leider
dorp. Het onderzoek werd gedaan
door de hervormdz gemeente en
de gereformeerde kerk. Alleen de
gereformeerden zetten in plaats
van ,niet stimulerend' op de eer
ste plaats kwalificatie .gebrek
aan blijheid, schraal' over de
kerkdiensten. De hervormden
klaagden over ,te weinig actie van
de gemeente' en .preek te weinig
praktisch' De r.k. noemden de
kerkdienst vaak .ouderwets' en de
niet-kerkelijken spraken over .ge
brek aan gemeenschap en aan blij
heid' en over .teveel uiterlijk ver
toon'. De taak van de kerk volgens
de hervormdennaaste dienen, de
gereformeerden: prediking, de
r.k.: gemeenschapsvorming en
volgens niet-kerkelijken: naaste
dienen.
De kerkeraden van hervormd
en gereformeerd Geldrop hebben
hun gemeenten een plan voor
gelegd tegen 1970 te streven naar
een federatief verband Samen
werking is er al bf gebruik van
de kerken in het jeugdwerk (onder
gezamenlijke verantwoordelijk
heid van de kerkeradenen er is
een gecombineerde cantorij als
mede soms gemeenschappelijke
diensten De kerkblaadjes worden
nu samengevoegd en men wil één
boekje met gelijkluidende orden
van dienst. De kerkeraden hebben
uitgesproken dat nu al gemeen
schappelijke avondmaalsvieringen
kunnen plaatsvinden. Alles is po
sitief ontvangen.
.Holland is conservatief. Jullie praten maar over God
en doen weinig aan politiek.' Dit zegt de jonge predi
kant Hidemi Ito uit Tokio, die samen met 16 andere
jonge predikanten en vormingsleiders uit Azië, Afri
ka en Latijns-Amerika te gast was op het vormings
centrum Den Alerdinck in Laag Zuthem bij Zwolle.
Ito treedt binnenkort in dienst van de Oecumenische raad van
kerken in Japan; De Wereldraad van Kerken vroeg hem en
de anderen een half jaar een toernee te maken langs vor
mingscentra in West-Europa om daar methoden te bestuderen
die eventueel ook in de eigen landen bruikbaar zijn. Het aan
tal christenen in Japan is minder dan 1 procent, maar dat zijn
er altijd nog ongeveer een miljoen. De dominees hebben geen
luxueus leven ze hebben er bijna allemaal een baantje bij.
Sommigen leiden een kleuterschool, anderen werken als
ziekenhuisdirecteur, maar ze kennen de wereld van de tech
niek en de wetenschap eigenlijk veel te weinig.
De technische wereld bepaalt het moderne Japan. Na de in
eenstorting van Japan in 1947 zakte het wereldbeeld dat dc
meeste Japanners hadden ook in elkaar. Het geloof in de
Kamikaze, de macht die Japan eens van de Mongolen redde
en het land behoedde tegen rampen, leefde niet meer. In
plaats daarvan kwam de reusachtige technische ontwikkeling
Het oude geloof werd vervangen door een oppervlakkig ge
voel van als-ik-maar-in-de-mode ben. De mannen zijn bang
verantwoordelijkheid te dragen en ze lappen graag gezag aan
hun laars, aldus Dominee Tto. Hij meent ook dat deze nieuwe
filosofie bezig is Japan aan de rand van een revolutie te
brengen.
Aan de ene kant tracht de regering het nationalisme weer
sterker te maken, maar aan de andere kant ervaren steeds
meer jongeren de huidige onevenredige welvaartsverdeling
als onaanvaardbaar. Zij verzetten zich tegen het regerings
beleid. het oude Sjintoisme in het land terug te brengen.
In deze situatie staan de meeste christenen aan de kant van
de linkse partijen, vooral aan die van de op China gerichte
communistische Daarom vindt dominee Ito het Christendom
in Nederland zo ouderwets .jullie hebben christelijke poli
tieke partijen en christelijke vakbonden en toch vindt er geen
revolutie plaats. De Nederlandse christenen zijn mij te veel
op de kerk gericht, de maatschappij waarin ze leven lijkt ze
koud te laten, jullie weigeren de maatschappij te bekeren.'
Hieronder verstaat Ito een zodanige revolutie dat de maat
schappij menselijker wordt.
Dominee Maxim Rafransoa uit Madagascar (,de zogenaamde
democratie Madagascar' voegt hij er aan toe) ziet ook op
Madagascar de revolutie dreigen, niet van de kant van het
leger zoals in andere Afrikaanse landen. De enigen die de
regering kunnen overnemen zijn de christenen. De huidige
regering is niet in staat het land economisch zelfstandig te
maken, het. onderwijs is onvoldoende en economisch komt men
niet vooruit.
De kabinetsleden zijn aandeelhouders van de grote onder
nemingen die het eiland monopoliseren. De ouderen op Ma
dagascar zijn op het moment bang om een omwenteling te
ontketenen. Onder hen leeft nog de herinnering van de op
stand van 1947 tegen de Fransen. Toen vielen 80.000 doden
De jongeren, vooral de intellectuelen onder hen. roepen wel
om een revolutie. Met name de studenten willen een nieuwe
maatschappij. Op het platteland kan de revolutie ieder ogen
blik uitbreken. Inwoners van de stad die in de jungle komen,
worden zonder meer door de plattelandsbevolking om
gebracht.
Die functie van de kerk is niet te trachten de revolutie tegen
te houden. Of de kerk dat wil of niet, de revolutie komt toch.
Wel kan de kerk de mensen helpen rijper te worden om hun
maatschappij gezond te maken. De kerk moet het volk en niet
de regering dienen. Als er revolutie komt moeten de christe-
1 ij ken die leiden. Het gevaar in geval van een revolutie op
Madagascar is. volgens Maxim Rafransoa. dat de Fransen of
Engelsen tussenbeiden zullen komen, waardoor bloedvergieten
onvermijdelijk zou kunnen worden.
Madagascar lijkt in de geschiedenis erg op Vietnam, ligt stra
tegisch. Het heeft een eigen en eeuwenoude geschiedenis en
vormt een eenheid op zichzelf naast het continent. .Als ik de
discussie in Nederland meemaak.' zegt dominee Rafransoa.
.dan waan ik me op een andere planeet. Wij op Madagascar
spreken over leven of een hongerdood te sterven, jullie praten
over procenten, het percentage van de komende loons
verhoging, van de ontwikkelingshulp en het percentage van
een sociale verzekering. Jullie zijn niet radicaal. Misschien
kim je je dat permitteren in een rijk land. maar ik zou graag
willen dat jullie wat meer met ons meevoelden.'
.Leven is gemeenschap.' ,Waar zoek ik die?' In een recent nummer van ,Gemeenschap
der Kerken', het orgaan van de Oecumenische Raad van Kerken in Nederland stonden
de aangehaalde woorden als opschrift bij twee foto's. Op de ene was een eenzame
figuur te zien op een kerkbank. Op de andere kon je 'n groep jonge mensen aanschouwen
zoals ze samengeklonterd zaten op bioscoopstoelen. De opschriften zijn duidelijk. Een
mens is geen wezen op zichzelf. Hij is dan pas mens als hij leeft in een gemeenschap,
welke dan ook. Wij hebben anderen nodig, zoals anderen ons nodig hebben
Een mens wordt geboren in een gemeenschap
en er is niets ergeri denkbaar dan een bestaan
dat volkomen vereenzaamd is. Hoevelen leven
er tegenwoordig niet zulk een eenzaam be
staan? Wie het rapport gelezen heeft over de
ouden van dagen in Amsterdam, krijgt enigszins
een indruk dat dit daar geen gering probleem
is. We raken er reeds enigszins aan gewend
wanneer we lezen dat iemand al weken ge
leden gestorven kan zijn, zonder dat iemand
hem heeft gemist. Welk een eenzaamheid in
onze samenleving, waarvan wij menen dat die
zo hoogontwikkeld is. Menselijk leven betekent:
leven in gemeenschap.
Datzelfde wat van een enkel mens kan worden
gezegd, geldt ook voor een enkele kerk. De
kerken hebben elkaar nodig en het blijkt steeds
meer hoezeer zij elkaar nodig hebben. Er zijn
er die nog verder denken en zeggen dat alle
godsdiensten van de wereld elkaar nodig neb
ben, omdat zij gezamenlijk voor dezelfde vra
gen en problemen komen te staan. Doch zover
zï|n we nu nog niet dat deze gedachte gemeen
goed is. Voorlopig heeft ipen in de praktijk nog
moeite genoeg met de gedachte aan een sa
mengaan van alle kerken. Toch gevoelt ieder
die er nauwer bij betrokken is door bijvoor
beeld het zendingsv/erk of door zijn arbeid ten
behoeve van ontwikkelingshulp, dat er in som
mige landen van Afrika en Azië contacten drin
gend nodig zijn met het Mohammedanisme,
het Hindoeïsme, het Boedhisme. Wat zou het
een zegen voor Nigeria zijn geweest wanneer
men aldaar vruchtbare contacten had gekend
tussen christendom en islam en kan dezelfde
vraag ook niet gesteld worden voor Vietnam
wanneer het gaat om de verhouding van chris
tendom en boedhisme? Wereldlijke macht kan
iets afdwingen, maar met al haar geweldmidde-
len is ze niet in slaat de geest te veranderen.
Wanneer we op het terrein van de godsdiensten
komen, hebben we te maken met iets dat door
dringt tot in de ziel van een mens. Als er gesteld
wordt dat het evangelie een goede boodschap
is voor heel de mensheid en dat van haar een
vernieuwende werking moer uitgaan, houdt dit
reeds in dat er naar een dialoog moet worden
gezocht. Maar dan zal eerst het christendom
zijn eenheid moeten hervinden. Een verbrokkel
de kerk is geen gesprekspartner voor enige
wereldgodsdienst.
Op zondag 28 april hebben de televisiebezitters
kunnen kipten en luisteren naar een gezamen
lijke uitzending van het I.K.O.R. en het Convent
van kerken, waarin het ging over de voorbe
reiding van de assemblée van de Wereldraad
van kerken, die in de komende julimaand te
Uppsala zal worden gehouden. Naar het ver
slag van deze uilzending dat we de volgende
dag in de krant lazen, heeft professor dr H.
Berkhof, die lid is van hef uitvoerend comité
van de Wereldraad van kerken, verteld dat al
hier gedacht is aan een mogelijkheid dat een
nationale kerkprovincie van de r.-k. kerk lid
zou kunnen worden van de Wereldraad. Daar
op heeft prof. dr J. C. Groot, de rector van
de pas officieel geopende r.-k. theologische
hogeschool te Amsterdam, die bij deze tele-
visieuitzending aanwezig was als oecumenisch
gedelegeerde van de Nederlandse rooms-
kafholieke bisschoppen', verklaard dat de Ne
derlandse kerkprovincie ,in aanmerking zou
komen voor een lidmaatschap van de Wereld
raad'. Zijn kerkprovincie zal immers met andere
kerken deelnemen aan de Raad van kerken in
Nederland. Deze is er nu nog steeds niet, maar
als onze inlichtingen juist zijn, zal ze in deze
meimaand definitief haar'beslag krijgen. Wan
neer zijn kerkprovincie zich landelijk aansluit,
waarom zou zij het dan ook niet internationaal
kunnen doen? Na deze mededeling zo ging
hef verslag verder toonde prof. Berkhof zich
zichtbaar verrast over deze onverwachte po
sitieve reactie. Hij vond het heerlijk dat dit zo
gezegd werd. Prof. or G. C. Berkhouwer meen
de ,dat het allemaal nog niet zo gemakkelijk
zou gaan, vooral met via een land als Neder
land, dat voor Rome toch al een eigen pro
blematiek met zich meebrengt' en als voorbeeld
noemde hi| toen het gehannes rondom de
Nieuwe katechismus. Nochtans behoefde, vol
gens hem, de basisformule van de Wereldraad
van kerken voor Rome geen probleem op te
leveren. Eerder is een probleem de opvatting
van hef begrip katholiciteit', dat men in Rome
alleen voor zichzelf opeist. Prof. Groot was
van oordeel ,dat de tendens om zich te ver
eenzelvigen met de éne algemene christelijke
kerk aan het verflauwen is en dat men ook van
andere kerken durft te zeggen dat daarin de
éne kerk aanwezig is'. Sinds het tweede Vati
caans concilie ,is het wereldkerk-karakter met
Rome als centrum, in betekenis afgenomen te
genover eon groeiende aandacht voor een ge
meenschap van lokale kerken'. Met andere
woorden: Sinds dit concilie nebben de nationale
kerkprovincies meer beteken s gekregen en het
zou dus, volgens hem, heel goed moge ij* zijn
dat zulk een kerkprovincie rer besluit nam zich
aan te sluiten bij de Wereldraad van kerken.
We moeten erkennen dat we, evenals prof.
Berkhof, verrast waren toen we het ver-.'ag van
die uitzending lazen. Toch ligt zoiets in de lijn
van de ontwikkeling. We hebben tot op het
moment dat we dit verslag onder ogen kregen
steeds gedacht aan de r.-k. kerk in haar ge
heel en dan leek ons aansluiting bij de Wereld
raad vooralsnog niet mogelijk. Doch ook in an
dere dingen blijkt dat, wat in andere landen
niet mogelijk is. hier wel kan. Op koninginne
dag is de r.-k. theologische hogeschool in
Amsterdam officieel geopend en nog wel in de
hervormde westerkerk. Wanneer we dachten
aan de opleiding van priesters, stond ons voor
ogen de afgeslotenheid van seminaria, -welke
ieder bisdom" in dorpen had geplaatst. Dit heeft
men bij de nieuwe opleiding geheel willen
doorbreken en bewust wordt er gezocht naar
contacten met andere theologische faculteiten
,De tijd van geïsoleerde theologie is voorbij.
Om antwoord fe kunnen geven op de concrete
vragen van de mens, zal de theologie met el-
leen in nauw contact moeten leven met de an
dere kerken, maar met alle takken van weten
schap.' Aldus prof. Groot in zijn openingsrede,
waarin hij verder nog zei dat deze hogeschool
,een sterk oecumenisch karakter zal krijgen'.
STEMMEN UIT
DE KERKEN
Prof. J. Verkuyl, de gereformeerde zendings
man, is hier reeds ingeschakeld en hel is de be
doeling dat de a s. priesters en missionarissen
sommige colleges zullen gaan volgen aan de
Vrije Universiteit. Eveneens wordt gedacht aan
v/erkgroepen van studenten van verschillende
faculteiten die er in Amsterdam zijn, om zich
bezig te houden met een bepaald stuk studie,
al dan niet onder leiding van een r.-k. hoog
leraar. Wanneer in ons fand zulke dingen ge
beuren, is het eigenlijk waarlijk niet meer zo
verbazingwekkend als er gedacht wordt aan
aansluiting bij de Wereldraad van kerken. Er
zijn trouwens meer dingen -waarover we vroe
ger niet hadden kunnen dromen. V/ie zou er
vroeger aan hebben durven denken dat een
pater verbonden zou zijn aan de redactie van
Het Vnje Volk en dat een andere pater een
belangrijke functie zou krijgen bij de V.P.R.O.?
Onze wereld, ook onze kerkelijke wereld, s
snel aan het veranderen, zo snel dat we het
haast niet kunnen bijhouden. Was hef vroeger
de vraag hoe ie als rooms-ka'holiek, als her
vormde, als gereformeerde enzovoort in ons
kleine wereldje moest leven, nu is het de vraag
hoe je als christen in de grote wereld moet
staan en dan hebben de kerken elkaar nodig.
Het is een bemoedigend teken dat dit wordt
verstaan. Dat de wereld waarin wij leven snel
aan het veranderen is, komt levendig tot uit
drukking in de botsing van de generaties. Dit
zien we over heel de wereld. In China hebben
we beleefd de actie van de culturele revolutie
van de jeugdige volgelingen van Mao Tse
Toeng. Met hun zware kritiek zijn ze opge
stormd tegen oude tradities. In de Verenigde
Staten zijn de jonge negers ongeduldig gewor
den en zorgen iedere zomer weer voor rellen
en houden marsen tegen rassenonce'ijkneid.
Aan de universiteiten in Spanje, Latijns Amerika,
vechten de studenten voor vernieuwing, terwijl
ouderen zich vastklemmen aan een rniiiiair re
giem. In Rome, Tokio, New Delhi en op zovele
plaatsen meer komen studenten m opstand.
Rudi Dutschke strijdt tegen de geest van hef
oude Duitsland. De kerkelijke jeugd dringt aan
op volledige avondmaalsgemeenscnap. Theolo
ganten protesteren tegen het celibaat, dat zij
als een volkomen verouderd stelsel zien. Jonge
ren zijn met de toekomst bezig, de toekomst
waarin zij zelf zullen moeten leven. Zij hebben
hef recht daarover mede te beslissen.
In deze snel veranderende wereld zullen de
kerken hun weg moeten zoeken en alleen dan,
wanneer zij dit gezamenlijk weten fe doen,
zullen zij voor onze wereld in haar geheel van
betekenis kunnen zijn. Daarom moeren we bij
elke toenadering verheugd z-jn.
a
U bent dus iemand, die ,nog'
dit soort stukjes leest. Klaar
blijkelijk denkt de redactie van
dit blad. dat u met velen bent;
ze houden er anders zeker niet
in komen! U bent dus met vele
andere mensen.
En waarom leest u dit nu? Ik
ken u niet; 'kmoet dus maar
raden. U verwacht misschien
een soort troost of steun voor
uw leven van alle dag. Zo gaan
veel mensen naar de kerk of
.doen' op een andere manier
aan godsdienst. Ze proberen er
.wat aan te hebben' dat wil
zeggen dat ze op hun eigen
wijze levend voor die vorm van
leven, óndanks wat misluk
kingen hier en daar steun ver
wachten. En daar zou dan de
Bijbel voor zijn?
Er was eens een man en die
woonde in een straat. Hij had
een mooi huis, had een goed
inkomen en kon. ondanks wat
kleine huiselijke moeilijk
heden. ondanks enkele opvoe
dingsmoeilijkheden zich best
door het leven slaan. Op een
dag breekt er in een huis
tegenover hem brand uit. De
brandweer komt wat laat.
maar probeert toch de brand re
■blussen.. Maar wat gebeurt daar
nu? Er komen mensen om de
brandweer legen te houden en
er zijn andere mensen, die ver
tellen dat er verkeerd geblust
wordt. Nóg sterker: er komen
andere mensen, die petroleum
op het vuur gooien. Wél roe
pen alle mensen, dat de brand
verschrikkelijk is en eigenlijk
zo vlug mogelijk geblust moet
worden. .Red dan in ieder ge
val de kinderen' roept een van
die mensen, bijna wanhopig.
Want op de bovenverdieping
zien we een paar angstige
kindergezichtjes en je hoort
dat er a! heel wat slachtoffers
zvn.
En de man van het verhaal?
Hij gaat voor zijn venster zit
ten en geniet van het kopje
koffie, dat zijn vrouw hem
geeft. Hij bepraat met de visite
(en maakt zich daar nog kwaad
om ook) over wie nu eigenlijk
de brand aangestoken heeft.
Soms wordt het hem te bar, hij
draait dan zijn stoel om en
kykl wat de kamer in. En als
hij dan weer kijkt, is de brand
nóg heviger geworden: je zou
bijna zeggen er is bijna niets
meer om verbrand te worden.
Ajschuwelijk. De man voelt
bijna de hitte en dan vouwt hij
zijn handen en bidt God of de
brand toch maar spoedig op
mag houden.
Maar man toch! Waarom ga fe
geen kinderen redden, de
brandweer helpen, gewoon iets
doen? Nou gewoon: de man
heeft geen zin, in zijn kamer
is het lekker warm en gezellig
en je kunt je niet overal mee
bemoeien.
Nou u hoe windt u die man?
Vult u maar in, maar wees
voorzichtig: .U bent die man!'
En wulf u daarna maar in urnt
voor brand of dat is, er zijn
veel brandende huizen in onze
wereldstraat.
Zó is de Bijbel ook. Xatuurlgk
kan Gods Woord u steunen en
sterken. Maar het kan u ook de
afschuwelijkheid van uw toe
schouwershouding laten zien,
duidelijk maken.
Nathan vertelt zo'n soort ge
lijkenis aan David (2 Sam. 12)
als die gezondigd heeft, maar
van de prins geen kwaad weet.
Nathan begint niet David te
beschuldigen, maar laat hem
tot inzicht komen via een, de
iperkelijkheid doorlichtend,
verhaal. Las u daarom dit
stukje? 'k Denk van niet. Maar
David luisterde ook daarom
niet naar Nathan, hij was zich
net zo goed geen kwaad be
wust. De Bijbelse boodsckap
beleven tuil zeggen: in de toen
vertelde verhalen en gebeurte
nissen gaan staan (en daarna
hopelijk tot daden komen). .Die
mens ben ik'.
R. WASTERVAL CADZAND.