ALFRED KOSSMANN:
,De Vrouwenhaters'
ban brocger
en toen
Zaterdag 27 april 1968
De heer P. Castel met de naaimachine voor de grote vliegtuigloods.
,De militairen gebruikten altijd dubbeldekkertjes.
Weet je wel, van die dingen waarin je open en
bloot zit. Zomaar wat latjes en stukjes zeildoek
aan elkaar geplakt. Die machientjes konden echt
niet zoveel hebben. Zo gebeurde het een keer,
dat een van ons een hooivork rechtop in de grond
had laten staan op de landingsbaan en dat er toen
10'n dubbeldekkertje tegenaan botste. Nou, die
hooivork zorgde voor een geweldige ravage. Maar
de reparatie ging nogal simpel. Ze hebben de zaak
gewoon weer aan elkaar geplakt'.
Een incidentje op het .Luchthaventerrein Vlissingen'
in de twintiger jaren.
De heer Piet Castel uit de Souburgse Becius-
straat is er zelf bij geweest. Tenslotte was zijn va
der pachter van het vliegveld. Of nu vader Castel
of een van zijn zoons de hooivork op die wat ongeluk
kige plaats heeft gezet blijft onduidelijk. Wel toont
de°heer Castel er de tamelijk gemoedelijke gang
van zaken mee aan. Het begon met de Vlissingse
vliegveld allemaal minder gemoedelijk, al zou je
dat aan de vliegtuigen zo niet zeggen. In de eerste
wereldoorlog vonden Nederlandse strategen het van
het hoogste belang, dat er in de onmiddellijke na
bijheid van de Scheldemond en de belangrijke oor
logshaven een vliegkamp kwam. Men begon op het
exercitieterrein van de landmacht, vlak onder
West-Souburg. Korte tijd later bleek het noodzake
lijk het vliegkamp uit te breiden en daarvoor werd
het Middenreduit benut. Het Middenreduit was een
van de vijf soldaten uit de napoleontische tijd, die
in een ring om Vlissingen lagen. Het fort werd met
de grond gelijk gemaakt en toegevoegd aan het
vliegkamp. Dat was het begin van de luchtvaart op
Walcheren. De heer Willem Castel was er meteen
al zeer nauw bij betrokken. Vrijwel vanaf het begin
is hij de pachter van het vliegkamp geweest. ,In
het begin voor 1500 en later voor 3000 gulden per
jaar pachtte hij het vliegveld. Het was by lkaar
zo'n dertig hectare groot en vade rhad natuurlijk
de opbrengst van het gras. o tegen Pinksteren
gingen we altijd de banen maaien. Dan stond het
gras nog niet in het zaad. Vijftig meter breed. We
hadden een vierwindenbaan, dus twee lange stro
ken haaks op elkaar. Dan zetten we stokken neer en
daar maaden we op. Bovendien mochten we achter
aan. waar de schietbaan was geweest koeien houden.
Een bijzonderheid van het vliegveld was dat het een
eigen gemaal had. Je was niet afhankelijk van de
waterstand in de rest van Walcheren. Er was ook
een buitengewoon goed drainagesysteem aange
bracht. Dat moest natuurlijk wel, want de banen
moesten altijd redelijk hard zijn om te kunnen ge
bruiken', aldus de heer Castel.
IMPROVISATIE
De militaire tijd van het vliegveld bij West-Souburg
werd gekenmerkt door improvisatie. Zoals wel blijkt
uit het voorval met die vergeten hooivork. Dat
gold voor de hele familie Castel, die vlak bij het
vliegveld aan de Nieuwe Vlissingseweg op een boer
derij met een huis (in Zwitserse stijl) woonde.
Mevrouw Van der Llnde-Oastel van het Marnix-
plein In West-Souburg kan er van meepraten:
.Dikwijls kwamen er militairen van Soesterberg.
ven en doorgeven. Ein het kon zo gek niet lopen of
het was altijd vlak voor etenstijd prijs. Het leek
wel alsof die kerels het erom deden. Dat was na-
En wij moesten dan altijd de nummers opschrij-
tuurlijk wel lastig, want dikwijls moest je hele
maal naar de andere kant van het veld lopen. Maar
we hadden dat er wel voor over, want tenslotte
kregen we per toestel twee kwartjes. En dat was
in die tijd heus nog wel een bedrag waar je even
je eten voor liet wachten. En dan, ja die vliegers
aten natuurlijk dikwijls bij ons. En soms, als het
slecht weer was geworden en ze niet terug konden
bleven ze slapen. Dat is vaak genoeg gebeurd. Daar
om kenden wij ook al die mensen zo goed. Dat is
trouwens zo gebleven. Ook toen de KLM is geko
men. Ze zijn hier allemaal geweest en ze kenden
ons allemaal. Noem maar op Parmentier, Viruly,
Mol, Van Veenendaal, Hordong, Versteeg, De
Meester, De Weert Poelman, ga maar door'. Ter
illustratie toont mevrouw Van der Linde een uit
Parijs afkomende prentbriefkaart. De bekende
vlieger-schrijver Willem van Veenendaal stuurde
hem in december 1932. ,Met hartelijke dank voor
hulp bij landingen PHAFV en PHAGR in dit jaar!'
Het kaartje is al uit de tijd van de burgerlucht
vaart. Het Zeeuwse lijntje van Rotterdam" (Waal
haven) vla Haamstede naar Vlissingen is in 1932
geoperd. Het vliegveld was inmiddels grondig van
aanzien veranderd. Toen het nog uitsluitend voor
militairen werd gebruikt en de burgerluchtvaart
Vlissingen slechts in noodgevallen aandeed, bleef
alles provisorisch. Hoewel In de twintiger jaren ge
leidelijk toch betere voorzieningen werden getroffen.
Toen in 1922 het eerste burgervliegtuig een nood-
landing maakte op het vliegveld Vlissingen was er
niet eens een simpele windwijzer. In de loop der
jaren werd het allemaal beter. Er kwamen wind
wijzer, petroleumfakkels om ook 's nachts te kun
nen landen, met kalk werd een landingsmerk ge
maakt, een houten loodsje voor de nachtverilchting
en eind 1924 was het vliegveld voorzien van een voor
die tijd zeer moderne nachtwlndwijzer met neon-
buizen. In 1926 kwam de grote hangar gereed in
1927 werden er drie vaste landlngslichten in gebruik
genomen. Nog weer later werden onder meer op de
kanaaldijk rode obstakellichtjes geplaatst, er kwam
een luchtvaarttoren en dan natuurlijk het KLM-
restaurant, dat tevens stationsgebouw was. Ook de
radio deed op het vliegveld Vlissingen zijn intrede.
Pas in 1932 begon de glorietijd van het vliegveld,
toen de lijn Rotterdam-Haamstede werd doorge
trokken naar VUssingen. Bovendien kreeg het een
enigszins internationaal tintje door de luchtverbin-
ding met Knokke. Die verbinding werd het ,goT5-
lijntje' genoemd, vanwege de vele casinobezoekers,
die er gebruik van maakten.
Door de ingebruikname van het restaurant waren
de activiteiten van de familie Castel op het gebied
van de legendarische pannekoeken tot nul geredu
ceerd. .Maar er kwam wel iets voor in de plaats.
Havenmeester Castel werd namelijk agent van de
Shell. De heer Van der Linde heeft zich als goede
schoonzoon nogal eens met die benzinebeweging
beziggehouden: .Dat ging in het begin natuurlijk
ook allemaal nogal primitief. We hadden toen nog
geen tanks van waaruit je de benzine zo kon pom
pen. Nee. dat ging gewoon met vaatjes, die je ln
de tanks van de vliegtuigen moest leegschenken.
Dat was een hondenwerk. Wam je moest meestal
op een laddertje met zo'n vat boven je macht de
benzine overgieten. Om verduisteringen te voor
komen waren al die raten verzegeld en je mocht
het zegel er alleen afhalen als de piloot er bij
stond. Daar heb lk ook een keer een geintje mee
gehad. Dat ging zo. Om te voorkomen, dat er vuilig
heid in de benzine kwam moesten we altijd een trech
ter met een zeemleren filter gebruiken als we
tankten. Affijn, ik stond op een keer ook te schenken
en het liep niet goed door. Want benzine ralt met
een door een zeem. Je kunt gewoon door blijven
schenken. Maar die keer moest ik steeds even
wachten, omdat dat zeem de stroom niet aankon.
Toen die machine wilde starten bleek, dat er wa
ter ln dat vat had gezeten. Dat is natuurlijk een
heel zaakje geworden, want de KLM had er na
tuurlijk nogal schade van, omdat de motor moest
worden gerepareerd, het toestel bleef renteloos,
allemaal niet zo lekker. Natuurlijk dachten ze eerst
dat ik dat op m'n geweten had. Maar Ik zei, dat
lk het zegel in het bijzijn van de piloot had ver
broken en dat het heus niet aan mij kon liggen.
Ze zijn toen 's nachts naar dat zegel gaan zoeken
en gelukkig hebben ze het gevonden. Ik hoorde later,
dat de Shell vijfhonderd gulden schadevergoeding
aan de KLM moest betalen'. Voor de familie was
die benzine een tamelijk winstgevend bedrijf. Voor
elke liter benzine, die in de tank van een vliegtuig
verdween betaalde de ^hell een cent aan de fa
milie Castel. Vooral toen ln de dertiger Jaren
de vliegtuigen wat groter werden en het lucht
verkeer toemam (in 1939 werden er tussen Rotter
dam en Vlissingen per dag zes vluchten uitge
voerd). Toen was het geen zeldzaamheid als er zo'n
dikke 1500 liter in een tank verdween.
FEESTEN
En dan waren er natuurlijk ook altijd de vlieg
feesten. Een week per jaar stond het vliegveld
VlLssingen op z"n kop. Mevrouw Van der Linde:
,Er werden dan altijd rondvluchten gemaakt boven
Walcheren. Zo rond dertig kostte dat al zes gulden,
dus ongeveer een half weekloon van een gewone
arbeider. Toch was dat altijd buitengewoon druk.
Ik heb natuurlijk ook zelf gevlogen. Ze hadden me
nog zo gewaarschuwd. Ik zou wel luchtziek worden.
Daar was helemaal op gerekend. In die vliegtui
gen hingen toen ook al van die papieren zakken,
waarin je kon overgeven. Maar ik heb nergens last
van gehad'. Tijdens die vliegfeesten had meivrouw
Piccard het ln het KLM-restaurant meer dan druk.
Mevrouw Van der Linde heeft er vaak genoeg ge
holpen om dat te kunnen bevestigen: ,Dat res
taurant was gewoon een houten geval, maar na
dat het verbouwd was toch tamelijk groot. En dan
kun je ook weer eens zien hoe primitief het eigen
lijk wel was, want om er te komen moest je over
Vlieger Willem van Veenendaal lekende min of
meer gelijkende portretten van het echtpaar Castel
op het kaartje, dat hij vayxuit Parijs stuurde. Een
vliegtuig op de top van de Eiffeltoren kon natuur
lijk ook niet achtencege blijven.
Havenmeester Willem Castel bij het starten van
een vliegtuig.
Vooral tijdens vliegfeesten kon het op en rond het vliegveld btj zonder druk zijn.
een smalle plank, die over de sloot tussen de
Vlissingseweg en het vliegveld lag". De heer Cas
tel uit de Beclusstraat weet nog wel te vertellen,
dat het niet allemaal zo leuk was, als men zou
vermoeden. De familie Castel had heus wei
een slapeloze nachten: .Vooral ln het begin
toen er nog geen loods was moesten we 's nachts
nogal eens waken. Het waren toen natuurlijk nog
maar lichte toestelletjes en als het een beetje
waaide konden die dingen zo aan de haal gaan.
Aan de uiteinden van de vleugels zaten strips, waar
je een kabel aan kon bevestigen. Dat deden we dan
ook altijd. Die kabel zat aan een bijna twee meter
lang instrument, dat wel iets weg had van een
kurketrekker. Die krullen, zoals wij dat noemden,
draalden we dan de grond in, om de vliegtuigen
als het ware te verankeren. Maar voor alle ze
kerheid gingen we toch 's nachts altijd waken als
het hard waalde. Je kon tenslotte maar nooit we
ten.
ALFRED KOSSMANN wordt blijkbaar reeds |aren geboeid door
het verschijnsel masochisme, al dan niet gekoppeld aan sadisme;-
ook zijn nieuwe werk, de novellenbundel ,De Vrouwenhaters' ge
tuigt ervan. Een met leren laars bedekt vrouwenbeen siert voor-
en achteromslag, en het rijzweepje duikt in de tekst herhaaldelijk
op, er helpt geen wegwerken in een tweede druk meer aan. We
schertsen, omdat Alfred Kossmann zich blijkbaar toch een tikje
geneert voor zijn belangstelling voor het masochisme en daaraan
verwante Spielarten der Liebe (een term die we maar ver
zinnen om het nare afwijkingen of perversiteiten te vermijden;
Kossmann is verder ook zo typisch Duits, er is niets aan te doen.
Bij de geringste constatering door een criticus wordt Kossmann
geïrriteerd, roept zijn vrouw er bij (hij moest, gezien zijn studies,
beter weten) en dan lachen ze samen. Uiteraard. Hij vergeve
ons deze scherts, bedenkend dat wie zijn critici in het openbaar
kritiseert de bal weer moet verwachten. De argwanende school
meester die nu eenmaal in elke criticus steekt noteert dan zinne
tjes als:
,Ik haalde een lange, soepele zweep uit de kast en stond er mee
in de hand in de hoop dat ik geprikkeld zou worden, maar het
lukte niet' (p. 28( OF ,Zou die stok pijn doen? Je moet me er mee
slaan'. ,Sla me alsjeblieft', zei ik .Ik heb het nodig voor mijn
boek (p. 98).
Die ik, de verteller, die telkens vele trekken met Kossmann ge
meen heeft, nb., treedt even bulten het verhaal. Geen rook zonder
vuur?
Of de werkelijk meesterlijk getekende afkeer van Marjan uit de
novelle ,Het Model', de vrouw die door haar man doorgezaagd is
over pornografie, en wéér pornografie moet lezen, nu geschreven
door haar schoonvader, maar liever een paar kinderen had gehad,
zoals haar zuster. Die vrouw is getekend met méér dan Inleven,
aanvoelen; het lijkt wel het recept van Flaubert: Kossmann is die
vrouw geweest.
rvoch laten we ons nu zuiver tot het werk bepalen, want in wezen
interesseert het ons niet hoever Kossmann ln zijn nieuwsgierig
heid gegaan is, terwijl de bijzonder mooie verhalenbundel ,De Vrou
wenhaters' ons van begin tot eindheeftgeboeid.Blljkens de flap
tekst heeft Kossmann beoogd een ontwikkeling te schetsen in zijn
verhalen, en ze dus in een bepaalde volgorde geplaatst. Eerst .koele
observatie' van wonderlijk gedrag. Dan .vergeefs onderzoek naar
de motieven ran wonderlijk gedrag' en tenslotte een .evocatie van
verwarring'.
Dit ls wel ongeveer correct, alleen zouden wij het slotverhaal eerder
doodgewoon .verward' willen noemen, terwijl daarentegen het
tweede verhaal ,Het Model' o 1 tot de allerbeste Nederlandse novellen
van de laatste jaren behoort.
Het eerste verhaal, ,Op visite bij schrijvers' biedt een klaverblad
van close-ups. De ik, die schrijver is, en zijn vrouw Yda worden
driemaal geconfronteerd met een derde, onbekend, die ook op een
of andere manier schrijver is of wil zyn. De eerste, dr C. Spijker,
ls een oude man die op het verleden teert ennuvan de ,ik' allerlei
Inlichtingen en diensten wenst, die niet gegeven kunnen worden.
Het verhaal ls zeer beknopt van stijl, sterk van sfeer en nog vrij-
blljvend, een soort Introductie tot wat volgen moet. Het niveau is
direct voornaam; Kossmann weet een prettige ruimte om zich heen
te scheppen. De tweede schrijver blijkt eerder een slechte schilder.
Hij ls gehuwd met de vriendin van Yda. Het schrijversechtpaar
gaat er op visite om de man te leren kennen en dan komt de aap
uit de mouw: deze Wiebe heeft een roman geschreven waaruit hij
begint voor te lezen. Geen enkele uitgever hadhet werk aanvaard,
maar de ,ik' voelt zich in het nadeel, .door mijn publikaties zicht
baar, met mijn kwaliteiten en mijn fouten, en Wlebe was veilig in
het duister. Een genie of tenminste een talent? Zijn voorkeur ging
uit naar de boeken die de kritiek hadden geschokt, de incompetente
kritiek van burgerlijke oude mannen, en zijn eigen, door de uit
gevers miskende werk was In dezelfde mate nieuw en anti-bur
gerlijk.
Wie was lk? Ik zat daar, bekroond door oude critici, geslaagd,
op de brave manier, zonder mijn lezers boos te maken. Ik had met
niemand ruzie, ik had met niemand gepolemiseerd, lk was lid ge
worden van letterkundige verenigingen, een wandelaar op de brede
weg.
En -tegenover mij zat een man zonder compromissen, een rotsbe-
klimmer, een revolutionair en experimentator die om de litera
tuur van de dag lachte. Zo had Wiebe onze posities verdeeld, zon
der het precies te formuleren, zonder mij direct te beledigen, en
het nare was dat ik hem zijn gang moest latengaan. Hij was de
zwakke, niet ik, dat wisten we allebei, enhet lag voor de hand dat
>(j, ondanks zyn inzichten, van mij gebruik wildemakenom
eenuitgevertevinden'.
Met een eigen, heel droog soort humor weet Kossmann deze
episode even later aardig af te ronden.
Met de derde figuur komt het masochisme aan bod. De schryver
is opgebeld door een man die zich Van Dam noemt, beweert
dat hy masochist ls en zijn autobiografie heeft geschreven. Deze
Van Dam laat doorschemeren dat hy vermoedt dat de ,ik' ook als
masocnist praktiseert. ,Van mij kende hy een studie over Sacher-
masochist praktiseert. .Van mij kende hij een studie over Sacher-
weten dat hy meer slaag kon hebben dan zijn grote voorganger.
Hy bezat bovendien een roman van mijn hand waarin een moeder
met een ryzweep voorkwam. Ik zei hem, dat die rijzweep onzin
was geweest en uit de tweede druk verdwenen, dat myn belangstel
ling voor het sado-masochisme niet hoefde te wijzen op abnormaal
seksueel gedrag, maar dat lk wel belangstelling had voor zyn boek'.
Van Dams boek bUjkt ln kern wel bruikbaar, maar het moet be
werkt worden, en de schrijver neemt die taak op zich. Zo maken
zij op den duur kennis met hem: ,Een niet grote, slanke man van
tegen de vyftlg, met een knap, donker gezicht en grote, vreemd
rollende, nerveus makende ogen die snel praatte in een slordig,
joviaal Nederlands en daarby haastig snoof. Zo stond hy Ineens in
onze kamer, en we waren alle drie verlegen. Want Yda en ik wisten
alles van zijn perversiteit en toen hij Yda had gezien verdween zijn
laatste hoop dat hij ln mij een lotgenoot, ln haar een beul kon
vinden'. Tussen haakjes: uit zo'n citaat blijkt hoe duidelijk en be
knopt Kossmann schryfL Het gesprek met Van Dam gaat vrij
diep, o a over de stelling (van Kossmann zelf) dat een masochist
principieel nooit ln staat ls om zyn dagdroom tot werkelijkheid te
maken. Er ontstaat een zekere band tussen hen, en nadat de be
werking van het boek ls voltooid, worden de lk en Yda uitgenodigd
om Van Dams .marteltuig* te komen bezichtigen. ,Yda en lk hoopten
dat we geprikkeld zouden worden, geïnspireerd, het kon ons niet
schelen tot wat, of op z'n minst kennis zouden maken met een
originele levensvorm',
Het boeiende van de volgende bladzijden ligt ln de verrassende
tegenstelling die blykt te bestaan tussen schyn en werkeiyk-
heid, of liever nog tussen de twee realiteiten van Van Dam: de ge-
moedeiyke, klein-burgeriyke en de inderdaad 6ado-masochistische.
De Van Dams wonen in een typisch Hollands villaatje, hy noemt
zyn gezellige dikke vrouw Toet, zij hem Mop, en in hun interieuitje
staan foto's van kleinkinderen, luie stoelen, kortom, het gewone
visitevertoon.
Van het marteltuig geen spoor. Doch het blijkt wel degelijk
te bestaan. Na enig aandringen van de schryver worden ze bo
ven getoond: zwepen, riemen, foltergordels, vele leren jassen e
laarzen met sporen. Voor de derde maal vraagt de schrijver zich
af: .Wie was lkVan Dam zei: ,Ik heb ln mijn boek geschreven
dat ik zeventig stuks materiaal had. U ziet dat ik niet heb over
dreven'. Op weg naar beneden praatten we er over hoeveel dit
alles wel gekost had, vyfduizend, dacht hij. zevenduizend zy, al was
er veel van de uitverkoop'.
Op dit verhaal, eigeniyk een klein drieluik dus, volgt de novelle ,Het
Model'. Dit verhaal is o i niet alleen een hoogtepunt in Kossmanns
oeuvre, doch, zoals we reeds schreven o 1 een der beste Nederlandse
novellen van de laatste jaren. Alles ls hier juist gedoseerd, de stijl
is helder en gespannen, de karaktertekening boeiend en overtui
gend, het geheel gaaf afgerond.
LETTERKUNDIGE KRONIEK
DOOR HANS WARREN
Een man, bijna tachtig en beroemd schrijver, is door een beroerte
getroffen. Hij leeft nog wat na, gedeeltelijk gestoord in zyn ver
mogens maar by vlagen heel helder. Zijn zoon Pierre, essayist, en
diens vrouw Marjan komen hem geregeld bezoeken. Pierre interes
seert zich zeer voor het verschynsel pornografie en hy heeft daar
de laatste tijd vaak met zyn vader over gepraat. Op de schrijftafel
van de oude man ligt een voltooid manuscript. Hy maakt van zijn
toestand gebruik, ln het midden te laten wat hy er eigeniyk mee
wil, doch keurt wel goed dat Pierre het meeneemt, leest en eventueel
laat uitgeven. Het blijkt een pornografische novelle te zyn, .Het Mo
del', totaal afwykend van wat de vader tot nu toe geschreven heeft.
Pierre is aanvankehjk gegeneerd, maar au fond vindt hy het een
fantastisch goed verhaal, mogelijk het eerste werkelijk geslaagds
pornografische verhaal in onze hele literatuur. Het heeft een zeer
intigrerend gegeven: een jongeman, Erik, met een souteneurs-
karakter en zijn vriend, een louche fotograaf, laten bij een jong en
nog naïef meisje, Anna, een liefde opbloeien die geheel gefixeerd
wordt aan fotograferen, de camera. Het begint met onschuldige
prentbriefkaarten, weldra kwamen de gewaagde, en het eindigt
met de schunnigste filmpjes. Wanneer de fotograaf uit angst voor
de politie tenslotte zyn bedryfje sluit, is er geen liefde meer mogelijk
tussen Erik en Anna, hun liefde bestond by gratie van het camera
oog.
Pierre laat Marjan het verhaal lezen. Het schokt haar diep: ,Ze
hoorde hier niet, ze voelde zich niet langer behageUjk in dit
huls en ln deze mooie, hoge kamer. Vlak boven haar. In Pierres
studeerkamer, hadden uren lang haar man, niet jong meer en zyn
vader, stokoud, op hun voorzichtige en precieze manier over por
nografie zitten praten. Wat had zij met hen te maken? Zy waren
geen van beiden goed wys, knap misschien maar niet goed wys.
Zy had zin om het manuscript te verscheuren, de auto te nemen en
naar haar zuster te rijden die met een mijningenieur was ge
trouwd, een duideiyk vak, en drie duidelijke kleine kinderen had'.
Het verhaal drijft Pierre en Marjan uit elkaar. Merkwaardig ls ook
de reactie van de uitgever, die na aanvankelijke aarzelingen ten
slotte het werk van de vader uit zal geven met een verklarende
studie van de zoon er by. Pierre brengt verslag uit by zyn vader,
maar de communicatie is éénzijdig: de vader begrijpt alles maar
kan zich niet meer uiten. Hij probeert te zeggen dat Marjan het
verhaal niet mag lezen, omdat zij zou kunnen zien dat zy model had
gestaan, doch de zoon verstaat het verlamde, ongearticuleerde ge
mompel van de vader niet en die vervalt uiteindeiyk in een zinloos
gebral, als aan het begin. Zo is de lezer teruggekeerd waar hy eerst
was, in het hoofd van de oude man, waarin het denkvermogen be
schadigd is. Trapsgewijs is men verder gegaan, andere werkelijk
heden in, het verhaal in het verhaal, en weer teruggekomen. ,Het
Model' is een novelle van héél hoge orde.
De Vrouwenhaters' is het langst, het sluitstuk, maar vormt
hierna een anticlimax. Een schrijver, Leender' Bos, tegen de
vijftig lopend, ls na een buitenlands avontuur met een Portugese
vrouw, dat vele jaren heeft geduurd, in Amsterdam teruggekeerd,
ontheemd, verward, gekweld door dromen en herinneringen. Hy
recapituleert zyn verleden, zoekt oude bekenden en bekende plaat
sen op, overpeinst zyn mislukte huweiykvan vroeger, de bons die
hy nu gekregen heeft, de koele ontvangst van zijn nieuwe boek J>e
Vrouwenhaters en hy vindt zyn draai niet. het verleden komt
niet tot leven en de toekomst is duister. Dit verhaal mist een
kern, er zijn teveel bijzaken, hoe Interessant op zichzelf ook weer
zoals de intrigue van .De Vrouwenhaters' (de potsierlijke omgang
met vrouwen var een vijftal Duitsers, decadent, pre-faseislisch) de
ontmoetingen met Maarten Vroom, doorspekt met geslaagde pas
tiches van Spoon River Anthology, en het tot in het absurde ge
dreven gesprek met zijn uitgever. Het geheel ontaardt ln dromen,
vertelt in een terminologie ontleend aan Jan Cremer: ,Zy schreeuw
de: van mijn kind blijf je af. je blijft met je vuile poten van myn
kind af, de pestpleuris, de kanker in je hart, pooier, kreng*. Als
het humoristisch bedoeld ls: we missen de aansluiting!
Alfred Koumonn: .0» Vrouwenhater»', Querido, Amjterdom.
IttMIpiitfM