EN HET WAS EEN GROOT BLOK De goede boodschap Markus Matthijs Lukas en lan vohcns T KORTGEZEGD ZE ATEN DOOR Er zal rust noch vrede heersen in Amerika totdat de neger zijn burgerrechten heeft verkregen De Here is waarlijk opgewekt Zaterdag 13 april 1968 zaterdagnummer Een groot vertaler heeft zich op de vier evangeliën geworpen: mr Evert Straat, 69 jaar, ex-journalist, ex-advocaat, uitnemend kenner van het Grieks en Nederlands, een man, die zijn sporen heeft verdiend als ver taler van Aischulos, Euripides, Sophokles en Shakespeare. Een reden om zijn evangelievertaling, die hij de titel gaf: ,De goede boodschap vol gens Markus, Matthijs, Lukas en Jan'. (Uitg. Bosch en Keuning, Baarn) met meer dan gewone belangstelling te lezen. Het feit, dat Evert Straat zich ,geen atheïst, maar ook geen gelovige' noemt, maar gewoonweg ,een man, die het niet weet', verhoogt wellicht het pikante van deze verschijning onder de zeer vele bijbelvertalingen die van de persen komen. Straat is een bijzonder nauwgezet ver tolker van klassieke teksten. Misschien daarom werd deze vertaling als .onthul lend' aangekondigd. Maar van .revolutio nair' is nauwelijks sprake. Al reikte in het verleden de kennis der statenvertalers omtrent de verschillende soorten Grieks niet zover als nu het geval is, theologisch gezien zijn de verschillen niet zo schok kend. Wel schokkend kan voor velen het taalgebruik van Straat zijn. Zelf zegt hij daarover in zijn .verantwoor ding': ,de vertaling i3 voortgekomen uit de persoonlijke behoefte, de evangeliën te lezen in een Nederlands, waarvan de toon overeenstemt met die van het Grieks origineel'. Van dat origineel is volgens de schrijver in de 16de- en de 17de-eeuwse vertalingen weinig overgebleven. .Voor wie hebben de evangelisten geschreven, aan wie hebben zij hun geschrift voorge lezen?' Het moet hen te doen zijn geweest om maatschappelijk kleine, eenvoudige mensen. Uit een milieu van vissers, tolle- lenaars, dagloners en ambachtslieden wa ren Jezus' leerlingen voortgekomen. De evangelisten hebben zich met hun .goede boodschap' in de eerste plaats tot soortge lijke kringen gericht. .Beleefdheidsvormen bestonden in het oude Grieks niet; men .jijde en joude' zonder enig bezwaar, en een Griek dacht er niet aan zijn goden, of zijn god, met een andere taal toe te spre ken dan hij gebruikte tegenover zijn sla ven, huisgenoten of overheden.' Straats vertaling is gebaseerd op de Nestlétekst, waarbij elke dogmatische overweging ach terwege is gebleven en louter taalkundige motieven hebben gegolden. De statenvertaling is plechtstatig en re- thorisch van toon, een beeld van de reli gieuze instelling van toen. Trouwens elke vertaling is een kind van baar tijd. De nieuwe vertalingen van het Ned. Bijbel genootschap zijn wat droger en wat za kelijker van toon met vermijding van hoog dravendheid. Straats vertaling daarente gen is in sommige gedeelten wat gewild- populair. Maar daarnaast zijn er veel meer gedeelten, die verfrissend en prettig lees baar zrjn, met verrassende zinswendingen. Waar de evangelisten omgangstaal gebrui ken, vindt men bij Straat ook de levende taai, met uitdrukkingen als stommerd, leu teren, goochem en dergelijke, die de lezer onwennig in de oren zullen klinken. Straat volgt de grondtekst op de voet. Het Ned. Bijbelgenootschap streeft daar ook naar, maar geeft al vertalende, toch uitleg. Nemen wij bijvoorbeeld de NBG- vertaling van het evangelie van Markus, dat als titel kreeg: Macht. Het verhaal van het lijden van Christus laten wij gedeeltelijk in drie versies vol gen: Straat (Markus). Ned. Bjjbel Genoot schap (Macht) en volgens de statenver taling. DAT ZEG JIJ HUISELIJK Deze popularisering zal voor de doorsnee bijbellezer, gewend aan de eerbiedige toon der verschillende vertalingen, een moeilijk te verteren zaak zijn. De evangelisten he ten bij Straat zeer huiselijk: Markus, Mat thijs. Lukas en Jan. Hij wjjkt af van de traditionele volgorde, maar ook dat is niet zo revolutionair, omdat algemeen wordt aangenomen, dat het evangelie van Mar kus het oudste is en door Mattheüs werd gebruikt. De zwarte aristocratie' verdwijnt uit het Vaticaan. De paus heeft de Ita liaanse adel al haar privileges ten aan- zien van de Vaticaanse hofhouding ont nomen. Gehandhaafd blijft, de Zwitserse garde, maar die krijgt moderne unifor- Op het ontmoetingscentrum voor tongeren. Het Zilveren Schor in Arne- muiden wordt van ftl tot 28 september een vredesweekeinde gehouden in over leg met het interkerkelijk vredesberaad. Pax Christi en Kerk en vrede. Negen en zestig procent van de Fransen vindt, dat. priesters moeten morden ontheven van de celibaatsver plichting. Dan begrijpen se de gezins situatie meer. Acht en vijftig procent is van mening, dat priesters er een baan bij moeten kunnen nemen. Onkerkelijke katholieken vinden dat ook gescheiden mensen ter communie moeten kunnen ei de kerk moet méér geven om sociale rechtvaardigheid en minder om seruele zuiverheid. Opgewekt leven' is de naam van een oecumenisch paasblad. dat in 674.000 exemplaren in ons land wordt verspreid. B'j de verspreiding zullen hervormde, lutheranen, gereformeerden en rooms- katholieken samenwerken, ook in Zee land. Bijna vierhonderd kindei'en van de openbare, hervormde en r-k scholen in Goes hebben afgelopen zondag, in de be jaarden- en ziekenhuizen en aan enkele particulieren in Goes fruit en versnape ringen gebracht. Dat ging na een palm pasenoptocht met. op de scholen gemaak te palmpasen. Het leger des heils liep met muziek vooraan. Het initiatief kwam van mej. Postma (bijz. jeugdw. Honk), Wika van Maurik en kapelaan Tiemesen. Het gebeurt volgend jaar Achtergrondinformatie over de vier de assemblee van de wereldraad van kerken in juli in Uppsala, Zweden, wordt gegeven op 25 en 26 mei op JZerk en Wereld' in Driebergen. Dit weekeinde gaat samen met de gemeentecommissie van de oecumenisohe raad van kerken. De christenen vierden dit jaar-Pa sen toevallig gelijk met. de joden. Ds v. d. Schoot schrijft er wat over in Her vormd Vlissingen. Het concilie van Nicea ut 325 besloot het paasfeest los te ma ken uit zijn bijbels verband, daartoe ge dreven door afkeer van Israël. Sinds dien is het christelijk paasfeest door de kalender gaan zweven en denkt men er uk serieus over, om het vast te pinnen aan een paar toeristische vrije dagen in 't voorjaar. Waarmee het allemaal los raakt uit zijn verband en we in de kort ste keren alleen nog paashaasjes en dito eitjes overhouden met 'n tochtje vaar de bollen', aldus ds v. d. Schoot. O bonden hebbende, brachten zij hem henen en gaven hem aan Pilatus over. Een Pila- tus vraagde hem: ,Z:jt Gij de koning der joden?' en hij antwoordende, zeide tot hem: .Gij zegt het'. HET PAASFEEST STRAAT:.... direct belegden 's morgens vroeg de overpriesters met. de oudsten en schriftgeleerden en de hele raad een ver gadering. Zij lieten Jezus binden en weg voeren en leverden hem over aan Pilatus. Pilatus ondervroeg hem: ,Ben jij de ko ning van de Joden?' Hij antwoordde: .Dat zeg jij!' N.B.G.:.. toen de opperpriesters met de oudsten en rabbijnen het hele Sanhe drin tot een besluit gekomen waren, brachten zij meteen in alle vroegte Jezus geboeid weg en zij leverden hem over aan Pilatus. Pilatus stelde hem de vraag: fient u de koning van de joden?' Hij antwoord de hem: fiat zegt u zo'. STATENBIJBEL:.... en terstond des mor gens vroeg hielden de overpriesters teza men raad met de ouderlingen en schriftge leerden en de gehele raad; en Jezus ge- STRAAT:....toen brachten de overpries ters vele beschuldigingen tegen hem in. Weer ondervroeg Pilatus hem, met de woor den: ,Geef jij geen enkel antwoord?. Be grijp van hoeveel dingen ze jou beschuldi gen'. Maar Jezus antwoordde niets meer, tot ver bazing van Pilatus. N.B.G.:.... de opperpriesters brachten al lerlei beschuldigingen tegen hem in en daarop vroeg Pilatus hem weer: ,Hebt n niets te antwoordenZe brengen heel wat tegen u in'. Maar Jezus antwoordde hele maal niets meer, tot grote verbazing van Pilatus. STATENBIJBEL:.... en de overpnesters beschuldigden hem van vele zaken, maar hij antwoordde niets. En Pilatus vraagde hem wederom, zeggende: .Antwoordt gij niets? Zie hoevele zaken zij tegen u ge tuigen. En Jezus heeft niets meer geant woord, zodat Pilatus zich verwonderde. STRAAT:.... op elk feest liet hij één gevangene vrij, die ze mochten uitkiezen. Nu was er de zogenaamde Barabbas iu het gevang, gearresteerd met andere op roerlingen, die bij luin oproer een moord hadden gepleegd. De massa kwam opzet ten naar de bovenstad en begon te eisen dat hij, Pilatus, voor hen zou doen wat hij gewoon was. Pilatus gaf antwoord en zei: ,Wil je dat ik voor jullie de koning van de joden vrijlaat?' Hij had namelijk begrepen, dat de overpriesters hem uit af gunst hadden nitgeleverd. N.B.G.:.... bij een feest liet hij altijd één gehangene vrij, wie ze maar vroegen. Een zekere Barabbas zat. gevangen bij de op roermakers, die tijdens het oproer gemoord hadden. En de mensen kwamen juist bij Pilatus de trap op om van hem te vragen wat hij altijd voor ze deed. Die ging daar zo op in: ,Wat wilt uf Zal ik de koning va.n de joden voor u loslaten t' Want hij had wel begrepen dat de opperpriesters hem. uit. afgunst aan hem hadden overgeleverd. STATENBIJBEL:.... en op het feest liet hij hun eenen gevangene los, wien zij ook begeerden. En daar \yas een, genaamd Bar abbas, gevangen met andere mede-oproer makers, die in het oproer een doodslag ge daan had. En de schare riep uit en begon te begeren dat hij deed gelijk bij hun altijd gedaan had. En Pilatus antwoordde hun, zeggen de: .Wilt gij dat ik u den koning der jo den loslate?' (Want bij wist dat hem de overpriesters door nijd overgeleverd had den). STRAAT:.... maar de overpriesters ruiden de menigte op, dat hij hun liever die Bar abbas moest vrijlaten. Weer sprak Pila tus en zei tegen hen: ,Wat moet ik dan doen met wie jullie de koning van de jo den noemen Ze schreeuwden terug: .Kruisig hem'. N. B. G.:.... maar de opperpriesters stook ten de mensen op om te zeggen dat hij liever Barabbas moest loslaten Pilatus :»i daarop: ,Wat moet ik dan doen met de koning van de joden zoals jullie hein noe men?' Ze schreeuwden terug: firuisig hem maar'. STATENBIJBELmaar de overpries ters bewogen de schare, dat hij hun lie ver Barabbas zoude loslaten. En Pilatus antwoordende, zeide wederom tot hen: ,Wat wilt gij dan dat ik met hem doen zal, dien gij een koning der joden noemt?' en zij riepen wederom: .Kruis hem'. STRAAT:.... Pilatus vroeg hun daarop: .Maar wat heeft hij voor kwaads gedaan?' Des te harder schreeuwden rij: Kruisig hem'. Toen schikte Pilatus zich naar de wens van de menigte en liet Barabbas vrij. En Jezus leverde hij uit om na geseling gekruisigd te worden. NJB.G.:.... Pilatus zei tegen hen.Wat heeft hij dan eigenlijk misdaan?' Maar zij schreeuwden nog harder: .Kruisig hem'. Omdat Pilatus het de mensen naar de zin icilde maken, liet hij toen Barabbas voor ze los en hij liet Jezus gese len en gaf hem over voor de kruisiging. STATENBIJBEL:.Doch Pilatus zeide tot hen: ,Wat heeft hij dan voor kwaads ge daan?' En rij riepen te meer: .Kruis hem'. Pilatus nu, willende de schare genoeg doen. In de vertaling van mr Straat klinkt de instelling van het Avondmaal zo: ,Ze aten door en Jezus nam het brood, sprak de zegen uit, brak het en zei, tericijl hij het aan zijn leerlingen uit deelde: ,neem dit en eet. Het is mijn lichaam!' Hij nam een beker, sprak de dank zegging, gaf hem door en zei: drin ken jullie allemaal daaruit! Want dit is mijn bloed van het verbond, dat voor velen vergoten wordt ter ver geving van zonden. Ik zeg jullie: .van nu af aan zal ik zeker niet deze vrucht van de wijnstok drinken tot die dag dat ik nieuwe wijn met jullie drink in hef koninkrijk van mijn va der!' heeft hun Barabbas losgelaten, en gaf Je zus over, als hij hem gegeseld had, omge- kruisigd te worden. Tenslotte nog het gedeelte, dat handelt over de opstanding, het eigenlijke paas- STRAAT:.... toen de sabbat voorbij was kochten Maria van Magdala en Maria, de moeder van Jakob, en Salomé reukstof fen om hem te gaan zalven. Heel vroeg op de eerste dag na de sabbat kwamen ze bij het graf, toen de zon op ging. Ze zeiden tegen elkaar: ,Wie zal voor ons de steen wegwentelen van de toe gang tot het graf?' Maar toen ze opkeken, zagen ze dat de steen en het was een groot blok al was weggewenteld 1 Ze gingen het graf in, en zagen daar een jongeling zitten, aan de rechterkant, met een vrijde witte man tel om zich heen. Ze schrokken, maar hij zei: .Schrik niet! Jullie zoeken Jezus de Nazarener, die gekruisigd is. Hij Is opge staan! Hij is niet hier! Kijk. de plek waar ze hem hadden afgelegd! Maar ga weg, en zeg aan rijn leerlingen en aan Petrus, dat hij jullie vooruitgaat naar Galilea. Daar zullen jullie hem zien, zoals hij jul lie gezegd hééft N.B.G.:... toen de sabbat voorbij was, gin gen Maria van Magdala en Maria, de moeder van Jalcobus en Salomé olie kopen om hem te balsemen. En heel vroeg op de le dag na de sabbat gingen ze naar het graf, toen de zon opging. Ze zeiden tegen elkaar: ,Wie moet de» grafsteen voor ons wegrollen?' Maar toen ze opkeken zagen ze dat de steen al was weggerold. Het was een hele grote. Toen ze het graf bin nengingen zagen ze rechts een jongeman zitten in een wit gewaad en ze stonden verstomd van schrik. Maar hij zei tegen hen: JSchrik niet. U zoekt Jezus, de Na zarener, die is gekruisigd? Hij is opge wekt. Hij is hier met. Op deze plaats had den ze hem neergelegd. Ga nu aan zijn leerlingen én aan Petrus zeggen, dat hij n voorgaat, naar Galilea, Daar zult u hem ien, zoals hij u gezegd heeft.' STATENBIJBEL:.... en als de sabbat voor bijgegaan was, hadden Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Jacobus, en Salo mé, specerijen gekocht, omdat rij kwamen en hem zalfden. En zeer vroeg op den eer sten dag der week kwamen zij tot het graf, als de zon opging, en zeiden tot elk ander: ,Wie zal ons den steen van de deur des grafs afwentelen?' (En opzien de, zagen zij. dat de steen afgewenteld was). Want hij was zeer groot. En in het graf ingegaan zijnde, zagen rij eenen jongeling, zittende ter rechterzijde, bekleed met een wit lang Weed, en wer den verbaasd. Maar hij zeide tot haar: ,Zijt niet ver baasd. Gij zoekt Jezus den Nazarener die gekruisigd was: Hij is opgestaan, hij Is hier met; zie de plaats waar zij hem ge legd haddïn. Doch gaat henen, zegt zijnen discipelen en Petrus, dat hij u voorgaat naar Galilea: Aldaar zult gij hem zien, gelijk hij ulieden gezegd heeft'. Sinds hel schot in Memphis viel dot een eind maakte aan het leven van dr Maarten Luther King, baptistenpredikant van Atlanta, die in 1964 de Nobelprijs voor de vrede ontving, is er heel wat over hem geschreven en gezegd. We zullen het niet herhalen. Deze man in zijn strijd voor gelijke rechten voor ieder mens, blijft een teken voor heel de wereld. Naast Ghandi zal hij in de geschiedenis blijven voortleven als een man die in het geweldloze ver zet zijn kracht vond. Met het zwaard is uileindelijk niets op te lossen. Haat werkt slechts haat. Hij heeft gestreden tegen de achteruitzetting van de negers in Noord-Amerika. Hij heeft daartoe zijn kerk in beweging gebracht getracht andere kerken naast zich te krijgen. Hij heeft geweten dat dit niet alleen een Amerikaans, maar een wereldprobleem is. We wil len hem vandaag laten spreken met zijn eigen woorden. De vraag ia gesteld of deze baptistenpredi kant nu een dominee was of een politiek volksmenner; of hij een prediker van het Evangelie was dan wel een leider van een ne gerrevolutie. Wie zijn boek: Rosa stond niet op, gelezen heeft, weet hoe hij, zonder het zelf te willen, de leider van de beweging tegen ras sendiscriminatie geworden is. King zelf geeft een zeer beslist antwoord op deze vraag. Hij wil alleen een dienaar van het evangelie zijn, maar Juist daarom moet hij strijden tegen alle sociaal onrecht. In Christus' naam moet hij rich verzetten, maar daarom mag dit niet zijn met haat, maar alleen met liefde in zijn hart. We nemen een gedeelte van een preek uit de bun del: Wandelt in de liefde. Ook zulk een titel is kenmerkend voor hem. .Tegengif tegen de angst'. Als tekst had hij genomen 1 Joh. 4 18,er is in de liefde geen vrees, maar de vol maakte liefde drijft de vrees uit. Hij vraagt daarin op welke wijze wij de vrees kunnen be heersen. Na eerst gesproken te hebben over het onvervaard onder ogen zien van onze vrees en vervolgens over de menselijke moed om de vrees de baas te worden, noemt hij als derde dat de vrees overwonnen moet worden door de liefde. De volkeren hebben gemeend dat een rui- met bewapening de vrees zou uitdrijven, in deze woelige, met paniek geslagen dagen worden we eens te meer herinnerd aan het diepzinnige woord van weleer: JDe volmaakte liefde drijft de vrees uit'. Niet wapenen, maar liefde, begrip en georganiseerde broederschap kunnen de vrees uitdrijven. Alleen ontwape ning, op vertrouwen gebaseerd, zal maken dat wederzijds vertrouwen tot levende werkelijk heid wordt. Ons eigen probleem, dat van het rassenon- recht moet worden opgelost met dezelfde for mule. De rassensegregatie (apartheid) wordt gestut door onredelyke angst, als die voor verlies van economische bevoorrechting, veranderde socia le status, gemengd huweljjk en aanpassing aan nieuwe toestanden. In slapeloze nachten en doorgetobde dagen trachten taüoze blanken deze knagende angsten te bestrijden met uit eenlopende methoden. Vla het pad van de vlucht zoeken sommigen het vraagstuk van de rassenverhoudingen te Ignoreren en hun geest af te sluiten voor deze kwestie. Nog anderen hopen hun vrees te smoL ren door deel te nemen aan laagheden en ge welddaden tegen hun broeders, de negers. Maar hoe vruchteloos zijn al deze remedies. In plaats van de vrees uit te schakelen, wekken zij nog dieper en ziekelijker angsten op. Vele blanken vrezen vergelding. De neger zal hun moeten tonen dat zij niets hebben te vrezen, dat de ne ger Immers vergeeft en bereid is het verleden te vergeten. De neger zal de blanke ervan moe ten overtuigen dat hij evenzeer voor dé blanke als voor zich zelf recht zoekt. Wanneer de massabeweging liefde en geweldloosheid be tracht en gedisciplineerd haar macht demon streert dan zal ze hierdoor het blanke deel der gemeenschap overtuigen dat zulk een beweging zrjn eventuele macht zal gebruiken in creatieve en niet in wrekende zin'. Dit zijn woorden die ver buiten Amerika ult- grijpen. In heel de wereld zal men steeds meer met het vraagstuk der rassen te maken krij gen. In april 1963 kwam de beweging die door dr King geleid werd In botsing met de politie. Ook hij zelf kwam in de gevangenis terecht. Acht geestelijken uit Alabama, vier bisschop pen, drie dominees en een rabbi, haddenopen- lijk hun bezorgdheid over de actie der negers uitgesproken. Toen King de krant in handen kreeg waarin hun verklaring stond, heeft hij vanuit de gevangenis hun een antwoord gege ven, welke brief nu reeds een klassiek docu ment Is geworden. De acht vinden dat hij een extremist is. Eerst voelde hij zich teleurge steld door deze uitdrukking, maar later is hij er trots op geworden. .Want was niet Jezus een extremist der liefde: Hebt uw vijanden lief?' Was Amos niet een extremist der ge rechtigheid: Laat het recht aanrollen als wa teren en gerechtigheid als een eeuwigvloeien- de stroom'. Na zijn teleurstelling te hebben uit gesproken over de blanke kerken, gaat hij voort: Ik zie in de kerk de belichaming van Jezus Christus. Maar o God, God zij ons genadig - hoe hebben wij Christus lichaam overdekt met wonden van sociale gewetenloosheid, van vrees om ons te bemoeien met zaken die ons schijn baar niet aangaan, van verzuim om op te ko men voor een recht dat aan Gods wetten zelf is ontsproten. Er ls een tijd geweest dat de kerk machtig was, zeer machtig in de tijd toen de vroeg» christenen vreugde schiepen In het feit dat zij waardig waren bevonden om te lijden en te of feren voor datgene waarin zij geloofden. In die dagen was de kerk niet slechts een ther mometer voor de Ideeën en principes van ds volksopinie, rij was ook een thermostaat di» de spanningen ln de maatschappij transfor meerde. Wanneer de eerste christenen een stad bin nentrokken, geraakten de machthebbers ln op schudding en probeerden zij ze direct te doen vervolgen als rustverstoorders en staatsvljan- dige agitators. Maar die christenen zetten door, ln de overtuiging dat zij herauten des hemels waren, geroepen om bovenal God te gehoorza men. Zij waren klein ln aantal, doch groot was hun kracht, omdat zij te zeer van God vervuld waren om zich door aardse straffen en marte lingen te laten afhouden van datgene waarin zij geloofden. En zij wonnen het geweten van de wereld. Vandaag Is het heel anders. De kerk van onze dagen laat zich maar al te dikwijls lenen herautendiensten te verrichten, doch niet voor God de Heer, maar voor stedelijke, staats- of regeringsmachten. In plaats van verontrust te worden door de aanwezigheid van een kerk als voorvechter van Gods wetten en geboden, voe len de machthebbers van heden zich gerustge steld en gesterkt door haar aanwezigheid, we tende dat de kerk zal zwijgen, of wel openlijk misstanden sanctioneren'. Deze Amerikaanse baptlsten-negerdomilnee heeft dingen gezegd die ook voordien wel wa ren uitgesproken, maar door de situatie waarin STEMMEN UIT DE KERKEN h(j verkeerde hebben ze een bijzonder accent gekregen en hebben een veel wijdere betéke nis dan dat ze alleen maar voor Amerika zou den gelden. Tenslotte nog een gedeelte uit de rede die hg gehouden heeft aan het slot van de mars van de tienduizenden negers naar Washington ln de zomer van 1963. Dr King heeft geleefd uit het evangelie, In geloof, hoop en liefde en deze drie heeft hij tot uitdrukking gebracht ln de toespraak waarmee hg deze demonstratie be sloten heeft. Er zal rust noch vrede heersen ln Amerika, totdat de neger zijn burgerrechten heeft verkregen. De wervelwinden van de revolte zullen onze natie op zijn grondvesten doen blij ven schudden tot de heldere dag der rechtvaar digheid aanbreekt. En dat is iets wat ik moet zeggen tot mijn volk dat op de drempel staat die ons leidt naar het paleis van rechtvaardig heid. In het proces om onze rechtvaardige plaats te bereiken, moeten wij ons niet schul dig maken aan verkeerde daden. Steeds op nieuw moeten wij ons verheffen naar de maje- stueuse hoogte om physéek geweid het hoofd te bieden. Nu vandaag zeg ik tot u. hoewel «ij geplaatst staan tegenover de moeilijkheden van vandaag en morgen, dat lk nog steeds een droom heb. Het is een droom die diep geworteld ls ln de droom vavn Amerika. Ik heb een droom dat dit land eens zal opstaan en leven naar de ware betekenis van zijn geloof: wij houden deze waarheden voor vanzelfsprekend, dat alle men sen gelijk zijn geschapen. Ik heb een droom dat op een dag de zonen der voormalige slavenhouders op de rode heuvel» van Georgia samen zullen kunnen aanzitten met de zonen van de vroegere slaven aan de tafel van broederschap. Be heb een droom, dat op een dag de staat Mississippi, een staat die zich baadt in onrecht voor het volk dat In de hitte van verdrukking stikt, zal worden ver anderd in een oase van vrijheid en rechtvaar digheid. Ik heb een droom dat mijn vier kleine kinde ren op een dag in een land zullen wonen waar zij niet zullen worden beoordeeld naar hun huidskleur, maar naar hun karakter. Dit ls onze hoop, dit is het geloof waarmee lk naar het zuiden terugkeer met dit geloof zullen we in staat zijn de berg van wanhoop tot een steen van hoop te maken'. ,En zij vonden de elven en die bij hen waren, vergaderd, en dezen zeiden: J)e Here is waar lijk opgewekt en is aan Simon v erschenen'. fie Here is waarlijk opgewekt' ziedaar de paasboodschap die in de kerken overal wordt verkondigd: in Vlissingen, Memphis etc. Voor het eerst klonk dit woord de vrouwen en de discipelen in de oren op die bewuste zondag, toen zij bij het graf van Jezus kwamen. Eerst geloven de discipelen het niet, tot Christus hun zelf verschijnt. Ook de Emmaüs gangers zijn eerst geslagen mensentot de Opgestane Zelf, hun harten brandend maakt en hun ogen opentdie gehouden icoren dat zij Hem niet herken den. Onze tekst schildert ons de Emmaüsgangers die aan de discipelen hun ervaring willen vertellendat Christus leeft. Voordat ze kunnen spreken roept de discipelkring: fie He- re is waarlijk opgewekt'. Dat betekent-: De dood heeft zijn kostbaarste prooi moeten af staan: Jezus. Eén is er over tcie hij geen macht heeft. En als hij over die Ene geen macht heeft, dan ook niet over die genen die met Hem in het ge loof verbonden zijn. Met Pasen wordt de nieuwe hemel en de aarde zichtbaar. Christus brengt als weleer de verspieders uit het beloofde land, de eerstelingen mee. En wat zegt nu Gods volk dat door de woestijn trekt op weg naar de toekomst? We geloven het niet. Wij zien met onze ogen het tegendeel. Het beloof de land is onneembaar en on bereikbaar: op de grens wonen de reuzen en u:ij zijn in hun ogen zo klein. De reuzenmach- ten van ziekte, zinloosheid, ge weld, onrecht imponeren ons, jagen ons angst aan. Pasen proclameert: Christus is opge wekt. Deze oarde is niet enkel een dodenakker, maar ook plaats waar de tuin der op standing is. Er is het ledigs graf. En de Opgestane ia ver schenen aan Simon: Dat is ds tweede troost van het paos- evangelie, naast die van ds overwinning op de doodswer- kelijkheid. Er is een nieuw be gin voor vastgelopen mensen: We worden opgewekt tot een nieuw leven. Christus verschijnt aan Petrus, die Hem verloo chende. Niet het eerst aan Jo hannes de discipel dien Hij lief had. Dat is het moedgevende. Er staat: aan Simon. Dat ts de oude naam van de discipel. In zijn nederlaag en falen ia hij niet langer rotsman geble ven, Petrus. Christus verschijnt om hem weer tot een rotsman te maken, door zijn opstanding. Want zijn opstanding is een opwekking tot een nieuw Is- Vlissingen L. M. Versepitt

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1968 | | pagina 25