EN HET
WAS EEN
GROOT
BLOK
De goede
boodschap
Markus
Matthijs
Lukas
en lan
vohcns
T
KORTGEZEGD
ZE ATEN
DOOR
Er zal rust noch vrede
heersen in Amerika
totdat de neger zijn
burgerrechten heeft verkregen
De Here is waarlijk opgewekt
Zaterdag 13 april 1968
zaterdagnummer
Een groot vertaler heeft zich op de vier evangeliën geworpen: mr Evert
Straat, 69 jaar, ex-journalist, ex-advocaat, uitnemend kenner van het
Grieks en Nederlands, een man, die zijn sporen heeft verdiend als ver
taler van Aischulos, Euripides, Sophokles en Shakespeare. Een reden
om zijn evangelievertaling, die hij de titel gaf: ,De goede boodschap vol
gens Markus, Matthijs, Lukas en Jan'. (Uitg. Bosch en Keuning,
Baarn) met meer dan gewone belangstelling te lezen. Het feit, dat
Evert Straat zich ,geen atheïst, maar ook geen gelovige' noemt, maar
gewoonweg ,een man, die het niet weet', verhoogt wellicht het pikante
van deze verschijning onder de zeer vele bijbelvertalingen die van de
persen komen.
Straat is een bijzonder nauwgezet ver
tolker van klassieke teksten. Misschien
daarom werd deze vertaling als .onthul
lend' aangekondigd. Maar van .revolutio
nair' is nauwelijks sprake. Al reikte in
het verleden de kennis der statenvertalers
omtrent de verschillende soorten Grieks
niet zover als nu het geval is, theologisch
gezien zijn de verschillen niet zo schok
kend. Wel schokkend kan voor velen het
taalgebruik van Straat zijn.
Zelf zegt hij daarover in zijn .verantwoor
ding': ,de vertaling i3 voortgekomen uit
de persoonlijke behoefte, de evangeliën
te lezen in een Nederlands, waarvan de
toon overeenstemt met die van het Grieks
origineel'. Van dat origineel is volgens de
schrijver in de 16de- en de 17de-eeuwse
vertalingen weinig overgebleven. .Voor
wie hebben de evangelisten geschreven,
aan wie hebben zij hun geschrift voorge
lezen?' Het moet hen te doen zijn geweest
om maatschappelijk kleine, eenvoudige
mensen. Uit een milieu van vissers, tolle-
lenaars, dagloners en ambachtslieden wa
ren Jezus' leerlingen voortgekomen. De
evangelisten hebben zich met hun .goede
boodschap' in de eerste plaats tot soortge
lijke kringen gericht. .Beleefdheidsvormen
bestonden in het oude Grieks niet; men
.jijde en joude' zonder enig bezwaar, en
een Griek dacht er niet aan zijn goden, of
zijn god, met een andere taal toe te spre
ken dan hij gebruikte tegenover zijn sla
ven, huisgenoten of overheden.' Straats
vertaling is gebaseerd op de Nestlétekst,
waarbij elke dogmatische overweging ach
terwege is gebleven en louter taalkundige
motieven hebben gegolden.
De statenvertaling is plechtstatig en re-
thorisch van toon, een beeld van de reli
gieuze instelling van toen. Trouwens elke
vertaling is een kind van baar tijd. De
nieuwe vertalingen van het Ned. Bijbel
genootschap zijn wat droger en wat za
kelijker van toon met vermijding van hoog
dravendheid. Straats vertaling daarente
gen is in sommige gedeelten wat gewild-
populair. Maar daarnaast zijn er veel meer
gedeelten, die verfrissend en prettig lees
baar zrjn, met verrassende zinswendingen.
Waar de evangelisten omgangstaal gebrui
ken, vindt men bij Straat ook de levende
taai, met uitdrukkingen als stommerd, leu
teren, goochem en dergelijke, die de lezer
onwennig in de oren zullen klinken.
Straat volgt de grondtekst op de voet.
Het Ned. Bijbelgenootschap streeft daar
ook naar, maar geeft al vertalende, toch
uitleg. Nemen wij bijvoorbeeld de NBG-
vertaling van het evangelie van Markus,
dat als titel kreeg: Macht.
Het verhaal van het lijden van Christus
laten wij gedeeltelijk in drie versies vol
gen: Straat (Markus). Ned. Bjjbel Genoot
schap (Macht) en volgens de statenver
taling.
DAT ZEG JIJ
HUISELIJK
Deze popularisering zal voor de doorsnee
bijbellezer, gewend aan de eerbiedige toon
der verschillende vertalingen, een moeilijk
te verteren zaak zijn. De evangelisten he
ten bij Straat zeer huiselijk: Markus, Mat
thijs. Lukas en Jan. Hij wjjkt af van de
traditionele volgorde, maar ook dat is niet
zo revolutionair, omdat algemeen wordt
aangenomen, dat het evangelie van Mar
kus het oudste is en door Mattheüs werd
gebruikt.
De zwarte aristocratie' verdwijnt
uit het Vaticaan. De paus heeft de Ita
liaanse adel al haar privileges ten aan-
zien van de Vaticaanse hofhouding ont
nomen. Gehandhaafd blijft, de Zwitserse
garde, maar die krijgt moderne unifor-
Op het ontmoetingscentrum voor
tongeren. Het Zilveren Schor in Arne-
muiden wordt van ftl tot 28 september
een vredesweekeinde gehouden in over
leg met het interkerkelijk vredesberaad.
Pax Christi en Kerk en vrede.
Negen en zestig procent van de
Fransen vindt, dat. priesters moeten
morden ontheven van de celibaatsver
plichting. Dan begrijpen se de gezins
situatie meer. Acht en vijftig procent is
van mening, dat priesters er een baan
bij moeten kunnen nemen. Onkerkelijke
katholieken vinden dat ook gescheiden
mensen ter communie moeten kunnen
ei de kerk moet méér geven om sociale
rechtvaardigheid en minder om seruele
zuiverheid.
Opgewekt leven' is de naam van een
oecumenisch paasblad. dat in 674.000
exemplaren in ons land wordt verspreid.
B'j de verspreiding zullen hervormde,
lutheranen, gereformeerden en rooms-
katholieken samenwerken, ook in Zee
land.
Bijna vierhonderd kindei'en van de
openbare, hervormde en r-k scholen in
Goes hebben afgelopen zondag, in de be
jaarden- en ziekenhuizen en aan enkele
particulieren in Goes fruit en versnape
ringen gebracht. Dat ging na een palm
pasenoptocht met. op de scholen gemaak
te palmpasen. Het leger des heils liep
met muziek vooraan. Het initiatief
kwam van mej. Postma (bijz. jeugdw.
Honk), Wika van Maurik en kapelaan
Tiemesen. Het gebeurt volgend jaar
Achtergrondinformatie over de vier
de assemblee van de wereldraad van
kerken in juli in Uppsala, Zweden, wordt
gegeven op 25 en 26 mei op JZerk en
Wereld' in Driebergen. Dit weekeinde
gaat samen met de gemeentecommissie
van de oecumenisohe raad van kerken.
De christenen vierden dit jaar-Pa
sen toevallig gelijk met. de joden. Ds v.
d. Schoot schrijft er wat over in Her
vormd Vlissingen. Het concilie van Nicea
ut 325 besloot het paasfeest los te ma
ken uit zijn bijbels verband, daartoe ge
dreven door afkeer van Israël. Sinds
dien is het christelijk paasfeest door de
kalender gaan zweven en denkt men er
uk serieus over, om het vast te pinnen
aan een paar toeristische vrije dagen in
't voorjaar. Waarmee het allemaal los
raakt uit zijn verband en we in de kort
ste keren alleen nog paashaasjes en dito
eitjes overhouden met 'n tochtje vaar de
bollen', aldus ds v. d. Schoot.
O
bonden hebbende, brachten zij hem henen
en gaven hem aan Pilatus over. Een Pila-
tus vraagde hem: ,Z:jt Gij de koning der
joden?' en hij antwoordende, zeide tot
hem: .Gij zegt het'.
HET PAASFEEST
STRAAT:.... direct belegden 's morgens
vroeg de overpriesters met. de oudsten en
schriftgeleerden en de hele raad een ver
gadering. Zij lieten Jezus binden en weg
voeren en leverden hem over aan Pilatus.
Pilatus ondervroeg hem: ,Ben jij de ko
ning van de Joden?' Hij antwoordde:
.Dat zeg jij!'
N.B.G.:.. toen de opperpriesters met de
oudsten en rabbijnen het hele Sanhe
drin tot een besluit gekomen waren,
brachten zij meteen in alle vroegte Jezus
geboeid weg en zij leverden hem over aan
Pilatus. Pilatus stelde hem de vraag: fient
u de koning van de joden?' Hij antwoord
de hem: fiat zegt u zo'.
STATENBIJBEL:.... en terstond des mor
gens vroeg hielden de overpriesters teza
men raad met de ouderlingen en schriftge
leerden en de gehele raad; en Jezus ge-
STRAAT:....toen brachten de overpries
ters vele beschuldigingen tegen hem in.
Weer ondervroeg Pilatus hem, met de woor
den: ,Geef jij geen enkel antwoord?. Be
grijp van hoeveel dingen ze jou beschuldi
gen'.
Maar Jezus antwoordde niets meer, tot ver
bazing van Pilatus.
N.B.G.:.... de opperpriesters brachten al
lerlei beschuldigingen tegen hem in en
daarop vroeg Pilatus hem weer: ,Hebt n
niets te antwoordenZe brengen heel wat
tegen u in'. Maar Jezus antwoordde hele
maal niets meer, tot grote verbazing van
Pilatus.
STATENBIJBEL:.... en de overpnesters
beschuldigden hem van vele zaken, maar
hij antwoordde niets. En Pilatus vraagde
hem wederom, zeggende: .Antwoordt gij
niets? Zie hoevele zaken zij tegen u ge
tuigen. En Jezus heeft niets meer geant
woord, zodat Pilatus zich verwonderde.
STRAAT:.... op elk feest liet hij één
gevangene vrij, die ze mochten uitkiezen.
Nu was er de zogenaamde Barabbas iu
het gevang, gearresteerd met andere op
roerlingen, die bij luin oproer een moord
hadden gepleegd. De massa kwam opzet
ten naar de bovenstad en begon te eisen
dat hij, Pilatus, voor hen zou doen wat
hij gewoon was. Pilatus gaf antwoord en
zei: ,Wil je dat ik voor jullie de koning
van de joden vrijlaat?' Hij had namelijk
begrepen, dat de overpriesters hem uit af
gunst hadden nitgeleverd.
N.B.G.:.... bij een feest liet hij altijd één
gehangene vrij, wie ze maar vroegen. Een
zekere Barabbas zat. gevangen bij de op
roermakers, die tijdens het oproer gemoord
hadden. En de mensen kwamen juist bij
Pilatus de trap op om van hem te vragen
wat hij altijd voor ze deed. Die ging daar
zo op in: ,Wat wilt uf Zal ik de koning
va.n de joden voor u loslaten t' Want hij had
wel begrepen dat de opperpriesters hem. uit.
afgunst aan hem hadden overgeleverd.
STATENBIJBEL:.... en op het feest liet
hij hun eenen gevangene los, wien zij ook
begeerden. En daar \yas een, genaamd Bar
abbas, gevangen met andere mede-oproer
makers, die in het oproer een doodslag ge
daan had.
En de schare riep uit en begon te begeren
dat hij deed gelijk bij hun altijd gedaan
had. En Pilatus antwoordde hun, zeggen
de: .Wilt gij dat ik u den koning der jo
den loslate?' (Want bij wist dat hem de
overpriesters door nijd overgeleverd had
den).
STRAAT:.... maar de overpriesters ruiden
de menigte op, dat hij hun liever die Bar
abbas moest vrijlaten. Weer sprak Pila
tus en zei tegen hen: ,Wat moet ik dan
doen met wie jullie de koning van de jo
den noemen
Ze schreeuwden terug: .Kruisig hem'.
N. B. G.:.... maar de opperpriesters stook
ten de mensen op om te zeggen dat hij
liever Barabbas moest loslaten Pilatus :»i
daarop: ,Wat moet ik dan doen met de
koning van de joden zoals jullie hein noe
men?' Ze schreeuwden terug: firuisig
hem maar'.
STATENBIJBELmaar de overpries
ters bewogen de schare, dat hij hun lie
ver Barabbas zoude loslaten. En Pilatus
antwoordende, zeide wederom tot hen:
,Wat wilt gij dan dat ik met hem doen zal,
dien gij een koning der joden noemt?'
en zij riepen wederom: .Kruis hem'.
STRAAT:.... Pilatus vroeg hun daarop:
.Maar wat heeft hij voor kwaads gedaan?'
Des te harder schreeuwden rij: Kruisig
hem'.
Toen schikte Pilatus zich naar de wens
van de menigte en liet Barabbas vrij.
En Jezus leverde hij uit om na geseling
gekruisigd te worden.
NJB.G.:.... Pilatus zei tegen hen.Wat
heeft hij dan eigenlijk misdaan?' Maar
zij schreeuwden nog harder: .Kruisig
hem'. Omdat Pilatus het de mensen naar
de zin icilde maken, liet hij toen Barabbas
voor ze los en hij liet Jezus gese
len en gaf hem over voor de kruisiging.
STATENBIJBEL:.Doch Pilatus zeide tot
hen: ,Wat heeft hij dan voor kwaads ge
daan?' En rij riepen te meer: .Kruis hem'.
Pilatus nu, willende de schare genoeg doen.
In de vertaling van mr Straat klinkt
de instelling van het Avondmaal zo:
,Ze aten door en Jezus nam het brood,
sprak de zegen uit, brak het en zei,
tericijl hij het aan zijn leerlingen uit
deelde: ,neem dit en eet. Het is mijn
lichaam!'
Hij nam een beker, sprak de dank
zegging, gaf hem door en zei: drin
ken jullie allemaal daaruit! Want dit
is mijn bloed van het verbond, dat
voor velen vergoten wordt ter ver
geving van zonden. Ik zeg jullie:
.van nu af aan zal ik zeker niet deze
vrucht van de wijnstok drinken tot
die dag dat ik nieuwe wijn met jullie
drink in hef koninkrijk van mijn va
der!'
heeft hun Barabbas losgelaten, en gaf Je
zus over, als hij hem gegeseld had, omge-
kruisigd te worden.
Tenslotte nog het gedeelte, dat handelt
over de opstanding, het eigenlijke paas-
STRAAT:.... toen de sabbat voorbij was
kochten Maria van Magdala en Maria,
de moeder van Jakob, en Salomé reukstof
fen om hem te gaan zalven.
Heel vroeg op de eerste dag na de sabbat
kwamen ze bij het graf, toen de zon op
ging. Ze zeiden tegen elkaar: ,Wie zal voor
ons de steen wegwentelen van de toe
gang tot het graf?'
Maar toen ze opkeken, zagen ze dat de
steen en het was een groot blok al
was weggewenteld 1 Ze gingen het graf
in, en zagen daar een jongeling zitten, aan
de rechterkant, met een vrijde witte man
tel om zich heen. Ze schrokken, maar hij
zei: .Schrik niet! Jullie zoeken Jezus de
Nazarener, die gekruisigd is. Hij Is opge
staan! Hij is niet hier! Kijk. de plek waar
ze hem hadden afgelegd! Maar ga weg,
en zeg aan rijn leerlingen en aan Petrus,
dat hij jullie vooruitgaat naar Galilea.
Daar zullen jullie hem zien, zoals hij jul
lie gezegd hééft
N.B.G.:... toen de sabbat voorbij was, gin
gen Maria van Magdala en Maria, de
moeder van Jalcobus en Salomé olie kopen
om hem te balsemen. En heel vroeg op de
le dag na de sabbat gingen ze naar het
graf, toen de zon opging. Ze zeiden tegen
elkaar: ,Wie moet de» grafsteen voor ons
wegrollen?' Maar toen ze opkeken zagen
ze dat de steen al was weggerold. Het
was een hele grote. Toen ze het graf bin
nengingen zagen ze rechts een jongeman
zitten in een wit gewaad en ze stonden
verstomd van schrik. Maar hij zei tegen
hen: JSchrik niet. U zoekt Jezus, de Na
zarener, die is gekruisigd? Hij is opge
wekt. Hij is hier met. Op deze plaats had
den ze hem neergelegd. Ga nu aan zijn
leerlingen én aan Petrus zeggen, dat hij
n voorgaat, naar Galilea, Daar zult u hem
ien, zoals hij u gezegd heeft.'
STATENBIJBEL:.... en als de sabbat voor
bijgegaan was, hadden Maria Magdalena,
en Maria, de moeder van Jacobus, en Salo
mé, specerijen gekocht, omdat rij kwamen
en hem zalfden. En zeer vroeg op den eer
sten dag der week kwamen zij tot het
graf, als de zon opging, en zeiden tot elk
ander: ,Wie zal ons den steen van de
deur des grafs afwentelen?' (En opzien
de, zagen zij. dat de steen afgewenteld
was). Want hij was zeer groot.
En in het graf ingegaan zijnde, zagen rij
eenen jongeling, zittende ter rechterzijde,
bekleed met een wit lang Weed, en wer
den verbaasd.
Maar hij zeide tot haar: ,Zijt niet ver
baasd. Gij zoekt Jezus den Nazarener die
gekruisigd was: Hij is opgestaan, hij Is
hier met; zie de plaats waar zij hem ge
legd haddïn. Doch gaat henen, zegt zijnen
discipelen en Petrus, dat hij u voorgaat
naar Galilea: Aldaar zult gij hem zien,
gelijk hij ulieden gezegd heeft'.
Sinds hel schot in Memphis viel dot een eind maakte aan het leven van dr Maarten Luther
King, baptistenpredikant van Atlanta, die in 1964 de Nobelprijs voor de vrede ontving, is
er heel wat over hem geschreven en gezegd. We zullen het niet herhalen. Deze man in zijn
strijd voor gelijke rechten voor ieder mens, blijft een teken voor heel de wereld. Naast
Ghandi zal hij in de geschiedenis blijven voortleven als een man die in het geweldloze ver
zet zijn kracht vond. Met het zwaard is uileindelijk niets op te lossen. Haat werkt slechts
haat. Hij heeft gestreden tegen de achteruitzetting van de negers in Noord-Amerika. Hij
heeft daartoe zijn kerk in beweging gebracht getracht andere kerken naast zich te krijgen.
Hij heeft geweten dat dit niet alleen een Amerikaans, maar een wereldprobleem is. We wil
len hem vandaag laten spreken met zijn eigen woorden.
De vraag ia gesteld of deze baptistenpredi
kant nu een dominee was of een politiek
volksmenner; of hij een prediker van het
Evangelie was dan wel een leider van een ne
gerrevolutie. Wie zijn boek: Rosa stond niet
op, gelezen heeft, weet hoe hij, zonder het zelf
te willen, de leider van de beweging tegen ras
sendiscriminatie geworden is. King zelf geeft
een zeer beslist antwoord op deze vraag. Hij
wil alleen een dienaar van het evangelie zijn,
maar Juist daarom moet hij strijden tegen alle
sociaal onrecht. In Christus' naam moet hij rich
verzetten, maar daarom mag dit niet zijn met
haat, maar alleen met liefde in zijn hart. We
nemen een gedeelte van een preek uit de bun
del: Wandelt in de liefde. Ook zulk een titel is
kenmerkend voor hem. .Tegengif tegen de
angst'. Als tekst had hij genomen 1 Joh. 4
18,er is in de liefde geen vrees, maar de vol
maakte liefde drijft de vrees uit. Hij vraagt
daarin op welke wijze wij de vrees kunnen be
heersen. Na eerst gesproken te hebben over
het onvervaard onder ogen zien van onze vrees
en vervolgens over de menselijke moed om de
vrees de baas te worden, noemt hij als derde
dat de vrees overwonnen moet worden door de
liefde.
De volkeren hebben gemeend dat een rui-
met bewapening de vrees zou uitdrijven,
in deze woelige, met paniek geslagen dagen
worden we eens te meer herinnerd aan het
diepzinnige woord van weleer: JDe volmaakte
liefde drijft de vrees uit'. Niet wapenen, maar
liefde, begrip en georganiseerde broederschap
kunnen de vrees uitdrijven. Alleen ontwape
ning, op vertrouwen gebaseerd, zal maken dat
wederzijds vertrouwen tot levende werkelijk
heid wordt.
Ons eigen probleem, dat van het rassenon-
recht moet worden opgelost met dezelfde for
mule.
De rassensegregatie (apartheid) wordt gestut
door onredelyke angst, als die voor verlies van
economische bevoorrechting, veranderde socia
le status, gemengd huweljjk en aanpassing aan
nieuwe toestanden. In slapeloze nachten en
doorgetobde dagen trachten taüoze blanken
deze knagende angsten te bestrijden met uit
eenlopende methoden.
Vla het pad van de vlucht zoeken sommigen
het vraagstuk van de rassenverhoudingen te
Ignoreren en hun geest af te sluiten voor deze
kwestie. Nog anderen hopen hun vrees te smoL
ren door deel te nemen aan laagheden en ge
welddaden tegen hun broeders, de negers. Maar
hoe vruchteloos zijn al deze remedies. In plaats
van de vrees uit te schakelen, wekken zij nog
dieper en ziekelijker angsten op. Vele blanken
vrezen vergelding. De neger zal hun moeten
tonen dat zij niets hebben te vrezen, dat de ne
ger Immers vergeeft en bereid is het verleden
te vergeten. De neger zal de blanke ervan moe
ten overtuigen dat hij evenzeer voor dé blanke
als voor zich zelf recht zoekt. Wanneer de
massabeweging liefde en geweldloosheid be
tracht en gedisciplineerd haar macht demon
streert dan zal ze hierdoor het blanke deel der
gemeenschap overtuigen dat zulk een beweging
zrjn eventuele macht zal gebruiken in creatieve
en niet in wrekende zin'.
Dit zijn woorden die ver buiten Amerika ult-
grijpen. In heel de wereld zal men steeds meer
met het vraagstuk der rassen te maken krij
gen. In april 1963 kwam de beweging die door
dr King geleid werd In botsing met de politie.
Ook hij zelf kwam in de gevangenis terecht.
Acht geestelijken uit Alabama, vier bisschop
pen, drie dominees en een rabbi, haddenopen-
lijk hun bezorgdheid over de actie der negers
uitgesproken. Toen King de krant in handen
kreeg waarin hun verklaring stond, heeft hij
vanuit de gevangenis hun een antwoord gege
ven, welke brief nu reeds een klassiek docu
ment Is geworden. De acht vinden dat hij een
extremist is. Eerst voelde hij zich teleurge
steld door deze uitdrukking, maar later is hij
er trots op geworden. .Want was niet Jezus
een extremist der liefde: Hebt uw vijanden
lief?' Was Amos niet een extremist der ge
rechtigheid: Laat het recht aanrollen als wa
teren en gerechtigheid als een eeuwigvloeien-
de stroom'. Na zijn teleurstelling te hebben uit
gesproken over de blanke kerken, gaat hij
voort:
Ik zie in de kerk de belichaming van Jezus
Christus. Maar o God, God zij ons genadig -
hoe hebben wij Christus lichaam overdekt met
wonden van sociale gewetenloosheid, van vrees
om ons te bemoeien met zaken die ons schijn
baar niet aangaan, van verzuim om op te ko
men voor een recht dat aan Gods wetten zelf
is ontsproten.
Er ls een tijd geweest dat de kerk machtig
was, zeer machtig in de tijd toen de vroeg»
christenen vreugde schiepen In het feit dat zij
waardig waren bevonden om te lijden en te of
feren voor datgene waarin zij geloofden. In
die dagen was de kerk niet slechts een ther
mometer voor de Ideeën en principes van ds
volksopinie, rij was ook een thermostaat di»
de spanningen ln de maatschappij transfor
meerde.
Wanneer de eerste christenen een stad bin
nentrokken, geraakten de machthebbers ln op
schudding en probeerden zij ze direct te doen
vervolgen als rustverstoorders en staatsvljan-
dige agitators. Maar die christenen zetten door,
ln de overtuiging dat zij herauten des hemels
waren, geroepen om bovenal God te gehoorza
men. Zij waren klein ln aantal, doch groot was
hun kracht, omdat zij te zeer van God vervuld
waren om zich door aardse straffen en marte
lingen te laten afhouden van datgene waarin
zij geloofden. En zij wonnen het geweten van
de wereld.
Vandaag Is het heel anders. De kerk van onze
dagen laat zich maar al te dikwijls lenen
herautendiensten te verrichten, doch niet voor
God de Heer, maar voor stedelijke, staats- of
regeringsmachten. In plaats van verontrust te
worden door de aanwezigheid van een kerk als
voorvechter van Gods wetten en geboden, voe
len de machthebbers van heden zich gerustge
steld en gesterkt door haar aanwezigheid, we
tende dat de kerk zal zwijgen, of wel openlijk
misstanden sanctioneren'.
Deze Amerikaanse baptlsten-negerdomilnee
heeft dingen gezegd die ook voordien wel wa
ren uitgesproken, maar door de situatie waarin
STEMMEN UIT
DE KERKEN
h(j verkeerde hebben ze een bijzonder accent
gekregen en hebben een veel wijdere betéke
nis dan dat ze alleen maar voor Amerika zou
den gelden.
Tenslotte nog een gedeelte uit de rede die hg
gehouden heeft aan het slot van de mars van
de tienduizenden negers naar Washington ln
de zomer van 1963. Dr King heeft geleefd uit
het evangelie, In geloof, hoop en liefde en deze
drie heeft hij tot uitdrukking gebracht ln de
toespraak waarmee hg deze demonstratie be
sloten heeft.
Er zal rust noch vrede heersen ln Amerika,
totdat de neger zijn burgerrechten heeft
verkregen. De wervelwinden van de revolte
zullen onze natie op zijn grondvesten doen blij
ven schudden tot de heldere dag der rechtvaar
digheid aanbreekt. En dat is iets wat ik moet
zeggen tot mijn volk dat op de drempel staat
die ons leidt naar het paleis van rechtvaardig
heid. In het proces om onze rechtvaardige
plaats te bereiken, moeten wij ons niet schul
dig maken aan verkeerde daden. Steeds op
nieuw moeten wij ons verheffen naar de maje-
stueuse hoogte om physéek geweid het hoofd
te bieden.
Nu vandaag zeg ik tot u. hoewel «ij geplaatst
staan tegenover de moeilijkheden van vandaag
en morgen, dat lk nog steeds een droom heb.
Het is een droom die diep geworteld ls ln de
droom vavn Amerika. Ik heb een droom dat dit
land eens zal opstaan en leven naar de ware
betekenis van zijn geloof: wij houden deze
waarheden voor vanzelfsprekend, dat alle men
sen gelijk zijn geschapen.
Ik heb een droom dat op een dag de zonen der
voormalige slavenhouders op de rode heuvel»
van Georgia samen zullen kunnen aanzitten
met de zonen van de vroegere slaven aan de
tafel van broederschap. Be heb een droom, dat
op een dag de staat Mississippi, een staat die
zich baadt in onrecht voor het volk dat In de
hitte van verdrukking stikt, zal worden ver
anderd in een oase van vrijheid en rechtvaar
digheid.
Ik heb een droom dat mijn vier kleine kinde
ren op een dag in een land zullen wonen waar
zij niet zullen worden beoordeeld naar hun
huidskleur, maar naar hun karakter. Dit ls
onze hoop, dit is het geloof waarmee lk naar
het zuiden terugkeer met dit geloof zullen
we in staat zijn de berg van wanhoop tot een
steen van hoop te maken'.
,En zij vonden de elven en die
bij hen waren, vergaderd, en
dezen zeiden: J)e Here is waar
lijk opgewekt en is aan Simon
v erschenen'.
fie Here is waarlijk opgewekt'
ziedaar de paasboodschap
die in de kerken overal wordt
verkondigd: in Vlissingen,
Memphis etc. Voor het eerst
klonk dit woord de vrouwen
en de discipelen in de oren op
die bewuste zondag, toen zij bij
het graf van Jezus kwamen.
Eerst geloven de discipelen
het niet, tot Christus hun zelf
verschijnt. Ook de Emmaüs
gangers zijn eerst geslagen
mensentot de Opgestane Zelf,
hun harten brandend maakt en
hun ogen opentdie gehouden
icoren dat zij Hem niet herken
den. Onze tekst schildert ons de
Emmaüsgangers die aan de
discipelen hun ervaring willen
vertellendat Christus leeft.
Voordat ze kunnen spreken
roept de discipelkring: fie He-
re is waarlijk opgewekt'. Dat
betekent-: De dood heeft zijn
kostbaarste prooi moeten af
staan: Jezus. Eén is er over tcie
hij geen macht heeft. En als
hij over die Ene geen macht
heeft, dan ook niet over die
genen die met Hem in het ge
loof verbonden zijn. Met Pasen
wordt de nieuwe hemel en de
aarde zichtbaar.
Christus brengt als weleer de
verspieders uit het beloofde
land, de eerstelingen mee. En
wat zegt nu Gods volk dat
door de woestijn trekt op weg
naar de toekomst? We geloven
het niet. Wij zien met onze
ogen het tegendeel. Het beloof
de land is onneembaar en on
bereikbaar: op de grens wonen
de reuzen en u:ij zijn in hun
ogen zo klein. De reuzenmach-
ten van ziekte, zinloosheid, ge
weld, onrecht imponeren ons,
jagen ons angst aan. Pasen
proclameert: Christus is opge
wekt. Deze oarde is niet enkel
een dodenakker, maar ook
plaats waar de tuin der op
standing is. Er is het ledigs
graf. En de Opgestane ia ver
schenen aan Simon: Dat is ds
tweede troost van het paos-
evangelie, naast die van ds
overwinning op de doodswer-
kelijkheid. Er is een nieuw be
gin voor vastgelopen mensen:
We worden opgewekt tot een
nieuw leven. Christus verschijnt
aan Petrus, die Hem verloo
chende. Niet het eerst aan Jo
hannes de discipel dien Hij lief
had. Dat is het moedgevende.
Er staat: aan Simon. Dat ts
de oude naam van de discipel.
In zijn nederlaag en falen ia
hij niet langer rotsman geble
ven, Petrus. Christus verschijnt
om hem weer tot een rotsman
te maken, door zijn opstanding.
Want zijn opstanding is een
opwekking tot een nieuw Is-
Vlissingen
L. M. Versepitt