JHR MR VAN DOORN
AFSCHEID VAN EEN
TAXICHAUFFEUR
Zaterdagnummer
Jonkheer Dignus H. van Doorn Is twintig, ais
hij het met Sturm, De Pagter en Castel, ver-
voersondernemers te Veere, op een akkoord
je gooit. Ze zullen hem leren een autobus te
besturen op voorwaarde, dat hij een zomer
als chauffeur komt helpen. Dignu3, die te
Middelburg de Latijnse School bezoekt, kan
zich niets mooiers voorstellen. Een lange,
lange zomer chauffeur op een van de bussen
van De Nieuwe Onderneming, nog wel op
het begeerlijke traject Middelburg-Domburg.
Het is nog het Walcheren in de mei: de pro
vinciale weg kronkelt met pastorale noncha
lance langs lommerijke buitenplaatsen, in
Middelburg hebben de oude families nog mei
den in dienst om het koper te poetsen en
Domburg is de badplaats, waar men met ge
distingeerde verdraagzaamheid de dagjes
mensen duldt, die De Nieuwe Onderneming
daar 's zomers in stromen aanvoert. Op het
strand zullen ze hun meegevoerde flessen in
graven, rode en gele prik, die later op de dag
de zanderige boterhammen als een feestelijke
drank zal omspoelen.
Dignus van Doorn stuurt hen veilig naar
Domburg, iedere rit is een nieuw genoegen.
Men begint hem te kennen: de chaufferende,
goedlachse jonker, wiens beminnelijkheid vrij
is van minzaamheid en neerbuigende distan
tie. die bovendien elk verzoek om te stoppen
in zijn dienstregeling verdisconteert met een
dienstbetoon, dat aan het luchthartige grenst.
De bus heeft nog een degelijk, martiaal front.
Twee spiegeleieren aan lange armen, mario
netten, die de bestuurder met touwtjes be
dient, zijn de richtingaanwijzers. Sturm, De
Pagter en Castel. Ze hebben Dignus, het
zoontje van de burgemeester van Veere, zien
opgroeien. Hij is nog maar amper kleuter-
af, als hij met het zoontje van Castel de
paarden van het nog niet gemotoriseerde be
drijf verzorgt. Een goedaardig, trouwhartig
baasje, dat als autobuschauffeur nog niets
i-an die eigenschappen verloren heeft. Zes
zomerseizoenen zal hij De Nieuwe Onderne
ming dienen, eerst als gymnasiumleerling,
maar ook later, tijdens zijn rechtenstudie in
Leiden brengt hij de vakanties op het tra
ject Middelburg-Domburg door. Van zomer-
hulpje groeit hij uit tot een gewaardeerde
kracht.
Op het gymnasium is men er minder geluk
kig mee. Geen wonder: enige notabelen, met
een vinger in de pap van de Latijnse School,
hebben intussen de NV Autobusdienst Wal
cheren opgericht en omdat De Nieuwe On
derneming de tarieven precies op de helft
houdt van die van de NV Autobusdienst te
kent zich in de boezem van dit bedrijf al snel
een ontluikend debécle af.
En Dignus, die voor het eindexamen zit, rijdt
maar voor De Nieuwe Onderneming met af
geladen bussen. Het eindexamen moet hij nog
maar eens overdoen.
De jonge Van Doorn verwerkt de tegenslag
als een kleine motorstoring: het levert wat
vertraging op, maar als hij één rit laat ver
vallen sluit alles weer mooi aan, het einddoel
kan hij niet missen. Éénmaal raakt hij in die
periode buiten zijn schuld betrokken
bij een ongeluk. In de omgeving van Brig-
dammc steekt plotseling een kind de weg-
over. Hij kan het nog half ontwijken, rijdt na
het ongeluk snel met moeder en kind naar
het ziekenhuis. Schuld heeft hij niet, maar
toch vraagt een politieofficier hem ,Wat doet
u eigenlijk op die bus?' Het impliceert een
verwijt, dat we leven in de twintiger ja
ren uitgaat van een gebrek aan standsbe
wustzijn. Een jonkheer als autobuschauf
feur, hoe zit dat eigenlijk?
Wel, dat zit zo: Van Doorn heeft aardigheid
in die bus. En Van Doorn is een ongecompli
ceerde natuur, die daar geen punt van
maakt. Het vervoerswezen, motoren en
dienstregelingen fascineren hem zo, dat zelfs
zijn studie in Leiden hem niet uit dit spoor
brengt. Leiden is een mooie stad, maar in
de zomer lokt Walcheren. Bovendien zijn er
Sturm, De Pagter en Castel, die hem, als de
meien uitlopen vragenWanneer ka je kom-
me?'.
Als jhr mr D. H. van Doorn komt hij nóg.
Vanzelfsprekend. Waar is het traject zo
mooi als tussen Middelburg en Domburg?
Maar intussen heeft hij ook een positie moe
ten aanvaarden. Assistent-bedrijfsleider bij
de rederij Bergman in Amsterdam, in rond
vaartboten en watertaxi's. Vervoer dus. Even
dwaalt hij af, als hij in Wassenaar opduikt
als verzekeringsinspecteur. Walcheren blijft
trekken en het is geen wonder, dat hij juist
weer eens op het eiland is, als de oorlog uit
breekt. Hij haast zich het verzekeringswezen
te vergeten en wordt assistent-directeur van
de Stoomtram Walcheren, later, tot 1952, di
recteur. Zo komt hij ook in de vereniging
van directeuren van dochters van de Neder
landse Spoorwegen. Verwondering in deze
kring: ,Nu krijgen we d'r een, die kan zelf
op een bus rijden'.
Dat doet hij dan ook. Vrijwel elke zondag, als
dat in verband met de personeelsbezetting
noodzakelijk is, zet de directeur zich achter
het stuur. Zijn persoonlijkheid laat dat toe:
zijn optreden heeft niets geforceerds, hij is
gewoon de vriendelijke Van Doorn, directeur
en collega, bemind om wat men dan, in bele
gen, gedevalueerde termen, eenvoud en
menselijkheid noemt. Bij Van Doorn klinkt
een dergelijke benadering veel te gedragen.
Het is een goedhartigheid zonder dubbele bo
dem, zonder masker, zonder complicaties.
,Wat je doet', zegt hij, ,dat kan niks bom
men, als je 't maar goed doet Daarom heb
ik altijd geijverd om tot een zekere perfectie
te komen. En ik geloof wel dat ik daarin
geslaagd ben als je dat wagenpark op de
kade ziet staan'.
Zijn raam aan de Middelburgse Turfkaai ziet
uit op wat na de Stoomtram Walcheren
kwam: een eigen taxi-onderneming. Hij wijst
met een zekere trots op de auto's: uniform,
van één merk, goed in de lak, visitekaartjes
van een solide onderneming. En ook die trots
is weer vrij van complicaties, heeft niets
eigengereids, weerspiegelt alleen een gevoel
van ambachtelijke eigenwaarde.
Als hij in 1955 dit taxibedrijf overneemt, zit
er weinig lijn in de onderneming. Niet twee
auto's zijn van hetzelfde merk. Het is alleen
maar een kwestie van tijd. En terwijl de
Taxi Centrale Walcheren NV uiterlijk naar
een nieuwe vorm groeit, voltrekken zich ook
latente mutaties. Van Doorn bouwt een nieu
we klantenkring op, verrijkt de onderne
ming met een reisbureau en een tankstation.
Zelf is hij weer een van de chauffeurs van de
onderneming, jonker Van Doorn, die dienst
vaardig het portier openhoudt. Het meest
intrigerende van zijn persoonlijkheid: hij is
serviel noch minzaam, maar in deze situatie
uitsluitend de betrouwbare ondernemer, in
volstrekt evenwicht tot zijn bedrijf en omge
ving, hoe die er ook uitziet.
Een stabiliteit, die meer relativiteit is, nog
eens gevoed door het bedaagde temperament
van een man, die decennia geleden koos voor
dit beroep, voor deze bedrijfsvorm. In april
wordt jhr mr Van Doorn vijfenzestig. Dat
betekent, dat hij zich uit het taxibedrijf te
rugtrekt. Er volgt dan een versmelting met
een Vlissings bedrijf, over welke fusie hij
zegt: ,Het eerste dubbelstadproject dat tot
stand wordt gebracht. Helemaal in de voet
stappen van de burgemeester'.
Over het vervoersbedrijf, het taxibedrijf zegt
hij: ,Toen ik op die bus ging rijden, waren
mijn vader en moeder gelukkig liberaal ge
noeg om te zeggen je zorgt dat je studie in
orde komt, de rest is voor jou. Ik had er
nu eenmaal m'n aardigheid in. Het taxibedrijf
is even onmisbaar als de tandenpeuteraar en
de dokter. Ach, en dan zijn er van die men
sen die bazelen over stand. Daar geloof ik
niet in. Elke rit is leuk, elke rit is weer an
ders. Eenmaal kreeg ik een brief. Gericht
aan Van Doorn. Zonder titels. Dat jonkheer
is niet zo erg, dat heeft niets gekost. Maar
de meestertitel heb ik voor moeten werken.
Overigens is dat plagiaat hoor. Jhr De Ca-
sembroot zei dat eens, toen hij een brief
kreeg, ook al zonder titelvermelding'.
In de gezellige, stijlvol gemeubileerde ka
mer aan de Turfkaai trekt het leven voorbij.
Dat leven is vooral vervoer. Personenauto's,
maar ook zwaar vervoer, vrachtwagens,
autobussen. Dat zwaar vervoer, aangedre
ven door dieselmotoren, stoort op het beeld
scherm The Forsyte Saga.
.Die storing komt van de dynamo's', zegt
Van Doorn, .eenvoudig te verhelpen'. Er is
nog meer storing: de telefoon, taxi graag,
spoed, ziekenhuis, bevalling. Jhr mr Van
Doorn haast zich derwaarts, gelijk een ijlbo
de. Hij zal het portier breed openhouden, in
een optimale vorm van dienstverlening. Een
gering man, aan het hoofd van een gering
bedrijf. Maar tegelijk oneindig groot.