MANNENMODE:
EEN SLANKE HEER
STAPPERS VOOR
DE ZOMER
'n Oosters
tintje in
badmode
Ji
PROVINCIALE ZEEUWSE COURAi,
Behalve pullovers zullen heup-
broekdragers ook wel liefhebberen
in weekenders. Deze sportieve over
hemden zijn (uiteraard) gestreept,
en hebben ook meestal kleurige,
doch matte tinten.
De gewone overhemden voor de
man van ongeveer 25 tot 40 jaar
zijn pastelkleurig en hebben een
bufton-downkraag. Hier ook weer
streepjes, moor veel rustiger en ver
fijnder.
Nieuw is ook de combinatie van
overhemd en das in een zelfde des
sin, en dat is dan natuurlijk weer
een streepje. Het streepje van de
das is iets schuin, anders zou het
uiteraard niet opvallen en daar
trekt men dat ding tenslotte toch
voor aan!
Tenslotte raadt koning mode de he
ren voor de zomer 1968 aan: ruil
die eeuwige sweaters eens voor een
trui, als het even kan een witte, dat
wordt waf men noemt hóógmode.
split, schuiningeplaotste zakken met
vaak nog een ticket-pocket, een
één rij, 4-knoops sluiting en daar
door iets bredere kragen met korte
revers. Daarbij komen de puntkra-
gen weer terug. Holthaus zocht het
in de ronde kragen en andere klei
ne details.
In de kostuums komt vrij veel groen,
in velerlei nuances voor. Het ruit-
dessin blijft sterk achter bij hel
sfreepdessin.
Voor de jongere garde blijft de
heuppantalon hét kledingstuk.
Nieuw daarbij zijn de sterk schuin
gesneden pijpen. Aan de achterkant
hangen ze over de hiel, aan de
voorzijde roken ze de schoenen
niet. Een heuppantalon hoort ook
bij een combinatie van een trui in
astralon met bijbehorende sokken.
Bij een aqua-trui met marine stre-
oen horen dito sokken en een ma
rine heuppantalon. Heupbroeken
zijn er in vele zachte pasteltinten en
in tweeds.
Een plaatje van een man. Het is een pak van Louis Feraud die zich ook op
de herenkleding heeft geworpen. Zijn creatie is geïnspireerd op het. oude
planterspak. Het is heel aansluitend, heeft iets uitlopende schuin afgesne
den pijpen. Tja, het blijft couture, dus duur, zeer duur zelfs. En... het is
■wit!
Hef woord ,heer' roept bij de mees
te mensen het beeld van een vrij
lange en vrij slanke man op. Het
beeld van een man met een hoed,
een sjaal en óf een paraplu of
wandelstok, óf pijp, sigaar of siga
ret. Het zijn vaak ook de mannen
die een vest dragen, in een auto
rijden of wandelen, maar zelden
fietsen. Voor zulke mannen lijkt de
Stijlgroep Groningen kostuums te
maken: slanke heren.
De nieuwe voorjaarscollectie toont
het doorzetten van het slanke sil
houet. Een stijlopvatting geken
merkt door een betrekkelijk rechte
schouder, eens malie borstpartij, iets
bredere kraag en revers en een
slank gesneden pantalon met om
slag. Geen opzienbarende veran
deringen dus. Natuurlijk is er altijd
wel een showpak met bijvoorbeeld
opgestikte zakken met stolpplooien,
maar dat krijgt dan ook gelijk hel
etiket ,zeer sportief'.
Favoriet blijven de één-rijkostuums
met meestal een 2-knoops of een
3-knoops uitvoering.
Maar omdat de Stijlgroep Gronin
gen nu eenmaal niet alleen het mo
debeeld voor de heren vaststelt zijn
er ook nog heel waf andere pak
ken. Jacques Esterel en Dick Holt
haus ontwierpen voor de confectie
ook leuke series. Esterel vall op
door zijn lange colberts met rond
weggesneden hoeken, een schou
dernaad die wel twee centimeter
naar achteren is verlegd, een haak-
De schoenenmode belooft veel goeds-
En dat goeds varieert, dan van makke
lijk zittende schoenen (stappers) tot
een heel nieuw kleurtje. Waren de tra
ditionele kleuren bruin, beigo en zwart
al eerder uitgebreid met allerlei linten
in het suède. nu sijii er rode schoenen
voor onze Nederlandse mannen. Natuur
lijk nog niet gelijk tomatenrood, mam
dat komt, ook nog wel. Voorlopig met
een mooi donkerrood (vergelijkbaar met
een rodckoolkleurtje, maar so heet dof
natuurlijk officieel met), en ook wel
gezien in een aejuablaAiw en mosgroen.
De blauwe en groene schoenen zullen
ongetwijfeld veel aftrek vinden bij de
jeugd, de rodeköölsclioenen komen ook
in aanmerking voor vijftigers. Het
kleurtje is ook in molières fe krijgen.
Als ui de damesmode de neuzen .lomp'
genoemd worden, bij de lieren licel. dat
stoere voetbalneuzen.' De neuzen zijn
dus breed en rond, er zit een trotteur-
band om de schoen en de hakken zijn
n it gesproken dik. Dit alles geldt voor
de sportieve herenschoenen. In liet ge
kledere genre keren weliswaar dezelfde
'endenzen terug: rondere neuzen en ste
viger hakken, maar verder is er nog
veel gelijkenis met vorige jaren. Het
brooksmotief blijft zeer geliefd. Dc ef
fen zwarte schoen heeft er eigenlijk
wel plaats voor gemaakt. Ook de heren
schoen is raak van geschaduwd leer ge
maakt. Juchtleer komt nog wel voor,
maar alleen voor dc liefhebbers, mode
is het niet meer.
Kleren maken de man, jazeker. Maar
wat gebeurt er als de man die kleren af
gaat leggen. Want dat gebeurt, het
wordt er per slot van rekening zomer
voor. Kleertjes weg, heertjes weg? Zo'n
vaart zal het ook wel niet lopen. Toch
aardig nieuws voor de heren der schep
ping, de badmode wordt zéér, zéér char
mant. ook voor heren.
De actie die de popwereld, met de
Beatles voorop, heeft gevoerd voor al
lerlei oosterse zaakjes en sfeertjes heeft
zijn sporen achtergelaten: heren-bad-
slips zijn met oosterse motieven be
drukt. Heel veel kleuren op een zwart
fond, van geel, groen tot en met rood
en paars, eventueel loopt er nog een
gouddraadje door.
Evenals in de dames-badmode 1968 -
zoals trouwens in de hele mode 1968
zijn de badpakken geïnspireerd op de
stijl 1925 met broekjes met pijpen en
eventueel lage ceintuurs. Op de foto
zo*n moderne zwembroek, gemaakt van
nylfrance, een soepel en rekbaar, vorm
vast en strak aansluitend kledingstuk
Belangrijk is bovendien dat het materi
aal snel droogt. Dus waarom niet na de
eindeloos effen, de eindeloze ruitjes en
streepjes een moderne zwembroek mei
oosters tintje. Immers, in die sectoi
geldt óók: kleren maken de man!
7