OECUMENE SCHARENDIJKE NA DE RAMP BLEEF NIET ZOVEEL HANGEN Geen ombudsman in hervormde kerk Prof. dr Kuitert: ellendig jammer' LIJDEN DOOR VRIENDEN Zaterdag 2 maart 1968 zaterdagnummer AMSTERDAM In de periode na de ramp in 1953 stond ds H. M. Kuitert, nu professor dr Kuitert te Amsterdam, als gereformeerd predikant te Scharendijke. Samen met ds A. P. Nauta, die nu predikant in Vlaardingen is, stimuleerde hij in Scharendijke de samenwerking tussen de gerefor meerde en de hervormde kerk, die overigens al door de achtergebleven bewoners van het dorp was begonnen door gezamenlijke kerkdiensten te houden. Wat was indertijd de gedachte van ds Kuitert over samenwerking op langere ter mijn? ,We wisten natuurlijk wel, dat het een tijdelijke zaak was', reageert professor Kuitert. ,Het klimaat in de kerke lijke verhoudingen was er niet naar, dat de samenwerking blijvend zou zijn. Toch ben ik er in de grond van mijn hart van overtuigd, dat de situatie van toen de normale was. Het is normaal om samen te gaan als er een kans is en idioot het om te draaien. Ik ben blij, dat we het teken aan de wand hebben, dat het kón'. Professor Kuitert stelt daarbij, dat het onzinnig zou zijn als men indertijd óók met de bedoeling dat het tijdelijk v/as, zou zijn gaan samenwerken. ,Het is ellendig jammer, dat we het niet zo konden houden. Die scheiding later'heeft ook niets met godsdienst te maken, maar had alleen socio logische gronden. Er werd ook veel pressie uitgeoefend door het kerkverband'. Was het inderdaad een .personele unie'? Professor Kuitert: ,De Zeeuwen zijn nu eenmaal wat angstig. Ze moeten een vertrouwensman hebben, die voorop gaat en die ze kunnen volgen voor zover hen dat mogelijk is. De pushing power was er later niet en de hele zaak werd verknoeid'. Z. N1EUWBOER SCHARENDIJKE Als na de watersnoodramp in 1953 Scharendijke onder water staat, blijft een groepje mensen achter in het kleine Schouwse dorp. Enkele maanden wordt er niet naar de kerk gegaan. De beide predikanten zijn naar Haamstede geëvacueerd en de hervormde en gereformeerde kerkgebouwen staan blank. Na die eerste maanden besluit men gecombineerde diensten voor de beide groeperingen te houden, aanvanke lijk in het oude gemeentehuis in Scharendijke, later ih een noodgebouw, waar de beide predikanten ds H. M. Kuitert van de gereformeerde kerk en ds A. P. Nauta van de hervormde beurtelings een dienst leiden. Scharendijke komt in het nieuws als her vormd en gereformeerd samen het heilig avondmaal vieren. Dat gebeurt één keer. Door de noodsituatie wordt men gedwongen oecumene te bedrijven in een vergaande vorm. Nu, vijftien jaar later, is er een nieuw kerkgebouw van de hervormde kerk in Scharendijke het oude in Eikerzee is allang afgebroken en sinds een jaar of dertien kerken ook de gereformeerden weer in hun eigen gebouw. In begin 1955 begint de bevolking terug te. keren naar Scharendijke en aan de twaalf gezinnen, die aanvankelijk samen de eredienst heb ben gehouden, wordt er een aantal aan toegevoegd. Als meer evacués terugkeren Is in begin 1955 de gereformeerde kerk weer bruikbaar. Ds. Nauta vraagt zich in de gezamenlijke dienst af of er nu eerst nog een ramp of een oorlog nodig is, voor men voorgoed samen zal gaan. Over de gedwongen samenwerking en wat eruit voortvloeide hadden we gesprekken met ds F. C. M. Roodenburg van de hervormde kerk, ds H. Scholing van de gereformeer de en de heren J. van de Panne, ouder ling in de hervormde kerk en Z Nieuw- boer, voorheen ouderling in de gerefor meerde kerk. .Men werd praktisch gedwongen tot sa menwerking en samengaan', zegt ds Roo denburg ervan. ,Het heeft nadien tot niet zoveel geleid. De belangrijkste oorzaak van het ontstaan van de samenwerking is de noodsituatie geweest en er hing teveel af van de personen, die toen de leiding had den, de beide predikanten dus. Je zou het een soort personele unie kunnen noemen'. Toch heeft het eerste contact wel enig effect gehad op langere termijn. Er wordt nu veel samen gedaan aan het strandpas toraat, de kerkeraden hebben enkele ma len samen vergaderd en er zijn enkele ge zamenlijke kerkdiensten gehouden Ds Roo denburg: .Er is geen doorlopende lijn aan te wijzen van 1953 naar nu, maar men grijpt wel steeds terug op wat er toen is gebeurd. Dat gaat met het Idee van: ,Toen kon het ook, dus waarom zouden we nu niet samen een aantal zaken kunnen aanpakken'. De samenwerking tussen de beide kerken la begonnen op het terrein van de recrea tie. Men houdt 's zomers contactavonden voor de badgasten, waarop men wordt ge ïnformeerd over Schouwen-Dulveland en waar films voor jongeren en ouderen wor den gedraaid: er is een bibliotheek voor de bezoekers van Midden-Schouwen en er worden puzzelritten georganiseerd. Ds Roodenburg trekt een vergelijking met wat aan pastoraal werk gebeurt, .Op dit moment ook is de oecumene gegroeid op dat terrein, waar men elkaar wel nodig heeft. Dat is hier in het klein gebeurd on der de recreanten. In de Westhoek wordt een en ander in teamverband gedaan'. Duidelijk is, dat de gedachte voor samen werking in Scharendijke nog wel leeft. Enerzijds door de komst van de recreant naar het eiland; voor een deel ook het ge volg van de eerste kennismaking in 1958. Ds Roodenburg meent, dat nu een brede re basis voor samenwerking is gelegd dan in 1953 het geval was. ,Het kwam toen van enkele personen en onder druk van de toestand. Nu komt het van de mensen zelf, die er zélf over hebben nagedacht'. En terzijde: ,Als het vuur na aan de sche nen wordt gelegd, gaat men altijd het re ligieuze leven ernstiger nemen. Dat blijkt ook duidelijk uit onze lidmaatboeken'. Nadrukkelijk stelt ds Roodenburg dat de samenwerking niet een onderonsje van de predikanten of de kerkeraden moet zijn, maar een zaak van alle gemeenteleden. De kerkdiensten, die tot dusver zo nu en dan gezamenlijk werden gehouden, waren aanvankelijk bulten de normale diensten om in de belde kerken. Bij de kerken is men het nu eens om kansel ruil in de plaats van de gewone diensten op enkele zondagen te houden. ,Voor de hele samenwerking tussen beide gemeenten de enige die er zijn in Scha rendijke bestaat nog wel genoeg reser ve', maakt ds Roodenburg duidelijk. .Het is belangrijk, dat we ons bewust worden, dat de argumenten tégen samenwerking niet van theologische maar veel meer van sociologische aard zijn'. De toekomst .Voor Scharendijke zie ik niet zo dadelijk, dat de belde gemeenten in elkaar zullen oplossen', stelt ds Roodenburg, die in april van dit jaar na ruim vier jaar af scheid neemt van zijn gemeente daar.. ,Dat hoeft ook niet op korte termijn, als er maar intensief contact is nu. Uit gesprek ken met catechesanten ia wel gebleken, dat er nogal wat jongeren ook va,stzitten in de formatie van ,dat gaat toch nooit'. Er is vrees om het vertrouwde milieu te verliezen, angst om een stuk zekerheid van eigen kerk te missen. Men denkt er vaak niet genoeg over het hele probleem na'. Pessimistisch is de hervormde predikant echter niet. Na wat men tot dusver sa men en langzamerhand heeft bereikt, meent hij, dat het werk met, oame on der de recreanten wel zal worden voort gezet. Er is een commissie uit de beide kerken, die zich bezighoudt met de con tacten, bij het werk zijn in totaal zo'n zes tig mensen oetrokken. Ds Roodenburg: .Men stelt aan mijn opvolger ook de mi nimum-els, dat hij interesse moet hebben voor het strandpastoraat De gereformeerde predikant van Scha rendijke, ds Scholing, Zeeuws afgevaardig de voor de generale synode, is het met zijn hervormde collega eens. dat in 1953 veel van de predikanten, die er toen wa ren. afhing Later is de lijn van de oecu mene gedurende een aantal jaren onder broken en in 1964 weer opgevat door de beide huidige predikanten. .Toen we als kerkeraden samen hebben vergaderd, zijn we ervan uitgegaan, dat we elkaar moe ten aanvaarden, zoals Christus ons heeft aanvaard', stelt ds Scholing. In 1953 werd gezamenlijk avondmaal ge vierd. Men ging daarmee buiten de nor male orde In de kerken. Zou men nu niet ook samen avondmaal kunnen vieren? Ds DS F. C. M. ROODENBURQ Scholing: ,VVe moeten rekening houden met de generale synode. Naar mijn per soonlijke mening zouden we het hier wel kunnen doen. Maar het is met juist dat te forceren. De samenwerking is tot nu toe zonder enige stoornis verlopen. Er is hier werkelijk wel iets aan het groeien en hier zal ook iets uit groeien, daar ben ik zeker van. Maar we moeten de synode niet voor de voeten lopen'. Overigens is ds Scholing ook van mening, dat het samengaan in de gemeenten een zaak is van de gemeenten zelf. ,Wij moe ten daarover met al onze leden vergade ren. Het is niet zo, dat het een zaak van vriendelijkheid alleen moet zijn'. Een voorspelling over een periode van tien jaar durft ds Scholing niet te doen. ,We hebben altijd nog een kerkelijk ver band. De orthodox-hervormden zouden in onze kerk wel een plaats kunnen krijgen en de gereformeerden zouden wel ergens een plaats kunnen vinden in de hervorm de kerk. Maar de gereformeerde kerk kan niet samengaan met de vrijzinnige groepen in de hervormde kerk. Het pro bleem is te komen tot eenheid, maar dan ook in waarheid. We moeten zien een een heid te bereiken in de waarheid. Binnen die eenheid kan dan wel bijbels genuan ceerd worden gedacht'. Ds Scholing meent, dat men zich niet te veel moet vastleggen aan formuleringen. Het wordt er allemaal alleen maar moei lijker door. Maar we moeten ook bij het zoeken naar eenheid toch een duidelijke grondslag hebben. Je zou een grondslag kunnen hebben, zoals die binnen de We reldraad van Kerken is en die grondslag •handhaven in die zin, dat binnen de een heid de vrijzinnige mening niet kan wor den verkocht'. De heer Van de Panne, ouderling in de gereformeerde kerk in Scharendijke, meent, dat de onderbreking van het sa- jnengaan van hervormd en gereformeerd, nadat dat in 1953 gedwongen ontstond, veelal de oorzaak vindt bij de aversie van ouderen tegen elkaar in de beide kerken. ,Er waren in die tijd zo'n twaalf gezinnen, die soms met een roeiboot naar de kerk moesten. Het is zoiets als met de oorlog. Ik werd toen gedeporteerd naar Duitsland en toen dacht je, dat je thuis nooit meer ergens ontevreden over zou zijn, ais je eenmaal maar terug was. Als je terug bent vind je eerst alles goed, maar na een tijd heeft men toch weer de neiging op allerlei dingen te mopperen zo nu en dan en meer eisen te stellen. Met dat sa mengaan van de kerken ging het ook zo. We hadden de ramp achter de rug en deden het nu allemaal gezamenlijk. Na verloop van tijd kwam men. met name onder de ouderen, tot de ontdekking, dat men toch liever terug wilde naar de ei gen kerk. Het dorp werd langzamerhand weer drooggemaakt en de oude wrok die al van veel en veel vroeger dateert eigenlijk kwam van beide kanten bij de ouderen weer boven'. Niet iedereen heeft de scheiding weer ge wild na de kleine twee jaar samen, blijkt uit het verhaal van de heer Van de Pan ne: ,Er waren mensen, bij wie het echt pijn deed, zowel bij de hervormden als bij de gereformeerden. Aan de andere kant was er een kern die zei: .Waarom zou den we niet weer naar onze eigen kerk te ruggaan nu dit weer kan, terwijl er ook in het verenigingsleven al samenwerking was. Over het algemeen zou je kunnen zeggen, dat men tot dertig Jaar wel voor blijvend samengaan voelde. Daarboven was er nog de wrok van vroeger blijven hangen.' DS H. SCHOLING De heer Van de Panne constateert met te vredenheid, dat er wel wat is gegroeid uit de eerste contacten. Hij noemt een aantal concrete zaken naast die. die de beide predikanten al naar voren hebben ge bracht: ,Er is een christelijk nationale school gekomen, een kleuterschool van bel de kerken, de bejaardensociëteit wordt sa men gedaan en er is een gemengde zang vereniging. JDe toenadering is er zeker en sterk ook', constateert de heer Van de Panne. ,Na die periode na 1953 is het allemaal een luchtbel gebleken, die uit elkaar spatte, maar toch is er iets uit overgebleven. Het is beter, dat het nu van de mensen uit de gemeenten zélf komt en niet wordt opge legd. Over vijftig Jaar ken je de kerken niet meer terug. Misschien zijn de beide ker ken dan wel samen onder naam: .Kerk van Christus'. Maar er moet nog veel over nagedacht en over gesproken wor den. Het is goed, dat dat nu gebeurt.' De heer Nieuwboer, tot voor kort lid van de gereformeerde kerkeraad meent, dat de samenwerking tussen de twee kerken in 1953 niet of nauwelijks samenhangt met wat nu gebeurt. ,Ik heb de indruk, dat er indertijd veel is geforceerd door de predikanten en ui teraard ook door de noodtoestand, die ove rigens wel positief heeft gewerkt. We moe ten ons niet vastbijten op de situatie van toen. We zijn veel rijker met wat nu gebeurt. Er zijn nu punten die dieper door werken, omdat er meer overleg over is geweest'. Ook de heer Nieuwboer signa leert al die positieve punten van nu: de instandhouding van de christelijke na tionale school, het gezamenlijke werk voor de bejaarden en het strandpastoraat. De basis, waarop de samenwerking tus sen de kerken nu stoelt de komst van de badgasten ziet de heer Nieuwboer als een belangrijk positief element. .De samenwerking zie ik niet zozeer liggen in het zondagswerk dan wel door de week', maakt hij duidelijk. ,De actie, die er is ln de gemeenten komt vooral van mensen van buiten Scharendijke, maar ook door de leden van de beide gemeenten wordt hard meegewerkt'. De bezwaren tegen een vergaand samen gaan, ook op de zondagen, zijn volgens de heer Nieuwboer vooral van praktische aard. Hij stelt, dat het bijvoorbeeld niet goed is een te grote gemeente te gaan vormen. ,Het ideaal zou voor mij persoon lijk dan nog zijn: één gemeente met twee kerken. Ook al om de grote hoeveelheid werk, die moet worden verzet'. Het Hei lig Avondmaal zou naar de mening van de heer Nieuwboer ook nu wel gezamen lijk kunnen worden gevierd, maar hij ver moedt, dat er wel tegenstand zou zijn van uit de beide gemeenten. De gereformeerde kerk in Scharendijke heeft 320 zielen, de hervormde zo'n 750. De beide predikanten zullen beiden dit jaar afscheid nemen van hun gemeenten: ds Roodenburg in april, ds Scholing in ok tober. De heer Nieuwboer: .We zullen dan meteen een test meemaken of er deze keer een bredere en hechtere basis voor samenwerking is gelegd, dan na de ramp. De gemeente zal nu zelf zonder predi kant de draad moeten zien vast te hou den van het werk, dat nu gezamenlijk is aangepakt'. In Scharendijke staan de twee kerken een paar minuten lopen van elkaar. In die kerken wordt beraadslaagd over de sa menwerking, die na de watersnoodramp van 1953 zeer hecht was- Het woord .ombudsman' duikt de laatste jaren zo nu en dan eens op. Meestal is het in een min of meer politieke sfeer. Nu is het dan geweest in kerkelijke sfeer. We hebben kunnen lezen dot de generale synode der hervormde kerk op zijn vergadering van de vorige week een voorstel van een commissie om een ombudsman aan te stellen en de voorzitter van de visitatoren generaal met deze taak te belasten, heeft afgewezen. Wat is eigenlijk een ombudsman? In geen van de woordenboeken die ons ter beschikking staan is het woord te vinden. Het is overgewaaid uit de Scandinavische landen. Hij is een soort .vrederechter', die tracht partijen die hopeloos verdeeld schij nen, bij elkaar te brengen. Hij is ,een figuur die optreedt voor iemand die nergens recht kan krijgen'. Bij alle onenigheid en verdeeldheid, voor al wanneer deze grotere vormen in een gemeenschap gaan aannemen, zijn er nog al eens mensen die tus sen kaai en schip vallen en die de grootste last van het conflict op hun schouders voelen drukken. Dit kan voor hen een ondraaglijke last worden en de kans zit er in dat daardoor een leven (en mogelijk een gezin i wordt kapot gemaakt. Het kan ook dat een stuk samenleving uiteen valt, met alle gevolgen van dien. In zulke gevallen zou misschien een ombudsman goede diensten kun nen bewijzen, mits hij een man is die over veel wijsheid beschikt, mits hij het vertrouwen heeft van alle par tijen in een conflitt en mits hij een bevoegdheid heeft om iets meer te doen dan alleen maar praten en nog een sprat en. Hij zal ergens een punt bereiken waar hij voor zich zelf moet vast stellen dat verder praten weinig zin meer heeft en dat er nu een knoop moet worden doorgehakt, zij het dan ook dat hij dit laatste niet zelf be hoeft te doen, maar het kan over laten aan een andere Instantie. Toen vier jaar geleden de toenmali ge voorzitter van de generale com missie voor het opzicht aftrad, heeft hij als vrucht van zijn overpeinzingen uit de jaren dat hij met veel lastige gevallen in het kerkelijk bednjf dat hij gediend had te maken had gekregen en die hem dikwijls on bevredigend moeten hebben gelaten, het voorstel gedaan dat de hervorm de kerk een soort .vrederechter' no dig had. ,Het was hem gebleken dat hij meestal kwesties had cmtmoe die lagen in het vlak van de pastora le verhoudingen en van de commu nicatie in de gemeente'. Dat zal in derdaad het geval zijn-geweest. Als voorzitter van de commissie \roor het opzicht (die de kerkelijke tucht hanteert) zal hij menigmaal be slissingen hebben moeten nemen die bij hem niet van harte zijn ge gaan en waarbij hij zich heeft af- fevraagd of dit niet anders had ge- und. En zo is de gedachte bij hem opgekomen of er geen andere weg mogelijk zou zijn welke in zulke gevallen beter bewandeld kon worden aan dat een commissie voor het op zicht daarvoor was gespannen. Hij heeft dit voorstel gedaan omdat (en nu gebruiken we zijn eigen woor den) ,de spanningen in de meeste gevallen veroorzaakt waren door een tekort aan wederzijds begrip, door verschil ln aard en karakter en door het gebrek aan geduld en takt'. De oorzaken van de verdeeldheid lagen dus niet zozeer in bepaalde overtre dingen waarop het kerkelijk tucht recht kan worden toegepast, maar voor een groot gedeelte lagen ze in de inter-menselijke verhoudingen. Natuurlijk wordt er dan wel eens iets gezegd en gedaan dat beter ach terwege was gebleven, maar het is toch ook weer niet zó, dat er een tuchtrecht kan worden toegepast. Het zijn spanningen zoals wij op het ogenblik duidelijk aan de dag zien treden in de KVP, waar er geen ver trouwen meer is tussen de groepen die tegenover eikaar staan. Ook hier zal men wel kunnen spreken van een verschil in aard en karak ter en van gebrek aan geduld en takt. Het ls moeilijk om dan een oplossing te vinden, hoeveel wijze mannen men ook inschakelt. In de KVP treedt ook duidelijk naar voren een verschil in inzicht over de koers die in de toekomst moet worden ge volgd, doch ook dit ls kerkelijk mo gelijk. De voormalige voorzitter van de commissie voor het opzicht heeft voor zijn denkbeelden over een om budsman de steun gekregen van de generale commissie voor bezwaren en geschillen. Dat is weer een andere commissie die zich bezig houdt met allerlei kwesties en problemen die er in de hervormde kerk zoal voorko men, zij het dan ook dat het hier geen tuchtzaken zijn. Ook naar het inzicht van deze commissie zou ,een onafhankelijke gezaghebbende man heilzaam kunnen werken'. We vragen ons af of er achter de begeerte naar een ombudsman niet ligt de begeerte naar een enigs zins anders geordende kerk. De moeilijkste problemen waarvoor zowel de kerkvisitatie als de com missie voor bezwaren en geschillen als ook de commissie voor het op zicht komen te staan, z(jn die waar het met meer botert tussen een pre dikant en zijn kerkeraad en gemeen te. De enige wijze waarop een predi kant van zijn gemeente kan worden losgemaakt is dat h ïjeen beroep naar een andere gemeente aanneemt. Maar dit beroep moet dan ook ko men en wie oeroept er een predikant die heibel heeft? Hij kan ook zijn ontslag aanvragen. Maar in dit laat ste geval staat hij brodeloos op Doch als hij daartoe niet de kans krijgt en hij in zijn gemeente moet blijven, behoeft men geen profeet te wezen om te voorspellen dat hij een nare tijd tegemoet gaat, op al lerlei wijze zich in zijn werk be lemmerd zal weten en uiteindelijk toch aan het kortste eind zat trek ken. Daarom is de vraag reeds me nigmaal gesteld' of het nog wel ver- - antwoord is een predikant alleen te binden aan een gemeente. Zou het in de toekomst niet mogelijk moeten worden dat hij gebonden is aan de kerk in haar geheel? (Er zijn trou wens ook nog wel andere redenen die daarvoor pleiten). Wanneer men nu denkt aan een ombudsman die meerdere bevoegdheden krijgt en ergens een knoop kan doorhakken, denkt men dan niet aan een kerk die anders geordend is dan de her vormde van tegenwoordig? We krij- ten dan een figuur die enigszins in e richting gaat van een bisschop in de Rooms-Katholieke Kerk. Maar de hedendaagse kerkgeschie denis ln ons land leert ons dat er ook dan nog moeilijk oplosbare con flicten zullen blijven. We denken nu aan het conflict dat er Ligt tussen pastoor Mi edema en zijn éigen bis schop die gesteld heeft dat de pas toor nu definitief moet vertrekken. Wanneer we dit, volgens de berichten die in de krant hebben gestaan, goed "~>en, is het een conflict dat ook een heeft met een verschillen- STEMMEN UIT DE KERKEN de visie op de vraag hoe een kerk moet functioneren. De pastoor gaat een eigen weg zoals hij meent d- ze te moeten gaan en de bi staat er als drager van een 1 de traditie die hij niet helemaal" kan loslaten. Hij laat zijn gezag gel den, terwijl de pastoor zien met een koppigheid vastbijt in wat hij ziet als de weg die moet worden gegaan en die daarom liever een eerlijke bordenwasser wü zijn ,dan dat ik mijn zelfrespect verlies in een oneerlijk priesterschap'. Conflic ten ln de kerk zijn er altijd geweest en ze zullen er wel blijven ook- Daarom lijkt het ons dat er plaats is voor een ombudsman of een vrede rechter; het geeft niet hoe hij ge noemd wordt. De zaken waarom het hier gaat kunnen in 't algemeen be ter behandeld worden in het persoon lijke vlak dan dat er zich een com missie mee bemoeit, die uitendelljk artikelen moet hanteren, want daar toe is zij geroepen. Het heeft ons daarom verbaasd althans volgens het verslag dat we lazen dat het punt op de agenda van de generale synode dat ging over de ombudsman^ zo kort ls afgedaan. De secretaris-generaal gaf als zijn oordeel dat een ombuds man .kerkordelijk niet in te passen is'. Verder vroeg hij ,of er wel zoveel mensen In de hervormde kerk rond lopen die terecht menen dat hen onrecht is aangedaan'. Wat dit laat ste betreft, kunnen we hem de ver zekering geven dat er inderdaad zijn die met dit gevoel rondlopen. Er zijn er, hoeveel of hoe weinig, dat doet er minder toe, die zich door de kerk ln de steek t Anders was toch ook r niet ter sprake gekomen. En wat zijn kerkordelijke bezwaren betreft, we menen dat een kerkorde iets anders is dan een reglementenbundel. Re- lementen (waaronder de Kerk tot 952 leefde) moeten gehaniuaafd worden. Een kerkorde geeft de lijnen aan waarlangs het leven van de Kerk zich kan ontwikkelen. Daarin is niet alles precies geregeld. Daarin moet ook een zekere ruimte zijn. Wan neer een figuur als een ombudsman voor de Kerk nuttig kan zijn, moet het mogelijk wezen daarvoor in een kerkorde ruimte te scheppen, ook al zou het wezen bij wijze van proef. Wanneer men daarvoor geen ruimte ziet ln de kerkorde, heeft men dan deze niet te veel gemaakt tot een reglementenbundel fr wordt door om chriitooon veel gezegd over het lijden dat Jezus voor ons mensen heeft doonlaan. Maar wo ïtaan or weinig bij »tfl hoeveel Hij dóór ons moet lijden. .Christenen', dot zijn Immers de vriend*., von Jeius. In het evangelieverhaal zijn dot in de eerste plaats zijn leerlingen, de .twaalven' Wij kerkmensen zijn hun opvolgers. Oe leerlingen hebben geen lage dunk von zith zelf: zij rekenen op goede plaatsen in het komende Koninkri|k. hopen vooraon te staan, menen elk komend lijden hel hoofd te kunnen bieden, on vooral Petrus is overtuigd van eigen vastheid, moed en daardoor z'n steun aan Jezus: ,AI zouden allen U in do steek loten. Ik nooitl' Alleen Judas heeft inzoverre een realistische kijk op Jezus, dat hij ontdekt dat or met dose Meester niet veel te bereiken volt. Bij hem slaat de liefde in hoat om. Bijtijds wil hij hot zinkende schip verlaten en op de valreep er nog uitslepen wat hij kon. Als do crisis uitbreekt slaan allen op do vlucht on Petnis schreeuwt vloekend dal hij Jezus nooit heeft gekend. Tot driekeer toe. U kunt zelf nagaan ho«- erg dit was: tegen onze vijanden willen we (met een rcdeli|ke kans op succes) wel een robbert|e vechten, liefst samen met anderen. Als het ons In zaken slecht goat verwachten wo meeleven van onze vrienden. Maar stelt u zich voor dat juist uw vriend u een beentje licht en meehelpt uw ender gang te bewerkstelligen. En dat de rest u niet meer ziet staan. Dit is ondraaglijk. (Of was u zelf zo'n .vriend?) En juist dit moest Jezus ervaren no drie la ren vertrouwelijke omgang, oiko dog. ieder uur. Al vaak stootte Hij bij hen op volsl» gen onbegrip voor zijn diepste bedoelingen. Maar dit.._._ Is het niet altijd zo doorgegaan? Geen enkele gonoratio hooft vool van het christendom terechtgebracht. De meerderheid niet. Slechts ónkelingen waren lichtende sterron. Maar voor Jezus straalde er niet één. Totaal alléén hooft Hij geleden. Zijn opdrachtgever, do Vader, God, hooft hom zelfs in deze volstrekte •onzaamheid gelold. Niemand kon zeggoni ,maor Ik bleef bij Hom'. Moor dóór dit onvoorstelbare olleen-lijden vol mysterie blééf Hij bij ón», in onverbrekelijke trouw. Aon mensen ais wij geeft Hij zi|n hart, zijn bloed, zijn lijf on zloL Pas als wij dit ontdokken on dit grootst denkbare geschenk aannemen, Hemzelf ledi gen wij grond onder do voeten, verbleekt onze grootspraak, worden wij aangeraakt door Goddelijke liefde en krijgen wij dool aan onvermoede krachten. Dit is do enige kans op verandering van onszelf In mensen die God an medemensen niet langer laat lijden, maar trouw blijvan, helpen on gelukkig maken. Middelburg J. E. I. Brummolkamp TER OVERDENKING

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1968 | | pagina 21