OECUMENE
SCHARENDIJKE
NA DE
RAMP BLEEF
NIET
ZOVEEL HANGEN
Geen ombudsman in
hervormde kerk
Prof. dr Kuitert: ellendig jammer'
LIJDEN DOOR VRIENDEN
Zaterdag 2 maart 1968
zaterdagnummer
AMSTERDAM In de periode na de ramp in 1953 stond
ds H. M. Kuitert, nu professor dr Kuitert te Amsterdam, als
gereformeerd predikant te Scharendijke. Samen met ds A.
P. Nauta, die nu predikant in Vlaardingen is, stimuleerde
hij in Scharendijke de samenwerking tussen de gerefor
meerde en de hervormde kerk, die overigens al door de
achtergebleven bewoners van het dorp was begonnen door
gezamenlijke kerkdiensten te houden. Wat was indertijd de
gedachte van ds Kuitert over samenwerking op langere ter
mijn? ,We wisten natuurlijk wel, dat het een tijdelijke zaak
was', reageert professor Kuitert. ,Het klimaat in de kerke
lijke verhoudingen was er niet naar, dat de samenwerking
blijvend zou zijn. Toch ben ik er in de grond van mijn hart
van overtuigd, dat de situatie van toen de normale was.
Het is normaal om samen te gaan als er een kans is en
idioot het om te draaien. Ik ben blij, dat we het teken aan
de wand hebben, dat het kón'.
Professor Kuitert stelt daarbij, dat het onzinnig zou zijn als
men indertijd óók met de bedoeling dat het tijdelijk v/as,
zou zijn gaan samenwerken. ,Het is ellendig jammer, dat
we het niet zo konden houden. Die scheiding later'heeft
ook niets met godsdienst te maken, maar had alleen socio
logische gronden. Er werd ook veel pressie uitgeoefend
door het kerkverband'.
Was het inderdaad een .personele unie'? Professor Kuitert:
,De Zeeuwen zijn nu eenmaal wat angstig. Ze moeten een
vertrouwensman hebben, die voorop gaat en die ze kunnen
volgen voor zover hen dat mogelijk is. De pushing power
was er later niet en de hele zaak werd verknoeid'.
Z. N1EUWBOER
SCHARENDIJKE Als na de watersnoodramp in 1953 Scharendijke onder water staat,
blijft een groepje mensen achter in het kleine Schouwse dorp. Enkele maanden wordt er
niet naar de kerk gegaan. De beide predikanten zijn naar Haamstede geëvacueerd en
de hervormde en gereformeerde kerkgebouwen staan blank. Na die eerste maanden
besluit men gecombineerde diensten voor de beide groeperingen te houden, aanvanke
lijk in het oude gemeentehuis in Scharendijke, later ih een noodgebouw, waar de beide
predikanten ds H. M. Kuitert van de gereformeerde kerk en ds A. P. Nauta van de
hervormde beurtelings een dienst leiden. Scharendijke komt in het nieuws als her
vormd en gereformeerd samen het heilig avondmaal vieren. Dat gebeurt één keer. Door
de noodsituatie wordt men gedwongen oecumene te bedrijven in een vergaande vorm.
Nu, vijftien jaar later, is er een nieuw
kerkgebouw van de hervormde kerk in
Scharendijke het oude in Eikerzee is
allang afgebroken en sinds een jaar
of dertien kerken ook de gereformeerden
weer in hun eigen gebouw. In begin 1955
begint de bevolking terug te. keren naar
Scharendijke en aan de twaalf gezinnen,
die aanvankelijk samen de eredienst heb
ben gehouden, wordt er een aantal aan
toegevoegd. Als meer evacués terugkeren
Is in begin 1955 de gereformeerde kerk
weer bruikbaar. Ds. Nauta vraagt zich in
de gezamenlijke dienst af of er nu eerst
nog een ramp of een oorlog nodig is, voor
men voorgoed samen zal gaan. Over de
gedwongen samenwerking en wat eruit
voortvloeide hadden we gesprekken met ds
F. C. M. Roodenburg van de hervormde
kerk, ds H. Scholing van de gereformeer
de en de heren J. van de Panne, ouder
ling in de hervormde kerk en Z Nieuw-
boer, voorheen ouderling in de gerefor
meerde kerk.
.Men werd praktisch gedwongen tot sa
menwerking en samengaan', zegt ds Roo
denburg ervan. ,Het heeft nadien tot niet
zoveel geleid. De belangrijkste oorzaak van
het ontstaan van de samenwerking is de
noodsituatie geweest en er hing teveel af
van de personen, die toen de leiding had
den, de beide predikanten dus. Je zou het
een soort personele unie kunnen noemen'.
Toch heeft het eerste contact wel enig
effect gehad op langere termijn. Er wordt
nu veel samen gedaan aan het strandpas
toraat, de kerkeraden hebben enkele ma
len samen vergaderd en er zijn enkele ge
zamenlijke kerkdiensten gehouden Ds Roo
denburg: .Er is geen doorlopende lijn aan
te wijzen van 1953 naar nu, maar men
grijpt wel steeds terug op wat er toen is
gebeurd. Dat gaat met het Idee van:
,Toen kon het ook, dus waarom zouden
we nu niet samen een aantal zaken kunnen
aanpakken'.
De samenwerking tussen de beide kerken
la begonnen op het terrein van de recrea
tie. Men houdt 's zomers contactavonden
voor de badgasten, waarop men wordt ge
ïnformeerd over Schouwen-Dulveland en
waar films voor jongeren en ouderen wor
den gedraaid: er is een bibliotheek voor
de bezoekers van Midden-Schouwen en er
worden puzzelritten georganiseerd.
Ds Roodenburg trekt een vergelijking met
wat aan pastoraal werk gebeurt, .Op dit
moment ook is de oecumene gegroeid op
dat terrein, waar men elkaar wel nodig
heeft. Dat is hier in het klein gebeurd on
der de recreanten. In de Westhoek wordt
een en ander in teamverband gedaan'.
Duidelijk is, dat de gedachte voor samen
werking in Scharendijke nog wel leeft.
Enerzijds door de komst van de recreant
naar het eiland; voor een deel ook het ge
volg van de eerste kennismaking in 1958.
Ds Roodenburg meent, dat nu een brede
re basis voor samenwerking is gelegd dan
in 1953 het geval was. ,Het kwam toen
van enkele personen en onder druk van de
toestand. Nu komt het van de mensen
zelf, die er zélf over hebben nagedacht'.
En terzijde: ,Als het vuur na aan de sche
nen wordt gelegd, gaat men altijd het re
ligieuze leven ernstiger nemen. Dat blijkt
ook duidelijk uit onze lidmaatboeken'.
Nadrukkelijk stelt ds Roodenburg dat de
samenwerking niet een onderonsje van de
predikanten of de kerkeraden moet zijn,
maar een zaak van alle gemeenteleden.
De kerkdiensten, die tot dusver zo nu en
dan gezamenlijk werden gehouden, waren
aanvankelijk bulten de normale diensten
om in de belde kerken. Bij de kerken is
men het nu eens om kansel ruil in de
plaats van de gewone diensten op enkele
zondagen te houden.
,Voor de hele samenwerking tussen beide
gemeenten de enige die er zijn in Scha
rendijke bestaat nog wel genoeg reser
ve', maakt ds Roodenburg duidelijk. .Het
is belangrijk, dat we ons bewust worden,
dat de argumenten tégen samenwerking
niet van theologische maar veel meer van
sociologische aard zijn'. De toekomst
.Voor Scharendijke zie ik niet zo dadelijk,
dat de belde gemeenten in elkaar zullen
oplossen', stelt ds Roodenburg, die in
april van dit jaar na ruim vier jaar af
scheid neemt van zijn gemeente daar.. ,Dat
hoeft ook niet op korte termijn, als er
maar intensief contact is nu. Uit gesprek
ken met catechesanten ia wel gebleken,
dat er nogal wat jongeren ook va,stzitten
in de formatie van ,dat gaat toch nooit'.
Er is vrees om het vertrouwde milieu te
verliezen, angst om een stuk zekerheid van
eigen kerk te missen. Men denkt er vaak
niet genoeg over het hele probleem na'.
Pessimistisch is de hervormde predikant
echter niet. Na wat men tot dusver sa
men en langzamerhand heeft bereikt,
meent hij, dat het werk met, oame on
der de recreanten wel zal worden voort
gezet. Er is een commissie uit de beide
kerken, die zich bezighoudt met de con
tacten, bij het werk zijn in totaal zo'n zes
tig mensen oetrokken. Ds Roodenburg:
.Men stelt aan mijn opvolger ook de mi
nimum-els, dat hij interesse moet hebben
voor het strandpastoraat
De gereformeerde predikant van Scha
rendijke, ds Scholing, Zeeuws afgevaardig
de voor de generale synode, is het met
zijn hervormde collega eens. dat in 1953
veel van de predikanten, die er toen wa
ren. afhing Later is de lijn van de oecu
mene gedurende een aantal jaren onder
broken en in 1964 weer opgevat door de
beide huidige predikanten. .Toen we als
kerkeraden samen hebben vergaderd, zijn
we ervan uitgegaan, dat we elkaar moe
ten aanvaarden, zoals Christus ons heeft
aanvaard', stelt ds Scholing.
In 1953 werd gezamenlijk avondmaal ge
vierd. Men ging daarmee buiten de nor
male orde In de kerken. Zou men nu niet
ook samen avondmaal kunnen vieren? Ds
DS F. C. M. ROODENBURQ
Scholing: ,VVe moeten rekening houden
met de generale synode. Naar mijn per
soonlijke mening zouden we het hier wel
kunnen doen. Maar het is met juist dat te
forceren. De samenwerking is tot nu toe
zonder enige stoornis verlopen. Er is hier
werkelijk wel iets aan het groeien en hier
zal ook iets uit groeien, daar ben ik zeker
van. Maar we moeten de synode niet voor
de voeten lopen'.
Overigens is ds Scholing ook van mening,
dat het samengaan in de gemeenten een
zaak is van de gemeenten zelf. ,Wij moe
ten daarover met al onze leden vergade
ren. Het is niet zo, dat het een zaak van
vriendelijkheid alleen moet zijn'.
Een voorspelling over een periode van
tien jaar durft ds Scholing niet te doen.
,We hebben altijd nog een kerkelijk ver
band. De orthodox-hervormden zouden in
onze kerk wel een plaats kunnen krijgen
en de gereformeerden zouden wel ergens
een plaats kunnen vinden in de hervorm
de kerk. Maar de gereformeerde kerk
kan niet samengaan met de vrijzinnige
groepen in de hervormde kerk. Het pro
bleem is te komen tot eenheid, maar dan
ook in waarheid. We moeten zien een een
heid te bereiken in de waarheid. Binnen
die eenheid kan dan wel bijbels genuan
ceerd worden gedacht'.
Ds Scholing meent, dat men zich niet te
veel moet vastleggen aan formuleringen.
Het wordt er allemaal alleen maar moei
lijker door. Maar we moeten ook bij het
zoeken naar eenheid toch een duidelijke
grondslag hebben. Je zou een grondslag
kunnen hebben, zoals die binnen de We
reldraad van Kerken is en die grondslag
•handhaven in die zin, dat binnen de een
heid de vrijzinnige mening niet kan wor
den verkocht'.
De heer Van de Panne, ouderling in de
gereformeerde kerk in Scharendijke,
meent, dat de onderbreking van het sa-
jnengaan van hervormd en gereformeerd,
nadat dat in 1953 gedwongen ontstond,
veelal de oorzaak vindt bij de aversie van
ouderen tegen elkaar in de beide kerken.
,Er waren in die tijd zo'n twaalf gezinnen,
die soms met een roeiboot naar de kerk
moesten. Het is zoiets als met de oorlog.
Ik werd toen gedeporteerd naar Duitsland
en toen dacht je, dat je thuis nooit meer
ergens ontevreden over zou zijn, ais je
eenmaal maar terug was. Als je terug
bent vind je eerst alles goed, maar na
een tijd heeft men toch weer de neiging
op allerlei dingen te mopperen zo nu en
dan en meer eisen te stellen. Met dat sa
mengaan van de kerken ging het ook zo.
We hadden de ramp achter de rug en
deden het nu allemaal gezamenlijk. Na
verloop van tijd kwam men. met name
onder de ouderen, tot de ontdekking, dat
men toch liever terug wilde naar de ei
gen kerk. Het dorp werd langzamerhand
weer drooggemaakt en de oude wrok
die al van veel en veel vroeger dateert
eigenlijk kwam van beide kanten bij
de ouderen weer boven'.
Niet iedereen heeft de scheiding weer ge
wild na de kleine twee jaar samen, blijkt
uit het verhaal van de heer Van de Pan
ne: ,Er waren mensen, bij wie het echt
pijn deed, zowel bij de hervormden als
bij de gereformeerden. Aan de andere kant
was er een kern die zei: .Waarom zou
den we niet weer naar onze eigen kerk te
ruggaan nu dit weer kan, terwijl er ook
in het verenigingsleven al samenwerking
was. Over het algemeen zou je kunnen
zeggen, dat men tot dertig Jaar wel voor
blijvend samengaan voelde. Daarboven
was er nog de wrok van vroeger blijven
hangen.'
DS H. SCHOLING
De heer Van de Panne constateert met te
vredenheid, dat er wel wat is gegroeid uit
de eerste contacten. Hij noemt een aantal
concrete zaken naast die. die de beide
predikanten al naar voren hebben ge
bracht: ,Er is een christelijk nationale
school gekomen, een kleuterschool van bel
de kerken, de bejaardensociëteit wordt sa
men gedaan en er is een gemengde zang
vereniging.
JDe toenadering is er zeker en sterk ook',
constateert de heer Van de Panne. ,Na
die periode na 1953 is het allemaal een
luchtbel gebleken, die uit elkaar spatte,
maar toch is er iets uit overgebleven. Het
is beter, dat het nu van de mensen uit de
gemeenten zélf komt en niet wordt opge
legd.
Over vijftig Jaar ken je de kerken niet
meer terug. Misschien zijn de beide ker
ken dan wel samen onder naam: .Kerk
van Christus'. Maar er moet nog veel
over nagedacht en over gesproken wor
den. Het is goed, dat dat nu gebeurt.'
De heer Nieuwboer, tot voor kort lid van
de gereformeerde kerkeraad meent, dat
de samenwerking tussen de twee kerken
in 1953 niet of nauwelijks samenhangt met
wat nu gebeurt.
,Ik heb de indruk, dat er indertijd veel
is geforceerd door de predikanten en ui
teraard ook door de noodtoestand, die ove
rigens wel positief heeft gewerkt. We moe
ten ons niet vastbijten op de situatie van
toen. We zijn veel rijker met wat nu
gebeurt. Er zijn nu punten die dieper door
werken, omdat er meer overleg over is
geweest'. Ook de heer Nieuwboer signa
leert al die positieve punten van nu:
de instandhouding van de christelijke na
tionale school, het gezamenlijke werk voor
de bejaarden en het strandpastoraat.
De basis, waarop de samenwerking tus
sen de kerken nu stoelt de komst van
de badgasten ziet de heer Nieuwboer
als een belangrijk positief element. .De
samenwerking zie ik niet zozeer liggen in
het zondagswerk dan wel door de week',
maakt hij duidelijk. ,De actie, die er is
ln de gemeenten komt vooral van mensen
van buiten Scharendijke, maar ook door
de leden van de beide gemeenten wordt
hard meegewerkt'.
De bezwaren tegen een vergaand samen
gaan, ook op de zondagen, zijn volgens
de heer Nieuwboer vooral van praktische
aard. Hij stelt, dat het bijvoorbeeld niet
goed is een te grote gemeente te gaan
vormen. ,Het ideaal zou voor mij persoon
lijk dan nog zijn: één gemeente met twee
kerken. Ook al om de grote hoeveelheid
werk, die moet worden verzet'. Het Hei
lig Avondmaal zou naar de mening van
de heer Nieuwboer ook nu wel gezamen
lijk kunnen worden gevierd, maar hij ver
moedt, dat er wel tegenstand zou zijn van
uit de beide gemeenten.
De gereformeerde kerk in Scharendijke
heeft 320 zielen, de hervormde zo'n 750.
De beide predikanten zullen beiden dit
jaar afscheid nemen van hun gemeenten:
ds Roodenburg in april, ds Scholing in ok
tober. De heer Nieuwboer: .We zullen dan
meteen een test meemaken of er deze
keer een bredere en hechtere basis voor
samenwerking is gelegd, dan na de ramp.
De gemeente zal nu zelf zonder predi
kant de draad moeten zien vast te hou
den van het werk, dat nu gezamenlijk is
aangepakt'.
In Scharendijke staan de twee kerken een
paar minuten lopen van elkaar. In die
kerken wordt beraadslaagd over de sa
menwerking, die na de watersnoodramp
van 1953 zeer hecht was-
Het woord .ombudsman' duikt de laatste jaren zo nu en dan eens op.
Meestal is het in een min of meer politieke sfeer. Nu is het dan geweest
in kerkelijke sfeer. We hebben kunnen lezen dot de generale synode der
hervormde kerk op zijn vergadering van de vorige week een voorstel van
een commissie om een ombudsman aan te stellen en de voorzitter van de
visitatoren generaal met deze taak te belasten, heeft afgewezen.
Wat is eigenlijk een ombudsman?
In geen van de woordenboeken
die ons ter beschikking staan is het
woord te vinden. Het is overgewaaid
uit de Scandinavische landen. Hij is
een soort .vrederechter', die tracht
partijen die hopeloos verdeeld schij
nen, bij elkaar te brengen. Hij is
,een figuur die optreedt voor iemand
die nergens recht kan krijgen'. Bij
alle onenigheid en verdeeldheid, voor
al wanneer deze grotere vormen in
een gemeenschap gaan aannemen,
zijn er nog al eens mensen die tus
sen kaai en schip vallen en die de
grootste last van het conflict op
hun schouders voelen drukken. Dit
kan voor hen een ondraaglijke last
worden en de kans zit er in dat
daardoor een leven (en mogelijk een
gezin i wordt kapot gemaakt. Het
kan ook dat een stuk samenleving
uiteen valt, met alle gevolgen van
dien. In zulke gevallen zou misschien
een ombudsman goede diensten kun
nen bewijzen, mits hij een man is
die over veel wijsheid beschikt, mits
hij het vertrouwen heeft van alle par
tijen in een conflitt en mits hij een
bevoegdheid heeft om iets meer te
doen dan alleen maar praten en nog
een sprat en.
Hij zal ergens een punt bereiken
waar hij voor zich zelf moet vast
stellen dat verder praten weinig zin
meer heeft en dat er nu een knoop
moet worden doorgehakt, zij het dan
ook dat hij dit laatste niet zelf be
hoeft te doen, maar het kan over
laten aan een andere Instantie.
Toen vier jaar geleden de toenmali
ge voorzitter van de generale com
missie voor het opzicht aftrad, heeft
hij als vrucht van zijn overpeinzingen
uit de jaren dat hij met veel lastige
gevallen in het kerkelijk bednjf
dat hij gediend had te maken had
gekregen en die hem dikwijls on
bevredigend moeten hebben gelaten,
het voorstel gedaan dat de hervorm
de kerk een soort .vrederechter' no
dig had. ,Het was hem gebleken
dat hij meestal kwesties had cmtmoe
die lagen in het vlak van de pastora
le verhoudingen en van de commu
nicatie in de gemeente'. Dat zal in
derdaad het geval zijn-geweest. Als
voorzitter van de commissie \roor
het opzicht (die de kerkelijke tucht
hanteert) zal hij menigmaal be
slissingen hebben moeten nemen die
bij hem niet van harte zijn ge
gaan en waarbij hij zich heeft af-
fevraagd of dit niet anders had ge-
und. En zo is de gedachte bij hem
opgekomen of er geen andere weg
mogelijk zou zijn welke in zulke
gevallen beter bewandeld kon worden
aan dat een commissie voor het op
zicht daarvoor was gespannen. Hij
heeft dit voorstel gedaan omdat (en
nu gebruiken we zijn eigen woor
den) ,de spanningen in de meeste
gevallen veroorzaakt waren door een
tekort aan wederzijds begrip, door
verschil ln aard en karakter en door
het gebrek aan geduld en takt'. De
oorzaken van de verdeeldheid lagen
dus niet zozeer in bepaalde overtre
dingen waarop het kerkelijk tucht
recht kan worden toegepast, maar
voor een groot gedeelte lagen ze in
de inter-menselijke verhoudingen.
Natuurlijk wordt er dan wel eens
iets gezegd en gedaan dat beter ach
terwege was gebleven, maar het is
toch ook weer niet zó, dat er een
tuchtrecht kan worden toegepast.
Het zijn spanningen zoals wij op het
ogenblik duidelijk aan de dag zien
treden in de KVP, waar er geen ver
trouwen meer is tussen de groepen
die tegenover eikaar staan. Ook
hier zal men wel kunnen spreken
van een verschil in aard en karak
ter en van gebrek aan geduld en
takt. Het ls moeilijk om dan een
oplossing te vinden, hoeveel wijze
mannen men ook inschakelt. In de
KVP treedt ook duidelijk naar voren
een verschil in inzicht over de koers
die in de toekomst moet worden ge
volgd, doch ook dit ls kerkelijk mo
gelijk.
De voormalige voorzitter van de
commissie voor het opzicht heeft
voor zijn denkbeelden over een om
budsman de steun gekregen van de
generale commissie voor bezwaren en
geschillen. Dat is weer een andere
commissie die zich bezig houdt met
allerlei kwesties en problemen die er
in de hervormde kerk zoal voorko
men, zij het dan ook dat het hier
geen tuchtzaken zijn. Ook naar het
inzicht van deze commissie zou ,een
onafhankelijke gezaghebbende man
heilzaam kunnen werken'.
We vragen ons af of er achter de
begeerte naar een ombudsman niet
ligt de begeerte naar een enigs
zins anders geordende kerk.
De moeilijkste problemen waarvoor
zowel de kerkvisitatie als de com
missie voor bezwaren en geschillen
als ook de commissie voor het op
zicht komen te staan, z(jn die waar
het met meer botert tussen een pre
dikant en zijn kerkeraad en gemeen
te. De enige wijze waarop een predi
kant van zijn gemeente kan worden
losgemaakt is dat h ïjeen beroep
naar een andere gemeente aanneemt.
Maar dit beroep moet dan ook ko
men en wie oeroept er een predikant
die heibel heeft? Hij kan ook zijn
ontslag aanvragen. Maar in dit laat
ste geval staat hij brodeloos op
Doch als hij daartoe niet de kans
krijgt en hij in zijn gemeente moet
blijven, behoeft men geen profeet
te wezen om te voorspellen dat hij
een nare tijd tegemoet gaat, op al
lerlei wijze zich in zijn werk be
lemmerd zal weten en uiteindelijk
toch aan het kortste eind zat trek
ken. Daarom is de vraag reeds me
nigmaal gesteld' of het nog wel ver-
- antwoord is een predikant alleen te
binden aan een gemeente. Zou het
in de toekomst niet mogelijk moeten
worden dat hij gebonden is aan de
kerk in haar geheel? (Er zijn trou
wens ook nog wel andere redenen
die daarvoor pleiten). Wanneer men
nu denkt aan een ombudsman die
meerdere bevoegdheden krijgt en
ergens een knoop kan doorhakken,
denkt men dan niet aan een kerk
die anders geordend is dan de her
vormde van tegenwoordig? We krij-
ten dan een figuur die enigszins in
e richting gaat van een bisschop
in de Rooms-Katholieke Kerk.
Maar de hedendaagse kerkgeschie
denis ln ons land leert ons dat er
ook dan nog moeilijk oplosbare con
flicten zullen blijven. We denken nu
aan het conflict dat er Ligt tussen
pastoor Mi edema en zijn éigen bis
schop die gesteld heeft dat de pas
toor nu definitief moet vertrekken.
Wanneer we dit, volgens de berichten
die in de krant hebben gestaan, goed
"~>en, is het een conflict dat ook
een heeft met een verschillen-
STEMMEN UIT
DE KERKEN
de visie op de vraag hoe een kerk
moet functioneren. De pastoor gaat
een eigen weg zoals hij meent d-
ze te moeten gaan en de bi
staat er als drager van een 1
de traditie die hij niet helemaal" kan
loslaten. Hij laat zijn gezag gel
den, terwijl de pastoor zien met
een koppigheid vastbijt in wat hij
ziet als de weg die moet worden
gegaan en die daarom liever een
eerlijke bordenwasser wü zijn ,dan
dat ik mijn zelfrespect verlies in
een oneerlijk priesterschap'. Conflic
ten ln de kerk zijn er altijd geweest
en ze zullen er wel blijven ook-
Daarom lijkt het ons dat er plaats
is voor een ombudsman of een vrede
rechter; het geeft niet hoe hij ge
noemd wordt. De zaken waarom het
hier gaat kunnen in 't algemeen be
ter behandeld worden in het persoon
lijke vlak dan dat er zich een com
missie mee bemoeit, die uitendelljk
artikelen moet hanteren, want daar
toe is zij geroepen.
Het heeft ons daarom verbaasd
althans volgens het verslag dat
we lazen dat het punt op de
agenda van de generale synode dat
ging over de ombudsman^ zo kort
ls afgedaan. De secretaris-generaal
gaf als zijn oordeel dat een ombuds
man .kerkordelijk niet in te passen
is'. Verder vroeg hij ,of er wel zoveel
mensen In de hervormde kerk rond
lopen die terecht menen dat hen
onrecht is aangedaan'. Wat dit laat
ste betreft, kunnen we hem de ver
zekering geven dat er inderdaad
zijn die met dit gevoel rondlopen.
Er zijn er, hoeveel of hoe weinig,
dat doet er minder toe, die zich door
de kerk ln de steek t
Anders was toch ook r
niet ter sprake gekomen. En wat zijn
kerkordelijke bezwaren betreft, we
menen dat een kerkorde iets anders
is dan een reglementenbundel. Re-
lementen (waaronder de Kerk tot
952 leefde) moeten gehaniuaafd
worden. Een kerkorde geeft de lijnen
aan waarlangs het leven van de Kerk
zich kan ontwikkelen. Daarin is niet
alles precies geregeld. Daarin moet
ook een zekere ruimte zijn. Wan
neer een figuur als een ombudsman
voor de Kerk nuttig kan zijn, moet
het mogelijk wezen daarvoor in een
kerkorde ruimte te scheppen, ook al
zou het wezen bij wijze van proef.
Wanneer men daarvoor geen ruimte
ziet ln de kerkorde, heeft men dan
deze niet te veel gemaakt tot een
reglementenbundel
fr wordt door om chriitooon veel gezegd over het lijden dat Jezus voor ons mensen heeft
doonlaan. Maar wo ïtaan or weinig bij »tfl hoeveel Hij dóór ons moet lijden. .Christenen',
dot zijn Immers de vriend*., von Jeius. In het evangelieverhaal zijn dot in de eerste plaats
zijn leerlingen, de .twaalven' Wij kerkmensen zijn hun opvolgers. Oe leerlingen hebben
geen lage dunk von zith zelf: zij rekenen op goede plaatsen in het komende Koninkri|k.
hopen vooraon te staan, menen elk komend lijden hel hoofd te kunnen bieden, on vooral
Petrus is overtuigd van eigen vastheid, moed en daardoor z'n steun aan Jezus: ,AI zouden
allen U in do steek loten. Ik nooitl'
Alleen Judas heeft inzoverre een realistische kijk op Jezus, dat hij ontdekt dat or met dose
Meester niet veel te bereiken volt. Bij hem slaat de liefde in hoat om. Bijtijds wil hij hot
zinkende schip verlaten en op de valreep er nog uitslepen wat hij kon.
Als do crisis uitbreekt slaan allen op do vlucht on Petnis schreeuwt vloekend dal hij Jezus
nooit heeft gekend. Tot driekeer toe.
U kunt zelf nagaan ho«- erg dit was: tegen onze vijanden willen we (met een rcdeli|ke kans
op succes) wel een robbert|e vechten, liefst samen met anderen. Als het ons In zaken slecht
goat verwachten wo meeleven van onze vrienden. Maar stelt u zich voor dat juist uw vriend
u een beentje licht en meehelpt uw ender
gang te bewerkstelligen. En dat de rest u
niet meer ziet staan. Dit is ondraaglijk. (Of
was u zelf zo'n .vriend?)
En juist dit moest Jezus ervaren no drie la
ren vertrouwelijke omgang, oiko dog. ieder
uur. Al vaak stootte Hij bij hen op volsl»
gen onbegrip voor zijn diepste bedoelingen. Maar dit.._._
Is het niet altijd zo doorgegaan? Geen enkele gonoratio hooft vool van het christendom
terechtgebracht. De meerderheid niet. Slechts ónkelingen waren lichtende sterron. Maar
voor Jezus straalde er niet één. Totaal alléén hooft Hij geleden. Zijn opdrachtgever, do
Vader, God, hooft hom zelfs in deze volstrekte •onzaamheid gelold. Niemand kon zeggoni
,maor Ik bleef bij Hom'.
Moor dóór dit onvoorstelbare olleen-lijden vol mysterie blééf Hij bij ón», in onverbrekelijke
trouw. Aon mensen ais wij geeft Hij zi|n hart, zijn bloed, zijn lijf on zloL
Pas als wij dit ontdokken on dit grootst denkbare geschenk aannemen, Hemzelf ledi
gen wij grond onder do voeten, verbleekt onze grootspraak, worden wij aangeraakt door
Goddelijke liefde en krijgen wij dool aan onvermoede krachten.
Dit is do enige kans op verandering van onszelf In mensen die God an medemensen niet
langer laat lijden, maar trouw blijvan, helpen on gelukkig maken.
Middelburg J. E. I. Brummolkamp
TER OVERDENKING