TRAGEDIE VLISSINGSE STRAND HAVO-top aan de rijkskweekschool Lezers schrijven Nollepunt zorgenkind Nollehoofd naar zuid-oosten verlencen Exit gymnasium Privileges niet prijsgeven ER ZWEMT NOG GUL EN KABELJAUW ONDER DE KUST OM HET BEHOUD VAN HET MIDDELBURGSE GYMNASIUM 8 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 17 FEBRUARI 19Ó8 Van bevriende zijde ontving ik de Prov. Zeeuwse Courant van 21 december jl, waarin o m een verhandeling voorkomt over de nieuwe .achterom' dijk in Vlissingen. In verband hierme de vraag ik de aandacht voor het volgende: Omstreeks het begin van deze eeuw liep de laagwaterlijn van het Vlissing- se strand bijna recht van het uiterste punt van Fort de Nol le tot een eindje voorbij het Haventje van Meyer. (Volgens de overlevering zo geheten naar een waterbouwkundig opzich ter die over dit water het toe zicht had.) Het was een lust de uitgestrekte vlakte van zuiver geelwit zand te overzien, die, door geen enkele paal of kei ontsierd, zacht glooiend in de Boulevard Evertsen overging. Hoe jammer dat het niet zo zou olijven! Gelukkig, dit tussen haakjes, dat er nog tets veranderde! Destijds kon je daar zonder zwembroek ronddolen, zonder geverbaliseerd te worden, om dat je nooit iemand tegenkwam. Ook toen reeds moet de Nollepunt de waterstaat zorg hebben gebaard. Z(j stond bijna dwars op de sterke stroom, vooral bij afgaand getij zeer krachtig, die zich door de Schardijn- geul en Oostgat naar de Noordzee spoedde. Dat de Punt daardoor voort durend werd afgeschuurd, ligt voor de hand. Ter bescherming werd in 1905. het kan een paar jaar later zijn ge weest, een breed, hoog paalhoofd aan gebracht, van de Nolledijk niet ver van de punt in een bocht naar zee, zodanig dat dit einde even buiten de Nol uitstak fzie schetsje). Het hoofd voldeed ten volle aan zijn doel, namelijk de Nollepunt te be schermen. Helaas kan dit niet ge zegd worden van het strand. Want wat geschiedde? De uitgaande stroom botste gedeel telijk tegen dit hoofd en was ge dwongen zich af te splitsen en via deze zeewering, Nolledijk en strand terug te gaan, dus een neer te vor men en zich ergens tussen het ha ventje van Meyer en de Gevangen- toren weer bij de hoofdstroom te voe gen. Merkwaardig dat één mijner kennissen, de heer B., van een hem goed bekende Westkappelaar, werk zaam aan het hoofd, te horen kreeg, dat dit volgens hem verkeerd lag en nog weieens de nodige last zou kunnen veroorzaken. Het is wél uit gekomen. Drama Het drama van het sloperswerk nam nu een aanvang Langzaam, maar zeker werd door de neerstroom het zand voortdurend meegezogen, eerst bflna onmerkbaar, doch in de loop der jaren hoe langer hoe meer zichtbaar. Ook de Nolledijk verzakte zodanig dat hij nagenoeg over zijn hele leng te aan de landzijde moest worden verzwaard en de kruin bijna 2 meter verhoogd. Dit was gemakkelijk na te gaan, daar de zitbanken, tevoren ter hoogte van het voetpad en die niet verplaatst werden, zich na het herstel geheel beneden de kruin op het talud aan de zeekant bevonden. Ook het strand kreeg, zoals reeds gezegd, het nodige te verduren, voor al het westelijk deel, dus het dichtst bij voormelde dijk. Vooral de hoek, gevormd door Nolle dijk en Boulevard Evertsen werd als het ware uitgehold, zodanig, dat een betonnen piertje werd aangebracht, systeem-De Muralt, genaamd, naar de bekende ingenieur van waterstaat destijds in Zeeland, plus de nodige stenen ter versterking. Resultaat was, dat het piertje binnen enkele jaren aan brokken was geslagen en er niets overbleef dan de hele hoek vol te storten met keien. Verder was men genoodzaakt de af scheiding Boulevard Evertsen-strand ter bescherming van een stevige, schuin aflopende muur als zeewe ring te voorzien, eveneens aan de voet versterkt door een dikke laag keien tegen ondermijning door de zee. Een derde, niet minder groot nadeel was, dat door bovengenoemde neer stroom ook de ondiepe zandige oever, zich ongeveer uitstrekkend vanaf het Haventje van Meyer tot de Ge vangentoren totaal moet zijn uitge- schuurd tot op de diepte van het grote vaarwater. Dit werkte fataal, daar op deze ondiepte eertijds de golven braken en daardoor hun groot ste kracht verloren alvorens de ze- wering te kunnen bereiken. Zij werk te dus precies als de thans aange bracht beton- en asfaltlagen. Ter staving van mijn bewering wijs ik erop, dat tijdens mijn studie op de Vltssingse zeevaartschool in 1911- 1912 en 1917-1918 het zo goed als nooit voorkwam, dat de branding de voet van de eigenlijke dijk ervoor bereikte, doch later wel degelijk en hóe! Ook de bij stormweer overslaande golven op de Boulevard Dé Ruvter. van Gevangentoren tot Coosje Bus- kenstraat werden steeds hoger, tot groot ongerief en gevaar der bewo ners. Aan ieder nadeel, hoe grout ook. !s nog weieens een voordeel verbonden. Zo ook hier: Toen het grote strand nog bestond, werden er tijdens zuid- wésteratormen door het opstuivende zand hele duintjes gevormd op Boule vard Evertsen, waarvan de bewoners grote last hadden. Schuttingen, daar tegen opgericht, voldeden slechts al* het opgewaaide zand dadelijk werd verwijderd. Nu het strand ter plaat se bijna niet meer bestond, verdween ook dat euvel. Het zand, door de neerstroom meegevoerd, bezonk ten dele ter hoogte van de Leeuwentrap en verder. Erg breed zal het strand daar nooit kunnen worden om de eenvoudige reden, dat de stroom ten huidige dage daar veel te dicht on der de kust staat. Maar beter wat dan niets. Dit zijn dan de enige voordelen, die. vergeleken met de enorme sommen, die de oeververdediging ter plaatse heeft gekost, daarbij in het niet ver zinken. Het heeft mij dan ook stom verbaasd, dat onze uitstekende water bouwkundigen. die, geassisteerd door een leger van ervaren dijkwerkers en anderen na de tweede wereld oorlog en de ramp van 1953, het ene wonder na het andere verricht ten op hun gebied, ook dit oude zeer. want dat is het nog steeds, en dat toch bepaald een peuleschll moet zijn in vergelijking met het andere werk, niet even hebben gecureerd. Het ligt voor de hand. zo mogelijk, de neerstroom te beletten zijn scha delijk werk voort te zetten Het ge vaar is namelijk niet denkbeeldig, dat, mocht de uitschuring nog steeds doorgaan, deze de voet van de as- faltlaag, enige jaren geleden bij Bou levard De Ruyter aangebracht, be reikt en ondermijnt. Asfalt kan aan de oppervlakte veel hebben, maar, valt de ondersteuning weg, i c aan de onderkant, dan breekt het af en voldoet niet meer aan zijn bescher mende werking. Het radicaalste middel zou zijn, de neerstroom uit de wereld te helpen, maar hoe? Ik ben overtuigd, dat waterstaat onder geen beding het hoofd bij de Nollepunt zal verwij deren, omdat dit punt zijn bescher ming onmogeljjk kan missen. Mijn suggestie is: wanneer men vanaf het uiteinde van het hoofd dit voldoende verlengt in ongeveer zuidoostelijke richting, dan is de mogelijkheid groot dat de hoofdstroom zal worden be let zich te splitsen (zie schetsje). Maar. ik ben geen waterbouwkun dige en geef mijn ideeën gaarne voor beter. Neer Ongeveer 35 jaar geleden plaatste ik reeds een epistel over hetzelfde onderwerp in de toenmalige Vlissing- se Courant, waarbij ik ook voor de eerste maal de aandacht vestigde op de nadelige werking van het beruchte Nollenhoofd. Resultaat: nihil. Een fout van de zetter, die het woord ,neer'. waarvan hij vermoedelijk in deze betekenis nog nooit gehoord had, plaatste als ,meer', zal er wel niet toe hebben bijgedragen de strek king van het artikel te verduidelij ken. Tegelijkertijd wees ik toen op de mogelijkheden van de mooie Vlis- singse boulevards, uniek in hun soort. Nu we een beetje verder zijn, zijn ze intussen niet alleen overal bekend in eigen land. maar zelfs vermaard in het buitenland wegens het uitzicht. Jammer, dat ze op sommige gedeel ten zo smal zijn. doch daar kan ter gelegener tijd nog wel wat op ge vonden worden. Verder trachtte ik de lezer in ver band hiermee opmerkzaam te maken op de belangrijke perspectieven, door Het is dan zover. De acteur, die meer dan een eeuw op de planken heeft gestaan, gaat met stille trom af en kan met keizer Augustus uitroepen: klapt in de handen, publiek, het spel is afgelopen. Geklemd tussen La tijnse sehool en lyceum, heeft het gymnasium het tenslotte af moeten leggen. Met als enige troost nota bene dat het in een grotere scholen gemeenschap op zal gaan, welis waar, maar .categoraal' (lees: ,in naam') zal blijven bestaan. Dat laatste is nu juist de genade slag die er nog maar aan ontbrak om het gymnasium een definitieve dood te laten sterven. Want wat is de meest typische eigenschap van deze instelling? Het individualisme. Om dit nader toe te lichten wil ik even tot mijn eigen gymnasium tijd terugkeren, en wel speciaal tot de begintijd: het eerste kwartaal van mijn gymnasiale loopbaan: na jaar 1919. In die tijd heb ik het aan den lijve gevoeld wat het betekent individua list te zijn of liever: te worden. Na het klassikaal bestaan op de la gere school, met één leraar voor heel de klas, kwam daar die ingrij pende verandering: na elke 50 mi nuten boeiende anomalie voor de 12-jarige kwam er een andere le raar. De leraar kwam en ging, de leerling bleef zitten. Hij voelde zich overwinnaar, behept met een nieuwe, eigen persoonlijkheid, die door zijn meesters met de nodige onctie werd behandeld. Geen in de hoek zetten meer, geen boeken naar het hoofd gesmeten krijgen; voor sommigen wellicht: geen stokslagen meer. En dan ae klassieke taal, die daar onverwachts werd ingevoerd de voertaal van het vroegere school type het Latijn dat was me een belevenis! Met als extra snufje: de zogenaamde Italiaanse uitspraak. Geen Sezar meer, maar Kezar, Grieks Kaizar, wat meteen de associatie met Kaiser Wilhelm der Zweite opriep... Maar ik dwaal af in weemoedige jeugdherinneringen. Aan dit alles zal nu in het leven van velen wellicht eveneens naar individualisme hunke rende jongens een einde komen. Ze weten niet wat ze missen, zal men zeggen. Maar dat la het juist: het gymnasium heeft of helaas: had de gave de kinderen hun menselijk tekort te laten voelen, het wist complexen op te wekken, be denkelijke verschijnselen wellicht maar dit Instituut wds nu eenmaal een met-pedagogisch verschijnsel in onze o zo nuttige maatschappij Het gymnasium betekende in het leven van hen die het bezochten een soort onmaatschappelijke voor- keuri. Gymnasiasten waren in de ogen van velen .onmogelijke' lieden. Gymnasium exit: gelukkig zullen véle nuttige burgers verzuchten. Weg met een brokje individualisme, weg met wat ik zou willen noemen de franje, populair gezegd: ,de jeu' van het leven. Want wie dat in zijn jeugd gemist heeft en dat nog wel zonder het te weten die is geestelijk arm. Gelukkig hij die wee moed heeft in deze tijd om dat ver loren individualisme. Die zich niet thuisvoelt in deze tijd van massa communicatie. Natuurlijk moet die er óók zijn: het zou te gek zijn onze verworvenhe den te willen afdanken als onvrucht bare laudatores temporis acti. Maar één hoekje zij er toch nog ingeruimd voor die lastige lieden, die iets in hun leven genoten hebben, wat on vervangbaar is: hun eigen egoisti- sc-he bestaan, dat nergens in past Ze grijpen naar hun Stendhal, die deze slechte eigenschap beoefend heeft als een verboden vrucht. Een ongezonde vrucht? Ja. maar een unieke vrucht. Dr D. A. de Graaf Zoals men weet, zijn hier te lande de Latijnse scholen in gymnasia .veranderd' en we! op advies van de beroemde Franse publicist Victor Cou3in, die daartoe in 1836 ons land bezocht. Deze reis gaf hem een bro chure in de pen, getiteld: .De l'in* struction publique en Hollande' (Pa rijs. 1937). Hierbij had hij geadvi seerd het aantal van dergelijke scho len niet te groot te maken en het onderwijzend personeel te laten vor men op een instituut volgens het type van de Ecole Normale Supé rieure. Actuele bijzonderheid: hij stelde eveneens voor privaatdocen ten toe te laten op de universiteiten, zoals dat in Duitsland al de ge woonte was. Het herinnert namelijk aan onze tegenwoordige hoogleraren die via een advertentie in de dag bladen reeds voor een enkele facul teit worden toegelaten... de boulevards in belde richtingen te verlengen. Iu de oostelijke richting door een brug over de Koopmansha ven langs de Zeehondenwerf enz. en de zeesluizen naar de Sloedam en verder. Deze bruggen behoeven zeker niet zo zwaar en kostbaar te zijn als op de eerste indruk lijkt, als men ze alleen bestemt voor personen auto's. Om de west zou de weg moe ten leiden langs Dishoek, Valkenisse, Zoutelande. Westkapelle en Dom burg, over de afsluitdijk in het Veer- se Gat over Noord-Beveland en de Zeelandbrug naar Zierikzee en ver der. Het is niet bepaald nodig, de autoweg over de top der duinen aan te leggen, doch er langs is voldoende, mits zo hoog mogelijk, zodat men telkens uitzicht over de zee heeft Laten we daarbij vooral geen voor beeld nemen aan de Belgische kust, waar de duinen zover werden afge graven, dat er geen stukje schoon van het duinlandschap overbleef. Weinige panorama's zullen kunnen evenaren met het prachtige uitzicht, dat men in de vakantiezomermaan den heeft vanaf deze route. Aan de ene kant de zee, met de dichtbij passerende grote zeeschepen. Aan de andere zijde het land met landbouw gewassen in vele schakeringen. De kosten? Ja. voor wat hoort wat. Ook hier gaan de kosten voor de baat uit Men behoeft niet precies helderzien- De zeewatertemperatuur is door de zachte winter niet erg gedaald en bij een voorjaar niet wat zon zal de watertemperatuur spoedig oplo pen. Dit zal tot gevolg hebben dat de nog aanwezige gul voor de kust naar diepere wateren zal verhuizen. De gul komt meestal In het najaar voor de kust als de watertempera tuur zo'n 2 tot 10 graden bedraagt. De gul is een echte rover en komt in de herfst achter de sprot aan welke dan op onze kust verschijnt. Verder staat op het menu van de gul: haring, zandspiering, kreeft- achtlgen en wormen. Het meeste kans op succes voor de koudweervissers bestaat in de maan den oktober, november en december. In de maand januari was de vangst van gul en kabeljauw bij de garna- lenvissers en kuilvissers gehalveerd in vergelijking bij de maanden er voor. Mijn conclusie is dat de vang sten van de zeehengelaars hiermee Earallel lopen, voor wat dan de gul etreft. Dit is een beeld wat zich ieder jaar voordoet. In december zorgt de vorst er meest al voor, dat de sprot naar diepere wateren trekt met de gul er achter aan. Het is echter zo, dat er in vele putten onder de kust het hele jaar door gul te vangen ls, maar de meesten van de hengelaars vis sen zonder te weten waar ze vissen en hoe diep ze vissen. Om op gul te vissen moet men over een goede werp techniek he- Hchikkken en over goed materi aal om de meestal nodige 100 me ter te overbruggen. Velen praten over 100 meter of het b(J Iedere worp er over is, maar voor do meesten is de 100 meter een bar rière. Het strand langs onze kust loopt •ver het algemeen vrij vlak af. maar de te zijn. om te kunnen concluderen dat, als de zaak eenmaal draait, de faam van het Zeeuwse recreatiege bied zich nog meer zal laten horen en het toerisme met sprongen om hoog zal doen gaan. Overal in den lande wordt geroepen om, wat ik zou willen noemen technische indu strie, ook in Zeeland. Maar, om die op z'n pootjes te zetten zal men ook het nodige kapitaal moeten in vesteren. Waarom dan niet voor re creatie, die evengoed industrie is, zij het dan van een geheel ander genre, veel beter passend bij het mooie Zeeuwse land dan fabrieks gebouwen en dergelijke. (Hiermede bedoel ik niets denigrerends. Ook deze tak zal haar nut afwerpen, mits strikt beperkt tot die gebieden, waar in ze passen, i c de oevers der Wes- terschelde). Denk bijvoorbeeld aan de deltameren van verschillende oppervlakte, die straks zullen ontstaan, geschikt voor de kleinste tot de grootste, zelfs zeegaande jachten en alle mogelijke andere.soorten van watersport. Daar om, in de eerste plaats bewoners van de Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden, grijpt met beide handen de grote gift, die moeder natuur u in de schoot heeft geworpen, alvorens anderen u voor zijn. Heemstede J. C. Anker bij de Zeeuwse eilanden zijn er ver schillende plaatsen waar men bij laag water met een worp van 50 meter al in diep water kan vissen. De gul zoekt zijn voedsel niet alleen op de zeebodem en daarom is het goed mogelijk dat, als men inwerpt én het aas nog in zwevende toe stand is, de gul al toehapt. Het mooiste zou zijn, als men het aas 1 tot 2 meter boven de bodem zou kunnen laten zweven. Dit kan men wel doen door een dobber op de lijn te steken, maar dat komt een verre worp niet ten goede. Met een boot heb ik goede resultaten geboekt met zwevend aas, maar in de wintermaan den is het gezonder op het strand te lopen dan in een open boot te zitten. De boot heeft echter het voordeel dat men meer kan experi menteren. Zo kan men met een boot boven een bezinking of bestorting gaan vissen. Door je lijn loodrecht naar beneden te laten zakken, kan men zonder veel materiaalverlies succes hebben, omdat de gul graag bovenop de stenen woont. Over de naam gul verschillen de me ningen nogal. Óver het algemeen is men het er wel over eens dat de gul jonge kabeljauw Is. maar waar de grens ligt tussen gul en kabel jauw ls een punt waar de meningen nogal over verschillen. Van Dales woordenboek geeft voor gul een maat aan tot plus minus 50 centimeter, wat voor mij een aanvaardbare maat is. Tot slot nog de vraag: is de visserij op gul de opofferingen en ontbe ring wel waard? De opoffering en ontbering hangen af van het feit, van hoe ver de liefde voor deze tak van sport reikt. Voor de eclite liefhebbers ls er ech ter het advies: trek nog eens naar de kust, want er zwemt nog gul en kabeljauw. Zierikzee C. H. van Schelven Dit jaar begint op alle kweek scholen een havo-afdeling met een 4e en 5e klas. De leer lingen daarvan kunnen in 1970 het havo-diploma behalen. Doordat op 1 augustus aanstaande de wet op het voortgezet onderwijs beter bekend onder de naam mam moetwet in werking treedt, zullen ook de kweekscholen in ons land een wijziging ondergaan. De huidige eerste leerkring krijgt een heel ander karakter. De beide klassen vóór de eigenlijke beroepsopleiding worden nu precies gelijk aan de vierde en vijfde klassen van een volledige havo- school. Voor Zeeland betekent dat, dat de leerlingen die dit jaar een mulo diploma zullen behalen of bevorderd worden naar de vierde klas van het •vhmo zonder meer kunnen worden geplaatst in havo-4 aan de kweek school te Middelburg. Daardoor heb ben velen de mogelijkheid om reeds over twee jaar te profiteren van alle rechten die het havodiploma biedt. Dat geldt ook voor hen. die in het bezit zijn van een mulo-diploma met een vrijstelling (bijvoorbeeld wiskun de of een vreemde taal). Zij kunnen ook zonder aanvullend toelatingsexa men geplaatst worden. In de havo-afdeling worden ook leer lingen opgenomen, die niet van plan zijn naar de onderwijzersopleiding te gaan. Juist in onze provincie kan deze mogelijkheid een streekbelang van de eerste orde zijn, vooral als er ter plaatse wel mavo-scholen zijn. maar geen havo-scholen gesticht worden. Verder zullen de volledige havo-scholen in de komende 3 jaren in de regel nog geen 4e leerjaar hebben. Dit kan een extra toeloop naar de havo-top aan de kweekschool tengevolge hebben. De voordelen springen ln het oog: 1 Na 2 jaar studie aan de havo afdeling van de kweekschool een diploma, waarmee de leerlingen direct in de onderwijzersopleiding kunnen verder gaan. 2 Blijkt tijdens het volgen van de lessen in de havo-top dat het be roep van onderwijzer toch niet de gewenste studierichting is. dan krijgt de leerling na 2 jaar toch een havo-diploma als hij slaagt. Het is dus niet zonder meer vanzelf sprekend, dat een leerling, die de havo-top aan de kweekschool be zoekt, ook de verdere opleiding tot onderwijzer of onderwijzeres zal vol gen. Het is een groot winstpunt, dat in deze havo-top voor een leerling dif ferentiatie mogeljjk is. Hjj kiest iulst die vakken, die zjjn speciale «langstelling hebben. KEUZEVAKKEN Elke leerling krijgt 2 soorten vak ken: verplichte vakken en keuze vakken De keuze wordt primair be paald door het feit dat elke leer ling uit de 12 vakken, waarin ge ëxamineerd wordt, er minstens zes moet kiezen waaronder in ieder ge val Nederlandse taal en letterkunde en één moderne taal: Frans. Duits of Engels. De examenvakken zijn: Nederlands en letterkunde, Frans, Duits, En gels, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie, handelswetenschappen, eco nomie. Bedoeling van dit keuzevaksysteem is de kandidaat zoveel mogelijk ge legenheid te geven dót studiepakket te kiezen dat aansluit b(j persoonlijke aanleg, belangstelling en vooroplei ding. Er moet zoveel mogelijk tege moet gekomen worden aan de vrije differentiatie binnen het raam van de mogelijkheden die de school kan bieden. Dit houdt ln dat de havir-afdeling aan een kweekschool meer vakken pakketten zal brengen dan die spt cifiek geschikt zouden zijn voor de onderwijzersopleiding. Enkele voorbeelden van pakketten zijn: Nederlands, Frans. Duits, En gels, wiskunde, natuurkunde, schei kunde en biologie. Aan de rijkskweekschool heeft men reeds meerdere jaren meegewerkt aan het experiment van het APC en daardoor ruime ervaring opgedaan Geen van de vole oud-leerlingen die ruim twee jaar geleden hot zes- honderdjnrig bestaan van het Middel burgs gymnasium herdachten, zal ook maar een flauw vermoeden heh- ben gehad dat twee jaar later een be roep op hen zou worden gedaan voor liet behoud van deze school. Het college van burgemeester en wethouders van Middelburg stelt de raad voor, het gymnasium op te heffen. Het wil een gemeentelijke scholengemeenschap vormen, waar in onder meer een lyceum zal wor den opgenomen. Men zal dus ln Mid delburg toch nog Grieks en Latijn kunnen leren. Het is een publiek geheim dat een deel van de raad voorkeur heeft voor handhaving van het gymnasium, maar dan opgenomen in de scholen gemeenschap. De staatssecretaris meent dat dit onmogelijk is, en hij zal het wel weten. Daarmee vervalt deze mogelijkheid. Het alternatief ls dus: de oprichting van een ge meentelijk lyceum als onderdeel van een grote scholengemeenschap, of het behoud van het gymnasium als zelfstandige school. De actie voor het behoud van het gymnasium heeft in Middelburg en daarbuiten een verheugend grote weerklank gevonden, onder de tegen woordige leerlingen en hun ouders en onder de oud-leerlingen, van wie verreweg de meesten ln de loop van hun leven een vergelijking hebben kunnen maken tussen een gymna sium en andere scholen. Des te meer ia het te betreuren dat b en w met een afwijkend voorstel zijn gekomen. Dit voorstel beveelt een' experiment aan, waarvan als van alle expe rimenten de uitslag twijfelachtig is. Want of het gymnasiale onder wijs nu wordt opgenomen in een ly ceum of een atheneum, in beide ge vallen verliest het zijn oorspronkelij ke, volstrekt unieke karakter. In beide gevallen verdwijnt het gym- Wal anders Een gymnasium is nu eenmaal iets anders dan een gymnasiale afdeling van een lyceum. Als het krantever- slag iuist is, heeft de heer Van Bennekom, de ondcrwjjsspcrialist in onze gemeenteraad, gezegd dat ook wie het lyceum verlaat met een alpha- of bètadiploma een volwaar- dig gymnasiast is. Was dat waar, dan zouden niet zo- velen opkomen tegen de verdwijning van het gymnasium. Maar het is niet waar. Zowel op een gymnasium als op de gymnasiale afdeling van een lyceum leert men Grieks en Latijn. Dat is juist. Juist is ook. dat beide opleiden voor hetzelfde eind examen. Maar daarmee houdt de overeenkomst dan ook op Want wat de beide schooltypen onderscheidt is de volkomen andere sfeer De ver dedigers van het gymnasium heb ben daarop in de afgelopen maanden meermalen gewezen, met overtui ging en welsprekendheid Ik kan me indenken dat niettemin niet iedereen hun argumenten aan- en meevoelt Het is ook moelltjk. zo niet ondoen lijk. de sfeer van een gymnasium te beschrijven voor Iemand die zelf nooit gymnasiast ls geweest Een gymnasium doordrenkt een jongen of een meisje in de meest ontvanke lijke periode van hun leven met al thans twee van* de drie culturen van wie Allard Pierson onze geestelijk» voorouders heeft genoemd: de Grie ken en de Romeinen. Naast Hellas en Rome komt Israël er onvoldoende tot zijn recht, omdat het onderwas ln het Hebreeuws fa- met moderne onderwijsmethodieken, Vooral bij wiskunde bijvoorbeeld is de leerstof reeds aangepast aan de moderne eisen, die algemeen zullen I worden gesteld. Het ligt in de bedoeling om hij het onderwijs in vreemde talen gebruik Ie maken van een talenjiractlcum. Daardoor zal vooral de spreekvaar digheid van de leerlingen beter tot ontwikkeling komen. Het gaat niet allereerst om thema's maken, maar veel meer om het verstaan en kun- I nen spreken van de vreemde taal. De aanschaf van dit talenpracticum is mogelijk door een royale gift I van het oud-leerlingenfonds van de rijkskweekschool. Zowel de directeur als de onderdirecteur hebben meer dere malen hun erkentelijkheid uit- l gesproken voor de regelmatige bij- I dragen van vele oud-leerlingen, Daar- I door kunnen niet alleen leerlingen I financieel worden geholpen als daar- i toe aanleiding is, maar kan nu ook I het onderwijs worden gegeven vol- I ens moderne eisen, ver het algemeen zal de lesroos ter in de havo er als volgt uitzien: 6 examenvakken. 3 of 4 uur per week, plus minus 22 u 2 expressievakken (muziek, tekenen, handenarbeid of handwerken) 3 u maatschappijleer, godsdienst, kennis van het geestelijk leven 2 u lichamelijke oefening 2 u facultatieve vakken (bijvoor beeld toneel, film e a 2 u wekelijks 31 u I Deze lessen worden gegeven op 5 I schooldagen. Want reeds vele tien- tallen jaren kent de school een 5- daagse werkweek. Omdat de havo-top tot het kweek- I schoolonderwijs behoort, zal op de- I zelfde wijze als tot nu toe gelegen- I heid bestaan om te profiteren van een rijksstudietoelage. Voor een gedeelte blijft de kweek- I school onveranderd. Iemand, die ln het bezit is van een diploma 5 jaar I hbs of mms kan worden geplaatst in de derde klas van de kweekschool I en komt daarmee direct in de be roepsopleiding. Ook de opleiding voor kleuterleid- I sters verandert niet. Toelating is mogelijk met een officieel mulodiplo- ma of 3 jaar hbs of mms. Een toe latingsexamen zal niet meer aan de school worden afgenomen. Met I deze havo-top aan de kweekscholen zal in de komende jaren de mam moetwet op zijn mogelijkheden wor den beproefd. Het is voor het onder- wys van belang, dat deze start een goede start zal zijn. Want juist de eerste kennismaking met de gedif ferentieerde onderwijsvorm naar het I havo-diploma zal van grote betekenis I zijn voor de waardering en erken- I ning van dit nieuwe schooltype. Gezien de animo van <le kweek- I sehnolclocentcn kunnen de verwach- I tingen hoog zijn. M. A. Hage directeur rijkskweekschool Middelburg I cultatlef ia, maar hopelijk verandert dat nog weieens. In elk geval heeft een gymnasium daartoe betere kan sen dan welke andere school ook. I De verdediging van het gymnasium houdt geen diskwalificatie in van welk ander schooltype ook. Maar elke school vraagt een eigen soort leer lingen. En zo zijn er leerlingen die alleen op een gymnasium de opvoe- j ding en liet onderwijs ontvangen die overeenstemmen niet hun aanleg. Een gymnasium is nu eenmaal, nog maals, iets anders dan de gymnasia- le afdeling van een lyceum. Het kan I zijn dat net voor bepaalde leerlin gen beter is, pas ln de tweede klas met Latijn en in de derde met Grieks te beginnen. Die moeten dan naar I een lyceum gaan. Maar andere leer- lingen zullen het levenslang als een voorrecht beschouwen, dat ze van de eerste klas af met Latijn ver trouwd zijn geworden en zes volle I jaren Latijn, en vijf volle jaren Grieks hebben geleerd, en méér dan ze voor hun eindexamen nodig had- den. Geen standenschool Men verwijt het gymnasium dat het een eliteschool is. Ik vind dat een vervelend woord, en het is nog on- I juist ook. Wie de lange lijst van de leerlingen van het Middelburgse gymnasium doorneemt, zal zien dat er geen sprake is van een eliteschool In de zin van standenschool. Dat geldt voor bepaalde lycea (overigens niet in Zeeland), maar zeker niet voor het Middelburgse gymnasium. Dat is geen school voor een bepaalde stand, geen school voor de elite van de Middelburgse of de Zeeuwse bur gerij, maar alleen een school voor een bepaald soort leerlingen. Niet meer en niet minder. Verdwijnt het enige gymnasium dat Zeeland bezit, dan verdwijnt daar mee een van die instellingen die Middelburg stempelen tot de hoofd stad van Zeeland, tot het culturele centrum van de provincie. Zeeland zal dan voortaan een type school missen, dat zijn bestaansrecht meer dan bewezen heeft. Er komt een an der schooltype voor in de plaats, dat ln Zeeland al volop aanwezig jq, en ook in Middelburg Er is wer kelijk geen behoefte aan nog eens I een lyceum erbij Nooit tevoren is de bevoorrechte po sitie die Middelburg in Zeeland heeft zo bedreigd als op het ogenblik, nu overal in de provincie zich een dy- I namischp ontwikkeling voltrekt. Mocht Middelburg prijs stellen op het behoud van deze bevoorrechte posi tie, dan is liet zaak dat het geen van zijn privileges prijsgeeft. Wordt het gymnasium nu opgeheven, dan is onze stad het voorgoed kwijt. Het schijnt mij toe dat het door de raad te nemen besluit van groter beteke nis voor de toekomst van Middel burg is dan men oppervlakkig wei zou denken Amsterdam P. J. Meertep" Honden in asiel Uit de artikelen van 3 en 8 februari jl kam de lezer opmaken, dat de ontruiming van de kennel van Maria de Rijke door de politie 's gedaan. Dit is echter niet juist Het is ver richt door de heer L. F. J. Caste- leljn, adjunct-directeur van de Ne derlandse vereniging tot bescher ming van dieren ïn het voorjaar van 1967 heeft de heer Casteleijn 40 honden weggehaald en naar asiels ln Limburg gebracht In 1968 bracht de heer Casteleijn eerst 49 en later 40 honden naar Asten (N.-B.L Slechts 1 teckel (reu) heeft M de Rijke behouden. Van redactiewege bekort C. A. B. Dicke-Lugten Hoensbroek ADVERTENTIE Toneelspeelster en TV-actnce Pleunie Touw 25 STUKS 140- EEN LAURENS PRODUCT Actie vindt weerklank

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1968 | | pagina 8