TRAGEDIE VLISSINGSE STRAND
HAVO-top aan de
rijkskweekschool
Lezers schrijven
Nollepunt zorgenkind
Nollehoofd naar
zuid-oosten
verlencen
Exit gymnasium
Privileges niet
prijsgeven
ER ZWEMT NOG GUL EN
KABELJAUW ONDER DE KUST
OM HET BEHOUD VAN HET
MIDDELBURGSE GYMNASIUM
8
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 17 FEBRUARI 19Ó8
Van bevriende zijde ontving ik
de Prov. Zeeuwse Courant van
21 december jl, waarin o m een
verhandeling voorkomt over
de nieuwe .achterom' dijk in
Vlissingen. In verband hierme
de vraag ik de aandacht voor
het volgende: Omstreeks het
begin van deze eeuw liep de
laagwaterlijn van het Vlissing-
se strand bijna recht van het
uiterste punt van Fort de Nol
le tot een eindje voorbij het
Haventje van Meyer. (Volgens
de overlevering zo geheten naar
een waterbouwkundig opzich
ter die over dit water het toe
zicht had.)
Het was een lust de uitgestrekte
vlakte van zuiver geelwit zand te
overzien, die, door geen enkele paal
of kei ontsierd, zacht glooiend in de
Boulevard Evertsen overging. Hoe
jammer dat het niet zo zou olijven!
Gelukkig, dit tussen haakjes, dat er
nog tets veranderde! Destijds kon je
daar zonder zwembroek ronddolen,
zonder geverbaliseerd te worden, om
dat je nooit iemand tegenkwam.
Ook toen reeds moet de Nollepunt
de waterstaat zorg hebben gebaard.
Z(j stond bijna dwars op de sterke
stroom, vooral bij afgaand getij zeer
krachtig, die zich door de Schardijn-
geul en Oostgat naar de Noordzee
spoedde. Dat de Punt daardoor voort
durend werd afgeschuurd, ligt voor
de hand.
Ter bescherming werd in 1905. het
kan een paar jaar later zijn ge
weest, een breed, hoog paalhoofd aan
gebracht, van de Nolledijk niet ver
van de punt in een bocht naar zee,
zodanig dat dit einde even buiten de
Nol uitstak fzie schetsje).
Het hoofd voldeed ten volle aan zijn
doel, namelijk de Nollepunt te be
schermen. Helaas kan dit niet ge
zegd worden van het strand. Want
wat geschiedde?
De uitgaande stroom botste gedeel
telijk tegen dit hoofd en was ge
dwongen zich af te splitsen en via
deze zeewering, Nolledijk en strand
terug te gaan, dus een neer te vor
men en zich ergens tussen het ha
ventje van Meyer en de Gevangen-
toren weer bij de hoofdstroom te voe
gen. Merkwaardig dat één mijner
kennissen, de heer B., van een hem
goed bekende Westkappelaar, werk
zaam aan het hoofd, te horen kreeg,
dat dit volgens hem verkeerd lag
en nog weieens de nodige last zou
kunnen veroorzaken. Het is wél uit
gekomen.
Drama
Het drama van het sloperswerk nam
nu een aanvang Langzaam, maar
zeker werd door de neerstroom het
zand voortdurend meegezogen, eerst
bflna onmerkbaar, doch in de loop der
jaren hoe langer hoe meer zichtbaar.
Ook de Nolledijk verzakte zodanig
dat hij nagenoeg over zijn hele leng
te aan de landzijde moest worden
verzwaard en de kruin bijna 2 meter
verhoogd. Dit was gemakkelijk na
te gaan, daar de zitbanken, tevoren
ter hoogte van het voetpad en die
niet verplaatst werden, zich na het
herstel geheel beneden de kruin op
het talud aan de zeekant bevonden.
Ook het strand kreeg, zoals reeds
gezegd, het nodige te verduren, voor
al het westelijk deel, dus het dichtst
bij voormelde dijk.
Vooral de hoek, gevormd door Nolle
dijk en Boulevard Evertsen werd als
het ware uitgehold, zodanig, dat een
betonnen piertje werd aangebracht,
systeem-De Muralt, genaamd, naar
de bekende ingenieur van waterstaat
destijds in Zeeland, plus de nodige
stenen ter versterking. Resultaat
was, dat het piertje binnen enkele
jaren aan brokken was geslagen en
er niets overbleef dan de hele hoek
vol te storten met keien.
Verder was men genoodzaakt de af
scheiding Boulevard Evertsen-strand
ter bescherming van een stevige,
schuin aflopende muur als zeewe
ring te voorzien, eveneens aan de
voet versterkt door een dikke laag
keien tegen ondermijning door de
zee.
Een derde, niet minder groot nadeel
was, dat door bovengenoemde neer
stroom ook de ondiepe zandige oever,
zich ongeveer uitstrekkend vanaf
het Haventje van Meyer tot de Ge
vangentoren totaal moet zijn uitge-
schuurd tot op de diepte van het
grote vaarwater. Dit werkte fataal,
daar op deze ondiepte eertijds de
golven braken en daardoor hun groot
ste kracht verloren alvorens de ze-
wering te kunnen bereiken. Zij werk
te dus precies als de thans aange
bracht beton- en asfaltlagen. Ter
staving van mijn bewering wijs ik
erop, dat tijdens mijn studie op de
Vltssingse zeevaartschool in 1911-
1912 en 1917-1918 het zo goed als
nooit voorkwam, dat de branding de
voet van de eigenlijke dijk ervoor
bereikte, doch later wel degelijk en
hóe!
Ook de bij stormweer overslaande
golven op de Boulevard Dé Ruvter.
van Gevangentoren tot Coosje Bus-
kenstraat werden steeds hoger, tot
groot ongerief en gevaar der bewo
ners.
Aan ieder nadeel, hoe grout ook. !s
nog weieens een voordeel verbonden.
Zo ook hier: Toen het grote strand
nog bestond, werden er tijdens zuid-
wésteratormen door het opstuivende
zand hele duintjes gevormd op Boule
vard Evertsen, waarvan de bewoners
grote last hadden. Schuttingen, daar
tegen opgericht, voldeden slechts al*
het opgewaaide zand dadelijk werd
verwijderd. Nu het strand ter plaat
se bijna niet meer bestond, verdween
ook dat euvel. Het zand, door de
neerstroom meegevoerd, bezonk ten
dele ter hoogte van de Leeuwentrap
en verder. Erg breed zal het strand
daar nooit kunnen worden om de
eenvoudige reden, dat de stroom ten
huidige dage daar veel te dicht on
der de kust staat. Maar beter wat dan
niets.
Dit zijn dan de enige voordelen, die.
vergeleken met de enorme sommen,
die de oeververdediging ter plaatse
heeft gekost, daarbij in het niet ver
zinken. Het heeft mij dan ook stom
verbaasd, dat onze uitstekende water
bouwkundigen. die, geassisteerd door
een leger van ervaren dijkwerkers
en anderen na de tweede wereld
oorlog en de ramp van 1953, het
ene wonder na het andere verricht
ten op hun gebied, ook dit oude
zeer. want dat is het nog steeds, en
dat toch bepaald een peuleschll moet
zijn in vergelijking met het andere
werk, niet even hebben gecureerd.
Het ligt voor de hand. zo mogelijk,
de neerstroom te beletten zijn scha
delijk werk voort te zetten Het ge
vaar is namelijk niet denkbeeldig,
dat, mocht de uitschuring nog steeds
doorgaan, deze de voet van de as-
faltlaag, enige jaren geleden bij Bou
levard De Ruyter aangebracht, be
reikt en ondermijnt. Asfalt kan aan
de oppervlakte veel hebben, maar,
valt de ondersteuning weg, i c aan
de onderkant, dan breekt het af en
voldoet niet meer aan zijn bescher
mende werking.
Het radicaalste middel zou zijn, de
neerstroom uit de wereld te helpen,
maar hoe? Ik ben overtuigd, dat
waterstaat onder geen beding het
hoofd bij de Nollepunt zal verwij
deren, omdat dit punt zijn bescher
ming onmogeljjk kan missen. Mijn
suggestie is: wanneer men vanaf het
uiteinde van het hoofd dit voldoende
verlengt in ongeveer zuidoostelijke
richting, dan is de mogelijkheid groot
dat de hoofdstroom zal worden be
let zich te splitsen (zie schetsje).
Maar. ik ben geen waterbouwkun
dige en geef mijn ideeën gaarne
voor beter.
Neer
Ongeveer 35 jaar geleden plaatste
ik reeds een epistel over hetzelfde
onderwerp in de toenmalige Vlissing-
se Courant, waarbij ik ook voor de
eerste maal de aandacht vestigde op
de nadelige werking van het beruchte
Nollenhoofd. Resultaat: nihil. Een
fout van de zetter, die het woord
,neer'. waarvan hij vermoedelijk in
deze betekenis nog nooit gehoord
had, plaatste als ,meer', zal er wel
niet toe hebben bijgedragen de strek
king van het artikel te verduidelij
ken. Tegelijkertijd wees ik toen op
de mogelijkheden van de mooie Vlis-
singse boulevards, uniek in hun soort.
Nu we een beetje verder zijn, zijn ze
intussen niet alleen overal bekend in
eigen land. maar zelfs vermaard in
het buitenland wegens het uitzicht.
Jammer, dat ze op sommige gedeel
ten zo smal zijn. doch daar kan ter
gelegener tijd nog wel wat op ge
vonden worden.
Verder trachtte ik de lezer in ver
band hiermee opmerkzaam te maken
op de belangrijke perspectieven, door
Het is dan zover. De acteur, die meer
dan een eeuw op de planken heeft
gestaan, gaat met stille trom af en
kan met keizer Augustus uitroepen:
klapt in de handen, publiek, het spel
is afgelopen. Geklemd tussen La
tijnse sehool en lyceum, heeft het
gymnasium het tenslotte af moeten
leggen. Met als enige troost nota
bene dat het in een grotere scholen
gemeenschap op zal gaan, welis
waar, maar .categoraal' (lees: ,in
naam') zal blijven bestaan.
Dat laatste is nu juist de genade
slag die er nog maar aan ontbrak
om het gymnasium een definitieve
dood te laten sterven. Want wat is
de meest typische eigenschap van
deze instelling? Het individualisme.
Om dit nader toe te lichten wil
ik even tot mijn eigen gymnasium
tijd terugkeren, en wel speciaal tot
de begintijd: het eerste kwartaal
van mijn gymnasiale loopbaan: na
jaar 1919.
In die tijd heb ik het aan den lijve
gevoeld wat het betekent individua
list te zijn of liever: te worden.
Na het klassikaal bestaan op de la
gere school, met één leraar voor
heel de klas, kwam daar die ingrij
pende verandering: na elke 50 mi
nuten boeiende anomalie voor de
12-jarige kwam er een andere le
raar. De leraar kwam en ging, de
leerling bleef zitten. Hij voelde zich
overwinnaar, behept met een nieuwe,
eigen persoonlijkheid, die door zijn
meesters met de nodige onctie werd
behandeld. Geen in de hoek zetten
meer, geen boeken naar het hoofd
gesmeten krijgen; voor sommigen
wellicht: geen stokslagen meer.
En dan ae klassieke taal, die daar
onverwachts werd ingevoerd de
voertaal van het vroegere school
type het Latijn dat was me
een belevenis! Met als extra snufje:
de zogenaamde Italiaanse uitspraak.
Geen Sezar meer, maar Kezar, Grieks
Kaizar, wat meteen de associatie met
Kaiser Wilhelm der Zweite opriep...
Maar ik dwaal af in weemoedige
jeugdherinneringen. Aan dit alles zal
nu in het leven van velen wellicht
eveneens naar individualisme hunke
rende jongens een einde komen.
Ze weten niet wat ze missen, zal
men zeggen. Maar dat la het juist:
het gymnasium heeft of helaas:
had de gave de kinderen hun
menselijk tekort te laten voelen, het
wist complexen op te wekken, be
denkelijke verschijnselen wellicht
maar dit Instituut wds nu eenmaal
een met-pedagogisch verschijnsel
in onze o zo nuttige maatschappij
Het gymnasium betekende in het
leven van hen die het bezochten
een soort onmaatschappelijke voor-
keuri. Gymnasiasten waren in de ogen
van velen .onmogelijke' lieden.
Gymnasium exit: gelukkig zullen
véle nuttige burgers verzuchten.
Weg met een brokje individualisme,
weg met wat ik zou willen noemen
de franje, populair gezegd: ,de jeu'
van het leven. Want wie dat in zijn
jeugd gemist heeft en dat nog
wel zonder het te weten die is
geestelijk arm. Gelukkig hij die wee
moed heeft in deze tijd om dat ver
loren individualisme. Die zich niet
thuisvoelt in deze tijd van massa
communicatie.
Natuurlijk moet die er óók zijn: het
zou te gek zijn onze verworvenhe
den te willen afdanken als onvrucht
bare laudatores temporis acti. Maar
één hoekje zij er toch nog ingeruimd
voor die lastige lieden, die iets in
hun leven genoten hebben, wat on
vervangbaar is: hun eigen egoisti-
sc-he bestaan, dat nergens in past
Ze grijpen naar hun Stendhal, die
deze slechte eigenschap beoefend
heeft als een verboden vrucht.
Een ongezonde vrucht? Ja. maar
een unieke vrucht.
Dr D. A. de Graaf
Zoals men weet, zijn hier te lande
de Latijnse scholen in gymnasia
.veranderd' en we! op advies van
de beroemde Franse publicist Victor
Cou3in, die daartoe in 1836 ons land
bezocht. Deze reis gaf hem een bro
chure in de pen, getiteld: .De l'in*
struction publique en Hollande' (Pa
rijs. 1937). Hierbij had hij geadvi
seerd het aantal van dergelijke scho
len niet te groot te maken en het
onderwijzend personeel te laten vor
men op een instituut volgens het
type van de Ecole Normale Supé
rieure. Actuele bijzonderheid: hij
stelde eveneens voor privaatdocen
ten toe te laten op de universiteiten,
zoals dat in Duitsland al de ge
woonte was. Het herinnert namelijk
aan onze tegenwoordige hoogleraren
die via een advertentie in de dag
bladen reeds voor een enkele facul
teit worden toegelaten...
de boulevards in belde richtingen te
verlengen. Iu de oostelijke richting
door een brug over de Koopmansha
ven langs de Zeehondenwerf enz. en
de zeesluizen naar de Sloedam en
verder. Deze bruggen behoeven zeker
niet zo zwaar en kostbaar te zijn als
op de eerste indruk lijkt, als men
ze alleen bestemt voor personen
auto's. Om de west zou de weg moe
ten leiden langs Dishoek, Valkenisse,
Zoutelande. Westkapelle en Dom
burg, over de afsluitdijk in het Veer-
se Gat over Noord-Beveland en de
Zeelandbrug naar Zierikzee en ver
der. Het is niet bepaald nodig, de
autoweg over de top der duinen aan
te leggen, doch er langs is voldoende,
mits zo hoog mogelijk, zodat men
telkens uitzicht over de zee heeft
Laten we daarbij vooral geen voor
beeld nemen aan de Belgische kust,
waar de duinen zover werden afge
graven, dat er geen stukje schoon
van het duinlandschap overbleef.
Weinige panorama's zullen kunnen
evenaren met het prachtige uitzicht,
dat men in de vakantiezomermaan
den heeft vanaf deze route. Aan de
ene kant de zee, met de dichtbij
passerende grote zeeschepen. Aan de
andere zijde het land met landbouw
gewassen in vele schakeringen. De
kosten? Ja. voor wat hoort wat. Ook
hier gaan de kosten voor de baat uit
Men behoeft niet precies helderzien-
De zeewatertemperatuur is door de
zachte winter niet erg gedaald en
bij een voorjaar niet wat zon zal
de watertemperatuur spoedig oplo
pen. Dit zal tot gevolg hebben dat
de nog aanwezige gul voor de kust
naar diepere wateren zal verhuizen.
De gul komt meestal In het najaar
voor de kust als de watertempera
tuur zo'n 2 tot 10 graden bedraagt.
De gul is een echte rover en komt
in de herfst achter de sprot aan
welke dan op onze kust verschijnt.
Verder staat op het menu van de
gul: haring, zandspiering, kreeft-
achtlgen en wormen.
Het meeste kans op succes voor de
koudweervissers bestaat in de maan
den oktober, november en december.
In de maand januari was de vangst
van gul en kabeljauw bij de garna-
lenvissers en kuilvissers gehalveerd
in vergelijking bij de maanden er
voor. Mijn conclusie is dat de vang
sten van de zeehengelaars hiermee
Earallel lopen, voor wat dan de gul
etreft. Dit is een beeld wat zich
ieder jaar voordoet.
In december zorgt de vorst er meest
al voor, dat de sprot naar diepere
wateren trekt met de gul er achter
aan. Het is echter zo, dat er in
vele putten onder de kust het hele
jaar door gul te vangen ls, maar
de meesten van de hengelaars vis
sen zonder te weten waar ze vissen
en hoe diep ze vissen.
Om op gul te vissen moet men
over een goede werp techniek he-
Hchikkken en over goed materi
aal om de meestal nodige 100 me
ter te overbruggen. Velen praten
over 100 meter of het b(J Iedere
worp er over is, maar voor do
meesten is de 100 meter een bar
rière.
Het strand langs onze kust loopt
•ver het algemeen vrij vlak af. maar
de te zijn. om te kunnen concluderen
dat, als de zaak eenmaal draait, de
faam van het Zeeuwse recreatiege
bied zich nog meer zal laten horen
en het toerisme met sprongen om
hoog zal doen gaan. Overal in den
lande wordt geroepen om, wat ik
zou willen noemen technische indu
strie, ook in Zeeland. Maar, om die
op z'n pootjes te zetten zal men
ook het nodige kapitaal moeten in
vesteren. Waarom dan niet voor re
creatie, die evengoed industrie is,
zij het dan van een geheel ander
genre, veel beter passend bij het
mooie Zeeuwse land dan fabrieks
gebouwen en dergelijke. (Hiermede
bedoel ik niets denigrerends. Ook
deze tak zal haar nut afwerpen, mits
strikt beperkt tot die gebieden, waar
in ze passen, i c de oevers der Wes-
terschelde).
Denk bijvoorbeeld aan de deltameren
van verschillende oppervlakte, die
straks zullen ontstaan, geschikt voor
de kleinste tot de grootste, zelfs
zeegaande jachten en alle mogelijke
andere.soorten van watersport. Daar
om, in de eerste plaats bewoners
van de Zeeuwse en Zuidhollandse
eilanden, grijpt met beide handen de
grote gift, die moeder natuur u in
de schoot heeft geworpen, alvorens
anderen u voor zijn.
Heemstede
J. C. Anker
bij de Zeeuwse eilanden zijn er ver
schillende plaatsen waar men bij laag
water met een worp van 50 meter
al in diep water kan vissen.
De gul zoekt zijn voedsel niet alleen
op de zeebodem en daarom is het
goed mogelijk dat, als men inwerpt
én het aas nog in zwevende toe
stand is, de gul al toehapt. Het
mooiste zou zijn, als men het aas
1 tot 2 meter boven de bodem zou
kunnen laten zweven. Dit kan men
wel doen door een dobber op de lijn
te steken, maar dat komt een verre
worp niet ten goede. Met een boot
heb ik goede resultaten geboekt met
zwevend aas, maar in de wintermaan
den is het gezonder op het strand
te lopen dan in een open boot te
zitten. De boot heeft echter het
voordeel dat men meer kan experi
menteren. Zo kan men met een boot
boven een bezinking of bestorting
gaan vissen. Door je lijn loodrecht
naar beneden te laten zakken, kan
men zonder veel materiaalverlies
succes hebben, omdat de gul graag
bovenop de stenen woont.
Over de naam gul verschillen de me
ningen nogal. Óver het algemeen is
men het er wel over eens dat de
gul jonge kabeljauw Is. maar waar
de grens ligt tussen gul en kabel
jauw ls een punt waar de meningen
nogal over verschillen. Van Dales
woordenboek geeft voor gul een maat
aan tot plus minus 50 centimeter,
wat voor mij een aanvaardbare maat
is.
Tot slot nog de vraag: is de visserij
op gul de opofferingen en ontbe
ring wel waard? De opoffering en
ontbering hangen af van het feit, van
hoe ver de liefde voor deze tak van
sport reikt.
Voor de eclite liefhebbers ls er ech
ter het advies: trek nog eens naar
de kust, want er zwemt nog gul en
kabeljauw.
Zierikzee
C. H. van Schelven
Dit jaar begint op alle kweek
scholen een havo-afdeling
met een 4e en 5e klas. De leer
lingen daarvan kunnen in 1970
het havo-diploma behalen.
Doordat op 1 augustus aanstaande
de wet op het voortgezet onderwijs
beter bekend onder de naam mam
moetwet in werking treedt, zullen
ook de kweekscholen in ons land
een wijziging ondergaan. De huidige
eerste leerkring krijgt een heel ander
karakter. De beide klassen vóór de
eigenlijke beroepsopleiding worden
nu precies gelijk aan de vierde en
vijfde klassen van een volledige havo-
school.
Voor Zeeland betekent dat, dat de
leerlingen die dit jaar een mulo
diploma zullen behalen of bevorderd
worden naar de vierde klas van het
•vhmo zonder meer kunnen worden
geplaatst in havo-4 aan de kweek
school te Middelburg. Daardoor heb
ben velen de mogelijkheid om reeds
over twee jaar te profiteren van alle
rechten die het havodiploma biedt.
Dat geldt ook voor hen. die in het
bezit zijn van een mulo-diploma met
een vrijstelling (bijvoorbeeld wiskun
de of een vreemde taal). Zij kunnen
ook zonder aanvullend toelatingsexa
men geplaatst worden.
In de havo-afdeling worden ook leer
lingen opgenomen, die niet van plan
zijn naar de onderwijzersopleiding
te gaan. Juist in onze provincie kan
deze mogelijkheid een streekbelang
van de eerste orde zijn, vooral als
er ter plaatse wel mavo-scholen zijn.
maar geen havo-scholen gesticht
worden. Verder zullen de volledige
havo-scholen in de komende 3 jaren
in de regel nog geen 4e leerjaar
hebben. Dit kan een extra toeloop
naar de havo-top aan de kweekschool
tengevolge hebben.
De voordelen springen ln het oog:
1 Na 2 jaar studie aan de havo
afdeling van de kweekschool een
diploma, waarmee de leerlingen
direct in de onderwijzersopleiding
kunnen verder gaan.
2 Blijkt tijdens het volgen van de
lessen in de havo-top dat het be
roep van onderwijzer toch niet de
gewenste studierichting is. dan
krijgt de leerling na 2 jaar toch
een havo-diploma als hij slaagt.
Het is dus niet zonder meer vanzelf
sprekend, dat een leerling, die de
havo-top aan de kweekschool be
zoekt, ook de verdere opleiding tot
onderwijzer of onderwijzeres zal vol
gen.
Het is een groot winstpunt, dat in
deze havo-top voor een leerling dif
ferentiatie mogeljjk is. Hjj kiest
iulst die vakken, die zjjn speciale
«langstelling hebben.
KEUZEVAKKEN
Elke leerling krijgt 2 soorten vak
ken: verplichte vakken en keuze
vakken De keuze wordt primair be
paald door het feit dat elke leer
ling uit de 12 vakken, waarin ge
ëxamineerd wordt, er minstens zes
moet kiezen waaronder in ieder ge
val Nederlandse taal en letterkunde
en één moderne taal: Frans. Duits
of Engels.
De examenvakken zijn: Nederlands
en letterkunde, Frans, Duits, En
gels, geschiedenis, aardrijkskunde,
wiskunde, natuurkunde, scheikunde,
biologie, handelswetenschappen, eco
nomie.
Bedoeling van dit keuzevaksysteem
is de kandidaat zoveel mogelijk ge
legenheid te geven dót studiepakket
te kiezen dat aansluit b(j persoonlijke
aanleg, belangstelling en vooroplei
ding. Er moet zoveel mogelijk tege
moet gekomen worden aan de vrije
differentiatie binnen het raam van
de mogelijkheden die de school kan
bieden.
Dit houdt ln dat de havir-afdeling
aan een kweekschool meer vakken
pakketten zal brengen dan die spt
cifiek geschikt zouden zijn voor de
onderwijzersopleiding.
Enkele voorbeelden van pakketten
zijn: Nederlands, Frans. Duits, En
gels, wiskunde, natuurkunde, schei
kunde en biologie.
Aan de rijkskweekschool heeft men
reeds meerdere jaren meegewerkt
aan het experiment van het APC en
daardoor ruime ervaring opgedaan
Geen van de vole oud-leerlingen die
ruim twee jaar geleden hot zes-
honderdjnrig bestaan van het Middel
burgs gymnasium herdachten, zal
ook maar een flauw vermoeden heh-
ben gehad dat twee jaar later een be
roep op hen zou worden gedaan voor
liet behoud van deze school.
Het college van burgemeester en
wethouders van Middelburg stelt de
raad voor, het gymnasium op te
heffen. Het wil een gemeentelijke
scholengemeenschap vormen, waar
in onder meer een lyceum zal wor
den opgenomen. Men zal dus ln Mid
delburg toch nog Grieks en Latijn
kunnen leren.
Het is een publiek geheim dat een
deel van de raad voorkeur heeft voor
handhaving van het gymnasium,
maar dan opgenomen in de scholen
gemeenschap. De staatssecretaris
meent dat dit onmogelijk is, en hij
zal het wel weten. Daarmee vervalt
deze mogelijkheid. Het alternatief
ls dus: de oprichting van een ge
meentelijk lyceum als onderdeel van
een grote scholengemeenschap, of
het behoud van het gymnasium als
zelfstandige school.
De actie voor het behoud van het
gymnasium heeft in Middelburg en
daarbuiten een verheugend grote
weerklank gevonden, onder de tegen
woordige leerlingen en hun ouders
en onder de oud-leerlingen, van wie
verreweg de meesten ln de loop van
hun leven een vergelijking hebben
kunnen maken tussen een gymna
sium en andere scholen. Des te meer
ia het te betreuren dat b en w met
een afwijkend voorstel zijn gekomen.
Dit voorstel beveelt een' experiment
aan, waarvan als van alle expe
rimenten de uitslag twijfelachtig
is. Want of het gymnasiale onder
wijs nu wordt opgenomen in een ly
ceum of een atheneum, in beide ge
vallen verliest het zijn oorspronkelij
ke, volstrekt unieke karakter. In
beide gevallen verdwijnt het gym-
Wal anders
Een gymnasium is nu eenmaal iets
anders dan een gymnasiale afdeling
van een lyceum. Als het krantever-
slag iuist is, heeft de heer Van
Bennekom, de ondcrwjjsspcrialist in
onze gemeenteraad, gezegd dat ook
wie het lyceum verlaat met een
alpha- of bètadiploma een volwaar-
dig gymnasiast is.
Was dat waar, dan zouden niet zo-
velen opkomen tegen de verdwijning
van het gymnasium. Maar het is
niet waar. Zowel op een gymnasium
als op de gymnasiale afdeling van
een lyceum leert men Grieks en
Latijn. Dat is juist. Juist is ook. dat
beide opleiden voor hetzelfde eind
examen. Maar daarmee houdt de
overeenkomst dan ook op Want wat
de beide schooltypen onderscheidt is
de volkomen andere sfeer De ver
dedigers van het gymnasium heb
ben daarop in de afgelopen maanden
meermalen gewezen, met overtui
ging en welsprekendheid Ik kan me
indenken dat niettemin niet iedereen
hun argumenten aan- en meevoelt
Het is ook moelltjk. zo niet ondoen
lijk. de sfeer van een gymnasium
te beschrijven voor Iemand die zelf
nooit gymnasiast ls geweest Een
gymnasium doordrenkt een jongen
of een meisje in de meest ontvanke
lijke periode van hun leven met al
thans twee van* de drie culturen van
wie Allard Pierson onze geestelijk»
voorouders heeft genoemd: de Grie
ken en de Romeinen.
Naast Hellas en Rome komt Israël
er onvoldoende tot zijn recht, omdat
het onderwas ln het Hebreeuws fa-
met moderne onderwijsmethodieken,
Vooral bij wiskunde bijvoorbeeld is
de leerstof reeds aangepast aan de
moderne eisen, die algemeen zullen I
worden gesteld.
Het ligt in de bedoeling om hij het
onderwijs in vreemde talen gebruik
Ie maken van een talenjiractlcum.
Daardoor zal vooral de spreekvaar
digheid van de leerlingen beter tot
ontwikkeling komen. Het gaat niet
allereerst om thema's maken, maar
veel meer om het verstaan en kun- I
nen spreken van de vreemde taal.
De aanschaf van dit talenpracticum
is mogelijk door een royale gift I
van het oud-leerlingenfonds van de
rijkskweekschool. Zowel de directeur
als de onderdirecteur hebben meer
dere malen hun erkentelijkheid uit- l
gesproken voor de regelmatige bij- I
dragen van vele oud-leerlingen, Daar- I
door kunnen niet alleen leerlingen I
financieel worden geholpen als daar- i
toe aanleiding is, maar kan nu ook I
het onderwijs worden gegeven vol- I
ens moderne eisen,
ver het algemeen zal de lesroos
ter in de havo er als volgt uitzien:
6 examenvakken. 3 of 4 uur
per week, plus minus 22 u
2 expressievakken (muziek,
tekenen, handenarbeid of
handwerken) 3 u
maatschappijleer, godsdienst,
kennis van het geestelijk
leven 2 u
lichamelijke oefening 2 u
facultatieve vakken (bijvoor
beeld toneel, film e a 2 u
wekelijks 31 u I
Deze lessen worden gegeven op 5 I
schooldagen. Want reeds vele tien-
tallen jaren kent de school een 5-
daagse werkweek.
Omdat de havo-top tot het kweek- I
schoolonderwijs behoort, zal op de- I
zelfde wijze als tot nu toe gelegen- I
heid bestaan om te profiteren van
een rijksstudietoelage.
Voor een gedeelte blijft de kweek- I
school onveranderd. Iemand, die ln
het bezit is van een diploma 5 jaar I
hbs of mms kan worden geplaatst
in de derde klas van de kweekschool I
en komt daarmee direct in de be
roepsopleiding.
Ook de opleiding voor kleuterleid- I
sters verandert niet. Toelating is
mogelijk met een officieel mulodiplo-
ma of 3 jaar hbs of mms. Een toe
latingsexamen zal niet meer aan
de school worden afgenomen. Met I
deze havo-top aan de kweekscholen
zal in de komende jaren de mam
moetwet op zijn mogelijkheden wor
den beproefd. Het is voor het onder-
wys van belang, dat deze start een
goede start zal zijn. Want juist de
eerste kennismaking met de gedif
ferentieerde onderwijsvorm naar het I
havo-diploma zal van grote betekenis I
zijn voor de waardering en erken- I
ning van dit nieuwe schooltype.
Gezien de animo van <le kweek- I
sehnolclocentcn kunnen de verwach- I
tingen hoog zijn.
M. A. Hage
directeur rijkskweekschool
Middelburg I
cultatlef ia, maar hopelijk verandert
dat nog weieens. In elk geval heeft
een gymnasium daartoe betere kan
sen dan welke andere school ook. I
De verdediging van het gymnasium
houdt geen diskwalificatie in van
welk ander schooltype ook. Maar elke
school vraagt een eigen soort leer
lingen. En zo zijn er leerlingen die
alleen op een gymnasium de opvoe- j
ding en liet onderwijs ontvangen die
overeenstemmen niet hun aanleg.
Een gymnasium is nu eenmaal, nog
maals, iets anders dan de gymnasia-
le afdeling van een lyceum. Het kan I
zijn dat net voor bepaalde leerlin
gen beter is, pas ln de tweede klas
met Latijn en in de derde met Grieks
te beginnen. Die moeten dan naar I
een lyceum gaan. Maar andere leer-
lingen zullen het levenslang als een
voorrecht beschouwen, dat ze van
de eerste klas af met Latijn ver
trouwd zijn geworden en zes volle I
jaren Latijn, en vijf volle jaren
Grieks hebben geleerd, en méér dan
ze voor hun eindexamen nodig had-
den.
Geen standenschool
Men verwijt het gymnasium dat het
een eliteschool is. Ik vind dat een
vervelend woord, en het is nog on- I
juist ook. Wie de lange lijst van de
leerlingen van het Middelburgse
gymnasium doorneemt, zal zien dat
er geen sprake is van een eliteschool
In de zin van standenschool. Dat
geldt voor bepaalde lycea (overigens
niet in Zeeland), maar zeker niet
voor het Middelburgse gymnasium.
Dat is geen school voor een bepaalde
stand, geen school voor de elite van
de Middelburgse of de Zeeuwse bur
gerij, maar alleen een school voor
een bepaald soort leerlingen. Niet
meer en niet minder.
Verdwijnt het enige gymnasium dat
Zeeland bezit, dan verdwijnt daar
mee een van die instellingen die
Middelburg stempelen tot de hoofd
stad van Zeeland, tot het culturele
centrum van de provincie. Zeeland
zal dan voortaan een type school
missen, dat zijn bestaansrecht meer
dan bewezen heeft. Er komt een an
der schooltype voor in de plaats,
dat ln Zeeland al volop aanwezig
jq, en ook in Middelburg Er is wer
kelijk geen behoefte aan nog eens I
een lyceum erbij
Nooit tevoren is de bevoorrechte po
sitie die Middelburg in Zeeland heeft
zo bedreigd als op het ogenblik, nu
overal in de provincie zich een dy- I
namischp ontwikkeling voltrekt.
Mocht Middelburg prijs stellen op het
behoud van deze bevoorrechte posi
tie, dan is liet zaak dat het geen
van zijn privileges prijsgeeft. Wordt
het gymnasium nu opgeheven, dan is
onze stad het voorgoed kwijt. Het
schijnt mij toe dat het door de raad
te nemen besluit van groter beteke
nis voor de toekomst van Middel
burg is dan men oppervlakkig wei
zou denken
Amsterdam
P. J. Meertep"
Honden in asiel
Uit de artikelen van 3 en 8 februari
jl kam de lezer opmaken, dat de
ontruiming van de kennel van Maria
de Rijke door de politie 's gedaan.
Dit is echter niet juist Het is ver
richt door de heer L. F. J. Caste-
leljn, adjunct-directeur van de Ne
derlandse vereniging tot bescher
ming van dieren ïn het voorjaar
van 1967 heeft de heer Casteleijn 40
honden weggehaald en naar asiels ln
Limburg gebracht In 1968 bracht
de heer Casteleijn eerst 49 en later
40 honden naar Asten (N.-B.L
Slechts 1 teckel (reu) heeft M de
Rijke behouden.
Van redactiewege bekort
C. A. B. Dicke-Lugten
Hoensbroek
ADVERTENTIE
Toneelspeelster en TV-actnce Pleunie Touw 25 STUKS 140- EEN LAURENS PRODUCT
Actie vindt weerklank