KORTCHNOI SUPERIEUR IN HOOGOVENTOERNOOI KOEPERMAN: KRACHT EN KLASSE ,DIEN RAOREN AGESTIEN' zaterdagnummer Zaterdag 3 februari 1968 (Door drs C. B. ran den Berg) De formidabele score (12 uit 15) van de Sowjet-Russische groot meester Kortchnoi, glorieus winnaar van het 30ste Hoogoven schaaktoernooi, heeft* niet nagelaten grote bewondering te wekken. Een voorsprong van drie punten op Hort, Portisch en Tal, die te zamen de tweede plaats deelden (ieder 9 uit 15) en evenals Kortchnoi tot de gegadigden voor het kandidaat-wereldkampioen schap behoren, is bepaald geen alledaags gebeuren. wel een pion voor over, te meer daar andera zijn stukken niet goed tot ont plooiing komen. 18. Dc7xc3 Dit onmiddellijke accepteren van het pionoffer werd algemeen als te ge waagd beschouwd. Een veiliger me thode was in leder geval: 18. Lc6; 19. Pd5, Ld5; 20. Dd5 (op 20. Ld5 is de binding Tad8 onaangenaam): 20. Tad8; 21. Da2, Dc3. 19. Pf4-d5 DcS-c8 20. Ddl-hS Stelling na 20. Ddl-h5 Het minst onder de indruk toonde zich de veel bejubelde overwinnaar zelf, die verklaarde .werkelijk lang niet zo goed en sterk te spelen als een jaar of vijf geleden'. Deze uit spraak heeft over het algemeen nogal hilariteit verwekt, men heeft er een superieur geformuleerd under statement in gezien. Natuurlijk is het dat óók, maar het zal bovendien voor een deel echt gemeend zijn. Een spe ler van formaat heeft objectiviteit genoeg om eventuele tekortkomingen onder de ogen te zien en te erkennen. In dit verband kan men wijzen op enkele nogal fortuinlijke overwinnin gen van Kortchnoi, zoals die op Ree en Rossolimo. Om van de welhaast kinderlijke blunder tegen Portisch maar te zwijgen, met als gevolg een in dit geval ongelukkig te noemen nederlaag. Een en ander doet echter geen af breuk aan het feit, dat Kortchnoi zich ook te Wijk aan Zee weer eens een geboren vechter heeft getoond, wiens uitzonderlijke prestatie alles zins verdiend is. Zijn geweldige serie van acht overwinningen, pas in de 9e ronde door een remise met Don- ner onderbroken, bleek op de concur rentie een verlammende uitwerking te hebben. De anderen, onder wie een overigens nogal matte oud-wereld kampioen Tal, leverden nog slechts slag om de tweede plaats. De best geplaatste Nederlander werd Hans Ree, onze nationale kampioen, die zijn uitstekende score van uit 15 binnen afzienbare tijd gehonoreerd zal mogen zien met de officiële titel van internationaal schaakmeester. (Met zijn 50 procent kwam hij zelfs een vol punt boven de door de We reldschaakbond vereiste norm van 6V3 punt). Hoewel Ree zijn partij tegen Victor Kortchnoi verloor, is dit duel alles zins de moeite van het naspelen en bestuderen waard. Ree blijkt in feite voor Kortchnoi aan durf en onderne mingszin niet onder te doen. Reeds eerder versloeg hij beroemdheden als Larsen en Taimanov en het had niet eens zoveel gescheeld, of ook Kort chnoi was zijn slachtoffer geworden. Wit: V. Kortchnoi (USSR) Zwart: H. Ree (Nederland) Engelse opening. 1. c2-c4 e7-c5 2. Pbl-c3 Pg8-f6 3. g2-g3 Lf8-b4 Een modern, o m graag door Smys- lov toegepast verdedigingssysteem. 4. Lfl-g2 0-0 5. d2-d3 Het gebruikelijkst is 5. Pf3, Te8; 6. 0-0, e4; 7. Pd4 of 7. Pg5, terwijl ook 5. a3 in aanmerking komt. De tekstzet is wat langzaam, zodat zwart terecht actief in het centrum wordt. 5Tf8-e8 6. e2-e4 c7-c6 7. Pgl-el d7-d5 8. c4.xd5 c6xdö 9. e4xd5 Pf6xd5 10. 0-0 Pd5-b6 Een ander redelijk plan was: 10, Pc3; 11. bc3:, Lf8; 12. d4, Pc6 (13. d5, Pa5 met controle van veld c4, even als later in de partij). 11. d3-d4 Lb4xc8 12. b2xc3 Beter was wellicht: 12. Pc3, ed4: 13. Pb5 en wit schijnt de pion met goed spel te heroveren (13. Pc6; 14. Lf4, of 13. Dd7; 14. Pd4, Td8: 15. Lg5!, f6: 16. Le3, Pc4; 17. Db3, Df7; 18. Tacl). 12. Pb8-c6 13. a2-a4 PbG-c4 Hier neemt het zwarte paard een be heersende positie in; dit maakt te vens de waarde van a2-a4 twijfel achtig. 14. Tal-bl Dd8-c7 15. Tbl-b5 Pc6-a5 Menigeen zou met 15. Lg4 de di recte ontwikkeling hebben voortge zet. Ook Kortchnoi had 15. Lg4 verwacht, h(j wilde daarop 16. h3 antwoorden, bijv. 16 Le2; 17. De2. Pd6; 18. Lc6, Dc6; 19. Te5, Dc3. Wel zou ook volgens Kortchnoi de zwarte stelling te prefereren zijn, maar hij zag voor wit geen bétere afwikke ling. Inmiddels is de door Ree ge kozen voortzetting scherper en op zijn minst even sterk. Zwart speelt strategisch consequent op de zwakke velden van de witte damevleugel. 16. d4xe5 Lc8-d7 17. Tb5-b4 Pc4xe5 18. Pe2-f4 Veld d5 lokt en daar heeft Kortchnoi I 1 1 :T i 3 m i i iii M.I ::W t 'av Plotseling krijgt wit een gevaarlijke concentratie van strijdkrachten tegen de zwarte rochadestelling. Men lette in het bijzonder op de functie van Tb4, die naar h4 kan zwenken. Toch had zwart de vijandelijke aan- valsdreigingen door 20. Lf5! (dekt o m punt h7nog altijd met goed ge volg het hoofd kunnen bieden. B(jv. 21. Lg5, Lg6! benevens 22. Pac6, echter niet direct 21. Pac6 wegens 22. Pf6tgf6: 23. Lf6: en zwart heeft geen bevredigende verdediging tegen Dh6 (eventueel Dg5f) en mat op g7. Ook op 21. Lb2 moet zwart eerst 21. Pac6? doen, aangezien op 21. Pd3 weer 22. Pf6t enz. zou ko men. Opgemerkt zij nog, dat 20. Lg4 (ipv 20. Lf5) onvoldoende zou zijn wegens 21. Dg5 met o a de drei ging Pf6f (bijv. 21. h6; 22. Pf6t, Kh8 of Kf8; 23. Dh4 en er dreigt een loperoffer op h6). 20Pe5-g6 Verhindert Th4, maar haalt het paard van een centrale post weg. Dit komt meteen aan de witte dameloper, die nu op de lange diagonaal gepos teerd wordt, ten goede. 21. Lel-b2 Ld7-c6 22. Tfl-dl Lc6xd5 23. Lg2xd5 Te8-e7 24. Dh5-f3 Dc8-c2 25. Tb4-e4 Te7-d7 26. Lb2-a3 h7-hG 27. Tdl-el Pa5-c6 28. Df3-f5 Kg8-h7 Tegen de vele dreigingen (om 29. Te8t) bestaat geen verdediging meer. 29. Df5xd7 zwart gaf het op. Een door Kort chnoi na Rees verzuim op de 20e zet doortastend gevoerde aanval. (Door L. Anderson). Zoals van een ijsberg niet meer dan 1/8 deel boven water uitsteekt en de grote massa zich onder water aan de aandacht onttrekt, zo wordt voor de gemiddelde toeschouwer ook slechts een klein gedeelte duidelijk van hetgeen zich in werkelijkheid in een dampartij afspeelt. Het ,onder-watcr'-gcdeelte speelt zich af in de hoofden van de spelers, voor de toeschouwers is er het spectaculaire spelmoment en voor de krantenlezer blijft er zelfs niet veel meer van over dan de uitslag alleen. En zo kan het gebeuren, dat do match Koeperinan-Andrellto met zijn eindeloze remisereeks in de herinnering zal blijven als een weinig zeggende ontmoeting tussen weliswaar twee groot meesters, maar niet weinig boeiende momenten. Het grote aantal remises beeft sommigen teleurgesteld; de kranten schreven: alweer remise.... ®e® 'I m 3 S3 m H, J3 s o w J! o' 'r- m Voor anderen verraadt een dergelijk verloop echter de topklasse: in de topklasse van elke tak van sport zo redeneert men wordt het steeds moeilijker een bres te slaan in de ge perfectioneerde verdediging. Hoe dit ook moge zijn: zeker is. dat wie ook maar het kleinste steekje laat vallen tegen spelers als Koeperman en An- dreiko reddeloos verloren is. Dit geldt echter ook voor beide spelers onder ling, hetgeen dus betekent, dat beiden deze match op bewonderenswaardige, bijna foutloze wijze hebben gespeeld. Om iets van de kracht en klasse van de wereldkampioen te kunnen laten zien, zullen we wat het .boven-water'- gedoelte betreft, moeten overstappen naar partyen, die hij speelde tegen spelers van Iets minder klasse dan Andreiko, die hem immers maar wei nig ruimte liet om zijn capaciteiten te demonstreren. Aan het toernooi om het kampioen schap van de Sowjet-Unie, door Koe perman vóór o a Tsjegolev en An dreiko gewonnen, ontlenen we de partij Kocperman-Gersjt. 1. 31-26 19-23 2. 35-30 14-19 3. 30-25 10-14 4. 33-29 17-22 5. 40-85 11-1 6. 38-33 6-11 7. 32-28 23x32 8. 37x28 4-10 9. 42-38 16-21 10. 45-50 21-27 Het siert de zwartspeler dat hy zijn grote rivaal niet uit de weg gaat. hetgeen hij b v door 19-23 had kun nen doen Koeperman ziet nu zy'n kans en trekt door 29-23 krachtig ten aanval. Hij moet hier al berekend hebben, dat het tempovoordeel aan z(jn kant is Het open veld 4 er straks de bezetting van veld 31 opent bovendien combinatoire perspectie ven. 11. 29-23 18x29 12. 34x23 19-24 13. 41-37 11-16 14. 46-41 1- 6 15. 48-42 7-11 16. 50-45 13-19 Ziehier een stukje van de üsberg, dat boven water uitsteekt. Iedereen kan zien, dat na de tempi 41-37 7-11; 47- 42 3-8: moet volgen: 40-34 met overi gens goed verloop voor wit. Koeper man berekent deze situatie, ziet toch nog wat voetangels en klemmen en ziet bovendien, dat zwart na 40-34 nü gespeeld geen 24-30 mag vol gen. terwijl zwart geen andere keus heeft. Immers na 34-30 is de partij uit. Zwart staat dus mat: een voor treffelijk staaltje damtecbniek! 23. 40-341! 24-30 of? 24. 35x24 19x30 25. 29-24 18x40 26. 25x45 20x29 27. 33x24 22x42 28. 31 x 2 Dit! Nu we toch bezig zqn iets van Koe- permans kwaliteiten te etaleren, vol gen hier nog twee partijfragmenten tegen overigens ongenoemde tegenstanders. Zeldzame partijmo menten, zo spectaculair als men maar wenst. Zwart die de partij tot dusver uit stekend behandelde, speelde vanuit de diagramstand heel logisch 20-25, waarop wit zeer verrassend op veld 6 belandde: De stand Ijjkt op een .zoekplaatje' met het onderschrift: .Waar zit de dam?'. Wit ls aan zet en ziet een dam schemeren op veld 4, zy het dan ook dat deze eerst in acht zetten be haald kan worden, waarvan vooral de vijfde zet de pointe vormt. 35-30 24x35 34-29 23x34 27-22 18x27 82x21 16x27 33-29 34x32 36-31 26x46 47-41 46x37 42x 4 Een zeven klapper -|- een dam. CORRESPONDENTIE De heer I. Gaanstra uit Castrlcum merkte op, dat zwart in de stand Louwerse-Dckker uit het kamp. van Zeeland na 17-22x22 en 4S-42 nog een uitstekende kans had door het offer 22-2S te brengen, gevolgd door 24- 29. De clou is dan nl dat 30-25 faalt op 29-33; dreigt tevens 16-21. Uit stekend gezien en volgens de heer C. van Tatenhove uit Zaamslag zelfs gewonnen voor Dekker! De heer Ph. de Schaap te Amster dam verzoekt In het bezit te worden gesteld van .De Zeeuwse Dammer* (sept. '45-juli '47) en eventuele an dere Zeeuwse cluborganen. JAN KOUSEMAEKER Er zal nog heel wat water door de Schelde stromen eer hef Zeeuwse dialect ver dwenen is. Maar aangetast is de taal reeds zeer sterk. Vele tekenende woorden en uitdrukkingen worden niet meer gebruikt, of leven enkel nog voort als curiositei ten in een soort reservaten. We bedoelen daarmee dat enkele Zeeuwen wie de eigen taal aan het hart gaat die woorden kennen, een enkele keer gebruiken en doorgeven aan nageslacht of kennissen, maar levende taal is dat niet meer. Nog net op de valreep heeft mevrouw Ghijsen met haar helpers het Zeeuws Woorden boek samengesteld. Een heel enkele keer verschijnt er nog eens een ingezonden stukje in de Zeeuwse taal (dwz een der talrijke Zeeuwse dialecten) in de PZC, maar een vaste rubriek, zoals in de dertiger jaren (Poldermans!) is er niet meer. zoon was echter bijzonder eenzijdig geweest. Dat het kind in geestelijke nood zou kunnen verkeren, dat het min der gek was dan het leek. dat er een drempel waa waar het niet over kon en zo steeds meer versukkelde het komt ln nlemands hoofd op. Wanneer Agestien in het rusthuis is (hij is dan reeds in de veertig) is hij reeds zo sterk vergroeid dat er niet veel meer aan te doen is. maar toch merkt later een dokter met moderne Ideeën op dat Agestien eigenlijk helemaal niet gek is. meer abnormaal geremd. Hij spreekt hierover met de schrijver van het ver haal die, hoewel hij zich met de ge meenschap, het dorp. vereenzelvigt, dan toe moet geven dat er Inderdaad in die goeie sukkel kwaliteiten verstikt zijn N' 'u heeft het Zeeuws Woordenboek bij lijk ook één negatief gevolg, en dat spruit voort uit de onvermijdelijke offi ciële spelling van het Zeeuws die men diende te creëren. Nogmaals, dat moest. Maar het was tevens een soort gena deslag, want er is geen Zeeuwse spel ling, haast ieder dorpje zingt zoals het gebekt is. de klanken klinken hier zus en daar zo en elders weer anders. Nu waren de mensen die wel eens een stukje in het Zeeuws schreven over het algemeen lieden met ruime ontwik keling en gestudeerden. Zij schreven het Zeeuws neer zoals zij het spraken en hoorden. De enkeling die het nü nog zou willen doen, wordt mogelijk een beetje geremd door geweten of vermoe de .voorschriften' hij wil niet fout spellen, maar heeft ook geen zin, die regels te gaan bestuderen. Kortom: zijn elan wordt gefnuikt en het resul taat is dat er nóg minder Zeeuws ge schreven wordt. We beweren dit niet zo maar uit de lucht weg: onze eerste op welling was geweest, de letterkundige kroniek deze week eens in het Zeeuws, en dan wel speciaal in het .Bossels' te schrijven. Maar toen we het voor woord van ,Dien raoren Agestien' had den gelezen en daaruit merkten dat Jan Kousemaker pas na een zekere te genstand gezwicht was voor de spelling van het Zeeuws Woordenboek, besloten we ons er maar niet aan te wagen. Dit klinkt afschuwelijk ondankbaar: het werk van dr Ghijsen is onwaardeerbaar en er was absoluut geen andere moge lijkheid, maar wéér ls het ook dat een min of meer officiële spelling voor het .Zeeuws' eerder remmend dan stimule rend werkt in dit geval: de draad is namelijk al te dun geworden, hij knapt af bij deze extra-belasting. Uit deze inleiding zal men reeds heb ben afgeleid dat we deze week de aan dacht willen vragen voor een werk in Zeeuws dialect. Dat is dan de Zuid.be- velandse novelle ,Dien raoren Agestien' van Jan Kousemaker, of Kousemae- ker zoals hij voor deze speciale gele- trouwd met het Zuidbevelandse dia lect bewesten het kanaal. Hij heeft zijn vertelling geplaatst in het begin van deze eeuw, de handeling ervan vindt plaats in Ellewoutsdijk en 's-Heer- Arendskerke. Hoofdpersoon ls Agestien (Augustijn Blommart geheten), een mannetje dat in een rusthuis van de diaconie in 's-Heer-Arendskerke zijn laatste jaren slijt. Hq is ,nie êêlemaele rechtuut, 'n bitje 'n onverstand' en sommigen be weren zelfs ,dat 'n z'n ola nie ao'. Agestien heeft zich op betrekkelijk jonge leeftijd reeds in dat tehuis inge kocht, knapt allerlei karweitjes op, zo als leesportefeuilles rondbrengen, wat tulnieren bij de dominee en zo, en leeft onopvallend zijn onbetekenend leventje van halfzachte dorpsfiguur tot aan zijn zielige einde. Kousemaker heeft zich verdiept in de achtergronden van dit simpele leven en daarbij de kans gegrepen te vens een schildering van oud-Zuidbeve- landse toestanden en karakters te ge ven die folkloristische waarde hebben. Zijn werk is enigszins te vergelijken met de verhalen van Cor Schijve over figuren uit het Land van Cadzand of de (helaas nog steeds ongepubliceer de) verhalen van wijlen J. Vijver berg over Schouwse typen en méér van dergelijke publikaties waarvoor .streek literatuur" eigenlijk zo'n nare benaming is, want dat ls het niet. Een schrijver van streekromans publiceert een soort gemakkelijk leesvoer, maar de schrij ver van een goede novelle in dialect maakt het zich allesbehalve gemak kelijk. Hij gaat heel nauwgezet te werk en wordt bewogen door een diepe lief de voor zowel zijn onderwerp als zijn taal. Daardoor produceert hij iets dat, literair gezien, in een aparte categorie komt en dat bovendien nog een méér- waarde krijgt door het documentaire karakter: iets verdwijnende is vastge legd. Niet weinig van het succes van Schijves .Joantje' moet aan die docu mentaire waarde toegeschreven worden. Iets dierbaars dat weg is of op het punt staat te verdwijnen, herleeft even voor onze ogen. We grijpen deze gele genheid ook nog eens graag aan om aan te dringen op een herdruk van het voortreffelijke werk van Poldermans. Er zou ook ongetwijfeld nog een koste lijk boek samen te stellen zijn uit vroe gere bijdragen van hem in de PZC succes lijkt ons haast verzekerd! Jan Kousemaker heeft evenwel behal ve dit ijle register van de dierbare her die nooit tot ontplooiing zijn gebracht. Niemand heeft echter tijd of gelegen heid zich er mee te bemoeien Ages tien is opgenomen in een vriendelijke, welwillende omgeving, hij wordt wel eens geplaagd, vooral door de jeugd, maar niemand grieft hem werkelijk cfcep. Niemand verdiept zich echter ook In hem. De dokter gaat het verst, hij speurt van tijd tot tijd naar Agestiens \'"erleden. gaat zelfs inlichtingen inwin nen in Ellewoutsdijk. Maar eer hij een sleutel ln handen heeft is het ie laat. Een ongeluk heeft dan het einde van Agestien verhaast. Op een winterdag, hij ls dan al achter Sn de zestig, ziét hij. of haast nog eerder: vermoedt hij met uiterst ge spannen zintuigen hoe een jonge vrouw in wanhoop zich van het leven gaat beroven. De vader van het tehuis ziet hoe Agestien in paniek geraakt, .Moe der!' schreeuwt, maar doordat de on gelukkige vrouw alle aandacht opeist, merkt voorlopig niemand dat Agestien verdwenen is. Men vindt hem later, on voldoende gekleed en verwilderd m de besneeuwde Poel. De zware longontste king- die hij oploopt verhaast zijn ein- dokter is te laat achter de re- heeft destijds, toen zijn moeder trap viel, uren lang alléén bij haar lijk gezeten in het afgelegen huisje. Hij LETTERKUNDIGE KRONIEK DOOR HANS WARREN innering ook nog een paar registers opengetrokken met een heel reële klank die maken dat zijn melodie mooi vol klinkt. De grote tragiek van zijn vertel ling ligt namelijk op een ander gebied. Hij maakt duidelijk hoeveel leed hier geleden is, hoe een heel leven, of ei genlijk twee levens, in kleurloos slo ven, in ellende en verdwazing ten ein de liepen door bekrompenheid, dom heid, armoe. Niet alleen de materiële nood was vroeger groot, de geestelij ke kon nog veel groter zijn. De schrij ver laat zien hoe iemand die materieel met veel moeite verzorgd was, toch door eenzijdige liefde en onbegrip scheef kon groeien, en snijdt daarmee een thema aan dat men in de literatuur eigenlljk niet zo vaak aantreft. Niet alleen de uiterlijke welstand der men sen is in deze eeuw verbeterd, ook de zorg voor hun geestelijk welzijn is aanmerkelijk gedifferentieerd. We moeten om dit toe te lichten iets van de intrige vertellen. Agestien, zoon van een landarbeider, verloor op vierjarige leeftijd zijn moeder. Zij viel van de zoldertrap. De vader, een noes te werker, besloot alléén het kind ver der te verzorgen. Na enige tijd bleek dat Agestien niet helemaal mee kon. Op school ging het slecht en hij werd ook geen goede werkkracht. De vader heeft zijn nele leven gebuffeld om zijn kind niet onverzorgd achter te laten. Dat ls hem gelukt. Toen hij er bij neerviel, letterlijk, kon Agestien zich inkopen hl het tehuis in 's-Heer-Arends kerke en er bleef nog genoeg over voor een zakgeldje en een extraatje af en toe. De liefde den van het trauma gekomen: Agestien i zijn n g alléér afgelegen vermoedt dat de dodelijke angst die het kind toen bevangen heeft voorgoed een stempel op hem heeft gezet, Die name loze angst heeft hem zijn hele leven letterlijk .bezeten', nooit is hij gewe ken. Zo spreken de dokter en de domi nee bij zijn dood: .Juist aangevat zou dit leven, wanneer het nu, als kind, weer kwam te verkeren in dezelfde omstan digheden een geheel andere, een veel gelukkiger wending en bestemming heb ben kunnen krijgen. Maar men heeft het niet geweten. Men heeft alleen voor zijn natje en droogje gezorgd... En dat maakt alles nog ééns zo tragisch en zie lig- Ontzettend', zei doomnie Cnoop. .ont zettend!' en ze keke nog 'n stuitje nae Agestien z'n gezicht. .Dokter", zei den doomnie, .hebt u er ooit bij stilgestaan dat deze man nooit heeft liefgehad? Dat wellicht nooit ie mand deze mens een kus heeft gege ven? Dat hij nooit een vrouw heeft gekend, dat niemand hem ooit heeft gestreeld of heeft bemind ,Ja dominee', zei d'n dokter ,en dan te bedenken dat het wachtwoord voor ons leven, voor uw arbeid en de mijne is: ,het meeste van die is de liefde'. Wat hebben wij beiden dan nog verschrikke lijk veel te helpen...' Toen draoiden ze d'r eigen om van voe de bèstie en de Moeder schoof de gerdienen toe'. Hoewel de onderstroming van deze vertelling heel tragisch is, ontbreekt de komische noot geenszins. Er zijn heel wat passages waar men lachen kan, zoals de wederwaardigheden van Agestien als tuinman bij de dominee, of de geschiedenis van zijn pruik. Si tuaties en bijfiguren zijn uitstekend ge tekend het verhaal leent zich ook heel goed tot voordracht. De taal is rijk en gevarieerd, maar gelukkig niet overda- öig-arehaiserend, de toon weldadig so ber. ,Dien raoren Agestien is dan ook een welkome aanwinst in onze in Zeeuws dialect geschreven letteren, en we ho pen dat Jan Kousemaker méér zal schrijven. Het boekje werd geïllustreerd met enkele dorpsgezichten in Ellewouts dijk en 's-Heer-Arendskerke uit het be gin van deze eeuw. Op de omslag staat een houtgravuretje van Dillens, dat echter niet wordt vermeld. i die vader voor zijn Jan Kousemaker: Dien raoren Agestien. G. W. den Boer, Middelburg, Serie Land en Volk der Scheldemonden VII. PUZZELTJE HORIZONTAAL: 1 afnemen, achteruit gaan; 5 uithoe ken v. overtreding: 10 lor: 11 getand raadje aan laars: 13 goedig persoon: 15 arbeidsvermogen: 18 vervoeging vhww .roppen'. 19 rustend, afk.: 21 Greenwich-trjd. afk.; 22 bouwveld: 23 bloedverwante; 25 schaap; 26 vat met oren; 27 strand als badplaats met toebehoren; 30 vervoeging van het ww breien; 31 nieuw- voorvoeg sel l32 gebak; 35 bep. gewicht, afk.: 36 voeg- 37 papiermaat; 39 naschrift, afk.; 41 na de"tijd dat; 43 weest ge groet (Latyn); 45 voertuig: 48 ge meente; 50 smet: 51 eveneens; 52 ie dere: 53 eer; s4 zie 39; 56 race te Assen (afk.); 58 vat; 59 plotselinge wind; 62 Aziaat; 64 schande; 65 een zekere! 66 zeevogels: 67 esprit. VERTICAAL: 2 dienst ter beveiliging v. d. staat (afk.); 3 kwade: 4 stad in Noord- Holland; 5 in-: toekomstig; 6 zeevis; schoorsteenzwart; 8 district, afk.; ter beschikking (afk.); 28 snaak; kortstondige lie! lichtuitstraling; 33 ,1-aviri van Holland; 34 tydperk; 35 koeievoer; 38. larve van vlieg; 39 eiken paal van 1,20-1,60 m lengte: 40 deel van een breiwerk; 42 versna pering; 44 gedrang: 46 gemeente in Groningen: 47 in orde (afk.); 49 maag v. e. herkauwer; 54 lichaams deel; 55 verwonding; 56 drank; 57 meisjesnaam; 60 haren van schaap; 61 naaldboom; 63 buitendijks land. ,De foto van de prijsplaat werd gemaakt te Renesse, eind van de Laone, het hek van de voormalige theetuin', aldus het briefje van J. M. van Klooster, Wilhelminaweg 8 te Renesse. Het was een van de zeer weinige goede oplossingen en de beloning is een tientje. Voor woensdag moeten de inzendingen voor de prijsplaat van van daag per briefkaart worden gezonden aan Redactie PZC, Wal- straat, Vlissingen, Onder degenen, die de plaats noemen waar de prijsplaat van vandaag is gemaakt, wordt een tientje verloot. Bij de opgave van volgende week wordt de naam van de prijswinnaar en de oplossing gepubliceerd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1968 | | pagina 17