I
SLAM MET 26 PUNTEN
DRS VERBURG: NA ZEVEN JAAR NOG
NIETS VERLEERD
ISER KOEPERMAN:
IJZERSTERK
t
m
i
w
m
m
m
m
1
4
1
i
X
1
il
1
p
f!
1
i
x
n
a
e
A
s
Zaterdag 20 januari 1968
heer; slag 6: kleine ruiten voor troef 10; Het
spel Is als volgt:
4> A9S
V 9 5 4
(Van onze bridgemedewerker)
Slambiedingen zijn niet altijd afhankelijk van
het benodigde aantal punten, maar veelal
ook van de verdeling van de kaart. Toch blijft
het voor vele paren moeilijk om met minder
dan pl. m. 30 punten een slam uit te bieden.
Aangezien slamcontracfen weinig voorkomen, is
menig paar onvoldoende gewapend om deze
contracten met minder dan het genoemde aan
tal punten uit te bieden. Toch zijn deze slam
contracfen van veel belang, zeker in een vier-
tallenwedstrijd. immers een kwetsbaar klein
jlam harten of schoppen levert 1330 punten
op, hetgeen bij een vierfallenwedstrijd resul
teert in 16 M.P., terwijl het niet geboden slam-
confract, maar wel gemaakt (bv 4 harten plus
twee) 680 punten oplevert en resulteert in 12
M.P. Vandaar dat het bij viertallen zaak is
om het slam uit te bieden, immers door één
enkel spel kan de wedstrijd beslist worden.
BIJ parenwedstrijden geldt dit minder. Nu de
viertallencompetitie van start is gegaan lijkt
het mij interessant een spel te bespreken met
in totaal in beide handen 26 punten, dat een
slamcontract bevat. Het betrokken spel kwam
voor op een clubcompetitie en werd slechts
eenmaal uitgeboden.
Het spel lag als volgt: west gever, allen kwets-
V 10 6
V V B 8 3
A 9 8 6
7 5 4
V 10 7 6
H V 10 7 4
4>85
A H B 3
V H
B 5 3 2
•J» A H V 7 2
Ter toelichting op het verloop van de bieding:
het betreffende paar speelt het systeem Van
de Werf. Als afwijking op de normale systemen
geeft het aas 5 punten aan, terwijl heer, vrouw,
boer, resp. als 3, 2 en 1 punten worden geteld.
Voorts wordt bijvoorbeeld vooi een vijfkaart
een extra punt gerekend. De minimale opening
bestaat in dit systeem twee in een kleur (mi
nimaal 13 punten) met een 4 4-4-1- of een
5-4-4-verdeling. Onder voortdurend passen van
oost-west verliep de bieding als volgt: Noord
twee harten; zuid 2 S. A. (minstens 13 punten).
Noord 3 ruiten (noord geeft nu zijn ontbrekende
kleur aan, of geen); Thans is zuid zeker van
een vierkaart in klaveren, zodat een slamcon
tract in klaveren alleszins reëel is. Zuid ver
volgde dan ook met azen en heren te vragen:
Zuid 4 S A; noord 5 S A (op 4 S A geeft 5 KI.
0 azen, 5 R 1 aas, 5 H 1 aas plus 1 heer, 5 Sch.
1 aas plus 2 heren, 5 S A 2 azen of 1 aas plus
3 heren).
Na 5 S A bood zuid nu 6 klaveren waarna
verder werd rondgepast en west mocht uitko
men. De uitkomst van ruiten aas werd op tafel
met klaveren 3 ingetroefd, waarna met harten 2
werd overgestoken naar harten heer In de hand.
Vervolgens kleine ruiten uit de hand voor kla
veren 6. Harten aas, waarop de leider een rui
ten afgooide, daarna een kleine schoppen voor
de heer. Ruitenboer werd ingetroefd met kla
veren 10, waarna zuid nog 5 klaveren-slagen
maakte, alsmede schoppen aas, terwijl de laatste
slag voor west was, te weten schoppen vrouw.
Zo werd dus het 6-klaverencontract precies ge
maakt. Hoewel hier een goed contract werd
geboden en tevens gemaakt, kunnen in dit spel
alle slagen worden binnengehaald.
Na de uitkomst met ruiten aas, welke op tafel
wordt Ingetroefd met klaveren 3 kan zuid alle
ruiten introeven en wel als volgt: slag 2; harten
2 naar de heer; slag 3: een kleine ruiten voor
troef 6; slag 4: hartenaas waarop in de hand
schoppen 3; slag 5: schoppen 2 voor schoppen
4. A H V 7 2
Met aan tafel aan slag moet zuid zorgen in
de hand te komen, waarbij klaveren boei blijft
liggen om de laatste ruiten in te kunnen troe
ven. De leider heeft nu de keus tussen harten
introeven dan wel schoppenaas en vervolgens
een schoppen in te troeven. Het introeven moet
wel met een kleine klaveren geschieden, inge
val de klaveren 3-1 verdeeld zouden zitten en de
leider dan een klaverslag verliest. Het beste is
om een harten in te troeven en vervolgens
ruitenboer uit de hand in te troeven met kla-
verenboer, schoppenaas, kleine schoppen Introe
ven met een kleine klaveren en vervolgens de
klaveren af te spelen. Bij deze speelwijze wor
den alle slagen gemaakt. Voor de fijnproevers
ten-schoppendwang en wel op de navolgende
wijze:
De klaveruitkomst nemen in de hand: slag 2:
ruiten 2 voor troef 6; slag 3: harten 2 voor
harten heer; slag 4: ruiten 3 voor klaveren 10;
slag 5: hartenaas uit de hand ruiten 5; slag 6:
harten 4, klaveren 2; slag 7: ruitenboer voor
klaverenboer; slag 8: schoppen 2 voor schoppen
heer; slag 9 en 10 respectievelijk voor klaveren-
aas-heer. Bij goed tegenspel is nu de volgende
situatie ontstaan:
A V 10
V V
-
V
4. 7
Zuid is nu aan slag en speelt klaveren 7 voor
West zit nu in dwang, bij het afgooien van
hartenvrouw gaat op tafel schoppen 9 weg en
schoppenaas en harten 5 worden nu de 2 laatste
slagen, dan wel west ruimt schoppen 10 op en
op tafel verdwijnt harten 5 en schoppenaas en
9 worden de laatste 2 slagen.
Zo blijkt dus dat op het bovenstaande spel, dat
in totaal 26 punten bevatte, zelfs een groot
slam klaveren te maken is.
(door drs C. B. v. d. Berg)
,De oude liefde blijft trekken' schrijft drs M. C. Verburg naar aanleiding van
een onderhoudende partij, enige tijd geleden gespeeld in de massakamp
'Middelburg-Vlissingen. Ondanks het feit dat drs Verburg in zeven jaar niet
aan een wedstrijd had deelgenomen, liet hij zich bij deze gelegenheid ver
leiden weer eens achter bord en stukken (met niet te vergeten de klok!)
plaats te nemen. Afgezien van het succes dat hij voor Middelburg aan bord
twee wist te boeken, zal drs Verburg van zijn heroptreden geen spijt heb
ben gehad. Zijn partij tegen J. Jansen (Vlissingen), evenals Verburg oud
Zeeuws kampioen, werd een spannende en ingewikkelde strijd met wisse
lende kansen.
Aan zo'n eerste echte partij zijn de
sporen van jarenlange afwezigheid
niet geheel vreemd. Een vrij ongewo
ne openingskeuze (1. b2-b4), om de
niet meer bij te houden theorie te
vermijden. Verbruik van veel bedenk
tijd, waarbij tegenstander J. Jansen,
naarmate het spel moeilijker werd,
begrijpelijkerwijs niet achterbleef.
Een kwaal waaraan overigens ook
er geroutineerde spelers lijden.
bekendste voorbeeld Is wel
Reshevsky, die trouwens juist onder
druk van de klok tot grota prestaties
komt.
Niettemin, schaken verleert men niet,
evenmin als bijvoorbeeld zwemmen,
ook al beweegt men zich niet meer
als een vis in het water. Vele enthou
siaste beoefenaren van het koninlc-
spel ontbreekt helaas echter een
voudig de tijd tot de zo onmisbare
oefening en studie. Ook drs Verburg,
behalve oud-kampioen van Zeeland
tevens bekend door de jarenlange
verzorging van deze rubriek, wordt
in z(jn functie van directeur van het
Economisch Technologisch Instituut
maatschappelijk meer en meer opge
ëist. Bovendien zijn er dan nog de
"e wetenschappelijke publikaties
van zijn hand alsmede tussentijds een
studieopdracht voor de OESO (Orga
nisatie voor Economische Samenwer
king en Ontwikkeling) te Parijs.
Temidden van al dit werk heeft drs
Verburg zijn grote belangstelling voor
het schaken geenszins verloren. Laat
ons hopen, dat zijn in onderstaande
partij gemaakte rentree niet inciden
teel zal behoeven te zijn.
Wit: drs M. C. Verburg (Middelburg)
Zwart: J. Jansen (Vlissingen)
Sokolsky flankspel
1. 1>2-1)4
Iedere schaker, zeker van de oudere
general ie, kent de anekdote van dr
Tartnkower, die deze overigens ook
wel al eerder gespeelde zet toepaste
tegen Maróczy in het beroemde toer
nooi New York 1924. Bij een bezoek
ean de dierentuin Bronx Park had
een lang gesprek met de bekroonde
orang oetan .Susan' hem geïnspireerd
tot deze openingszet, die hij derhalve
voorstelde voortaan orang-oetan-ope-
ning te noemen Waarom dan maar
niet meteen .Susanne' In leder
geval echt Tartakower en ook een
beetje in de geest van die tijd met
verschijnselen als Dada etc. Een
schertsbenaming die trouwens in
middels voor een wat serieuzer no
menclatuur heeft moeten plaats ma
ken Tegenwoordig spreekt men za
kelijk van 1. b2-b4 opening, hetzij van
Sokolsky flankspel. Deze Sowjetrus-
slsche meester heeft 1. b2-b4 door
systematische toepassing de status
van echte opening verschaft en er
een Interessant boekje over geschre
ven. Voor liefhebbers: er bestaat
sinds enkele jaren een goede Duitse
vertaling, verschenen bij de bekende
«chaakultgcver Rattmann, Hamburg.
Voor wie zelf 1. b2-b4 wil spelen, is
Sokolsky's werkje bijna onontbeerlijk.
het bevat behalve instructieve voor
beelden uit de praktijk enkele basis
varianten, die als de theorie van deze
opening kunnen worden beschouwd.
Openingstheorie dus ook al op het
gebied van dr Tartakowers mensaap,
maar wel nog binnen redelijke gren
zen.
1
2. Lcl-b2
3. e2-eS
4. b4-b5
5. d2-d4
d7-d5
e7-e6
Pg8-f6
c7-c5
sitie van de witte koning wordt nu
minder gemakkelijk die van
zwarts koning was het reeds.
13. Lfl-e2 Da4-aö+
14. Kel-fl Pb8-a6
15. Pf3-cl
Misschien had wit inderdaad beter 15.
Lf8 kunnen doen. De situatie, die dan
ontstaat, is vrij lastig te taxeren,
maar lijkt toch niet slecht voor zwart.
Een enkele mogelijkheid: 15. Lf8,
Dd8 16. Lg7Tg8 17. Le5, Ld7. Wit
heeft met een zeker tekort aan ruim
te te kampen, dat valt voortdurend op
en is in wezen een gevolg van het
toelaten van de opmars c5-c4.
15. Da5-c3
Verburg acht dit een enigszins ge
vaarlijke manoeuvre en zou de voor
keur willen geven aan terugtrekken
van de zwarte dame, eventueel tevens
van Pe4. Mij dunkt dat zwart zo be
scheiden niet hoeft te zijn en zich
nogal wat kan permitteren. Zulks op
grond van zijn ruimtevoordeel, dat
vooral ook de activiteit van zwarts
stukken ten goede komt.
16. f2-f3 Pe4-d2f
17. Kfl-f2
Stelling na 17. Kfl-f2
19. c2xbS
20. La3-d6
21. Tal-bl
22. e3-e4!
Stelling na 22. e3-e4!
DcSxbS
Tb8-«8
DbS-a4
Verburg zal er zich niet van bewust
zijn geweest, maar dit is een afwij
king van de .theorie'. Sokolsky's
hoofdvariant gaat verder met 5. Pf3
benevens 6. c4, terwijl hij voorts at
tent maakt op 5. f4, teneinde de in
vloed op het centrale veld e5 te ver
groten. Dit laatste doet ook de hier
door wit gekozen zet 5. d4, doch deze
sluit tevens de diagonaal van Lb2,
hetgeen niet de bedoeling kan zijn
van het witte openingssysteem, zeker
in principe niet. (Natuurlijk kunnen
er stellingen voorkomen, waarin d2-
d4 zeer goed is. Sokolsky geeft ook
die).
5c5-c4
Kost een tempo, maar is verantwoord
doordat de diagonaal van Lb2 her-
De juiste methode om van materieel-
voordeel gebruik te maken vormt
vrijwel steeds actief spel, zo mogelijk
liefst op aanval gericht. Of zoals drs
Verburg in zijn gewaardeerde anno
taties kort en bondig opmerkt: ,nu
de stelling snel openen of een voor
post op e5'.
22.
17. Ta8-b8?
Merkwaardig, zwart zet zijn dameto-
23. e4-e5 Pa6-b8
24. Dcl-g5
Dreigt 25. De7t en mat op c7.
24Pb8-c8
25. Dg5xg7 Th8-e8
26. Dg7xf7f Te8-e7
Zwart geeft liever nog een kwaliteit
dan zich door 26Pe7 definitief
te laten pennen. Zwart komt een to
ren achter, maar hoopt op zijn vrij
pionnen, daar het wit nog enige tijd
zal kosten zijn stukken volledig te
mobiliseren. Dit gezien de omstandig
heid dat hij op de eerste rij niet zo
gemakkelijk uit de weg kan.
metisch gesloten wordt alsmede de
kwetsbaarheid van wits opgerukte b-
pion geaccentueerd wordt.
6. a2-a4 a7-u6
7. Pgl-fS Dd8-1>6
8. Pbl-n8 a6xb5
Met het openen van de a-lijn had
zwart beter nog even kunnen wach
ten. Sterk was 8. ...Pe4 met de drei
ging 9. ...Lb4t.
9. a4xb5 Lf8xa3
Wit dreigde 10. Pc4:l, zodat zwart tot
ruil besluit. Thans ging 9. ...Pe4 niet
meer wegens 10. Pc4:, Lb4t 11. c3!
10. Lb2xa3
De loper heeft een nieuw emplooi ge
vonden op de diagonaal a3-f8, waar
hij zwarts korte rochade (voorlopig)
verhindert, hetgeen het verlies van
pion b5 ongeveer compenseert,
10. Dh6xb5
11. Tal-bl
Juister was. zoals door Verburg aan
gegeven. 11. Pd2, om Ta3: en Db4t
te voorkomen, .alsmede ter verhinde
ring van Pe4. Bijv. 11. Pe4 12.
Pe4:, de4-: (12. Ta3:? 13. Pd6t) 13.
c3 en wit staat goed.
1L Db5-a4
12. Tbl-al Pf6-e4
Zwart heeft ten gevolge van wits on
nauwkeurige 11de zet waardevolle
tijdwinst kunnen behalen. Ook de po-
27. Ld6xe7
28. Tbl-b6
29. Df7xe6+
30. Tb6xa6
31. De6-d6
32. Dd6-c5
Pc6xe7
Ta8-a6
Kd7-e8
b7xa6
Da4-al
ren op non-actief zonder dat daartoe
aanleiding bestond. Hij had 17. Pc7
moeten doen, een zet die La3 bedreigt
en tevens Ta8 dekt. Daarop zou 18.
Lb2, Db2: 19. Ta8:, Pa8: 20. Dd2:, 0-0
op een voor zwart alleszins bevredi
gende ruil neerkomen. Ook tegen 18.
Del zou zwart zich afdoende kunnen
verdedigen. Bijv. 18. Pb5 19. Lb2,
Tal: 20. Lal:, Da5 en zwart kan ter
ondersteuning van Pd2 zo nodig c4-
c3 spelen, hetgeen tevens veld c4 vrij
maakt voor terugkeer van Pd2. Of
20. Dal:, Db4 en indien nu 21. c3, dan
21. Dd6 met vrijkoming van veld
b3 voor het paard. (Op 22. Da4 is 22.
Dc6 of 22. Dd7 goed).
Ik heb geen methode voor wit kun
nen vinden, om van de ingesloten po
sitie van zwarts Pd2 gebruik te ma
ken. (Na 17 Pc" was de strijd
mijns inziens open geweest) Het ver
de vijandelijke linies binnengedrongen
zwarte paard blijkt tot allerlei hippi
sche verrassingen in staat.
18. Ddl-cll
Nu zit het paard wel degelijk In de
val. Er dreigt 19. Lb2, Db4 20. c3 en
daartegen heeft zwart geen adequate
verdediging. H(j besluit daarom Pd2
prijs te geven voor nog een tweede
pion, hetgeen echter niet geheel vol
doende vergoeding betekent.
18. Pd2-bS
Een nuttige zet, die pion d4 dekt, Pe7
aan Lc8 bindt en de opmars van pion
c4 bemoeilijkt. Zwart probeert het
dan ook met z(jn a-pion.
32
88. Thl-fl
34. f3-f4
85. Pgl-f8
36. Dc5-b5j
37. Db5-b8f
38. Db8-hl
a6-aö
Dal-a2
a5-a4
a4-aS
Le8-d7
Ld7-c8
38. f5 was radicaler, maar dit is vei
liger. Wit heeft in de tijdnoodfase
aanval en verdediging bekwaam ge
combineerd en zijn grote materiële
voorsprong gaat nu beslissend ge
wicht in de schaal leggen.
39. Dblxb2
40. Tfl-bl
41. Le2-d3
42. Kf2-e3
Da2-b2
a3xb2
c4-c3
Lc8-f5
Lf5-g6
Zwart gaf het gelijktijdig op. er volgt
43. Lg6:t en 44. Kd3. Ook 42. c2
(l.pl.v. 42. Lg6) was niet voldoen
de wegens 43. Lc2:, Lc2: 44. Tb2:,
waarna wit kwaliteit en drie pionnen
voor blijft.
Zwart speelt wit hiermede geheel in
de kaart. Immers wit kan schijf 37
best op het centrum gebruiken. Ook
Koeperman beschouwde deze zet van
Andreiko als een fatale vergissing.
Dit betekent dus. dat wit vanaf dit
moment reële winstmogelijkheden
zag. De zwarte stelling gaat nu ook
wel een zwakke indruk maken, met
name door het ontbreken van een
schijf op veld 4.
Op 18-2o volgt 24-20 (10-15) 20-14x
14. Op 14-19 volgt 28-23!
33. 40-35 11-17
34. 39-34 16-21
35. 34-30 21-26
36. 41-37 7-11
37. 43-39 18-23
38. 28x19 14x23
Zwart speelt kennelijk al een verlo
ren partij. Deze voortzetting is niet
sterk, maar het valt moeflijk wat
beters aan te geven, gezien de hope
loze opstelling aan de linkervleugel.
39 24-20 17-22
40. 20-15 10-14
41. 39-34 22-27
Horizontaal:1 stad in N.-W.-Italië,
6 gebint; 11 spits, snedig; 12 gezwol
lenheid: 14 muzieknoot; 15 Frans
schrijver; 16 eerste mens (O. T.
17 rund: 19 wandversiering; 21 fijn
gehakt varkensvlees; 22 gans; 23
evennachtslijn; 25 bloedverwant. 26
een zekere; 28 eer; 30 naaldboom:
31 necht, sterk; 33 wederechtelijke
afstandsmaat; 44 vlaktemaat; 45 op
perwezen; 47 als daar zijn afk
48 vogelwoning; 49 uitbouw; 50 loofd
tri woord: 51 aanwijz-->"d v.-in-r wrö
54 klein zoogdier; 55 riviertje n
Noord-Brabant, 56 grne.-.te 58 ake
lige; 61 zie 17; 62 dichter bij de wind
sturen: 64 rijwiel; 66 dunne .-dang
67 vaartuig.
Verticaal: 1 uitroep van pijn; 2 onzlj
dig, afk.; 3 sta stil; 4 dulvenhoK:
5 ongehuwde staat. 6 tussenruimte
7 weggetje; 8 blad als bouwmate
riaal ilndon.): 9 Ned. Handel Mij
afk.; 10 meisjesnaam: 11 uitstekand:
13 lenig; 14 rechten door admini
stratie geheven; 18 showruimte op de
jaarbeurs: 20 verwonding: 21 larve
24 nummers, afk.; 27 slang; 29 Ro
meinse godin v. d. huiselijke haard
32 sterke drank (Eng.)33 jongens
naam. 36 oamboebeer; 37 gebied;
38 overgebleven deel: 39 duw; 41
spijsverteringsorgaan; 42 taai-eigen;
43 eenhoevige zoogdieren; 45 proces;
46 uit Drente 52 erf; 53 rivier in
Italië; 56 hoofddeksel: 57 lidwoord;
59 paling. 60 gemeente op de Velu-
we; 63 rund; 65 persoonlijk (Fr.
afk.).
De oplossing van de vrijdagpuzzel Is:
l AR F. N R Li I D'l
I r1
Middels honderden briefkaartjes weten we nu, dat Nisse rijmt
op misse en bovendien werd ons vermoeden, dat de prijsplaat
van vorige week in dit Bevelandse dorp werd gemaakt, beves
tigd. Mevrouw Perrels-Verburg, Havenstraat 7, Hoedekensker-
ke krijgt voor haar goede oplossing een tientje.
Inzendingen voor de prijsplaat van vandaag - gevraagd wordt
de plaats waar de foto werd gemaakt - moeten voor woensdag
worden verzonden aan redactie PZC, Walstraat, Vlissingen.
Volgende week publiceren we bij de nieuwe opgave de oplos
sing en de naam van de prijswinnaar.
PUZZELTJE
(door i. anderson)
Het scoreverloop van de match om de wereldtitel tussen titelhouder Iser
Koeperman en diens uitdager Andris Andreiko die zich dit recht ver
wierf door de Challence Mondial '66 te winnen was door de aanhou
dende reeks remises bepaald niet opwindend te noemen, tot Koeperman
in de negende ronde uit zijn schuilhoek kwam en meteen succes boekte.
Wellicht heeft deze uitval tot gevolg, Koeperman ls nu wel uiterst voor
dat Andreiko ook uit een ander vaat- zlchtig. Met 25-20 en 15-10 schept hij
je gaat tappen, want hij zal althans zich immers directe winstkansen,
twee partijen moeten gaan winnen,
hetgeen tegen deze weinig risico's ne
mende wereldkampioen geen geringe
opgave is. Bovendien verkeert deze
in een blakende vorm; zijn winstpar
tij was van uitstekend gehalte, vooral
in tactisch opzicht. Andreiko voerde
wat vreemd aandoende manipulaties
uit aan zijn linkervleugel, die Koe
perman niet van de wijs vermochten
te brengen, maar hem integendeel
de kans boden een gave aanval op die
vleugel te lanceren.
Wit: Koeperman. Zwart: Andreiko.
1. 32-28 18-23
2. 33-29 23x32
3. 37x28 20-25
4. 39-33 15-20
5. 44-39 19-24
6. 38-32 14-19
7. 41-37 10-14
Zwart zet de opening origineel op;
wit formeert een stevig centrum.
8. 42-38 13-18
9. 50-44 9-13
10. 47-42 5-10
11. 46-41 10-15
Een belangrijk moment. Andreiko
inviteert wit tot 28-23x23 en Laar
mede tot een agressieve houding.
Koeperman aanvaardt deze uitnodi
ging-
12. 28-23 19x28
13. 32x23 4-10
De laatste zet van zwart is de conse
quentie van zijn gehele spelopzet. Dit
wil niet zeggen, dat 4-10 ook de sterk
ste voortzetting is. Maar ook al
mocht deze zet minder sterk zijn dan
13-19 of 14-19 dan nog heeft de tekst
zet voor Andreiko het voordeel, dat
hij zijn zin een gecompliceerde
stelling heeft bereikt. Hiervoor
heeft hij wel een positioneel nadeeltje
over. Maar wie zal in het huidige
wedstrijdspel nog willen beweren wat
voordeel en nadeel is, althans wan
neer het gaat om uiteindelijk per
soonlijke opvattingen rond de spel-
opbouw.
14. 31-27 17-22
15. 34-30 25x34
16. 39x19 13x24
17. 40-34 22x31
18. 36x27 8-13
De strijd is volop ontbrand. Wit moet
beducht zijn voor eventuele venijnige
combinaties, terwijl zwart bovendien
de zorg erbij heeft, dat hij zijn merk
waardig opgestelde linkervleugel
moet beschermen.
19. 34-30 2-8
20. 30x19 13x24
21. 44-40 3-9
22. 43-39 20-25
Na ampele overweging besluit zwart
eieren voor zijn geld te kiezen en zijn
linkervleugel een meer normaal aan
zien te verschaffen.
23. 29x20 18x29
24. 33x24 25-30
25. 42-19 15x13
26. 35x24 11-17
Koeperman is uit deze schermutse
lingen als winnaar te voorschijn ge
komen. Zwart heeft zijn opzet prijs
gegeven en bovendien heeft wit er
een goede voorpost op 24 aan over
gehouden.
27. 40-34 12-18
28. 34-30 7-12
29. 45-40 1-7
30. 49-43 17-21?
Maar de titelhouder geeft er de voor
keur aan een nog gunstiger gelegen
heid af te wachten.
4213-18
43. 42-38 11-17
44. 34-29 23x34
45. 30x39 8-13
46. 39-34 27-31
47. 35-30 31x42
48. 48x37
Hier had wit ook kunnen slaan 38x
47 met het volgende mogelijke
verloop: 26-31; 48-42 18-22; 25-20
14x25; 34-29 25x23; 33-28 23x32;
42-37 enz.
18-22
49. 38-32
17-21
50. 30-24
13-18
51. 34-29
22-27
52. 25-20
27x38
53. 33x42
14x25
54. 15-10
21-27
55. 10-4
9-13
56. 24-20
25x14
57. 29-23
18x29
58. 4x34
27-31
59. 34x7
31-36
60. 7-29
en zwart geeft op.