I SLAM MET 26 PUNTEN DRS VERBURG: NA ZEVEN JAAR NOG NIETS VERLEERD ISER KOEPERMAN: IJZERSTERK t m i w m m m m 1 4 1 i X 1 il 1 p f! 1 i x n a e A s Zaterdag 20 januari 1968 heer; slag 6: kleine ruiten voor troef 10; Het spel Is als volgt: 4> A9S V 9 5 4 (Van onze bridgemedewerker) Slambiedingen zijn niet altijd afhankelijk van het benodigde aantal punten, maar veelal ook van de verdeling van de kaart. Toch blijft het voor vele paren moeilijk om met minder dan pl. m. 30 punten een slam uit te bieden. Aangezien slamcontracfen weinig voorkomen, is menig paar onvoldoende gewapend om deze contracten met minder dan het genoemde aan tal punten uit te bieden. Toch zijn deze slam contracfen van veel belang, zeker in een vier- tallenwedstrijd. immers een kwetsbaar klein jlam harten of schoppen levert 1330 punten op, hetgeen bij een vierfallenwedstrijd resul teert in 16 M.P., terwijl het niet geboden slam- confract, maar wel gemaakt (bv 4 harten plus twee) 680 punten oplevert en resulteert in 12 M.P. Vandaar dat het bij viertallen zaak is om het slam uit te bieden, immers door één enkel spel kan de wedstrijd beslist worden. BIJ parenwedstrijden geldt dit minder. Nu de viertallencompetitie van start is gegaan lijkt het mij interessant een spel te bespreken met in totaal in beide handen 26 punten, dat een slamcontract bevat. Het betrokken spel kwam voor op een clubcompetitie en werd slechts eenmaal uitgeboden. Het spel lag als volgt: west gever, allen kwets- V 10 6 V V B 8 3 A 9 8 6 7 5 4 V 10 7 6 H V 10 7 4 4>85 A H B 3 V H B 5 3 2 •J» A H V 7 2 Ter toelichting op het verloop van de bieding: het betreffende paar speelt het systeem Van de Werf. Als afwijking op de normale systemen geeft het aas 5 punten aan, terwijl heer, vrouw, boer, resp. als 3, 2 en 1 punten worden geteld. Voorts wordt bijvoorbeeld vooi een vijfkaart een extra punt gerekend. De minimale opening bestaat in dit systeem twee in een kleur (mi nimaal 13 punten) met een 4 4-4-1- of een 5-4-4-verdeling. Onder voortdurend passen van oost-west verliep de bieding als volgt: Noord twee harten; zuid 2 S. A. (minstens 13 punten). Noord 3 ruiten (noord geeft nu zijn ontbrekende kleur aan, of geen); Thans is zuid zeker van een vierkaart in klaveren, zodat een slamcon tract in klaveren alleszins reëel is. Zuid ver volgde dan ook met azen en heren te vragen: Zuid 4 S A; noord 5 S A (op 4 S A geeft 5 KI. 0 azen, 5 R 1 aas, 5 H 1 aas plus 1 heer, 5 Sch. 1 aas plus 2 heren, 5 S A 2 azen of 1 aas plus 3 heren). Na 5 S A bood zuid nu 6 klaveren waarna verder werd rondgepast en west mocht uitko men. De uitkomst van ruiten aas werd op tafel met klaveren 3 ingetroefd, waarna met harten 2 werd overgestoken naar harten heer In de hand. Vervolgens kleine ruiten uit de hand voor kla veren 6. Harten aas, waarop de leider een rui ten afgooide, daarna een kleine schoppen voor de heer. Ruitenboer werd ingetroefd met kla veren 10, waarna zuid nog 5 klaveren-slagen maakte, alsmede schoppen aas, terwijl de laatste slag voor west was, te weten schoppen vrouw. Zo werd dus het 6-klaverencontract precies ge maakt. Hoewel hier een goed contract werd geboden en tevens gemaakt, kunnen in dit spel alle slagen worden binnengehaald. Na de uitkomst met ruiten aas, welke op tafel wordt Ingetroefd met klaveren 3 kan zuid alle ruiten introeven en wel als volgt: slag 2; harten 2 naar de heer; slag 3: een kleine ruiten voor troef 6; slag 4: hartenaas waarop in de hand schoppen 3; slag 5: schoppen 2 voor schoppen 4. A H V 7 2 Met aan tafel aan slag moet zuid zorgen in de hand te komen, waarbij klaveren boei blijft liggen om de laatste ruiten in te kunnen troe ven. De leider heeft nu de keus tussen harten introeven dan wel schoppenaas en vervolgens een schoppen in te troeven. Het introeven moet wel met een kleine klaveren geschieden, inge val de klaveren 3-1 verdeeld zouden zitten en de leider dan een klaverslag verliest. Het beste is om een harten in te troeven en vervolgens ruitenboer uit de hand in te troeven met kla- verenboer, schoppenaas, kleine schoppen Introe ven met een kleine klaveren en vervolgens de klaveren af te spelen. Bij deze speelwijze wor den alle slagen gemaakt. Voor de fijnproevers ten-schoppendwang en wel op de navolgende wijze: De klaveruitkomst nemen in de hand: slag 2: ruiten 2 voor troef 6; slag 3: harten 2 voor harten heer; slag 4: ruiten 3 voor klaveren 10; slag 5: hartenaas uit de hand ruiten 5; slag 6: harten 4, klaveren 2; slag 7: ruitenboer voor klaverenboer; slag 8: schoppen 2 voor schoppen heer; slag 9 en 10 respectievelijk voor klaveren- aas-heer. Bij goed tegenspel is nu de volgende situatie ontstaan: A V 10 V V - V 4. 7 Zuid is nu aan slag en speelt klaveren 7 voor West zit nu in dwang, bij het afgooien van hartenvrouw gaat op tafel schoppen 9 weg en schoppenaas en harten 5 worden nu de 2 laatste slagen, dan wel west ruimt schoppen 10 op en op tafel verdwijnt harten 5 en schoppenaas en 9 worden de laatste 2 slagen. Zo blijkt dus dat op het bovenstaande spel, dat in totaal 26 punten bevatte, zelfs een groot slam klaveren te maken is. (door drs C. B. v. d. Berg) ,De oude liefde blijft trekken' schrijft drs M. C. Verburg naar aanleiding van een onderhoudende partij, enige tijd geleden gespeeld in de massakamp 'Middelburg-Vlissingen. Ondanks het feit dat drs Verburg in zeven jaar niet aan een wedstrijd had deelgenomen, liet hij zich bij deze gelegenheid ver leiden weer eens achter bord en stukken (met niet te vergeten de klok!) plaats te nemen. Afgezien van het succes dat hij voor Middelburg aan bord twee wist te boeken, zal drs Verburg van zijn heroptreden geen spijt heb ben gehad. Zijn partij tegen J. Jansen (Vlissingen), evenals Verburg oud Zeeuws kampioen, werd een spannende en ingewikkelde strijd met wisse lende kansen. Aan zo'n eerste echte partij zijn de sporen van jarenlange afwezigheid niet geheel vreemd. Een vrij ongewo ne openingskeuze (1. b2-b4), om de niet meer bij te houden theorie te vermijden. Verbruik van veel bedenk tijd, waarbij tegenstander J. Jansen, naarmate het spel moeilijker werd, begrijpelijkerwijs niet achterbleef. Een kwaal waaraan overigens ook er geroutineerde spelers lijden. bekendste voorbeeld Is wel Reshevsky, die trouwens juist onder druk van de klok tot grota prestaties komt. Niettemin, schaken verleert men niet, evenmin als bijvoorbeeld zwemmen, ook al beweegt men zich niet meer als een vis in het water. Vele enthou siaste beoefenaren van het koninlc- spel ontbreekt helaas echter een voudig de tijd tot de zo onmisbare oefening en studie. Ook drs Verburg, behalve oud-kampioen van Zeeland tevens bekend door de jarenlange verzorging van deze rubriek, wordt in z(jn functie van directeur van het Economisch Technologisch Instituut maatschappelijk meer en meer opge ëist. Bovendien zijn er dan nog de "e wetenschappelijke publikaties van zijn hand alsmede tussentijds een studieopdracht voor de OESO (Orga nisatie voor Economische Samenwer king en Ontwikkeling) te Parijs. Temidden van al dit werk heeft drs Verburg zijn grote belangstelling voor het schaken geenszins verloren. Laat ons hopen, dat zijn in onderstaande partij gemaakte rentree niet inciden teel zal behoeven te zijn. Wit: drs M. C. Verburg (Middelburg) Zwart: J. Jansen (Vlissingen) Sokolsky flankspel 1. 1>2-1)4 Iedere schaker, zeker van de oudere general ie, kent de anekdote van dr Tartnkower, die deze overigens ook wel al eerder gespeelde zet toepaste tegen Maróczy in het beroemde toer nooi New York 1924. Bij een bezoek ean de dierentuin Bronx Park had een lang gesprek met de bekroonde orang oetan .Susan' hem geïnspireerd tot deze openingszet, die hij derhalve voorstelde voortaan orang-oetan-ope- ning te noemen Waarom dan maar niet meteen .Susanne' In leder geval echt Tartakower en ook een beetje in de geest van die tijd met verschijnselen als Dada etc. Een schertsbenaming die trouwens in middels voor een wat serieuzer no menclatuur heeft moeten plaats ma ken Tegenwoordig spreekt men za kelijk van 1. b2-b4 opening, hetzij van Sokolsky flankspel. Deze Sowjetrus- slsche meester heeft 1. b2-b4 door systematische toepassing de status van echte opening verschaft en er een Interessant boekje over geschre ven. Voor liefhebbers: er bestaat sinds enkele jaren een goede Duitse vertaling, verschenen bij de bekende «chaakultgcver Rattmann, Hamburg. Voor wie zelf 1. b2-b4 wil spelen, is Sokolsky's werkje bijna onontbeerlijk. het bevat behalve instructieve voor beelden uit de praktijk enkele basis varianten, die als de theorie van deze opening kunnen worden beschouwd. Openingstheorie dus ook al op het gebied van dr Tartakowers mensaap, maar wel nog binnen redelijke gren zen. 1 2. Lcl-b2 3. e2-eS 4. b4-b5 5. d2-d4 d7-d5 e7-e6 Pg8-f6 c7-c5 sitie van de witte koning wordt nu minder gemakkelijk die van zwarts koning was het reeds. 13. Lfl-e2 Da4-aö+ 14. Kel-fl Pb8-a6 15. Pf3-cl Misschien had wit inderdaad beter 15. Lf8 kunnen doen. De situatie, die dan ontstaat, is vrij lastig te taxeren, maar lijkt toch niet slecht voor zwart. Een enkele mogelijkheid: 15. Lf8, Dd8 16. Lg7Tg8 17. Le5, Ld7. Wit heeft met een zeker tekort aan ruim te te kampen, dat valt voortdurend op en is in wezen een gevolg van het toelaten van de opmars c5-c4. 15. Da5-c3 Verburg acht dit een enigszins ge vaarlijke manoeuvre en zou de voor keur willen geven aan terugtrekken van de zwarte dame, eventueel tevens van Pe4. Mij dunkt dat zwart zo be scheiden niet hoeft te zijn en zich nogal wat kan permitteren. Zulks op grond van zijn ruimtevoordeel, dat vooral ook de activiteit van zwarts stukken ten goede komt. 16. f2-f3 Pe4-d2f 17. Kfl-f2 Stelling na 17. Kfl-f2 19. c2xbS 20. La3-d6 21. Tal-bl 22. e3-e4! Stelling na 22. e3-e4! DcSxbS Tb8-«8 DbS-a4 Verburg zal er zich niet van bewust zijn geweest, maar dit is een afwij king van de .theorie'. Sokolsky's hoofdvariant gaat verder met 5. Pf3 benevens 6. c4, terwijl hij voorts at tent maakt op 5. f4, teneinde de in vloed op het centrale veld e5 te ver groten. Dit laatste doet ook de hier door wit gekozen zet 5. d4, doch deze sluit tevens de diagonaal van Lb2, hetgeen niet de bedoeling kan zijn van het witte openingssysteem, zeker in principe niet. (Natuurlijk kunnen er stellingen voorkomen, waarin d2- d4 zeer goed is. Sokolsky geeft ook die). 5c5-c4 Kost een tempo, maar is verantwoord doordat de diagonaal van Lb2 her- De juiste methode om van materieel- voordeel gebruik te maken vormt vrijwel steeds actief spel, zo mogelijk liefst op aanval gericht. Of zoals drs Verburg in zijn gewaardeerde anno taties kort en bondig opmerkt: ,nu de stelling snel openen of een voor post op e5'. 22. 17. Ta8-b8? Merkwaardig, zwart zet zijn dameto- 23. e4-e5 Pa6-b8 24. Dcl-g5 Dreigt 25. De7t en mat op c7. 24Pb8-c8 25. Dg5xg7 Th8-e8 26. Dg7xf7f Te8-e7 Zwart geeft liever nog een kwaliteit dan zich door 26Pe7 definitief te laten pennen. Zwart komt een to ren achter, maar hoopt op zijn vrij pionnen, daar het wit nog enige tijd zal kosten zijn stukken volledig te mobiliseren. Dit gezien de omstandig heid dat hij op de eerste rij niet zo gemakkelijk uit de weg kan. metisch gesloten wordt alsmede de kwetsbaarheid van wits opgerukte b- pion geaccentueerd wordt. 6. a2-a4 a7-u6 7. Pgl-fS Dd8-1>6 8. Pbl-n8 a6xb5 Met het openen van de a-lijn had zwart beter nog even kunnen wach ten. Sterk was 8. ...Pe4 met de drei ging 9. ...Lb4t. 9. a4xb5 Lf8xa3 Wit dreigde 10. Pc4:l, zodat zwart tot ruil besluit. Thans ging 9. ...Pe4 niet meer wegens 10. Pc4:, Lb4t 11. c3! 10. Lb2xa3 De loper heeft een nieuw emplooi ge vonden op de diagonaal a3-f8, waar hij zwarts korte rochade (voorlopig) verhindert, hetgeen het verlies van pion b5 ongeveer compenseert, 10. Dh6xb5 11. Tal-bl Juister was. zoals door Verburg aan gegeven. 11. Pd2, om Ta3: en Db4t te voorkomen, .alsmede ter verhinde ring van Pe4. Bijv. 11. Pe4 12. Pe4:, de4-: (12. Ta3:? 13. Pd6t) 13. c3 en wit staat goed. 1L Db5-a4 12. Tbl-al Pf6-e4 Zwart heeft ten gevolge van wits on nauwkeurige 11de zet waardevolle tijdwinst kunnen behalen. Ook de po- 27. Ld6xe7 28. Tbl-b6 29. Df7xe6+ 30. Tb6xa6 31. De6-d6 32. Dd6-c5 Pc6xe7 Ta8-a6 Kd7-e8 b7xa6 Da4-al ren op non-actief zonder dat daartoe aanleiding bestond. Hij had 17. Pc7 moeten doen, een zet die La3 bedreigt en tevens Ta8 dekt. Daarop zou 18. Lb2, Db2: 19. Ta8:, Pa8: 20. Dd2:, 0-0 op een voor zwart alleszins bevredi gende ruil neerkomen. Ook tegen 18. Del zou zwart zich afdoende kunnen verdedigen. Bijv. 18. Pb5 19. Lb2, Tal: 20. Lal:, Da5 en zwart kan ter ondersteuning van Pd2 zo nodig c4- c3 spelen, hetgeen tevens veld c4 vrij maakt voor terugkeer van Pd2. Of 20. Dal:, Db4 en indien nu 21. c3, dan 21. Dd6 met vrijkoming van veld b3 voor het paard. (Op 22. Da4 is 22. Dc6 of 22. Dd7 goed). Ik heb geen methode voor wit kun nen vinden, om van de ingesloten po sitie van zwarts Pd2 gebruik te ma ken. (Na 17 Pc" was de strijd mijns inziens open geweest) Het ver de vijandelijke linies binnengedrongen zwarte paard blijkt tot allerlei hippi sche verrassingen in staat. 18. Ddl-cll Nu zit het paard wel degelijk In de val. Er dreigt 19. Lb2, Db4 20. c3 en daartegen heeft zwart geen adequate verdediging. H(j besluit daarom Pd2 prijs te geven voor nog een tweede pion, hetgeen echter niet geheel vol doende vergoeding betekent. 18. Pd2-bS Een nuttige zet, die pion d4 dekt, Pe7 aan Lc8 bindt en de opmars van pion c4 bemoeilijkt. Zwart probeert het dan ook met z(jn a-pion. 32 88. Thl-fl 34. f3-f4 85. Pgl-f8 36. Dc5-b5j 37. Db5-b8f 38. Db8-hl a6-aö Dal-a2 a5-a4 a4-aS Le8-d7 Ld7-c8 38. f5 was radicaler, maar dit is vei liger. Wit heeft in de tijdnoodfase aanval en verdediging bekwaam ge combineerd en zijn grote materiële voorsprong gaat nu beslissend ge wicht in de schaal leggen. 39. Dblxb2 40. Tfl-bl 41. Le2-d3 42. Kf2-e3 Da2-b2 a3xb2 c4-c3 Lc8-f5 Lf5-g6 Zwart gaf het gelijktijdig op. er volgt 43. Lg6:t en 44. Kd3. Ook 42. c2 (l.pl.v. 42. Lg6) was niet voldoen de wegens 43. Lc2:, Lc2: 44. Tb2:, waarna wit kwaliteit en drie pionnen voor blijft. Zwart speelt wit hiermede geheel in de kaart. Immers wit kan schijf 37 best op het centrum gebruiken. Ook Koeperman beschouwde deze zet van Andreiko als een fatale vergissing. Dit betekent dus. dat wit vanaf dit moment reële winstmogelijkheden zag. De zwarte stelling gaat nu ook wel een zwakke indruk maken, met name door het ontbreken van een schijf op veld 4. Op 18-2o volgt 24-20 (10-15) 20-14x 14. Op 14-19 volgt 28-23! 33. 40-35 11-17 34. 39-34 16-21 35. 34-30 21-26 36. 41-37 7-11 37. 43-39 18-23 38. 28x19 14x23 Zwart speelt kennelijk al een verlo ren partij. Deze voortzetting is niet sterk, maar het valt moeflijk wat beters aan te geven, gezien de hope loze opstelling aan de linkervleugel. 39 24-20 17-22 40. 20-15 10-14 41. 39-34 22-27 Horizontaal:1 stad in N.-W.-Italië, 6 gebint; 11 spits, snedig; 12 gezwol lenheid: 14 muzieknoot; 15 Frans schrijver; 16 eerste mens (O. T. 17 rund: 19 wandversiering; 21 fijn gehakt varkensvlees; 22 gans; 23 evennachtslijn; 25 bloedverwant. 26 een zekere; 28 eer; 30 naaldboom: 31 necht, sterk; 33 wederechtelijke afstandsmaat; 44 vlaktemaat; 45 op perwezen; 47 als daar zijn afk 48 vogelwoning; 49 uitbouw; 50 loofd tri woord: 51 aanwijz-->"d v.-in-r wrö 54 klein zoogdier; 55 riviertje n Noord-Brabant, 56 grne.-.te 58 ake lige; 61 zie 17; 62 dichter bij de wind sturen: 64 rijwiel; 66 dunne .-dang 67 vaartuig. Verticaal: 1 uitroep van pijn; 2 onzlj dig, afk.; 3 sta stil; 4 dulvenhoK: 5 ongehuwde staat. 6 tussenruimte 7 weggetje; 8 blad als bouwmate riaal ilndon.): 9 Ned. Handel Mij afk.; 10 meisjesnaam: 11 uitstekand: 13 lenig; 14 rechten door admini stratie geheven; 18 showruimte op de jaarbeurs: 20 verwonding: 21 larve 24 nummers, afk.; 27 slang; 29 Ro meinse godin v. d. huiselijke haard 32 sterke drank (Eng.)33 jongens naam. 36 oamboebeer; 37 gebied; 38 overgebleven deel: 39 duw; 41 spijsverteringsorgaan; 42 taai-eigen; 43 eenhoevige zoogdieren; 45 proces; 46 uit Drente 52 erf; 53 rivier in Italië; 56 hoofddeksel: 57 lidwoord; 59 paling. 60 gemeente op de Velu- we; 63 rund; 65 persoonlijk (Fr. afk.). De oplossing van de vrijdagpuzzel Is: l AR F. N R Li I D'l I r1 Middels honderden briefkaartjes weten we nu, dat Nisse rijmt op misse en bovendien werd ons vermoeden, dat de prijsplaat van vorige week in dit Bevelandse dorp werd gemaakt, beves tigd. Mevrouw Perrels-Verburg, Havenstraat 7, Hoedekensker- ke krijgt voor haar goede oplossing een tientje. Inzendingen voor de prijsplaat van vandaag - gevraagd wordt de plaats waar de foto werd gemaakt - moeten voor woensdag worden verzonden aan redactie PZC, Walstraat, Vlissingen. Volgende week publiceren we bij de nieuwe opgave de oplos sing en de naam van de prijswinnaar. PUZZELTJE (door i. anderson) Het scoreverloop van de match om de wereldtitel tussen titelhouder Iser Koeperman en diens uitdager Andris Andreiko die zich dit recht ver wierf door de Challence Mondial '66 te winnen was door de aanhou dende reeks remises bepaald niet opwindend te noemen, tot Koeperman in de negende ronde uit zijn schuilhoek kwam en meteen succes boekte. Wellicht heeft deze uitval tot gevolg, Koeperman ls nu wel uiterst voor dat Andreiko ook uit een ander vaat- zlchtig. Met 25-20 en 15-10 schept hij je gaat tappen, want hij zal althans zich immers directe winstkansen, twee partijen moeten gaan winnen, hetgeen tegen deze weinig risico's ne mende wereldkampioen geen geringe opgave is. Bovendien verkeert deze in een blakende vorm; zijn winstpar tij was van uitstekend gehalte, vooral in tactisch opzicht. Andreiko voerde wat vreemd aandoende manipulaties uit aan zijn linkervleugel, die Koe perman niet van de wijs vermochten te brengen, maar hem integendeel de kans boden een gave aanval op die vleugel te lanceren. Wit: Koeperman. Zwart: Andreiko. 1. 32-28 18-23 2. 33-29 23x32 3. 37x28 20-25 4. 39-33 15-20 5. 44-39 19-24 6. 38-32 14-19 7. 41-37 10-14 Zwart zet de opening origineel op; wit formeert een stevig centrum. 8. 42-38 13-18 9. 50-44 9-13 10. 47-42 5-10 11. 46-41 10-15 Een belangrijk moment. Andreiko inviteert wit tot 28-23x23 en Laar mede tot een agressieve houding. Koeperman aanvaardt deze uitnodi ging- 12. 28-23 19x28 13. 32x23 4-10 De laatste zet van zwart is de conse quentie van zijn gehele spelopzet. Dit wil niet zeggen, dat 4-10 ook de sterk ste voortzetting is. Maar ook al mocht deze zet minder sterk zijn dan 13-19 of 14-19 dan nog heeft de tekst zet voor Andreiko het voordeel, dat hij zijn zin een gecompliceerde stelling heeft bereikt. Hiervoor heeft hij wel een positioneel nadeeltje over. Maar wie zal in het huidige wedstrijdspel nog willen beweren wat voordeel en nadeel is, althans wan neer het gaat om uiteindelijk per soonlijke opvattingen rond de spel- opbouw. 14. 31-27 17-22 15. 34-30 25x34 16. 39x19 13x24 17. 40-34 22x31 18. 36x27 8-13 De strijd is volop ontbrand. Wit moet beducht zijn voor eventuele venijnige combinaties, terwijl zwart bovendien de zorg erbij heeft, dat hij zijn merk waardig opgestelde linkervleugel moet beschermen. 19. 34-30 2-8 20. 30x19 13x24 21. 44-40 3-9 22. 43-39 20-25 Na ampele overweging besluit zwart eieren voor zijn geld te kiezen en zijn linkervleugel een meer normaal aan zien te verschaffen. 23. 29x20 18x29 24. 33x24 25-30 25. 42-19 15x13 26. 35x24 11-17 Koeperman is uit deze schermutse lingen als winnaar te voorschijn ge komen. Zwart heeft zijn opzet prijs gegeven en bovendien heeft wit er een goede voorpost op 24 aan over gehouden. 27. 40-34 12-18 28. 34-30 7-12 29. 45-40 1-7 30. 49-43 17-21? Maar de titelhouder geeft er de voor keur aan een nog gunstiger gelegen heid af te wachten. 4213-18 43. 42-38 11-17 44. 34-29 23x34 45. 30x39 8-13 46. 39-34 27-31 47. 35-30 31x42 48. 48x37 Hier had wit ook kunnen slaan 38x 47 met het volgende mogelijke verloop: 26-31; 48-42 18-22; 25-20 14x25; 34-29 25x23; 33-28 23x32; 42-37 enz. 18-22 49. 38-32 17-21 50. 30-24 13-18 51. 34-29 22-27 52. 25-20 27x38 53. 33x42 14x25 54. 15-10 21-27 55. 10-4 9-13 56. 24-20 25x14 57. 29-23 18x29 58. 4x34 27-31 59. 34x7 31-36 60. 7-29 en zwart geeft op.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1968 | | pagina 23