GEEF ONS DE RUIMTE Tien jaar Zeeuwse beeldende kunstenaars Zaterdaanummer Zeeuwse beeldende kunstenaars: De stichting Zeeuwse Beeldende Kunstenaars werd opgericht bij vergadering van 11 januari 1958 in het kantoor van het ET1 voor Zee land te Middelburg. De vergadering bestond uit mejuffrouw Th. C. Spierenburg en de heren Adri Duvekot, Hans Heeren, Antoine MesAndries Minderhout Piet Rijken, Hcms Warren, Willem Enzinck. Fred Jilleba, M. C. Verburg en H. J. Visser. Iedere Zeeuwse kunstenaar, die aan de ge stelde eisen voldoet kan lid worden. Ook Zeeuwse kunstenaars woonachtig buiten de provincie kunnen worden toegelaten. De stichting telt momenteel 32 leden. Zeven tien van hen hebben hun domicilie op Wal cheren, 8 in Zeeuwsch-Vlaanderen, 4 op Schouwen-Duiveland en 3 op Zuid-Beveland. De meest in het oog vallende activiteit is de laarlijks gehouden en te houden kerstsalon. Deze expositie ,doet' meestal verschillende plaatsen in Zeeland aan. De laatste jaren wordt ook in de zomertijd collectief geëxpo seerd. Secretaris C. B. Helm formuleert de wensen van de stichting als hij zegt: ,We zouden nv ook wel eens buiten de provincie willen ex poseren en mensen, die iets goeds maken naar Zeeland willen vragen, maar wie helpt? We zouden wat meer goede expositieruimU in Zeeland zeer op prijs stellen. Dat zou ons meer en beter in de aandacht plaatsen'. Over die expositieruimte en wat nevenver schijnselen handelt het artikel, dat hiernaast staat. Foto vlnr: de heren N. W. Eisen, voorzitter van de stichting Zeeuwse Beeldende Kunstenaars, schilder Antoine Mes, beeldhouwer Nico van den Boezem, secretaris C. B. Helm en PZC-redacteur Oosthoek. (Foto PZC) Kunst in Zeeland is een bedrijf, dat voor zich zo zoetjesaan vaste plaatsen van handeling heeft opgeëist. Inventarisa tie van deze plaatsen, .culturele ruim ten', levert voor theater, toneel, film, muziek en dans steeds dezelfde namen op. Inventarisatie komt voor het hoofd stuk .beeldende kunst' eveneens met de zelfde, betrekkelijk korte namenlijst. Is er met name voor de mensen, die in de kunst van Zeeland samen het hoofdstuk der beeldende kunsten schrijven, ge noeg armslag binnen die .cultiirele ruim te?' Kunnen kunstenaar en belangstel lende genoeg ontmoetingsruimte vinden? Antwoord geven op die vraag betekent expositiemogelijkheden opsommen, kij ken naar capaciteit en accommodatie en ,ja' of ,nee' zeggen. Het antwoord op die vraag wordt ge geven door vier mensen, die door be langstelling, functie of beroep zeer nauw bij de expositiezaak betrokken zijn: N. W. Eisen, burgemeester van Hein- kenszand en voorzitter van de stichting Zeeuwse Beeldende Kunstenaars, C. B. Helm, secretaris-penningmeester van de zelfde stichting en de ZBK-leden-kunste- naars Antoine Mes en Nico van den Boezem. Op pagina 15 wordt nog weer een an dere kant van dit probleem belicht, na melijk dat van de kunsthandel. N W. Eisen- ,ln het algemeen mag je stellen dat de ruimte voor*ons onvoldoende is. Je kunt vandaag de dag geen keus maken uit verschil lende plaatsen met een adequate ruimte". C. B. Helm: Inderdaad onvoldoende. We mo gen echter al blij zijn met wat we hebben. Er wordt op verschillende fronten voor uitbrei ding van de mogelijkheden gevochten. Ik zeg er onmiddellijk bij dat van de kant van de gemeentebesturen voldoende begrip getoond wordt. Maar |o, je komt dan haast automatisch in gemeentehuizen terecht. En die ruimte is nu over het algemeen net niet dienstig, hoewel we er wel gebruik van maken, moeten maken'. Antoine Mes: .Onvoldoende zeker. Zowel de overheidsruimten als de particuliere. Over de gemeentelijke accommr ie is al genoeg ge zegd. Die stuk of zes particulieren kunnen er ook weinig goed aan maken Dikwijls gaat daar ook Ie einig om' Nico van den Boezem .Voldoende, of onvol doende is een zaak die voor mij niet op de eerste plaats spreekt. War ik een groot gebrek voor de b staande ruimte vindt, nog afgezien van de vraag of die al dan niet nuttig en goed gebruikt wordt, is het feit dat de managing allerwege ontbreekt. Dat heef' zeer nauw met kunde te maken. De ruimten geven als ver kooppunten geen voldoende garantie voor kwa liteit. Wie zal het bepalen. Naam en waar borg ontbreken. Dat is «en onbetrouwbaar heidsfactor die zeer zeker zijn woordje mee spreekt'. Expositieruimte, die men een voldoende kan geven, eindigt niet met een gebouwtje, al dan niet goed in de muurverf, maar vraagt ook voldoendes op de punten verlichting, bewaking, bereikbaarheid en ontvankelijkheid van wat heet ,het achterland'. Het is zeer de vraag of buiten de reeds bestaande ruimten in Zeeland, de streken die het met aangewezen centra moe ten doen, direct behoefte hebben aan lokalitei ten waar min of meer permanent .levensruimte wordt gegeven aan de spruiten van moeder Muze. Dat is het puntje ontvankelijkheid, hier niet en nergens uit te vlakken. Gebleken is in tussen wel dat eenmalige exposities, in het zo merseizoen in of In de buurt van recreatiecentra, zeer goed aan redelijke belangstellingscijfers komen. VLEESHAL Als (onbetwist) goede ruimte wordt in de kring van Zeeuwse kunstenaars de vleeshal van het Middelburgse Stadhuis genoemd. De ruimte is voldoende. Met hef licht kan naar genoegen gewerkt worden. De ontvankelijkheid is er en aan bewaking en bereikbaarheid ontbreekt het evenmin. Toch zijn er ook wat de vleeshal be treft bedenkingen. Allereerst zijn er voor kunstenaars die een een- of tweemansexpositie willen houden financiële bezwaren. Een expositie kost de exposant al gauw ongeveer 150,- af te dragen aan de kas der gemeente Middelburg. De vleeshal kan voor de gemeente Middelburg niet al te onren dabel zijn. B en w van de hoofdstad zien dat ook. Het goede voorbeeld lag dan ook vlak voor de hand de tentoonstelling .Middelburg, stad in de Delta' trok heel veel bezoekers en gaf het college aanleiding tot de opmerking dat het (college) meende in staaf te zijn in 1968 en naar het hoopt ook in de volgende ja ren zomerexposities van behoorlijke omvang en allure in de vleeshal te houden. ,Voor 1968 wordt gedacht aan de 17-eeuwse Nederlandse schilderkunst'. Het college zegt verder over deze zaak: ,met alle waardering voor de andere activiteiten op dit gebied kan immers gesteld worden, dat in het bijzondei gedurende het toeristenseizoen in Middelburg nog plaats is voor dergelijke gebeurtenissen van goed cultu reel gehalte'. ,Maar', zo vragen de beeldende kunstenaars Mes en Van den Boezem zich af, ,zou men dan ook niet op de eerste plaats aan kunnen komen met een expositie van eigentijdse Zeeuwse kunstenaars?' ,Zou vanuit de stichting ZBK niet een in het oog valle- evenement op poten kunnen worden gezet?' Men meent van wel en denkt daarbij aan een werkelijk goede overzichtstentoonstelling van het hele gezelschap of aan een een- of twee mansexpositie met bijzonder accenten. Het vier manschap Eisen, Helm, Mes, Van den Boezem heeft overigens wel oog voor het financiële oog van Middelburg. Wat niet wil zeggen dat men met een knipoogje juist in dat gunstige zomer seizoen best gediend zou zijn. INVENTARIS Buiten de vleeshal levert Middelburg aan ,over- heidsruimte' het Zeeuws Museum, de foyer van de Schouwburg en straks misschien ook de za len van de Kloveniersdoelen, de Kuiperspoort en zelfs wordt gedacht aan de Koepoort. Plan nen voor een activiteitenuitbreiding van het Zeeuws Museum zijn in staat van afwikkeling (De Heyboer-tentoonstelling is juist verleden tijd Over de foyer van de Schouwburg zijn de me ningen verdeeld De heren Eisen, Helm, Mes en Van den Boezem zijn wel eensgezind over het feit dat de foyei nieuwe (en in de meeste ge vallen aangename) mogelijkheden biedt. De heer Eisen met name maakt bezwaar tegen wat hij noemt een herhaald gebruik van de foyer - zonder - meer als expositieruimte. ,Men moet op de eerste plaats rekening houden met de functie van de Schouwburg en met de functie daarin van de foyer. Dat betekent dat men van tevoren heel goed op de hoogte moet zijn met het werk dat er komt te hangen. Dat betekent ook dat de ruimte, die de foyer nu eenmaal heeft, aangepast benut moet worden en dat kan wel eens strubbelingen geven. Of het expositiemateriaa komt in de verdrukking óf er gaat iets aan hef gebruik van de foyer haperen'. Bovendien wordt iedere Schouwburgbezoeker nolens volens met een expositie geconfron teerd, dus ook degene die daar geen prijs op stelt'. Vlissingen levert geen officiële ruimte op. De Zeeuwse beeldende kunstenaars maken hier af en toe en graag gebruik van a'e hall en het trappenhuis van het nieuwe stadhuis. ,Maar ieder, die de ruimte kent zal begrijpen dat dit voor een expositie niet de meest ideale situatie is'. In Vlissingen bestaan geen vastomlijnde plannen om op korte termijn tot de inrichting van een permanente gemeentelijk expositie ruimte te komen. De volgende plaats in het rijtje streekcentra is Goes, waar men zich volgens hef woord van de heer Eisen .eigenlijk wel schaamt over de omstandigheid dat men er niets heeft'. Daar moet onmiddellijk bij wc den verteld dat men bezig is een zaaltje (ongeveer 200 vierkante meter in totaal) expositierijp te maken. Dit zaaltje maakt deel uit van het oude-gebouwen- complex dat vroeger onderdak verschafte aan het Willibrordcollege (poortje Singelstraat). Ook het streekmuseum voor de Bevelanden aan de Turfkade denkt aan iets meer activiteit. Kijkj* in de vleeshal van het Middelburgse stadhuis, momenteel zo ongevee Zeeuwse beeldende kunstenaars naar den vleze gaal. de enige expositieruimte 1 (foto PZC) Zierikzee heeft het 's-Gravensfeen en is daar blij mee. Voorts is er het niet minder gewaar deerde Burger Weeshuis, waar het kunstenaars echtpaar Ad en Tessa Braat de scepter zwaait. Hef grote voordeel van dit Weeshuis is zegt Van den Boezem ,de mogelijkheid om in de tuin met beelden te werken.' Uit Oostburg kwam eens de mededeling dat ,men hier geen behoefte aan exposities heeft'. Niettemin mag de burgerzaal van het raadhuis zich af en toe aanzienlijk opgefleurd voelen als er na gezamenlijke inspanning weer eens wat tegen de wand hangt. Terneuzen heeft geen overheidsexpositieruimte waar regelma tig gebruik avn gemaakt wordt en in Hulst, waar men een zeer bereidwillig gemeentebestuur ont moet, verwijst evenls in Hulst naar het stadhuis. Tholen heeft ook al geen specifieke ruimte maar met medewerking van het gemeentebe stuur valt er daar nog wel' eens iets te regelen'. Daarmee is de kous dan zo ongeveer af. De Zeeuwse kunstenaars (en zij niet alleen) verwachten zeer veel van het nieuwe culturele centrum dat Axel zal gaan sieren. Verder wordt nog gewezen op incidentele activiteiten van het Badpaviljoen in Domburg en de dorpshui zen van Colijnsplaat en Rilland-Bath. PARTICULIER Het particulier initiatief vindt steunpunten in onder meer Middelburg, waar Van Benthem Jutting ongeregelde exposiies verzorgt van zowel Zeeuwse als nïet-Zeeuwse kunstenaars In Veere kan men eventueel terecht bij Leen derf van Lier en de Schotse Huizen. Hulst toonl zijn particuliere activiteiten in de boek- en kuntshandel van Piet van Geyt. In het zuidelijke Westdorpe leidt mevrouw De Bruijn haar galerie ,Troutzaerte'. In Vlissingen wordt men af en toe iets gewaar bij boekhandel Bikker. Een apart hoofdstuk in dit rijtje vormt de schil der-tekenaar Jan Juffermans, die in Terneuzen de galerie J 34 leidt en plannen heeft een dergelijke galerie in Middelburg te openen. Juffermani heeft de enige galerie, waar men kan spreken van een permanent exposeren. De zaak loopt goed. De overige bezitters van particuliere expositieruimte moeten hun aandacht verdelen over de boekhandel, de kunst of de nering in kunstvoorwerpen. (Daar over meer op pagina 15). VOORUITZICHT De naaste toekomst geeft de vier gesprekspart ners niet veel reden tot uitbundig juichen. Men hoop dat de planologen, die Zeeland zo rond het jaar tweeduizend (2000) vol met mensen zien, de uitvoerders van hun plannen redenen te over zullen geven om ook de cultuur in het straatje der progressie te schuiven. Nico van den Boezem vat samen: ,Als we nu over later spreken, betekent dat we nu - als we iets gaan bouwen - al rekening moeten houden met de mensen waar we later mee te maken krijgen. Men moet zich daar goed rekenschap van geven. Ook op het gebied van de cultuur. Niet zeggen: hier hebben we een gebouw, nu eens kijken of er voor jullie nog een plaatsje over is. Neen, het zal eerder werken moeten zijn met inge bouwde voorzieningen. We praten niet over ,20 jaar verder', want 20 jaar ver der is nu'.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1968 | | pagina 13