VAN AARTSEN o&n I: ZONDER DIE DRUKTE ZOU IK NIET MEER KUNNEN ÏSS:t:S!EiX:SÏÏS:ï:S!Sï; provinciale zeeuwse courant MIDDELBURG. Er is eens iemand geweest, die tegen mr J. van Aart- sen gezegd heeft, toen hij nog maar net commissaris van de koningin in Zeeland en nauwelijks minister af was.- ,Het was voor u natuurlijk wel omschakelen op een schaalverklei ning, nietwaar, eerst landsproble- men en nu de problemen van een provincie'. ,Die man', zegt de heer Van Aartsen als we in zijn werk kamer in het provinciehuis het jaar overzien, vergiste zich schrome lijk. Integendeel, heb ik tegen hem gezegd, de problemen van een provincie zijn van een zo grote ver scheidenheid, de ontwikkeling op velerlei gebied is zo boeiend, dat eerder van een schaalvergroting gesproken mag worden. En nu, al weer geruime tijd later, weet ik dat helemaal zeker'. De eerste man van Zeeland wil «laar nog wel wat aan toevoegen: .Na tuurlijk is er tussen het minister en commissaris zyn in zeker opzicht een hemelsbreed verschil. De byna voort durende spanningen waaronder je als minister leefde, de ingrijpende be slissingen die je steeds weer wacht ten, legden een zware druk op je. Nu, als commissaris, heb ik het ook ontzettend druk. Vrije tijd schiet er vaak niet over. Maar het is de drukte waar ik van hou. Zonder die drukte zou ik niet meer kunnen.' Wat is voor de commissaris der ko ningin de grootste desillusie geweest in dit vergangen jaar? Geen seconde aarzelt hij: .Péchiney'. En de com missaris lucht nog eens zijn hart over de tragedie van de minister die de Franse aluminiumfabriek Péchi ney geen goedkoop aardgas wil le veren omdat de aluminiumfabriek Aldel het al heeft en omdat Aldel bedongen heeft dat goedkoop aard gas niet aan een concurrent wordt geleverd. ,Nou', zegt de minister: Aldel pro duceert 30.000 ton, over een tijd 60.000 ton, nog later 90.000 ton en misschien komt het dan nog eens tot 130.000 ton. Nu, van die cijfers val ik niet achterover. Péchiney wil het groots aanpakken. Die willen een produktie van 150.000 ton in Vlissin- gen-Oost. Het is', hoe vaak heeft hij het al gezegd?, ,nlet een Zeeuws belangetje. Het is een nationaal be lang. Het blijft een teleurstellende afloop', zegt de heer Van Aartsen. .Maar laat ik liever wat positieve elementen van dit jaar noemen', stelt mr Van Aartsen voor. .Als ik het bezie tegen de achtergrond dat in het algemeen het bedrijfsleven in Ne derland het wat moeilijk heeft dan, dacht ik, mag Zeeland zich verheu gen in een vrij gezonde economische ontwikkeling. Terwijl er elders een vrij grote werkloosheid is, nebben wij hier een goede werkgelegenheid. Vooral ook in de sector bouwnijver heid: dankzjj de werken van rijks waterstaat, maar ook in de industrie le bouw.' Wel vindt de heer Van Aartsen en hij denkt ongetwijfeld weer aan Péchiney! dat het .pakket' indu strieën in Vlissingen-Oost met name nog niet voldoende is. Dat is niet alleen mijn mening. Dat is bijvoor beeld ook de mening van de bedrij ven die er al zijn, De Schelde. Hoechst en Bllllton. Dat is dan een uitdaging die ons weer wacht in het volgende jaar.' sen, .hoewel mijn waardering voor Mulisch ra het algemeen niet zo groot is. kan ik hier toch wel ver met hem meegaan.' .Dat het van dag tot dag kan ver anderen wordt ook in Zeeland be wezen. Ruim een jaar geleden sprak nog niemand van het Baalhoekplan, het plan om een kanaal van Antwer pen door Zeeuwsch-Vlaanderen naar de Westerschelde te graven. Maar we hebben onze ontwikkelingsschets dan ook met enige nadruk Ontwik- kelingsschets-1967 genoemd. En we hebben wel lijnen getrokken naar het jaar 2000. Maar de nadruk valt veel meer op de eerste tijd. De plan nen te richten op 1980 lijkt me reëler. Hoe dichterbij de tijd, hoe exacter de planning. Maar verder van ons af wordt die planning natuurlijk vager. Om de zoveel tijd moet zo'n ont wikkelingsschets dan ook worden bij gewerkt', zegt de heer Van Aartsen ervan. Wat geruststellende woorden voor 1968 wil de commissaris der konin gin ook nog wel kwyt. ,Hler en daar hoor ik weieens de vrees dat het provinciaal bestuur Zeeland met in dustrieën wil bedekken. Talloze ma len heb ik al gezegd, en ik word niet moede het te herhalen: dat Is niet waar. We moeten er alleen van uitgaan dat industrie een absolute noodzaak is. Eis is alleen die indu strie te concentreren aan de Wes terschelde. Dan denk ik bijvoorbeeld aan het Sloe, dan denk ik ook aan Terneuzen en Ossenisse. Echt, er blyft heel wat open voor de agra rische bedrijven en voor de recreatie ve voorzieningen.' Zeeland verdient zijn brood voor namelijk aan drie zuilen: industrie, agrarische bedrijven en toerisme. ,Bt ben ervan overtuigd dat het een keer gaat komen', voorspelt de com missaris der koningin, als de vraag aan de orde komt of ook Antwerpen en Gent betrokken moeten worden in dit overlegorgaan of dat er een andere vorm van internationale sa menwerking ter weerszijden van de grens moet komen. ,Maar wij kun nen dat niet tot stand brengen. Dat is een Beneluxzaak waarby overi gens de ,lux' niet zo belangrijk is en dat betekent dat alleen op re geringsniveau wat gedaan kan wor den.' Het jaar 2000 waarnaar veel pla nologen blikken als het op prognoses aankomt is door Mulisch een soort superheden genoemd. Die plannenma kerij in een zo diepe toekomst is voor Mulisch, daar komt het op neer, volslagen waardeloos, want vandaag of morgen kan er wat uitgevonden worden waardoor alles weer anders wordt. ,Wel', zegt de heer Van Aart- Maar mr Van Aartsen vergeet een vierde niet. ,Wat me aan het hart gaat, is de visserij in ons gewest. De deltawerken ook de afsluiting van de Oosterschelde moéten er komen. Daar is geen twijfel aan. Alleen het argument veiligheid voor mens en dier is doorslaggevend. Maar dat neemt niet weg dat het ons toch wel aan het hart gaat dat plaatsen als Bruinisse, Colrjnsplaat en Yerseke gedoemd zijn te verdwijnen als vis sersplaatsen. Of een getijdecentrale in de Oosterschelde de mossel- en oestercultuur kan redden Neen, over een getijdencentrale kan ik niets zeg gen. Ir Bogerd van de PZEM is er steeds wel mee bezig, maar rijkswa terstaat is tegen.' En dan: ,Een ander punt is dat het nu toch wel een positieve zaak is dat minister Bakker toegezegd heeft in 1968 met de schaderegeling voor hen die schade lyden door uitvoering van het deltaplan, te komen', meent de commissaris der koningin. ,Maar we hebben u, toen u nog minister van verkeer en waterstaat was, ook niet eens een soortgelyke toezegging ho ren doen, jaren geleden .Inderdaad', geeft de heer Van Aart sen toe, ,maar dat was terecht. Al les was praktisch klaar. En het zou ook zyn gekomen. Maar toen kwam er een ander kabinet. Wel, en mijn opvolger, de heer Suurhof, was het niet helemaal met myn plannen eens en dus duurde hel langer.' Daarom spreekt mr Van Aartsen uit ervaring als hij voorspelt: .Als het huidige kabinet blyft zitten, heb Ik er inderdaad alle vertrouwen in dat de schaderegeling in 1968 eruit zal komen'. Dat is dan zyn wens voor het nieuwe jaar. Is er nog één? Op nieuw pylsnel zegt Zeelands commis saris der koningin: Péchiney. Met die opmerking is de lijn al snel getrokken naar het overlegorgaan Zuid-West-Nederland voor de zeeha ven- en industrie-ontwikkeling. ,De samenwerking die in dit orgaan is gaan groeien noem ik een van de grootste winstpunten van dit jaar. Natuurlijk, het is nog slechts een begin. We moeten er verder inkomen. Maar feit is dat er overleg is ge weest, dat we met vertegenwoordi gers van Rotterdam, de Rijnmond- raad, Zuid-Holland en Noord-Brabant aan tafel zitten. En er zal straks, begin van het nieuwe jaar, een con creet resultaat op tafel komen, na melijk een nota. En ik hoop dat de partners tot een unanieme beslissing zullen komen.' Marijnen meende dat dat vrijwel zeker was. ,Ik blijf lie ver iets voorzichtiger', zegt de heer Van Aartsen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1967 | | pagina 19