PROVINCIALE
ZEEUWSE
COURANT
VAN AQUARELTINTEN
NAAR HARDERE KLEUREN
j?en Zeeuws kroniekschrijver, die een eeuw geleden een overzicht
schreef over hetgeen in 1867 was voorgevallen, meende te
moeten spreken over ,in velerlei opzicht een jaar van stilstand'.
De journalist van vandaag echter, die dag in dag uit het leven in
deze provincie volgt en er deel aan heeft, kan er niet aan denken
dit woord van honderd jaar geleden over te nemen. Stilstand? De
ontwikkeling, die een aantal jareri geleden in Zeeland is begonnen,
heeft zich ook in 1967 voortgezet, soms in die mate dat er hier en
daar bezorgdheid over opklinkt. Wat zal er op den duur overblijven
van het ,oude Zeeland'? zo vragen sommigen zich af. Overigens
blijkt dat de uitdrukking het ,oude Zeeland' geladen is met vaak
geheel verschillende emoties. Zo denkt de één terug aan het Zee
land van zijn jeugd, het land van herkomst waar hij weer wonen
wil na een werkzaam leven elders te hebben doorgebracht. Voor
een ander wordt er evenwel het vluchtoord mee aangeduid, waar
men een weekendwoning heeft gebouwd om op gezette tijden de
stad te ontlopen. Een derde is bevreesd voor het landschap, voor
de opmars van stad en industrie. Zo zijn er allerlei variaties moge
lijk op éénzelfde thema, een thema voornamelijk gehanteerd door
mensen voor wie de huidige ontwikkeling in Zeeland te snel en
(naar zij menen) misschien ook te onberaden gaat. Zij zouden
wensen dat de kronikeur van 1967 hetzelfde had kunnen schrijven
als zijn voorganger in 1867: ,ih velerlei opzicht een jaar van stil
stand'.
T^it overdenkend menen wij over het jaar 1967 in Zeeland te kun
nen noteren, dat het in meer dan één opzicht een ,jaar van
spanningen' was. Spanningen: zij treden op wanneer mensen het
niet met elkaar eens zijn, wanneer zij tegenstrijdige belangen ver
tegenwoordigen. Het kost geen moeite om die in Zeeland te signa
leren. Men denke bijvoorbeeld aan de reacties van de landbouw op
bepaalde onderdelen van het provinciale planologisch beleid, aan
de verlangens van dezelfde Zeeuwse bedrijfstak over de toekoms
tige indeling van deze provincie in industrie-, landbouw- en recrea
tiegebieden. Recentelijk zijn tegenstellingen aan de orde getreden
tussen diegenen die de natuurbescherming vertegenwoordigen en
hen, die uit hoofd van ambt of verkiezing belast zijn met de zorg
voor de zeeweringen. Er zijn verder spanningen tussen diegenen
die modellen ontwerpen voor het Zeeland van bijvoorbeeld het jaar
2000 en de mensen die menen dat het menselijk geluk met deze
modellen niet wordt gediend. Spanningen ook over de toekomst van
bepaalde vormen van onderwijs. En ook deze voorbeelden zijn ge
makkelijk uit te breiden. In het afgelopen jaar kwamen vele tegen
stellingen duidelijk naar buiten, soms geladen met grote felheid. Die
felheid is eigenlijk on-Zeeuws. In deze provincie heeft men name
lijk nooit zo van spanningen gehouden, tenzij het misschien om
theologische geschillen ging. In het algemeen echter heeft men in
dit gewest een neiging tot mildheid, tot het vermijden van scherpe
kanten. In de provinciale staten van dit gewest viel (en valt) zel
den een hard woord. In deze tijd evenwel het afgelopen jaar is
dat meermalen gebleken worden de aquareltinten meer en meer
door hardere kleuren vervangen. Zo gezien was 1967 een jaar van
spanningen.
p^Tu moet men dit woord .spanning' geen zwaarder accent
geven dan nodig: het heeft hier niets te maken met getrokken
messen of oude en nieuwe vetes. Spanning wijst in de hier bedoelde
zin op groei, op de botsing van verschillende meningen. Ook voor
Zeeland geldt meer en meer: ,hoe groot is de verscheidenheid
waartoe wij hier in staat zijn', zoals koningin Juliana in haar kerst
boodschap zei. Er is echter één uitgangspunt, waarover allen het
eens zijn: het Zeeland van de toekomst in 1980, in 2000 moet
bewoonbaar zijn voor de Zeeuwen dan, men moet er kunnen wer
ken, kunnen wonen en ontspannen. Het blijkt evenwel, dat over
de vorm van en de weg naar die toekomst de meningen verschil
len, dat daarover spanningen optreden. Daarbij past slechts één
woord: gelukkig. Gelukkig inderdaad het land, waarin over de
toekomst wordt gedacht, gelukkig het land waar men met elkaar
kan spreken en debatteren, bewogen en met felheid (want het gaat
om grote zaken)over de toekomst. Wanneer men van deze opvat
ting -uitgaat, dan was 1967 een goed jaar.
^fij menen dat het voor Zeeland goed zal zijn wanneer ook 1968
het tegendeel zal blijken te wezen van een stil jaar: het zal
inderdaad goed zijn wanneer óók 1968 een jaar van spanningen
(in de hierboven uiteengezette betekenis) zal worden. Dat wil zeg
gen, dat meningen zullen botsen opdat daaruit mede de koers voor
de toekomst duidelijk kan worden. Daarbij moet men geloven
wij bedacht zijn op twee punten. In de eerste plaats dat het
begrip .toekomst' geen vastomlijnd gegeven kan zijn, evenmin als
het ,jaar 2000' of welk ander jaar ook. De tijd óók de toekomst
is beweging, heeft niets met stilstand te maken. Dat eist van ons
lenigheid bij het denken over en het plannen maken voor later:
elke nieuwe dag kent ontwikkelingen, versnelde ontwikkelingen
en nieuwigheden, die stuk voor stuk weer him eigen uitdaging
stellen. Denken over Zeeland-straks betekent derhalve: niet
dogmatisch zijn, maar zo nodig oude opvattingen herzien, de moed
hebben om tot ander inzicht te komen. Ons tweede punt heeft te
maken met Zeeland in groter geheel. Het is duidelijk dat deze pro
vincie los is uit haar isolement: zij werkt nu samen met anderen
in Zuidwest-Nederland, zij krijgt steeds meer als althans de
tekenen niet bedriegen te maken met België, in het bijzonder
met Antwerpen en Gent. Ook dat eist lenigheid in denken en be
sturen, denken in grotere verbanden. Dat alles bijeen vormt een
uitdaging, waard om er met elan en durf op in te gaan.
Uitdaging en antwoord: in deze begrippen herkent men tevens
het streven van de mens. Laten wij hopen dat er in het komende
jaar voor de Zeeuwen mogelijkheden zullen zijn wij denken
daarbij ook aan de precaire toestand in deze wereld om vanuit
verschillende achtergronden het antwoord te formuleren op de uit
daging van Zeeland nu en -Zeeland straks. Die formulering dat
wil zeggen: het streven van de Zeeuwen zal mede bepalen hoe
er in de toekomst in dit oude maar zich steeds vernieuwende land
kan worden geleefd en gewerkt.