X ANNEKE POST 1Sr?™'*' REDT BABY'S IN DE RIMBOE Nederlanden Verkouden Hygiëne Van oog tot oog <ERST 67 provinciale zeeuwse courant In Afrika verlenen ruim honderd dertig Nederland der s van 21 tot 35 jaar een middelbare vak- of beroepsopleiding daadwerkelijk ontwikkelingshulp. Na een speciale cursus van drie maanden aan het Instituut voor de Tropen te Amsterdam zijn zij uit gezonden door de Stichting Nederlandse Vrijwilli gers van het ministerie van buitenlandse zaken. Hiernaast publiceren wij vandaag een artikel van de auteur Leonard de Vries over deze Nederlandse jongeren in Afrika die heel behoorlijk verdie nen en in het algemeen ook niet primitief zijn on dergebracht, maar die hun werk moeten doen on der zware omstandigheden: er is in de landen van Afrika te weinig kennis, te weinig elementair be grip van hygiëne en ook te weinig geld om het ge brek aan ontwikkeling en technologie redelijk snel te verhelpen. Leonard de Vrtes beschrijft zijn kennismaking met het werk van de Nederlandse vrijwilligers in de vorm van een interview met Anneke Post, de doch ter van de in het verzet omgekomen Johannes Post uit Hoogeveen. Zij is gestationeerd in Korhogo, Ivoorkust. Door broer en oma vastgehouden krijgt dit verschrikte Afrikaanse jongetje een penecilline-injectie tegen de huidaandoening waar hij zoveel last van heeft Elke dag worden ongeveer een kwart miljoen kinderen geboren. In de onderontwikkelde gebieden yan Afrika, Azië en Zuid-Amerika sterft daar van eenderde al in hef eerste levensjaar; de helft haalt nooit de volwas- tenheid. Wat is tegen deze cijfers één kind? Toch rijdt Anneke Post, dochter van de op 16 juli 1944 te Overveen gefusilleerde Drentse verzets strijder Johannes Post, alle dagen na haar dagtaak veie kilometers om teneinde een klein kindje dat een lelijke hoest heeft een spuitje peniciline te brengen. Anneke Post, wijkverpleegster, jongeren-vrijwilligster in Ivoorkust, Afrika. Of dat kindje in levensgevaar verkeert, dat weet zij niet. Missch'en wel. Want de zwarte baby heeft kinkhoest en in Ivoorkust ster ven daaraan nogal waf kinderen. Door het hoesten geven ze over kunnen dus geen voedsel binnenhouden, verzwakken en vallen gemakke lijk ten prooi aan andere ziekten. Maar hoe dat dan ook is: Anneke weet dat daar haar injectiespuit uitkomst kan bieden. Daarom maakt ze iedere dag die lange omweg. (Door Leonard de Vries) Hoe la het hier, in het noorden van de Westafrikaanse staat Ivoorkust, in sociaal en medisch opzicht? Het is het armste en minst ontwikkelde deel van het land en wie van de Ivo- rianen een middelbare of hogere op leiding krijgt en daaronder vallen ook verpleegsters en dokters gaat by voorkeur niet in deze streek wer ken, maar zoekt zijn arbeidsterrein liever in het welvarender zuiden, waar men uitstapjes kan maken naar de luxueuze, snel-groeiende ha venstad Abidjan met z'n echte Fran se terrasjes en boulevards, z'n witte hotels en z'n van alles voorziene su permarkten. De dorpen in het noor den van Ivoorkust,' rondom de stad Korhogo, bieden een schilderachtige aanblik met hun ronde, lemen hut ten, voorzien van strooien punt daken, vaak met peperbusvormi- ge voorraadschuurtjes en gekartelde muurtjes tot miniatuurkastelen aan- eengebouwd maar wat zijn vele dorpen arm! Daar kan een kind de complete inboedel van een heel ge zin op 't hoofd dragen. Als men er zo'n lemen hue, die zelfs niet 't klein ste raampje heeft, binnengaat, ont waart men in de schemerige ruimte enkele krukjes om op te zitten, wat aardewerk potten met water en voedsel, enkele manden en emaille schalen, een stel lepels van kalebas en messen, een stuk of wat matjes op de kale grond, waarop men slaapt, enkele doeken, een petrole umlampje dat is alles. Geen ver sieringen, niets een kloostercel kan nauwelijks soberder zijn. Het le ven in zo'n dorp, dat vele honderden Inwoners kan teilen, doet heel rustig en vredig aan. De meeste dorpelin gen werken op het land, waar o m maïs, gierst, rijst, knollen en aardno- ten worden verbouwd. In de dorpen ziet men enkele mannen weven, man den maken of zo maar een pijpje ro ken. Voor de deuropening van som mige hutjes koken vrouwen hun pot je op een fornuis bestaande uit een kring van stenen, waartussen brandend hout is gelegd. Er lopen wat kinderen geitjes en schriele kipnetjes rond. Het is opvallend hoe veel zwaar werk zoals hout hakken, water halen en maïs, gierst of rijst stampen door vrouwen wordt gedaan. Het zijn ook de vrouwen, die gere geld met zo'n twintig, dertig kilo op 't hoofd en een kind op de rug de vele urenlange weg naar de markt afleggen om daar hun produkten ter waarde van enkele kwartjes of hoog stens een pair gulden te verkopen. In dit allerarmste gebied van Ivoor kust wordt door de overheid noga! wat activiteit ontwikkeld om het le venspeil te verhogen en het :s n.et toevallig dat juist hier 22 Neder landse vrijwilligers bij het ontwk- kelingswsrk zijn ingeschakeld. H:e: immers komen hun kennis en kun digheid het best tot hun recht. Even als hun onmiskenbaar enthousiasme. Er zijn in dit gebied zo groot ais Nederland enkele r*eken*r?ssen er verscheidene poliklinieken, maar over het geheel genomen is hier tcc. vee. te weinig medische hulp be schikbaar en daarom voorzien de acht verpleegsters, de vroedvrouw en de medische analiste, die het team van 22 Nederlandse vrijwilligers telt, hier in een dringende behoefte. Van het viertal verpleegsters, dat gere geld de .brousse/ de gedeeltelijk ont- fonnen rimboe intrekt, kan men zon- er overdrijving zeggen dat ze kin derlevens redden. Want juist hier wonen in afgelegen dorpen die al lerarmsten, die zich bij ernstig ziek worden van hun kind geen raad wis ten, omdat een broussetaxi onbetaal baar duur en daardoor een zieken huis of polikliniek onbereikbaar ver voor hen is, en die nu in hun eigen dorp medische hulp en zo nodig ver voer voor hun kind krijgen. Zo dankt menig kind zijn behoud aan het vier tal, waartoe ook Anneke Post be hoort. Hoe raakte Anneke in Afrika ver zeild? ,Ik stam van moeders kant uit een familie van kustvaarders/ vertelt ze, .vandaar misschien mijn lust tot zwerven. En als klein meisje wilde ik al verpleegster worden, deed ik de luier van mijn broer over mijn hoofd om een beetje op een ver pleegster te lijken. Na de ulo heb Ik een paar jaar op kantoor gewerkt, want ik was nog te jong voor de verpleegstersopleiding. Maar toen mijn hartewens in vervulling ging, kwam ik in het diaconessenzieken- huis in Hilversum en daar heb ik heel wat jaren met enorm plezier gewerkt. Toch heb ik er tenslotte wel eens aan gedacht in het buitenland te gaan werken, maar omdat ik ook graag de aantekening voor wijkver pleging wilde halen neb ik het bui tenland nog maar een poosje buiten land gelaten.' ,Drie jaar lang deed ik wijkverple ging in Apeldoorn, gedeeltelijk op het platteland. Ik vond het heel pret tig werk en geweldig allround: zui gelingen- en kleuterzorg, ziekenver pleging, reuma, revalidatie, bejaar denzorg erg veelzijdig en leer zaam. Toen zag ik de advertentie voor vrijwilligers en vond dat ik het toch eindelijk maar eens moest pro beren: in nï'n eigen vak ik het bui tenland te komen. Ik solliciteerde, werd aangenomen, kwam in de op leiding op" het instituut voor de tro pen, zou in juni 1967 naar Afrika gaan...' ,Maar bij gymnastiek-condi- tietrainlng kwam ik verkeerd te recht: m'n knie. Na nogal wat na righeid ermee bleek dat ik geope reerd moest worden en natuurlijk was ik doodsbenauwd dat nu heel die geweldige reis, waarop ik me zo ver heugd had. niet door zou gaan! Ge lukkig ging de operatie goed. kon ik binnen een week met een stok naar huis en mocht ik precies twee maan den na de operatie de groep, waar mee ik in opleiding was geweest, achterna reizen.' .Eerlijk gezegd vond ik het begin van mijn werk hier erg moeilijk. De verpleegster, met wié ik samenwerkte had al zo veel ervaring en sprak zulk goed Frans, dat ik me een hopeloos on- ^andi-re beginneling voélde. Het duurde een poosje voordat ik vol doende zelfvertrouwen kreeg, maar sinds ik met Wies Assendorp uit Sneek samenwerk, gaat het zo fijn dat ik het elke ochtend gewoon een feest vind in mijn auto te stappen. En als ik dan de brousse in rijd. zo heerlijk vrij en zelfstandig, nou, dan voel ik me ret of ik met vakantie ga'. ,We hebben nu vijf dorpen per veek, die we op een vaste dag be zoeken binnenkort, als Wies en ik samen een woning in Napié, dichter bij ons arbeidsterrein krijgen, gaan we het aantal dorpen verdubbelen. Als we met onze 2CV of 3CV een dorp zijn binnengereden, installeren we ons met het Afrikaanse meisje, dat als tolk en helpster fungeert, onder een boom, een afdak of in de achaduw van een huis, want in de zon kun je hier geen baby's behan delen. En vanzelf komen dan de moe ders met hun zuigelingen en kleu ters opdagen die moeders, die zo geduldig kunnen wachten, ook al duurt het uren eer ze aan de beurt zijn en die trouwens niets van het schouwspel willen missen, want die polikliniek van ons is echt een uitje' voor hen, zoiets als een bioscoopje voor de mensen in Holland.' ,Wat voor kwalen hebben de kinde ren?' ,De meeste baby's zijn verkouden, want ze dragen meestal geen kleer tjes en worden aan grote tempera tuurswisselingen blootgesteld, door dat ze in een doek op de rug worden gedragen en dan zo van dat warme moederlijf op de arm worden geno men om de borst te krijgen. Daarbij kunnen ze sterk afkoelen, 's Nachts en vooral vroeg in de morgen kan het hier behoorlijk koud zijn. Dan liggen de baby's naast de moeder op een matje op de kale grond, toege dekt met hoogstens een enkel doek je. Daarbij komt dat vele kinderen koorts hebben: malaria. Het is dan ook geen wonder dat hier zoveel verkoudheid en oorontsteking zijn daartegen gebruiken we onder meer neus- en oordruppeltjes en dat er ook veel longontsteking voorkomt, die dodelijk kan zijn als er niet tij dig wordt ingegrepen. Zo'n patiëntje kan vaak worden gered met penicil line.' Mogen jullie dergelijke toch lang niet ongevaarlijke geneesmiddelen op jullie eigen houtje toepassen ,In Nederland mag zoiets natuurlijk niet, daar mogen verpleegsters nooit iets voorschrijven, want daartoe is alleen een dokter bevoegd. Maar in dit gedeelte van de wereld, waar zo'n hopeloos tekort aan dokters is, moe ten we dergelijke beslissingen wel nemen als we ervan overtuigd zijn dat we de verantwoordelijkheid aan kunnen. Vertrouwen we het niet of zijn we er niet zeker genoeg van wat het kind mankeert, dan sturen we het door of nemen we het zelf mee naar een dokter in de polikliniek of ln het ziekenhuis'. ,Erg veel kinde ren zijn ondervoed, niet doordat ze te weinig voedsel krijgen honger zoals in India is hier niet maar door verkeerde voeding. Ze eten al gauw mee uit de familiepot van maïspap of rijstpap met saus, waar- In veel scherpe pepers zijn gemengd of ze krijgen brokken cassave of andere knollen, in vet gebakken, Dat voedsel is veel te eenzijdig en erg arm aan vitaminen. Groente en fruit komen er niet of nauwelijks aan te pas, terwijl men die hier .toch zo ge makkelijk kan verbouwen. Voorzich- tig-aan proberen we de mensen bij te brengen hoe gezond dat voor hen is. maar daarmee hebben we nog weinig succes. Als we hier meer zijn ingeburgerd, nemen we de twee tuin- bouwmeisjes, die onze groep telt, mee naar de broussedorpen. Waar schooltjes zijn, kunnen zij schooltui nen met groente en fruit organise ren, waar geen school is: volkstuin tjes. We vrillen in deze dorpen niet alleen medisch werkzaam zijn, maar ook de hygiëne en voeding verbete ren en op den duur voorlichting op 't gebied van koken en andere huis houdelijke bezigheden geven. Som migen van onze jongens leren de mensen hoe ze betere huizen kunnen bouwen en tot een grotere opbrengst van land- en tuinbouw kunnen ko men en op die manier kunnen wij als groep werkelijk bijdragen tot de wel vaart van deze broussedorpen.' ,De kinderen krijgen hier lang horst voeding als er geen nieuwe baby komt, wat de meeste vrouwen wel enkele jaren weten te vermijden, blijven ze wel twee of zelfs drie jaar aan de borst. Heeft de moeder niet voldoende borstvoeding, dan raden we haar aan veel aardnoten te eten, wat vaak goed helpt en leren we haar als de baby zo jong is dat voe ding met een lepeltje niet mogelijk is, hoe ze een flesje moet klaarma ken. We geven haar dan zo'n flesje, doen haar nauwkeurig voor hoe ze water moet koken en filtreren door een wit katoenen doekje, hoe ze melkpoeder met water moet aanleg gen en vooral hoe ze het flesje en de speen moet schoonhouden, want een vuile fles kan een hoop narigheid veroorzaken. Het kost veel geduld en moeite ze dat bij te brengen, want wat wij eten dat onzichtbaar klei ne wezentjes als bacteriën ziekten kunnen veroorzaken kunnen ze immers niet begrijpen,' .Hygiëne is hier een groot probleem. Het vreemde is dat sommige dorpen heel erg schoon zijn, keurig opge ruimd en met over alle etenswaren en drinkwater een deksel, terwijl an dere dorpen, waar ze toch een even goede of nog betere waterput heb ben, ontzettend smerig zijn. Daar hebben we dan ook de meeste kinde ren met zweren en ontstoken oog jes uit voorzorg knippen we bij velen de nageltjes kort terwijl daar' ook de meeste darminfecties zoals dysnterie voorkomen. Daarom zijn al heel wat kinderen gestorven. Om zo nodig vast te stellen wat voor dysenterie het is, nemen we wat ont lasting mee naar onze medische ana liste Annemiek van den Berg, die dit met haar microscoop onderzoekt.' ,Maar voorkomen is beter dan gene zen, en daarom doen we onze uiter ste best de mensen meer begrip voor hygiëne bij te brengen. Men wast hier de kinderen wel met water, maar niet met zeep en afdrogen doet men ze niet, waardoor ze in een mum van tijd weer onder 't stof en zand zitten. Daarom geven we geregeld demonstraties en als we dan zo'n babytje in het bad doen en hem heerlijk schuimend afsoppen. dan staat een drom mensen met grote ogen daarnaar te kijken en intens te genieten. Ter aanmoediging ge ven we de moeders een klein stukje zeep cadeau en dan hopen we maar dat ze op een goede dag zelf zo'n stukje zeep kopen en gebruiken.' ,0f de broussedorpen zoiets als we's hebben? Nee, op dat gebied is er niets georganiseerd, zelfs niet in de dorpen met vele honderden mensen waar wij komen. Men gaat gewoon het struikgewas vlakbij het dorp in, maar hoe zwaar zo'n gebied daardoor besmet is, dat weten we niet. De zon zal wel heel wat bacteriën doden, maar echt, van dit soort din gen weten we nog maar heel weinig af omdat we beslist veel langer in zo'n dorp moeten komen om dit te kunnen onderzoeken. Wel weet ik dat vrijwilligers uit een ander land in een broussedorp latrines hebben aangelegd en dat daar toen veel meer darminfecties ontstonden dan eerst.' Het is een genoegen Anneke Post in zo'n broussédorpje bezig te zien dit blonde Hollandse meisje te midden van die donkere Afrikaanse moeders en kinderen, waarmee ze niet rechtstreeks kan praten, terwijl 'ook 't Frans via de tolk haar niet zo gemakkelijk afgaat. Gelukkig is er nog haar gebarentaal, die soms wel wordt begrepen, maar ook wel tot misverstanden en uitbundige pret aanleiding geeft. Maar het meest be reikt Anneke met haar heldere, blau we ogen. Als zo'n negermoeder haar kind overreikt, is er dat contact van oog tot oog en van hart tot hart, dat tot voor alt werk zo noodzakelijke wederzijdse begrip en vertrouwen leidt. Wat zegt Anneke daar zelf van? ,Ik vind he fijn om te werken onder deze mensen, die zo heel een voudig, zo open, zo spontaan zijn en zo volmaakt eerlijk. Woorden als .idealisme' en .roeping* vind ik vaak met vals sentiment geladen termen. Zin in avontuur, meer van de wereld zien, andere mensen leren kennen en die te helpen gewoon omdat 't Je voldoening geeft, zo zie ik m'n mo tieven het liefst.' Ze is een inspire rend voorbeeld van een Nederlandse vrijwilligster, die Anneke Post. En dank zij haar toewijding krijgt dit artikeltje een happy ending. Want dat kleine zwarte kindje, dat zo hoestte kinkhoest is een stuk beter en bij haar laatste be zoek moest Anneke van de dankbare moeder een kippetje meenemen. Als ze binnenkort bij haar ontbijt af en toe een ei vindt, zal dit haar nog lekkerder smaken dan anders. Want Anneke houdt erg veel van eieren, en van kinderen. Wanneer Anneke Post de dorpen ingaat, heeft zij haar counterpartmee: een Afrikaans meisje dat als tolk en helpster fungeert en dat het ,vak' intussen mee-leert. Hier assisteert de counterpart' bij het wegen van de baby. Deze oma consumeert met welbehagen een in water opgelost aspirientje.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1967 | | pagina 18