ZEEUWEN
TUSSEN
DOLLAR!
EN JADE
MEER DUITS DAN FRIES
RUIMTE VOOR NEDERLANDERS
provinciale zeeuwse courant
EMDEN We hebben een slingerende niet best geasfalteerde,
met bomen omzoomde landweg af moeten rijden eer we van Emden
in Campen kwamen. Het landschap kan hier in de Krumme Hörn,
het deel van Oost-Friesland boven Emden, niet bepaald aanspraak
maken op de benaming .schoon'. Het is kaal. Nogal armetierige
weidegrond, afgewisseld met hier en daar wat bouwland. Vierkante
kilometers waar geen boom of struik groeit. Alleen bij de boerde
rijen enorme woonhuizen in Oldambtstijl met grote oude schu
ren groeien wel een paar wilgen of olmen. We pas
seren dorpjes met typisch Friese namen. Dan zijn we er, in Cam
pen, waar Herman de Putter (44) ons wacht in de grote, centraal
verwarmde kamer van zijn woonhuis, waar het Zeeuwse ,kamme-
net' nog tegen de muur prijkt. Hij is één der Zeeuwen, die op het
grote kale brok land tussen de zee-inhammen de Dollart en de Jade
een bestaan als landbouwer hebben opgebouwd.
Mevrouw De Futter-Dieleman ze
komt uit Retranchement zet thee,
terwijl de baas vertelt hoe hij als
boerenzoon in 1939 Zaamslag vaar
wel zei om zich als boer in Frank
rijk te vestigen. Na 25 jaar .boeren'
in het land van Marianne en De
Gaulle vertrok hij drie jaar gele
den naar Oost-Friesland om daar
een plaats plus 76 ha land te pach
ten, ,Klei, 40 procent afslibbaar'
vertelt hij, wat loskomend ais hij
merkt dat de .ondervrager' een
Zeeuw is. De helft van zijn gepachte
land is weide voor z'n 40 koeien.
Op de andere helft verbouwt hij
aardappelen en granen. Er wordt
elektrisch gemolken. De oudste van
de drie jongens (20) helpt mee op
het bedrijf. De Putter wil ons wel
vertellen hoeveel pacht hij jaarlijks
B;r hectare kwijt is: aan pure pacht
M 200 en nogeens tegen de 100
DM aan vaste lasten. Dat vindt hij
nogal wat, temeer, daar hij ln tegen
stelling tot anderen niet best te spre
ken is over de afwatering. Over de
opbrengst laat hij zich niet uit. ,Ach',
zegt hij, ,ik mag niet klagen'.
Waarom hij hier naar toe gekomen
is? ,Je blijft jong als je ergens weer
eens opnieuw begint', meent De Put
ter. ,Hier waren nieuwe mogelijk
heden. De beste boerenkracht is weg
uit dit land na twee oorlogen'.
Mevrouw De Putter-Dleleman denkt
nog vaak aan Zeeland. .Ieder jaar
wil ik er heen. We zitten er hier
korter bij dan in Frankrijk'. Toch
acht ze zich, evenals haar kinderen,
volledig ingeburgerd. Het Oostfries
levert hen weinig moeilijkheden op.
De twee jongsten zijn hier op school
alleen 's morgens, zoals hier de
gewoonte is en leren daar Hoog
duits. De oudste zoon weet nog niet
of hij altijd in het boerenbedrijf zal
blijven.
De De Putters zijn gereformeerd en
kerkelijk meelevend. Eenderde van
de kerkelijke gemeente hier bestaat
uit Nederlanders', vertelt De Putter,
die aan het eind van het gesprek
onder een glaasje Doornkaat rond
uit toegeeft dat hij het liefst in
Zeeland zou wonen en werken, als
er maar een bedrijf van een om
vang als het zijne te pachten viel...
En aangezien dat er niet inzit, gaat
De Putter verder met de Oostfriese
bodem te bewerken. Voor we weg
gaan moeten we de grote, frisse
stal bewonderen, waar een vijftal
grijsbruine kalveren rustig ligt
te herkauwen.
,Het plaatsje Campen doorrijden,
richting Groothuzen. Even buiten het
dorp Hamswehrum links van de weg
wonen de gebroeders Luyk. Jan (28)
de oudste van de drie vrijgezellen
is thuis. Vader en moeder uit Co-
lijnsplaat zijn op bezoek.' Die drie
zoons komen uit een gezin met tien
zonen, wilden boer worden, maar za
gen er in Nederland de mogelijk
heid niet toe. ,Ik ben eerst eens een
anderhalf jaar bij een Duitse land
bouwer hier in de streek gaan wer
ken', zegt Jan, ,toen had Ik het be
keken. Via een. makelaar werd er
45 hectare gepacht. Dat zijn er nu
na een vijfjarig verblijf 128 gewor
den, maar dan verdeeld over één
groot en twee kleinere bedrijven,
want als de broers eens gaan trou
wen. wil graag ieder zijn eigen boer
derij en land. Ongeveer 50 ha van
hun grond gebruiken zij als weiland.
(Ze hebben een kleine 60 koeien).
Zesendertig hectare heb?,en ze dit
jaar met aardappelen bepoot. In
weerwil van de bodemgesteldheid zijn
die er vrij makkelijk uitgekomen.
,We hebben machines uit Holland
laten overkomen', vertelt Jan. I-Iij
is de vriendelijkheid zeive, maar daar
waar het feiten betreft niet erg me
dedeelzaam. Hij wil ook niet op de
foto. .Slechte ervaringen mét de per:;'
vertelt zijn vader. Een Duits blad
maakte een reportage over de drie
,Jungge3ellen', die als men het
geloven mocht geld als water
verdienden, ook al vanwege de vele
subsidies-. De buren, waarmee ze
het overigens best kunnen vinden,
vonden dat toch niet zo leuk... ,Ze
hebben maar wat gefantaseerd'zegt
Jan Luyk, die zegt geen spijt te
hebben van zijn emigratie naar Oost-
Friesland, maar overigens meent dat
de opbrengst per hectare er beslist
wat lager ligt dan in Nederland
.Het klimaat is hier toch anders. Al-
les is hier een paar weken later bo
ven de grond, en er is naar ver
houding weinig zon.'
Woesteny
,Toen ik hier aankwam, belandde Ik
in een woestenij van distels', zegt
de uit Oostburg afkomstige Johan
Kosters (33) als we hem ontmoeten
op zijn boerderij in Bunder-Neuland,
vier kilometer over de grens by
Nieuwe Schans. Mevrouw Kosters-
Louwerse, Oostkappelse van geboor
te, beaamt het. Kosters heeft er
echter niet lang over gepiekerd en
z'n vier hectare grasland liggen er
nu redelijk by. Ook de overige 26
ha bouwland, vrijwel aaneengesloten
liggend in een groot kavel achter de
hoeve zyn netjes geploegd en tonen
brokken vette klei. .Veertig tot zes
tig procent afslibbaar en kalkarm',
zegt Kosters. ,Maar daar is wat
aan te doen. Ik heb er aardappelen
op gezet: bintjes. Die krjjg je er
nooit uit, en als je ze eruit krijgt,
dan niet op tijd', zeiden de Duitse
buren. Maar Kosters kreeg zjjn bint
jes wel op tijd uit de grond.
De helft van de opbrengst raakte
hij kwijt tegen redelijke prijzen. Al
lerlei afnemers kwamen de patatten
by' hem ophalen. De andere helft
ligt nog in de schuur. ,De chips
fabriek in Leer wil er negen pfen
nig voor geven. Dat is nauwelijks de
kostprijs per kilo, en dat terwijl ze
er in Groningen 14 pfennig voor moe
ten betalen'. Kosters vertikt het zich
hier gewonnen te geven. Hij denkt
aan de teelt van suikerbieten, maar
de moeilijkheid is de afzet. Hij weet
niet of hij ze aan een dichtbijgele
gen Groningse fabriek kwijt kan en
van de afzet in Duitsland heeft hij
nog geen idee, De dichtstbijzijnde
fabriek is volgens hem in Hamburg.
Deskundigen vertelden hem dat z'n
grond beter voor weiderij geschikt
zou zijn. ,Maar ik voel me akker
bouwer in hart en nieren', zegt Kos
ters.
Pas ln februari van dit jaar Is htt
hier gekomen. In 1965 deed hy ai
een poging zich in Oost-Friesland te
vestigen, maar het liep vast op het
pachtcontract. Het was geheel in
het Duits gesteld en Kosters moest
onmiddellijk beslissfen. ,Er waren mij
teveel onbegrijpelijke clausules. Daar
ben ik toen niet in gestapt', zegt
hij. ,Op papier wordt aie pachtprijs
mooi voorgesteld, maar door de las
ten wordt ze in feite hoger.' Via
relaties wist hij aan zijn huidige
bedrijf te komen.- Hij sloot nu een
pachtcontract rechtstreeks met de
eigenaar af voor de duur van 12
jaar, maar met een opzegmogelijk
heid na twee en na zes jaar. De fa
milie Kosters is trots op het nieuwe
woonhuis. Dgt in de gevelsteen de
namen van de bezittende familie:
,F. H. de Boer 1797 en G. Hopkes
1967' prijken, doet hen weinig. Ze
hebben tijdens de bouw enige tijd
in de stal moeten bivakkeren, maar
die moeite is dan ook beloond met
een comfortabele woning. We drinken
koffie. Inmiddels is dochter Addie
uit school gekomen. Met de broers
Leen en Jan gaat ze dagelijks op
de flets naar Nieuwe Schans, in Gro
ningen dus. ,Ik wil dat ze Neder
lands onderwys volden', zegt Kosters.
.Als de jongens later boer willen
worden, moeten ze Nederlands land-
bouwonderricht hebben'. Kosters is
weinig onder de indruk van de vak
kennis van zijn Duitse collega's, met
wie hij overigens in vrede leeft. ,Ze
waren "nieuwsgierig wat er van m'n
aardappelen en m'n graan terecht
zou komen. Tegen de avond kwamen
ze eens neuzen of het wel opkwam.
Toch zijn ze wei hulpvaardig. Als
je trekker eens vastloopt of zo, zijn
ze er onmiddellijk bij en laten ze je
niet alleen modderen.'
Kosters, een scherp typisch Z.
Vlaams profiel met doordringende
grijsbruine ogen tuurt over zijn
land. Eens loondorser in Oostburg,
verkocht de geboren Cadzandenaar
z'n bedrijf en probeerde het in Duits
land. ,Ik heb altijd graag boer willen
worden', ze^t hij nog eens. ,'t Lijkt
me hier wel te gaan. Als de akker
bouw niet lukt, probeer lk het met
beesten.' .Doe de groeten aan Zee
land'. zegt mevrouw Kosters als we
vertrekken. En ze voegt eraan toe:
.Eenmaal per jaar moet ik toch wel
even in Zeeland zijn.'
Een onzer redacteuren bezocht de Duitse provincie Oost-Friesland.
Op deze pagina geeft hy zyn indrukken weer over Emden, streek-
centrum en havenstad. Voorts vroeg hy een aantal ln Oost-Friesland
wonende Zeeuwse landbouwers naar hun ervaringen in deze streek,
waar tairyke Nederlandse boeren zyn gevestigd.
Johan Koster» (Bunder-Neuland)Akkerbouwer in hart en nieren'.
Echtpaar De Putter (Campen): ,Als er in'Zeeland een dergelijk bedrijf
te krijgen was
Het nieuwe woonhuis van de familie Kosters: Zeeuwen, die in het
Oostfriese Bunder-Neuland wonen en werken.
Dit bord troffen wij aan even voor Leer. Jn drieën gedeeldNooit."
luidt het opschrift. Onder de talrijke in Oost-friesland woonachtige ,Hei-
matvertrlebenen', veelal vluchtelingen uit de voormalige Duitse ge
bieden in Polenzijn er velen die dromen van een terugkeer naar de
oude Jleimaf. Ook onder de overigens gemoedelijke Oostfriezen
zijn er volgens insiders naar verhouding nogal wat lieden, die
met heimwee terugdenken aan de tijd van het derde rijk. De uitzon
deringspositie, waarin Oost-Friesland heeft verkeerd geeft hoogstens
een verklaring, geen verontschuldiging voor de bruine' gezindheid
van een aantal van zijn bewoners. (Foto PZC)
EMDEN Ook al ligt Emden in een streek die Oost-
Friesland heet, het is Duits, daaraan is geen twijfel
mogelijk. De in de oorlog vrijwel totaal van de kaart ge
veegde havenstad is opgebouwd in een architectuur die
aarzelt tussen zakelijkheid en ergens nog een band met
de romantiek. De parkeerplaatsen en winlcélstraten ade
men de doeltreffendheid van het Wirtschaftswunder. De
gedenkstenen in het herbouwde stadhuis eertijds
een schepping van de Zuidnederlander Laurens van
Steenwinkel delen in een plechtig Hoogduits mee,
dat de verschrikkingen, die tot vernietiging hebben geleld,
in 1939 begonnen zijn. Voor ons klopt er iets niet. Dit
jaartal is er minstens zes jaar naast.
Emden, eens een stad met een Nederlands karakter, met
grachten, met een Grote en een Nieuwe Kerk, die in
onderdelen overeenstemden met de Amsterdamse Noor-
derkerk. De Grote Kerk bleef gespaard. Maar de Nieuwe
.Kerk verdween, net als de talrijke Oudhollandse' ge
veltjes, net als het Nederlands als faal op de gerefor
meerde scholen. De Emdenaren spreken nu meer Duits
dan Gronings, waarin ze voor de oorlog converseerden,
toen er nog geen massa's vluchtelingen uit de voormalige
oostelijke gebieden van fias Reich' Emden waren binnen
gestroomd,
Emden is wellicht Duitser dam ooit tevoren. Het is
JIusz-und Bettag' als we er zijn. De winlcels zijn dicht,
maar de restaurants zfjn goed bevolkt. De Vati's en
de Muti's eten rustig met hun kroost filsbein mit
Sauerkraut) achter de imitatie-glas-in-loodruitjes van
de eetgelegenheden met hun nog nieuwe oude-stijl-meu-
bilair. Ze zijn niet luidruchtig. Zachtjes kabbelen hun
gesprekkenvoort. Weinig Oostfriese klanken, wel hier
en daar Bilezlsche accenten en PruisischeOost-Fries
land, thans het ,Regieringsbezirk Aurich', een district
van het land Neder-Saksen, deel van de Duitse bonds
republiek, een gebied bevolkt door een kleine ifiO.OOO
inwoners. Hiervan werken er een 23.000 in de industrie.
Industrie, die behalve een voedingsmiddelen fabriek bij
Aurich in 1966 door de afzwakking van de conjunctuur
niet is toegenomen, zegt het ,Verwaltungsberichf van
de regeringspresident van Neder-Saksen. Hetzelfde ge
richt' maakt wel trots melding van de aanleg van een
aardgasleiding en ook ln Oost-Friesland wordt evenals
in het nabijgelegen Slochteren aardgas aangeboord onder
meer bij het dorpje Groothuzen.
Emden heeft een kleine 50.000 inwoners, die werk vinden
in de haven, de handel, de Volkswagen fabriek en de
Rhein-Nordsee-scheepswerven.
Emden, Oost-Friesland. Maar het friese' in Emden
zit in de reclame voor een bepaald biermerk, opschrif
ten op ansichtkaarten in de souvenierioinkeltjes en
namen op de winkels: Boersma, Hellinga, Janssen en
De Groot. Resten van het eigen Oostfriese karakter, res
ten ook van de band met Groningen, die al vanuit de
middeleeuwen dateert. Oost-Friesland ia zelfs een korte
tijd officieel Nederlands gebied geweest, namelijk van
1807 tot 1810, toen het' deel uitmaakte van het konink
rijk Holland onder Lodewijk Napoleon. Al eerder had
den de Nederlandse Oranjestadhouders er belangstelling
voor. De calvinistische en lutherse instelling van de be
volking, de uit Nederland uitgewekenen en de mogelijk
heid om in Emden en Leeroord garnizoenen van het
staatse leger te vestigen bestendigden de band, die onder
het stadhoudersschap van Willem III verslapte. Emden
en Oost-Friesland gingen toen bescherming zoeken bij
het Duitse Brandenburg, waar de calvinisten een sterke
positie innamen. Toch worden er ook vandaag de dag
nog pogingen gedaan om de banden met Nederland aan
te houden. Oostfriese culturele verenigingen gaan jaar
lijks op bezoek bij hun Nederlandse zusterverenigingen
in Leeuwarden, die dan op hun beurt tegenbezoeken
brengen aan Leer of aan Aurich, de hoofdstad van
Oost-Friesland. Toch is men in Oost-Friesland meer op
stad en ommeland van Groningen gericht geweest, dan
op fins' Friesland. Het blijkt niet alleen uit de geschie
denis, het blijkt ook uit de instelling van de plattelands
bevolking, waarvan vooral de ouderen het Duits net
zo'n vreemde taal vinden als wij. Hun Oostfriese dialect
is sterk met het Gronings verwant, en wordt merkwaar
dig genoeg, naarmate men verder van de Nederlandse
grens af is, beter verstaanbaar.
Banden met Nederland. Ook het Oostfriese polderland
schap doet niet vreemd aan, en in weerwil van de offi
ciële Duitse opschriften in de dorpen zijn het behalve
plaatsnamen als Campen, Terborg, Veenhuizen, Rysum,
ook de molens en de boerderijen van het Groninger
Oldambster type, die bekend voorkomen.
Maar wie de oeidegronden even nauwkeuriger bekijkt,
ziet daar wel een heel on-Nederlands verschijnsel. Veel
percelen staan vol met distels en kallestaartenZe
maken een verwaarloosde indruk.
Die kattestaarten en distels, die bij nadere beschouwing
vaak wat verpauperde hereboerderijen zijn, zijn bijna sym
bolisch voor de toestand op het platteland van Oost-
Friesland, waar het soms schijnt dat de tijd er heeft
stilgestaan. De Oostfriese boer, ook al was hij pachter,
voelde zich evenals zijn Groningse collega van de andere
kant van de grens, hereboer. Werken was goed voor
de arbeiders en de vrouwen. Maar in Groningen ver
stond men de tekenen van de tijd. Kunstmest en me
chanisatie waren daar geen lelijke woorden. De Gronin
ger, al of niet een hereboer, zag er geen been in zelf
op de tractor te klimmen toen de moderne bedrijfs
voering dat van hem eiste. Veel van zijn Oostfriese col
lega's stonden aarzelend tegenover het nieuwe.
Zo langzamerhand, heeft zich een zeker moeheid van da
Oostfriese landbouw meester gemaakt. De oorlogen put
ten de boerenstand uit. Veel boerenzoons kwamen niet
terug. Boerenarbeiders gaven de voorkeur aan ander
werk. Op tal van boerderijen was er gebrék aan man
volk en aan een opvolger. Het bedrijf leed eronder. Min-
dere opbrengsten, kapitaalgebrek, verwaarlozing van het
land. Gevolg: afstoten van het bedrijf door verpachting.
Verkopen is er zelden bij: men wil de grond meestal
,in eigen hand' houden.
Dan komen de Nederlanders weer op het Oostfriese
toneel: de grondhonger in Nederland doet boeren dia
aan hun stand en bedrijf verknocht zijn, uitzien naar mo
gelijkheden elders. Die liggen er even over de grens
in Noordwest-Duitsland, in Oost-Friesland.
GRONINGEN-EMDEN .West-Dnltsland begint de laatste jaren betekenis
te krijgen voor Nederlandse agrariërs als Immigratieland. Vooral het noor-
delyk gedeelte van liet. Weser-Eemsgebled met name Oost-Friesland, Jever-
land en Varrelland staan ln de belangstelling.' Aan het woord ls de heer
F. Fakenal, districtsadminlstrateur en landbouwdeslmndige van de algemene
emigratiecentrale. ,In «lat gebied komen regelmatig pachtbedrijven vrij
omdat verschillende oudere Duitse boeren geen opvolger hebben als gevolg
van de oorlog, en de jongeren veelal een voorkeur hebben voor een werk
kring in de industrie- of dienstensector. Daarby komt, dat de bedrijfsvoering
in de landbouw in dat deel van Duitsland niet overal is aangepast aan de
technische ontwikkeling van de laatste Jaren. Ook dat werkt het vrijkomen
van bedrijven in de hand.'
De lieer Falkena kan hot weten. Samen met de Groninger maatschappy
van landbouw en het Nederlands consulaat ln Emden verstrekt hij voorlich
ting over vestigingsmogoiykheden voor pachters ln Oost-Friesland. .Eigon-
lyk kan de Nederlandse boer zich hier niet zomaar vrij vestigen ln Noordwest-
Duitsland, ook nog niet op grond van het EEG-verdrag, maar de Duitse
autoriteiten leggen praktisch geen belemmeringen ln de weg. De benodig
de invoervergunningen voor inventaris en levende have worden vlot ver
strekt. En de Landwirtschaftskammer een soort agrarische kamer van
koophandel maakt by het goedkeuren van de pachtovereenkomst geen
onderscheid naar nationaliteit.
Herr Heinemann, verbonden aan de Landwirtschaftskammer in Emden, be
vestigt dit. Hy vertelt: ,In het kader van het .Groene Plan', het agrarische
program van de Duitse hondsregering doen we wat we kunnen om de om
standigheden in de landbouw ln Oost-Friesland te verbeteren. Daar waar
be«lrijven sterk in de schulden zitten gaan we na of door een speciale kre
dietregeling het bedrijf weer op poten te helpen is. Want we zien niet graag
dat de boerderijen leeg komen te staan en de grond verder verarmt. Dertig
procent is te redden, 30 procent zit op de wip en 30 procent van de bedrijven
is niet meer le redden. Daarom zyn we er eigenlijk wel gelukkig mee,
dat er vakkundige Nederlandse hoeren bereid zijn hier vrijkomende bedry-
ven te pachten.'
De heer Falkena: ,Dut er zich een flink aantal Nederlandse boeren enige
honderden zich in Oost-Friesland heeft gevestigd komt omdat de af
stand hier een bijzondere rol speelt. Het is vlakby. .Je kunt van tevoren een
kijkje gaan nemen. De bodemgesteldheid vertoont veel overeenkomst met
Noord-Nederland, tenvyi de taal niet veel moeilijkheden met zich meebrengt.
Later vernemen we van reeds gevestigde Nederlandse emigranten, dat men
in do omgang niet de plaatselyke Oostfriese bevolking de Duitse taal niet
zozeer nodig lieeft. Vooral als men zelf een dialect spreekt gaat liet contact
vrjj vlot. Maar anders wordt het als men in verbinding treedt met een
officiële instantie, die als ambtclyke taal liet Hoogduits heeft. Als er dan
een verzoek geschreven moet worden is kennis van de Duitse taal toch wel
vereist. De heer Falkena bevestigt dit: ,Ai heb je liet niet dagelyks nodig,
kennis van het Duits is op den «Iuur onontbeerlijk.'
Over liet algemeen worden de Nederlanders door de Oostfriese bevolking
vry snel geaccepteerd. Een onlangs gehouden enquête onder 100 Nederlandse
boerengezinnen wees uit dat er van aanpassingsmoeilijkheden ook voor
vrouwen en kinderen vrywel geen sprake is. Ook over de opname in het
kerkelijk leven zijn «le geluiden zeer positief. (Oost-Friesland is voorname
lijk calvinistisch of luthers georiënteerd), aldus onze zegsman.
Hoe is het niet de bedrijfsvoering van de Nederlandse hoeren? ,De bedryve-n,
vanwaar zjj oorspronkeiyk kwamen hadden als grootste bekende oppervlakte
een 30 hectare. Het merendeel boert nu op bedryven die variëren tussen 20
en 80 hectare, waarbij we moeten zeggen, dat het zwaartepunt duidelijk
op de melkveehouderij ligt', zegt de heer Falkena. Zuivere akkerbouwbe-
drijven komen weinig voor. Op «Ie gemengde bedrijven zyn «le hoofdgewas
sen granen.
Uit een onderzoek is gebleken, dat het meren«leel van «1e Nederlandse
boeren het bedrijfsresultaat .redeiyk* vindt, een kleine minilerlieid .matig*
en een even kleine minderheid ,zeer goed'. Voor wat betreft de landerijen
moet worden gezegd dat het voorkomt, dat er jarenlang niets Is gedaan
aan de sloten en de greppels. De gron«l is veelal kalkarm. De voormalige
Duitse bewerker had er meestal een hekel aan geld voor kunstmest uit te
geven, terwyl hy vaak liet geld niet had voor een goede mechanisatie. ,Maar
menig Nederlandse boer heeft «loor een Intensieve bewerking en het gebruik
van kunstmest belangrijke verbeteringen in zijn gepachte lnnrl weteoi aan
te brengen'.
Eén ding is «luideiyk, tengevolge van de verwaarloosde staat, waarin
ter pachting aangeboden bedryven verkeren, komt «lo nieuwgevestigde boer
de eerste jarem voor zeer hoge investeringskosten te staan. En wat «lo be
drijfsresultaten betreft: nu liggen «lc pryzen van de landbouwprodukten nog
wel Iets lioger tlan in Ne«lerland, maar door de EEG zullen die pryzen ge-
loideiyk aan op eenzelfde peil komen, zoals met do melkprijzen nu eigenlyk
al het geval Is. Het verschil tussen do Nederlandse en Duitse melkprijs is
nog maar klein.
Ook de plaatsvervangend consul «Ier Nederlanden ln Emden, «le heer M. M.
Westplate (,Myn familie stamt uit Yerseke en Tholen'), wyst nogeens op
de ontwikkeling van de pryzen in de EEG. Hij zegt: ,Er speelt natuurlijk
bij onze Nederlandse boeren, die zich hier willen vestigen naast, de mogclyk-
heid van een goede verdionstc nog een andere rol: «le verknochtheid aan
liet agrarische levenspatroon.'
Do industriële ontwikkeling van ons land brengt dat patroon weieens in liet
gedrang. Ook de groei van do bevolkingsconcentraties maken landbouw-
6ii weidegrond stee«Is meer tol een gewild artikel voor hem die nog .boeren'
wil. Maar in Oost-Friesland met zijn 3137,32 vierkante kilometer opper
vlakte en zjjn nog geen 400.000 inwoners (om precies te zyn 391.004 in septem
ber 1966. I)at was toen 123 inwoners per vierkante kilometer tegen 400 in
ons land) is nog lantl en ruimte genoeg, als ,Als men zich hier als boer
wil vestigen, moet inen er mee rekenen «lat de pachtprijzen variëren tussen
de DM 200 en 300 per hectare. Daarby is veelal «le huur van de woning
on de bedrijfsgebouwen inbegrepen. Maar er komt nog minstens een bedrag
lussen «le 80 lot 100 DM por hectare bij aan waterschapslasten, grondbe
lasting en andere vaste, lasten', zo vernemen wy in alle toonaarden. Her
ziening van de pachtprijs kan meestal pas na 2 jaar. De pachttermijn is
in het algemeen 12 jaar, waarna verlenging kan worden aangevraagd. Sluit
men het contract af via een Auktionair, een makelaar, veelal ook rent
meester, dan vraagt, deze jaariyks 3 tot 3,5 procent van de pachtsom.
Hoewel het pachtcontract aan «le .Laudwirtschaftsbehörde' ter goedkeuring
moet worden voorgelegd, kwamen enkele Nederlandse boeren toch achteraf
tot «Ie conclusie, dat zij in vorgeiyking met hun Duitse buren wel veel
pocht moesten betalen
,Het is raadzaam, «lat iemand die hier een bedrijf wil gaan uitoefenen,
eerst even met bet pachtcontract by ons langs komt. Wellicht kannen w(j
hem eens op «le .kleine lettertjes' wyzen', zegt plaatsvervangend consul
Westplate.