KERK IN DE RECREATIE Ander begin voor catechese NIEUWE KATECHISMUS: DYNAMIET IN ENGELAND EN AMERIKA Hoorcommissies en het eigentijds pastoraat .KOM OVER DE BRUG': 20 MILJOEN DE KWADEN EN DE GOEDE Zaterdag 18 november 1967 Het nu vijftien jaar bestaande werk van de Nederlandse Her vormde Kerk in de recreatieve sector exploitatie van bunga lows, campings en caravanterreinen met een bijzondere bege leiding' zal over enkele jaren een uitbreiding krijgen in Zee land. De stichting recreatiecentra der Ned. Herv. Kerk heeft optie op 25 ha grond, grenzend aan het zomerwoningenter rein in Wissenkerke: de Ruiterplaatdie zij in pacht van do meinen wil krijgen. Op dit terrein zal enkele jaren een groot aantal bungalows, tenten en caravans een plaats krijgen voor de recreatiezoekenden. De grond is thans ingeplant. Het gebied zal een nieuw watersportcentrum worden in de reeks van recreatiecentra der Hervormde Kerk. Het eerste water sportcentrum is ,De Potten' in Of- fingawier aan het Sneekermeer. Het werd vorig jaar in gebruik geno men. De stichting beschikt voorts over een kampeercentrum in Dwin- geloo, een vakantieoord in Ermelo, en centra in Ouddorp. "Chaam, Ap pelscha en Epe. De terreinen vari eren van 6 tot 80 ha. De vijftienjarige stichting tel de in de acht centra totaal vijftien miljoen overnachtingen. Doel van de stichting was aanvankelijk .de be vordering van goede vakantiebeste- ding en andere sociale doeleinden.' Dat was het in 1952 toen op initia tief van Kerk en Wereld in een tijd. waarin zoveel aan kerkopbouw en kerkvernieuwing werd gedaan na dc wereldoorlog, met het werk werd begonnen. Al het eerste jaar wordt op het eer ste terrein, het noordelijk deel van het landgoed Hydepark in Doorn (80 hectare) aan de recreatie van de gasten aandacht besteed. Het re creatieve deel van Hydepark wordt Het Grote Bos' en de ontwikkeling gaat in versnelde gang. Er komt in 1957 een recreatieleider, die zich uil sluitend bezighoudt met de verzor ging en begeleiding van de recrean ten. In 1958 begint de reeks aanko pen, bijna ieder jaar één, van terrei nen en bestaande recreatiecentra. In 1965 wordt het doel geformuleerd als: .een bijdrage leveren aan de va kantie- en weekeindrecreatie. Een opdracht om een milieu te scheppen waarin de gasten zowel wat de ac commodatie als het sociaal-culturee' en geestelijk klimaat betreft tot hur- recht kunnen komen.' In de grotere centra zijn ook recreatieleiders en stagières van sociale academies, die zich bezighouden met de recreanten. En dat zijn beslist niet allemaal her vormde recreanten. Slechts de helft behoort op de één of andere maniei tot de Hervormde Kerk, de andere helft niet. .We zijn geen speciale in richting voor het oppeppen van her vormden," zegt de heer G. Baaij. directeur van de stichting. Hij wijst erop, dat de stichting wel duidelijke bindingen heeft met de Hervormde Kerk. maar verder geheel zelfstan dig en .self-supporting' opereert als een in feite nog nieuw en daarom experimenteel stuk kerkelijke dienstverlening. De Hervormde Kerk was de eerste en is de enige, die dit werk zo doet, voor iedereen. Die dienstverlening bestaat in ver huur van bungalows, tenten en ca ravans, ln het aanbieden van een re creatieprogramma van bijvoorbeeld spel en sport, film, forum, toneel, expressiewerk of natuurexcursie, e d Waar dat kan beschikken de centra ook over speciale sport- en spelgele- genheden en openluchttheaters. De centra zijn vrijetijdsdorpen gewor den, zegt de heer Baaij, waarbij de vrije tijd wordt doorgebracht in de tweede woning, of dat nu een huis. caravan of tent is. in de natuur, die ook als .stoffering' dient voor socia le contacten. Interessante ontwikke ling in .Het Grote Bos' is de. wat wordt genoemd .oecumenische ge meente'. lekendiensten waarin op di verse wijzen wordt geexperimen- ,1 DVERTENTIE leerd als gespreksdienst. met nieu we liederen, lekespel e d. Er zijn zelfs op het Grote Bos al doopdiens- ten en huwelijksinzegeningen ge weest. Blijft de vraag of dit werk door de kerk behoort te worden ge daan. De heer Baaij. .Het is een moderne vorm van samenlevïngs- hulp (diaconaat;, de kerk moet zijn waar de mensen zijn (pastoraat; en het is niet een dienen van zichzelf, maar een dienen van de wereld met een open karakter apostolaat, géén evangelisatie-oude-stijl). U moet het zien als een participeren met de an deren in de recreatiewereld.' .Kom over de brug-' heet de actie, die de meeste prote stantse kerken, geloofsgemeenschappen en de Oud-Ka tholieke Kerk in februari en maart volgend jaar ge zamenlijk zullen voeren om twintig miljoen gulden bij een te brengen voor de financiering van l-'/O geselec teerde projecten in de ontwikkelingslanden. Deze pro jecten zijn door de kerken en kerkelijke organisaties in de betreffende landen aangevraagd. Na een periode van zaaien en begieten' zal in de laatste tien dagen van maart de oogst worden binnengehaald: alle leden van alle deelnemende kerken worden dan persoonlijk bena derd voor een éénmalige grote gift. Ds P. Mackaa.y, voorzitter van het actiecomité, deelt mede dat de reformatorische christenen in Nederland per jaar bijna, twintig miljoen gulden bijeenbrengen voor allerlei missionair en diaconaal werk overzee, waar Nederlandse kerken bij betrokken zijn. Ondanks dit aanzienlijke bedrag kan het bedoelde, sterk groeien de werk in Afrika, Azië en Zuid-Amerika slechts met de grootste moeite worden gefinancierd. Voor grote in vesteringen, waarvoor door kerken vér&èêi'financiële steun wordt gevraagd, ontbreekt liét. geld 'Dé kéïftên: samenwerkend in de Nederlandse Zendingsraad en de Stichting voor Oecumenische Hulpverlening, hebben daarom besloten dit probleem voor te leggen aan hun leden. Er zijn totaal honderdveertig projecten die 20 miljoen kosten. Er is een oecumenisch noodproyramma voor hulpverlening in Afrika bij, uitbreiding van het Albert Schweitzerziekenhuis in Lambarene en de bouw van een centrum voor de bestudering van de Islam in Ni geria. De afzonderlijke kerken willen steun voor di verse projecten, bijvoorbeeld steun aan liet.' christelijk instituut in Zuid-Afrïka ff 150.000,-) van de Nederlandse Hervormde Kerk), voorlichting op medisch-sociaal ge bied in Transkei Anglicaanse, Oud-Katholieke Kerk), steun aan Algerijnse protestantse kerk (Morgenland zending), bouw theologische school op Timor en in Djokjakarta (hervormd-gereformeerd), technisch trai ningscentrum in Djokjakarta (gereformeerd). Voor Vietnam staat op het programma medische en sociale hulp (indien mogelijk ook medische hulp aan Nóord-Vietnam)project van onder andere de Wereld raad van Kerken, waarvoor 700.000,- nodig is, steun aan diverse projecten in Jordanië (lutherse en oecu- hnenjschj. Uiteraard zijn er ook vele belangrijke projec ten in Latijns-Amerika, in de VS onder andere liet. Missis sippi Delta pastoraat (oecumenisch Bij de foto: Een Nederlandse zuster in Algerije. In Jeugd en godsdienstige vorming', het proefschrift van dr G. II. Plantinga zegt deze: Wanneer de catechese aandacht besteedt aan de jonge gezinnen, ontvangen deze gezinnen ook steun bij de godsdienstige vorming van hun kinderen. De catechese zou dan, wanneer dit overal gebeurde, over tien a twaalf jaar grotere kan sen krijgen'. Waarom zou men met de jonge ge zinnen beginnen V .Onulal hier rela tief een nieuw begin is. Bij de slui- ling van een huwelijk beginnen man periode, waarin zy zich opnieuw voor allerlei vragen over kerk en maat schappij kunnen openstellen. Bij de voorbereiding op de huwelijksinze gening zon de pastor met hen kunnen spreken o\cr de godsdienstige ge bruiken na de huwelijkssluiting en over dc voortgaande vorming van hen heiden in algemeen en godsdien stig opzicht.' Deze aandacht voor jonge gezinnen heeft in de eerste plaats betekenis voor hun eigen vorming en geloofs leven, terwijl daarnaast ook aan de kadervorming van de gemeente ge werkt wordt. Dr Plantinga ontveinst zich niet. dat de mogelijkheden om zulk vormingswerk voor jonge ge zinnen op te zetten niet zo groot zijn. .De beïnvloeding heeft slechts een zeer beperkte betekenis, want het zijn slechts enkele uren. die aan hen gegeven kunnen worden. Even als bij de gewone catechese is dat hier het 'geval, maar er kan ook gezocht worden naar wegen om de groepsvorming tussen een aantal jon ge gezinnen te bevorderen.' .Ook van de groep zou dan Invloed op hun vorming kunnen uitgaan, ter wijl ook buiten de avonden tussen de jonge gezinnen allerlei contacten zouden kunnen ontstaan, waarin zij elkaar helpen met kinderoppas, en zovoorts'. Dr Plantinga constateert, dat nog maai- op enkele plaatsen ïandachi in deze zin voor het jonge gezin bestaat. Over de opleiding van de onleeliool stelt dr Plantinga onder meer: ,In de opleiding van de predikanten, die vele uren catecheet zijn, zou naast ile theologische vorming ook de pe dagogische vorming plaats moeien hebben, in elk geval zou men zich hier het pedagogisch denken eigen moeten maken, naast de persoonlijke vorming en de didactische training. Dr Plantinga meent, dat wil een op leiding lot godsdienstonderwijzer aan godsdienst-pedagogische eisen vol doen, het nodig is dat hij een gron dige theologisch-pedagogische oplei ding krijgt. .Hiervoor zou een com plete dagopleiding van vier tot zes jaar nodig zijn. Het blijkt dus, dat de catechese bij betere stof alleen niet kan leven de opleiding van de catecheet zelf zal ook aangepast en aangepaktmoeten worden. In het proefschrift wordt ook gepleit voor overleg tussen degenen, die zich met de godsdienstige beïnvloeding buiten het gezin bezighouden. De godsdienst-pedagogische research zou dr Plantinga in een instituut voor godsdienstige vorming willen onder brengen. Hij meent, dat op alle ter reinen van de godsdienstige beïnvloe ding studies zijn te verrichten. .Voor de catechese denken we bij voorbeeld aan de vragen van de aan schouwelijkheid en "de verwerking van opdrachten. Voor deze research zou ook een goede bibliotheek moe ten worden opgebouwd, waarin alles wordt ondergebracht wat tot het ter rein van de godsdienstpedagogiek behoort of aan dit terrein raakt, zoals bepaalde sociologische en filo sofische studies. Veel literatuur is nu verspreid over een aantal biblio theken of zelfs in Nederlandse bi bliotheken niet aanwezig. In .Jeugd en godsdienstige vormen' vinden we ook de vraag, of het voor jongeren, die op school goed godsdienstonderwijs krijgen, nog wel nodig is naar de catechisatie te gaan. Waarin verschilt dit godsdienston derwijs nog van de catechese? .Wan neer we uitgaan van het feit. dat liet godsdienstonderwijs en de cate chese godsdienstpedagogisch verant woord gegeven wordt, ontbreekt in liet godsdienstonderwijs in vergelij king niet de catechese nog één be langrijk element: de. binding met de gemeente. I)e catecheet kan iu die gevallen de leerling van de catechese vrijstel len, als hij hem op andere wijze bij de gemeente kan betrekken. Dr Plan tinga stelt vast, dat goed gegeven godsdienstonderwijs eeii belangrijke ca toeliet iselie functie vervult .waarop de catechese aanvullend kan toerus ten lot. een mondig christen-zijn'. Ook liet semi-kerkeljjke verenigings leven vervult een dergelijke functie. Dr Plantinga merkt hierbij op, dat liet 'gêmeenschaPjPjesef. dat in her verenigingsleven ontstaan of ge groeid is, grote betekenis kan heb ben voor liet mondig lid worden van de gemeente. Ook hierin zal men immers moeten functioneren als leden van een gemeenschap. .Eén van de problemen die hierbij rijzen, is dat er in het verenigingsleven vaak meer geme.ensehapsbesef in de zin van saamhorigheid gevonden wordt, dan in vete gemeenten, waar een in Christus gegrond gemeen- scltapsbesef ontbreekt of onvoldoende functioneert.' Er is in Nederland geen vastgesteld leerprogramma voor het godsdienst onderwijs. dit in tegenstelling tot bepaalde buurlanden/Zo kent men bijvoorbeeld in Engeland een .agreed syllabus' voor het godsdienstonder wijs op allerlei door de staat ge subsidieerde scholen, waaraan onder wijskrachten. kerkelijke leiders en plaatselijke opvoedkundige autoritei ten hebben meegewerkt. Het gebrek aan overleg in Nederland wreekt zich in de catechese, aldus dr Plan tinga. In vele gevallen doet de cate chese nog eens (en vaak slechter) over wat op school al lang behandeld Dit gevaar van overlapping open baart zich het sterkst bij de bespre king van de bijbelverhalen. Dezelfde verhalen worden op de zondagsschool, in het godsdienstonderwijs en op het jeugdwerk bij de twaalf- tot zestien jarigen verteld. Bij de ouderen kan hetzelfde zich voordoen bij de vragen van geloofsinhoud en ethiek. Dr Plantinga wijst er in zijn boek ook op, dat in dè verschillende vor men van godsdienstige beïnvloeding onvoldoende rekening wordt gehou den met het volkomen eigen karak ter van de beïnvloeding van kinderen uit niet-godsdienstige milieus. Dit vraagt onder meer" voor het kind een uniformiteit van beïnvloeding. Wanneer mensen aan dezelfde kin deren het evangelie vertolken, is het een godsdienst-pedagogische eis van de eerste orde dat zïj met elkaar naar allerlei vormen van samen werking zoeken. Wellicht zouden, aldus dr Plantinga. bepaalde kinde ren dan voor een verdere godsdien stige beïnvloeding kunnen worden vastgehouden Van de vele kinderen, die de zondagsschool bezoeken of het godsdienstonderwijs volgen, gaan slechts enkelen naar de catechisaties. Een van de factoren, die hierbij een rol spelen, is het ontbreken van die samenwerking. Van de Engelstalige editie van de .Nieuwe Kiitecliismus zijn in de Ver enigde Staten sinds 31 oktober, de verschijningsdatum, meer dan 60.000 exemplaren verkocht. In Engeland zijn dat er meer dan l.f.tlOO. Zoals bekend heeft de Amerikaanse versie (bij Herder and Herder uitgekomen geen kerkelijke goedkeuring impri matuur). In de Verenigde Staten heeft kardi naal Mclntyre van Los Angeles op dracht gegeven het boek voorlopig uit de aartsdiocesane boekhandel te houden. Mgi John S. Kennedy schreef in een landelijk katholiek blad: ,Er stond niet dynamiet op liet boel... maar dat luid best gekundEen andere r-k boekhandel met filialen in een tiental steden zal hel boek in de winkel uitgestald. In Cleveland kwamen heftige pro testen van teken, omdat het r-k boek- en filmcentrum verkoopbeper kingen instelde. Een theoolog van liet Paus -Joannesseminarie in Weston Massachusetts) betoogde echter, dat de .Nieuwe Katechismus' niets bepleit, dat vooraanstaande theolo gen ei, deskundigen in het kerkelijk ■•echt al niet in veel concreter mi dwingender vorm hebben voorge meld? Zoals men weet publiceerde liet Vati caanse dagblad JL'Osservatore Roma nor" onlangs een verklaring van kar dinaal Alfrink (die zijn imprimatuur aaf aan de oorspronkelijke uitgave) waarin deze de publikatie van de Engelse uitgave in de Verenigde Sta ten en Groot-Brittannië zei te be treuren. De Duitse editie wordt, na overleg met de Nederlandse bisschop pen. opgehouden tot het Vaticaan af komt met een andere redactie voor bepaalde punten, waarmee men het ii: Rome niet eens was. De Britse editie is voorzien van een imprimatuur van bisschop Joyce van Burlington, Vernon USA, dal op de Amerikaanse editie ontbreekt. De verklaring is dat bisschop Joyce zijn imprimatuur vroeg m te mogen trek ken nadat hij had vernomen dat er een overeenkomst tussen de Ne derlandse bisschoppen en Rome be staat dat vertalingen van de Nieuwe Katechismus' niet gepubliceerd zou den worden voordat er eventuele ver anderingen in toegepast zouden zijn. Op dit tijdstip was de Britse editie echter al gedrukt, gebonden en ge distribueerd aan de boekhandel. Zij is dus vóór de Amerikaanse editie verschenen. Anderzijds hielden Her der and Herder rekening met de wens van bisschop Joyce en publi ceerden linn Amerikaanse editie zon der het inmiddels ingetrokken im primatuur. Van zijn kant verklaarde bisschop Joyce uitsluitend uit loyali teit jegens Rome te hebben gehan deld. Er xcerd, aldus betoogde de bisschop, geen enkele druk op hem uitgeoefend. Hij zei dat twee emi nente theologen die de .Nieuwe Ka techismus' hadden bestudeerd geen enkele dwaling of fout in het boek gevonden hadden. Persoonlijk had htj bezwaren tegen de benadering van de problemen in de .Nieuwe Katechis mus', maar deze bezwaren beschouwt hij niet als een geldige reden om het imprimatuur te weigeren of te onttrekken. Burnes and Oates, de Engelse tak van Herder, verklaarden door te wil len guan met de verkoop van de versie oplaag totdat deze uitverkocht is, maar voegden eraan toeeven tuele veranderingen die door de com missie van kardinalen in Rome en de Nederlandse bisschoppen wense lijk of nodig geacht zullen zijn in een tweede oplaag toe te willen pussen. Anderzijds zei bisschop Joyce van Burlington en zijn theologische ad- gereviseerde uitgave te willen ver lenen. In het Engelse xceekbiud Catholic Herald (6 oktober 1967besprak po ter J. H. Crehan sj de Engelse ver taling die verzorgd werd door Ccviu Smith, een Engelse geleerde in Pa- -ijsPater CreJiam erkent de com petentie van de vertaler wat de Duit se taal betreft, maar uit twijfel aan zijn kennis van de Nederlandse taal en stelt de vraag of er misschien een Duitse tekst gebruikt werd. Vol gens hem dragen dé bisschop van Burlington en zijn theoolgische ad viseur P. L. Steady een zware ver antwoording, nu zfj het werk aan de Engelssprekende wereld hebben vrijgegeven. Pater Creham besluit zijn bespreking met de woorden uit stel zou beter geweest zijn'. Het gaat slecht met het beroepingswerk. Dat is een klacht die we gedu rende de laatste jaren al enige malen hebben gehoord uit de mond van een ambtsdrager der Ned. Hervormde Kerk, die bij een .hoorcommtssie' was betrokken. Deze commissies grazen ons land af wanneer er ergens een vacature is. Ze zyn zeer serieus in hun werk. Voor hun gemeente willen ze het beste van het beste hebben en ze zoeken iemand die precies in hun gemeente past. Daartoe worden de einden van ons land nauwkeurig door zocht en zelfs kijkt men nog buiten de grenzen van ons landje. Een onge schreven regel bij dit beroepingswerk schynt te zijn dat, wat van ver wordt gebaald, beter is dan wat men in eigen omgeving heeft. We vinden dit overigens nogal een goede regel, want daardoor wordt het predikanten- korps wat door elkaar geklutst en zo krygen we een natuurlijke uitwisse ling tussen de verschillende provincies, waaruit ook de NH Kerk nog altijd bestaat. .Maar, het gaat tegenwoordig niet. best met het beroepingswerk. want er komen, na een uitgebracht beroep, nogal eens bedankjes, ook in gemeenten waar men dit niet gewoon was en waaraan men nu nog wat moet gewennen. Er is een tijd geweest, dat men deze opmerking dat het niet al te roos kleurig staat met het beroepings werk, kon horen uit de mond van pre dikanten. Hoe menigeen van hen heeft niet vol verlangen uitgekeken naar een mogelijkheid om ook eens in een andere gemeente en dan liefst in een ander deel van ons land. zijn vleugels niet vernieuwde krachten te kunnen uitslaan. Er kwamen zo nu en dan wel eens hoorcommissies op dagen. maar bij het bezoek aan de pastorie vertelden ze reeds dat zij nog meer pijlen op hun gespannen boog hadden, welke opmerking ge woonlijk alleen maar met een begrij pende knik werd beantwoord. .Ik geloof in Gods voorzienigheid, uitge zonderd bij het beroepingswerk'. De ze opmerking hoorden we eens uit de mond van een predikant, nadat hij enige teleurstellingen had moeten incasseren. Nochtans was hij later een van de meest vooraanstaande predikanten in ons land. Dat gedu rende de ene periode hoorcommis sies en in een andere periode predi kanten klagen over het slecht gaan van het beroepingswerk, ligt natuur lijk aan het feit, dat er in het laatste geval een overschot aan predikanten is en in het eerste geval er van een tekort kan worden gesproken. Er zijn tijden geweest dat beroep- bare kandidaten konden uitzoeken waarheen ze wilden gaan, maar er zijn ook tijden geweest dat zij werk loos aan de markt stonden. Ook hier is het heel nuchter een kwestie van vraag en aanbod en tegenwoordig is blijkbaar de vraag groter dan het aanbod. heeft, (zending bijvoorbeeld;, toch liggen de zaken wel wat anders dan vroeger het geval was. Ook wanneer toch te maken. De .geestelijke ver zorging', om dit moeilijk te bepalen woord maar eens te gebruiken, is niet meer zo vanzelfsprekend helder en doorzichtig als dit vroeger blijk baar wel het geval was. De oude besloten gemeenschappen, waarin een plaats voor een predikant was, zijn opengebroken. De geestelijke ver zorging is op een ander plan geko men en een predikant zal zich nu weieens moeten afvragen of hij wel de persoon is die bepaalde gevallen op rechte wijze kan behandelen. Zijn er niet anderen die meer bevoegd zijn? In het laatste nummer van .Het Orgaan' van de bond van Neder landse predikanten 'de eigenaardig ste vakbeweging die wij kennen lazen we dat het hoofdbestuur zich bezonnen heeft op de vraag hoe in het komende jaar het vijftigjarig bestaan van deze bond moet worden gevierd. Een terugblik zal er natuur lijk zijn. Dat behoort nu eenmaal bij een jubileum. Maar verder denkt men er aan ,om in het najaar van 1968 een aparte bijeenkomst te be leggen ter viering van dit feit. waar in een futuro theologisch sym- V' inopig sciujnt in de huidige Loesi&utl gee»i verandering ie zui- voor net oeroepingswerk neeti nog- ai somuere geimueu laien noren voor ue noorcommissies. ln haar jaarver slag over löob kunnen we lezen: .Wanneer de nuituge tenuens zien voorizei, mag aus aangenomen wor den, dat na 19<U nel aantal vaca tures mei oü Lot 70 zaï toenemen.' rvog niinuer aauuod aizo in oe ko- mexiue jaren, i^n ais een van ue oorzaaen wordt eiDy genoeniu dat eik jaar ,een rank aaniai predikan ten' overgaat ,m meer gespeciali seerde funcLies'. Vroeger lag net zo, dat iemand die theoiogie ging stu deren, van tevoren wist dat hij een piaats zou krygen als predikant in een gemeente. Daarop was hy van het begin af aan ingesteld. Een en kele werd iegerpreaikant of kwam terecht bij de een of andere vereni ging, maar dit waren uitzonderin gen die de regel bevestigden. Nu zyn er ook voor theologen heel wat mogelijkheden bijgekomen. Wat een lange lyst is het geworden, na de laatste wereldoorlog, van predikan ten voor .bijzondere werkzaamheden'. En hoeveel predikanten zijn er niet die een functie hebben gekregen daar, waar men ze helemaal niet zou ver wachten. Wanneer iemand op het ogenblik theologie gaat studeren, is het helemaal niet gezegd, dat hij ooit nog eens in een pastorie van een gemeente terecht zal komen. Er zijn er die vooraf, tijdens hun studie, al zeer beslist weten dat zij dit nooit zullen doen. Zij voelen zich daartoe ook niet geroepen. Een pastorie Is nu minder aan trekkelijk dan dit vroeger het geval was. De oorzaken daarvan lig gen op allerlei terrein, maar ze han gen naar onze mening vooral samen met de maatschappelijke, economi sche en sociale verschuivingen die er in de loop van deze eeuw zijn op getreden. Hiermee hangt onherroe pelijk samen een geestelijke ver schuiving. We zitten daar nog mid den in. Dit brengt mee een verschui ving in het werk van de predikant. Dit was vroeger bijna uitsluitend op zijn gemeente gericht. Tegenwoor dig is dit niet meer het geval. Het geneel van zijn kerk en meer nog. het geheel van de christenheid is bij hem meer direct in het zicht gekomen. We willen niet beweren oat dit vroeger helemaal ontbroken Berichten over noluurrompen schrikken ons de loofsfe lijd herhooldelijk op. in weinige minuten vinden don velen de dood. Wonneer wij dit horen en lezen, komen er vrogen bij ons: Hoe kon God dit toeloten? Is God er nog wel? In deze vrogen klinkt een zoeken noor een verkloring door Sommigen menen de oorzaak bij God te kunnen zoeken, anderen daarentegen bij de mensen. Men zegt dan vaak: .Zij zullen het er wel noor gemaakt hebben' .Zij', zijn don dc mensen van het betrekken gebied. Zij zouden door hun levens- wondel als het ware een straffend ingrijpen van God hebben opgeroepen Waarschijnlijk zullen onder die bevolking gelovigen zijn. Dat wordt wel erkend. Moor. zo zegt men. ,De goeden moeten nu eenmaal met de kwaden lijden'. De bijbel deelt deze redenering niet. Wij le^en het boek Genesi: over Abraham. Hij pleit voor de inwoners van de steden Sodom en Gomorro. Abraham vraagt God de steden te zullen sparen terwille van 50 rechtvaardigen. God beloof' de stad te zullen sparen, ter- wille van 50 rechtvaardigen. Abrohom is doorop niet gerust. Hij gaat aftellen fin komt tot tien. God zegt de stad Ie zullen sparen, ook dan indien er slechts 10 rechtvoordigen zullen worden gevonden. Een stad vol schurken en bandieten mag blijven leven terwille van slechts 10 rechtvaardigen. Dot is hel volstrekt omgekeerde van onze denkwijze, die de goeden laat lijden met de slechten. Abrohom en God zijn alkander dichl genaderd. Toch bereikten zij elkander niet. Dat geschiedt in Jezus Christus. Het evangelie verkondigt, dot de gehele wereld met al zijn boosheid mag leven terwille van deze Ene Rechtvaardige: Jezus Christus, de Messias von Israël. Jo. Het beslaan van de gehele wereld is slechts mogelijk doordat wij uit genade als slechten mogen leven met deze Ene Goede. STEMMEN UIT DE KERKEN posion over het pastoraat de hoofd schotel zou vormen.' Eenvoudiger ge zegd: hoe zal in de toekomst net pastoraat er uitzien? Uit alles wat zo in de laatste trjd over het kerke lijk pastoraat geschreven is en dat is heel wat blijkt een zeker onbehagen. Men weet niet goed wel ke kant het uit moet. Dezelfde vra gen die in de Ned. Hervormde Kerk leven, vinden we ook in andere pro testantse kerken en in de R-K Kerk vindt men ze eveneens. Met ,het eigentijds pastoraat' heeft niemand minder dan prof. dr F. Haarsma uit Nijmegen zich beziggehouden, aange zien men ook hier met eigentijdse moeilijkheden zit. Wie zal zich hier over verbazen De moeilijkheden met het beroe pingswerk hebben in feite een veel diepere achtergrond dan dat er veel vraag en weinig aanbod is. Het gaat ook om de functie en werk situatie van de predikant die ergens rustig in een pastorie zit. Maar te genwoordig is er geen pastorie meer rustig, omdat de gemeente steeds meer uit elkaar wordt geslagen en hoe moet een predikant zijn gemeen te dan bijeenhouden? De heer P. C. Janse, die in het opbouwwerk in Zuid-Holland zit, heeft ook over deze problemen zijn gedachten laten gaan. Na te hebben opgesomd wat van een predikant tegenwoordig zoal wordt verlangd, vervolgt hij: ,Onze maatschappij houdt het niet meer voor mogelijk dat zoveel eigenschap pen en bekwaamheden normaliter verenigd worden in één persoon. Wan neer men dat toch pretendeert, dreigt het gevaar niet au serieux genomen te worden. De predikant wordt vaak gezien als een man. die overal een heel klein beetje van weet en daar door nergens verstand van heeft. Ook het sociale aanzien van zijn be roep is mede daardoor sterk ge daald.' En dan komt hij terecht op de functie van het werk van de pre dikant. die herzien zal moeten wor den. Wanneer dit niet gebeurt, heeft een .wervingscampagne' weinig zin. Laat de bond van predikanten zich bezinnen op het ambt van predikant in de toekomst, het zal ook nodig zijn dat de gemeente zelf er over nadenkt en dat zij gaat weten wat zij van het eigentijds pastoraat van hun predikant verwacht. Dan hebben de hoorcommissies misschien een duidelijker boodschap dan zij in zeer vele gevallen tot nu toe hebben ge had. KAMPERLAND ALB. VAN DEN BAN

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1967 | | pagina 23