KERK IN DE
RECREATIE
Ander begin voor catechese
NIEUWE KATECHISMUS: DYNAMIET IN
ENGELAND EN AMERIKA
Hoorcommissies
en het eigentijds
pastoraat
.KOM OVER DE BRUG': 20 MILJOEN
DE KWADEN
EN DE
GOEDE
Zaterdag 18 november 1967
Het nu vijftien jaar bestaande werk van de Nederlandse Her
vormde Kerk in de recreatieve sector exploitatie van bunga
lows, campings en caravanterreinen met een bijzondere bege
leiding' zal over enkele jaren een uitbreiding krijgen in Zee
land. De stichting recreatiecentra der Ned. Herv. Kerk heeft
optie op 25 ha grond, grenzend aan het zomerwoningenter
rein in Wissenkerke: de Ruiterplaatdie zij in pacht van do
meinen wil krijgen.
Op dit terrein zal enkele jaren een
groot aantal bungalows, tenten en
caravans een plaats krijgen voor de
recreatiezoekenden. De grond is
thans ingeplant. Het gebied zal een
nieuw watersportcentrum worden in
de reeks van recreatiecentra der
Hervormde Kerk. Het eerste water
sportcentrum is ,De Potten' in Of-
fingawier aan het Sneekermeer. Het
werd vorig jaar in gebruik geno
men. De stichting beschikt voorts
over een kampeercentrum in Dwin-
geloo, een vakantieoord in Ermelo,
en centra in Ouddorp. "Chaam, Ap
pelscha en Epe. De terreinen vari
eren van 6 tot 80 ha.
De vijftienjarige stichting tel
de in de acht centra totaal vijftien
miljoen overnachtingen. Doel van de
stichting was aanvankelijk .de be
vordering van goede vakantiebeste-
ding en andere sociale doeleinden.'
Dat was het in 1952 toen op initia
tief van Kerk en Wereld in een tijd.
waarin zoveel aan kerkopbouw en
kerkvernieuwing werd gedaan na dc
wereldoorlog, met het werk werd
begonnen.
Al het eerste jaar wordt op het eer
ste terrein, het noordelijk deel van
het landgoed Hydepark in Doorn (80
hectare) aan de recreatie van de
gasten aandacht besteed. Het re
creatieve deel van Hydepark wordt
Het Grote Bos' en de ontwikkeling
gaat in versnelde gang. Er komt in
1957 een recreatieleider, die zich uil
sluitend bezighoudt met de verzor
ging en begeleiding van de recrean
ten. In 1958 begint de reeks aanko
pen, bijna ieder jaar één, van terrei
nen en bestaande recreatiecentra. In
1965 wordt het doel geformuleerd
als: .een bijdrage leveren aan de va
kantie- en weekeindrecreatie. Een
opdracht om een milieu te scheppen
waarin de gasten zowel wat de ac
commodatie als het sociaal-culturee'
en geestelijk klimaat betreft tot hur-
recht kunnen komen.' In de grotere
centra zijn ook recreatieleiders en
stagières van sociale academies, die
zich bezighouden met de recreanten.
En dat zijn beslist niet allemaal her
vormde recreanten. Slechts de helft
behoort op de één of andere maniei
tot de Hervormde Kerk, de andere
helft niet. .We zijn geen speciale in
richting voor het oppeppen van her
vormden," zegt de heer G. Baaij.
directeur van de stichting. Hij wijst
erop, dat de stichting wel duidelijke
bindingen heeft met de Hervormde
Kerk. maar verder geheel zelfstan
dig en .self-supporting' opereert als
een in feite nog nieuw en daarom
experimenteel stuk kerkelijke
dienstverlening. De Hervormde Kerk
was de eerste en is de enige, die dit
werk zo doet, voor iedereen.
Die dienstverlening bestaat in ver
huur van bungalows, tenten en ca
ravans, ln het aanbieden van een re
creatieprogramma van bijvoorbeeld
spel en sport, film, forum, toneel,
expressiewerk of natuurexcursie, e d
Waar dat kan beschikken de centra
ook over speciale sport- en spelgele-
genheden en openluchttheaters. De
centra zijn vrijetijdsdorpen gewor
den, zegt de heer Baaij, waarbij de
vrije tijd wordt doorgebracht in de
tweede woning, of dat nu een huis.
caravan of tent is. in de natuur, die
ook als .stoffering' dient voor socia
le contacten. Interessante ontwikke
ling in .Het Grote Bos' is de. wat
wordt genoemd .oecumenische ge
meente'. lekendiensten waarin op di
verse wijzen wordt geexperimen-
,1 DVERTENTIE
leerd als gespreksdienst. met nieu
we liederen, lekespel e d. Er zijn
zelfs op het Grote Bos al doopdiens-
ten en huwelijksinzegeningen ge
weest. Blijft de vraag of dit werk
door de kerk behoort te worden ge
daan. De heer Baaij. .Het is een
moderne vorm van samenlevïngs-
hulp (diaconaat;, de kerk moet zijn
waar de mensen zijn (pastoraat; en
het is niet een dienen van zichzelf,
maar een dienen van de wereld met
een open karakter apostolaat, géén
evangelisatie-oude-stijl). U moet het
zien als een participeren met de an
deren in de recreatiewereld.'
.Kom over de brug-' heet de actie, die de meeste prote
stantse kerken, geloofsgemeenschappen en de Oud-Ka
tholieke Kerk in februari en maart volgend jaar ge
zamenlijk zullen voeren om twintig miljoen gulden bij
een te brengen voor de financiering van l-'/O geselec
teerde projecten in de ontwikkelingslanden. Deze pro
jecten zijn door de kerken en kerkelijke organisaties in
de betreffende landen aangevraagd. Na een periode van
zaaien en begieten' zal in de laatste tien dagen van
maart de oogst worden binnengehaald: alle leden van
alle deelnemende kerken worden dan persoonlijk bena
derd voor een éénmalige grote gift.
Ds P. Mackaa.y, voorzitter van het actiecomité, deelt
mede dat de reformatorische christenen in Nederland
per jaar bijna, twintig miljoen gulden bijeenbrengen
voor allerlei missionair en diaconaal werk overzee,
waar Nederlandse kerken bij betrokken zijn. Ondanks
dit aanzienlijke bedrag kan het bedoelde, sterk groeien
de werk in Afrika, Azië en Zuid-Amerika slechts met
de grootste moeite worden gefinancierd. Voor grote in
vesteringen, waarvoor door kerken vér&èêi'financiële
steun wordt gevraagd, ontbreekt liét. geld 'Dé kéïftên:
samenwerkend in de Nederlandse Zendingsraad en de
Stichting voor Oecumenische Hulpverlening, hebben
daarom besloten dit probleem voor te leggen aan hun
leden.
Er zijn totaal honderdveertig projecten die 20 miljoen
kosten. Er is een oecumenisch noodproyramma voor
hulpverlening in Afrika bij, uitbreiding van het Albert
Schweitzerziekenhuis in Lambarene en de bouw van
een centrum voor de bestudering van de Islam in Ni
geria. De afzonderlijke kerken willen steun voor di
verse projecten, bijvoorbeeld steun aan liet.' christelijk
instituut in Zuid-Afrïka ff 150.000,-) van de Nederlandse
Hervormde Kerk), voorlichting op medisch-sociaal ge
bied in Transkei Anglicaanse, Oud-Katholieke Kerk),
steun aan Algerijnse protestantse kerk (Morgenland
zending), bouw theologische school op Timor en in
Djokjakarta (hervormd-gereformeerd), technisch trai
ningscentrum in Djokjakarta (gereformeerd).
Voor Vietnam staat op het programma medische en
sociale hulp (indien mogelijk ook medische hulp aan
Nóord-Vietnam)project van onder andere de Wereld
raad van Kerken, waarvoor 700.000,- nodig is, steun
aan diverse projecten in Jordanië (lutherse en oecu-
hnenjschj. Uiteraard zijn er ook vele belangrijke projec
ten in Latijns-Amerika, in de VS onder andere liet. Missis
sippi Delta pastoraat (oecumenisch
Bij de foto: Een Nederlandse zuster in Algerije.
In Jeugd en godsdienstige vorming', het proefschrift van dr G. II.
Plantinga zegt deze: Wanneer de catechese aandacht besteedt
aan de jonge gezinnen, ontvangen deze gezinnen ook steun bij de
godsdienstige vorming van hun kinderen. De catechese zou dan,
wanneer dit overal gebeurde, over tien a twaalf jaar grotere kan
sen krijgen'.
Waarom zou men met de jonge ge
zinnen beginnen V .Onulal hier rela
tief een nieuw begin is. Bij de slui-
ling van een huwelijk beginnen man
periode, waarin zy zich opnieuw voor
allerlei vragen over kerk en maat
schappij kunnen openstellen. Bij de
voorbereiding op de huwelijksinze
gening zon de pastor met hen kunnen
spreken o\cr de godsdienstige ge
bruiken na de huwelijkssluiting en
over dc voortgaande vorming van
hen heiden in algemeen en godsdien
stig opzicht.'
Deze aandacht voor jonge gezinnen
heeft in de eerste plaats betekenis
voor hun eigen vorming en geloofs
leven, terwijl daarnaast ook aan de
kadervorming van de gemeente ge
werkt wordt. Dr Plantinga ontveinst
zich niet. dat de mogelijkheden om
zulk vormingswerk voor jonge ge
zinnen op te zetten niet zo groot
zijn. .De beïnvloeding heeft slechts
een zeer beperkte betekenis, want
het zijn slechts enkele uren. die aan
hen gegeven kunnen worden. Even
als bij de gewone catechese is dat
hier het 'geval, maar er kan ook
gezocht worden naar wegen om de
groepsvorming tussen een aantal jon
ge gezinnen te bevorderen.'
.Ook van de groep zou dan Invloed
op hun vorming kunnen uitgaan, ter
wijl ook buiten de avonden tussen
de jonge gezinnen allerlei contacten
zouden kunnen ontstaan, waarin zij
elkaar helpen met kinderoppas, en
zovoorts'. Dr Plantinga constateert,
dat nog maai- op enkele plaatsen
ïandachi in deze zin voor het jonge
gezin bestaat.
Over de opleiding van de onleeliool
stelt dr Plantinga onder meer: ,In
de opleiding van de predikanten, die
vele uren catecheet zijn, zou naast
ile theologische vorming ook de pe
dagogische vorming plaats moeien
hebben, in elk geval zou men zich
hier het pedagogisch denken eigen
moeten maken, naast de persoonlijke
vorming en de didactische training.
Dr Plantinga meent, dat wil een op
leiding lot godsdienstonderwijzer aan
godsdienst-pedagogische eisen vol
doen, het nodig is dat hij een gron
dige theologisch-pedagogische oplei
ding krijgt. .Hiervoor zou een com
plete dagopleiding van vier tot zes
jaar nodig zijn. Het blijkt dus, dat
de catechese bij betere stof alleen
niet kan leven de opleiding van
de catecheet zelf zal ook aangepast
en aangepaktmoeten worden.
In het proefschrift wordt ook gepleit
voor overleg tussen degenen, die zich
met de godsdienstige beïnvloeding
buiten het gezin bezighouden. De
godsdienst-pedagogische research zou
dr Plantinga in een instituut voor
godsdienstige vorming willen onder
brengen. Hij meent, dat op alle ter
reinen van de godsdienstige beïnvloe
ding studies zijn te verrichten.
.Voor de catechese denken we bij
voorbeeld aan de vragen van de aan
schouwelijkheid en "de verwerking
van opdrachten. Voor deze research
zou ook een goede bibliotheek moe
ten worden opgebouwd, waarin alles
wordt ondergebracht wat tot het ter
rein van de godsdienstpedagogiek
behoort of aan dit terrein raakt,
zoals bepaalde sociologische en filo
sofische studies. Veel literatuur is
nu verspreid over een aantal biblio
theken of zelfs in Nederlandse bi
bliotheken niet aanwezig.
In .Jeugd en godsdienstige vormen'
vinden we ook de vraag, of het
voor jongeren, die op school goed
godsdienstonderwijs krijgen, nog wel
nodig is naar de catechisatie te gaan.
Waarin verschilt dit godsdienston
derwijs nog van de catechese? .Wan
neer we uitgaan van het feit. dat
liet godsdienstonderwijs en de cate
chese godsdienstpedagogisch verant
woord gegeven wordt, ontbreekt in
liet godsdienstonderwijs in vergelij
king niet de catechese nog één be
langrijk element: de. binding met de
gemeente.
I)e catecheet kan iu die gevallen
de leerling van de catechese vrijstel
len, als hij hem op andere wijze bij
de gemeente kan betrekken. Dr Plan
tinga stelt vast, dat goed gegeven
godsdienstonderwijs eeii belangrijke
ca toeliet iselie functie vervult .waarop
de catechese aanvullend kan toerus
ten lot. een mondig christen-zijn'.
Ook liet semi-kerkeljjke verenigings
leven vervult een dergelijke functie.
Dr Plantinga merkt hierbij op, dat
liet 'gêmeenschaPjPjesef. dat in her
verenigingsleven ontstaan of ge
groeid is, grote betekenis kan heb
ben voor liet mondig lid worden
van de gemeente. Ook hierin zal
men immers moeten functioneren
als leden van een gemeenschap. .Eén
van de problemen die hierbij rijzen,
is dat er in het verenigingsleven
vaak meer geme.ensehapsbesef in de
zin van saamhorigheid gevonden
wordt, dan in vete gemeenten, waar
een in Christus gegrond gemeen-
scltapsbesef ontbreekt of onvoldoende
functioneert.'
Er is in Nederland geen vastgesteld
leerprogramma voor het godsdienst
onderwijs. dit in tegenstelling tot
bepaalde buurlanden/Zo kent men
bijvoorbeeld in Engeland een .agreed
syllabus' voor het godsdienstonder
wijs op allerlei door de staat ge
subsidieerde scholen, waaraan onder
wijskrachten. kerkelijke leiders en
plaatselijke opvoedkundige autoritei
ten hebben meegewerkt. Het gebrek
aan overleg in Nederland wreekt
zich in de catechese, aldus dr Plan
tinga. In vele gevallen doet de cate
chese nog eens (en vaak slechter)
over wat op school al lang behandeld
Dit gevaar van overlapping open
baart zich het sterkst bij de bespre
king van de bijbelverhalen. Dezelfde
verhalen worden op de zondagsschool,
in het godsdienstonderwijs en op het
jeugdwerk bij de twaalf- tot zestien
jarigen verteld. Bij de ouderen kan
hetzelfde zich voordoen bij de vragen
van geloofsinhoud en ethiek.
Dr Plantinga wijst er in zijn boek
ook op, dat in dè verschillende vor
men van godsdienstige beïnvloeding
onvoldoende rekening wordt gehou
den met het volkomen eigen karak
ter van de beïnvloeding van kinderen
uit niet-godsdienstige milieus. Dit
vraagt onder meer" voor het kind
een uniformiteit van beïnvloeding.
Wanneer mensen aan dezelfde kin
deren het evangelie vertolken, is het
een godsdienst-pedagogische eis van
de eerste orde dat zïj met elkaar
naar allerlei vormen van samen
werking zoeken. Wellicht zouden,
aldus dr Plantinga. bepaalde kinde
ren dan voor een verdere godsdien
stige beïnvloeding kunnen worden
vastgehouden Van de vele kinderen,
die de zondagsschool bezoeken of
het godsdienstonderwijs volgen, gaan
slechts enkelen naar de catechisaties.
Een van de factoren, die hierbij een
rol spelen, is het ontbreken van die
samenwerking.
Van de Engelstalige editie van de
.Nieuwe Kiitecliismus zijn in de Ver
enigde Staten sinds 31 oktober, de
verschijningsdatum, meer dan 60.000
exemplaren verkocht. In Engeland
zijn dat er meer dan l.f.tlOO. Zoals
bekend heeft de Amerikaanse versie
(bij Herder and Herder uitgekomen
geen kerkelijke goedkeuring impri
matuur).
In de Verenigde Staten heeft kardi
naal Mclntyre van Los Angeles op
dracht gegeven het boek voorlopig
uit de aartsdiocesane boekhandel te
houden. Mgi John S. Kennedy schreef
in een landelijk katholiek blad: ,Er
stond niet dynamiet op liet boel...
maar dat luid best gekundEen
andere r-k boekhandel met filialen
in een tiental steden zal hel boek
in de winkel uitgestald.
In Cleveland kwamen heftige pro
testen van teken, omdat het r-k
boek- en filmcentrum verkoopbeper
kingen instelde. Een theoolog van liet
Paus -Joannesseminarie in Weston
Massachusetts) betoogde echter,
dat de .Nieuwe Katechismus' niets
bepleit, dat vooraanstaande theolo
gen ei, deskundigen in het kerkelijk
■•echt al niet in veel concreter mi
dwingender vorm hebben voorge
meld?
Zoals men weet publiceerde liet Vati
caanse dagblad JL'Osservatore Roma
nor" onlangs een verklaring van kar
dinaal Alfrink (die zijn imprimatuur
aaf aan de oorspronkelijke uitgave)
waarin deze de publikatie van de
Engelse uitgave in de Verenigde Sta
ten en Groot-Brittannië zei te be
treuren. De Duitse editie wordt, na
overleg met de Nederlandse bisschop
pen. opgehouden tot het Vaticaan af
komt met een andere redactie voor
bepaalde punten, waarmee men het
ii: Rome niet eens was.
De Britse editie is voorzien van een
imprimatuur van bisschop Joyce van
Burlington, Vernon USA, dal op de
Amerikaanse editie ontbreekt. De
verklaring is dat bisschop Joyce zijn
imprimatuur vroeg m te mogen trek
ken nadat hij had vernomen dat
er een overeenkomst tussen de Ne
derlandse bisschoppen en Rome be
staat dat vertalingen van de Nieuwe
Katechismus' niet gepubliceerd zou
den worden voordat er eventuele ver
anderingen in toegepast zouden zijn.
Op dit tijdstip was de Britse editie
echter al gedrukt, gebonden en ge
distribueerd aan de boekhandel. Zij
is dus vóór de Amerikaanse editie
verschenen. Anderzijds hielden Her
der and Herder rekening met de
wens van bisschop Joyce en publi
ceerden linn Amerikaanse editie zon
der het inmiddels ingetrokken im
primatuur. Van zijn kant verklaarde
bisschop Joyce uitsluitend uit loyali
teit jegens Rome te hebben gehan
deld. Er xcerd, aldus betoogde de
bisschop, geen enkele druk op hem
uitgeoefend. Hij zei dat twee emi
nente theologen die de .Nieuwe Ka
techismus' hadden bestudeerd geen
enkele dwaling of fout in het boek
gevonden hadden. Persoonlijk had htj
bezwaren tegen de benadering van
de problemen in de .Nieuwe Katechis
mus', maar deze bezwaren beschouwt
hij niet als een geldige reden om
het imprimatuur te weigeren of te
onttrekken.
Burnes and Oates, de Engelse tak
van Herder, verklaarden door te wil
len guan met de verkoop van de
versie oplaag totdat deze uitverkocht
is, maar voegden eraan toeeven
tuele veranderingen die door de com
missie van kardinalen in Rome en
de Nederlandse bisschoppen wense
lijk of nodig geacht zullen zijn in een
tweede oplaag toe te willen pussen.
Anderzijds zei bisschop Joyce van
Burlington en zijn theologische ad-
gereviseerde uitgave te willen ver
lenen.
In het Engelse xceekbiud Catholic
Herald (6 oktober 1967besprak po
ter J. H. Crehan sj de Engelse ver
taling die verzorgd werd door Ccviu
Smith, een Engelse geleerde in Pa-
-ijsPater CreJiam erkent de com
petentie van de vertaler wat de Duit
se taal betreft, maar uit twijfel aan
zijn kennis van de Nederlandse taal
en stelt de vraag of er misschien
een Duitse tekst gebruikt werd. Vol
gens hem dragen dé bisschop van
Burlington en zijn theoolgische ad
viseur P. L. Steady een zware ver
antwoording, nu zfj het werk aan
de Engelssprekende wereld hebben
vrijgegeven. Pater Creham besluit
zijn bespreking met de woorden uit
stel zou beter geweest zijn'.
Het gaat slecht met het beroepingswerk. Dat is een klacht die we gedu
rende de laatste jaren al enige malen hebben gehoord uit de mond van een
ambtsdrager der Ned. Hervormde Kerk, die bij een .hoorcommtssie' was
betrokken. Deze commissies grazen ons land af wanneer er ergens een
vacature is. Ze zyn zeer serieus in hun werk. Voor hun gemeente willen
ze het beste van het beste hebben en ze zoeken iemand die precies in hun
gemeente past. Daartoe worden de einden van ons land nauwkeurig door
zocht en zelfs kijkt men nog buiten de grenzen van ons landje. Een onge
schreven regel bij dit beroepingswerk schynt te zijn dat, wat van ver
wordt gebaald, beter is dan wat men in eigen omgeving heeft. We vinden
dit overigens nogal een goede regel, want daardoor wordt het predikanten-
korps wat door elkaar geklutst en zo krygen we een natuurlijke uitwisse
ling tussen de verschillende provincies, waaruit ook de NH Kerk nog altijd
bestaat. .Maar, het gaat tegenwoordig niet. best met het beroepingswerk.
want er komen, na een uitgebracht beroep, nogal eens bedankjes, ook
in gemeenten waar men dit niet gewoon was en waaraan men nu nog wat
moet gewennen.
Er is een tijd geweest, dat men deze
opmerking dat het niet al te roos
kleurig staat met het beroepings
werk, kon horen uit de mond van pre
dikanten. Hoe menigeen van hen
heeft niet vol verlangen uitgekeken
naar een mogelijkheid om ook eens in
een andere gemeente en dan liefst
in een ander deel van ons land. zijn
vleugels niet vernieuwde krachten te
kunnen uitslaan. Er kwamen zo nu
en dan wel eens hoorcommissies op
dagen. maar bij het bezoek aan de
pastorie vertelden ze reeds dat zij
nog meer pijlen op hun gespannen
boog hadden, welke opmerking ge
woonlijk alleen maar met een begrij
pende knik werd beantwoord. .Ik
geloof in Gods voorzienigheid, uitge
zonderd bij het beroepingswerk'. De
ze opmerking hoorden we eens uit
de mond van een predikant, nadat
hij enige teleurstellingen had moeten
incasseren. Nochtans was hij later
een van de meest vooraanstaande
predikanten in ons land. Dat gedu
rende de ene periode hoorcommis
sies en in een andere periode predi
kanten klagen over het slecht gaan
van het beroepingswerk, ligt natuur
lijk aan het feit, dat er in het laatste
geval een overschot aan predikanten
is en in het eerste geval er van
een tekort kan worden gesproken.
Er zijn tijden geweest dat beroep-
bare kandidaten konden uitzoeken
waarheen ze wilden gaan, maar er
zijn ook tijden geweest dat zij werk
loos aan de markt stonden. Ook hier
is het heel nuchter een kwestie van
vraag en aanbod en tegenwoordig
is blijkbaar de vraag groter dan het
aanbod.
heeft, (zending bijvoorbeeld;, toch
liggen de zaken wel wat anders dan
vroeger het geval was. Ook wanneer
toch te maken. De .geestelijke ver
zorging', om dit moeilijk te bepalen
woord maar eens te gebruiken, is
niet meer zo vanzelfsprekend helder
en doorzichtig als dit vroeger blijk
baar wel het geval was. De oude
besloten gemeenschappen, waarin een
plaats voor een predikant was, zijn
opengebroken. De geestelijke ver
zorging is op een ander plan geko
men en een predikant zal zich nu
weieens moeten afvragen of hij wel
de persoon is die bepaalde gevallen
op rechte wijze kan behandelen. Zijn
er niet anderen die meer bevoegd
zijn? In het laatste nummer van
.Het Orgaan' van de bond van Neder
landse predikanten 'de eigenaardig
ste vakbeweging die wij kennen
lazen we dat het hoofdbestuur zich
bezonnen heeft op de vraag hoe in
het komende jaar het vijftigjarig
bestaan van deze bond moet worden
gevierd. Een terugblik zal er natuur
lijk zijn. Dat behoort nu eenmaal
bij een jubileum. Maar verder denkt
men er aan ,om in het najaar van
1968 een aparte bijeenkomst te be
leggen ter viering van dit feit. waar
in een futuro theologisch sym-
V'
inopig sciujnt in de huidige
Loesi&utl gee»i verandering ie zui-
voor net oeroepingswerk neeti nog-
ai somuere geimueu laien noren voor
ue noorcommissies. ln haar jaarver
slag over löob kunnen we lezen:
.Wanneer de nuituge tenuens zien
voorizei, mag aus aangenomen wor
den, dat na 19<U nel aantal vaca
tures mei oü Lot 70 zaï toenemen.'
rvog niinuer aauuod aizo in oe ko-
mexiue jaren, i^n ais een van ue
oorzaaen wordt eiDy genoeniu dat
eik jaar ,een rank aaniai predikan
ten' overgaat ,m meer gespeciali
seerde funcLies'. Vroeger lag net zo,
dat iemand die theoiogie ging stu
deren, van tevoren wist dat hij een
piaats zou krygen als predikant in
een gemeente. Daarop was hy van
het begin af aan ingesteld. Een en
kele werd iegerpreaikant of kwam
terecht bij de een of andere vereni
ging, maar dit waren uitzonderin
gen die de regel bevestigden. Nu
zyn er ook voor theologen heel wat
mogelijkheden bijgekomen. Wat een
lange lyst is het geworden, na de
laatste wereldoorlog, van predikan
ten voor .bijzondere werkzaamheden'.
En hoeveel predikanten zijn er niet
die een functie hebben gekregen daar,
waar men ze helemaal niet zou ver
wachten. Wanneer iemand op het
ogenblik theologie gaat studeren, is
het helemaal niet gezegd, dat hij ooit
nog eens in een pastorie van een
gemeente terecht zal komen. Er
zijn er die vooraf, tijdens hun studie,
al zeer beslist weten dat zij dit nooit
zullen doen. Zij voelen zich daartoe
ook niet geroepen.
Een pastorie Is nu minder aan
trekkelijk dan dit vroeger het
geval was. De oorzaken daarvan lig
gen op allerlei terrein, maar ze han
gen naar onze mening vooral samen
met de maatschappelijke, economi
sche en sociale verschuivingen die er
in de loop van deze eeuw zijn op
getreden. Hiermee hangt onherroe
pelijk samen een geestelijke ver
schuiving. We zitten daar nog mid
den in. Dit brengt mee een verschui
ving in het werk van de predikant.
Dit was vroeger bijna uitsluitend op
zijn gemeente gericht. Tegenwoor
dig is dit niet meer het geval. Het
geneel van zijn kerk en meer nog.
het geheel van de christenheid is
bij hem meer direct in het zicht
gekomen. We willen niet beweren
oat dit vroeger helemaal ontbroken
Berichten over noluurrompen schrikken ons de loofsfe lijd herhooldelijk op. in weinige
minuten vinden don velen de dood. Wonneer wij dit horen en lezen, komen er vrogen bij
ons: Hoe kon God dit toeloten? Is God er nog wel? In deze vrogen klinkt een zoeken
noor een verkloring door Sommigen menen de oorzaak bij God te kunnen zoeken, anderen
daarentegen bij de mensen. Men zegt dan vaak: .Zij zullen het er wel noor gemaakt
hebben' .Zij', zijn don dc mensen van het betrekken gebied. Zij zouden door hun levens-
wondel als het ware een straffend ingrijpen van God hebben opgeroepen Waarschijnlijk
zullen onder die bevolking gelovigen zijn. Dat wordt wel erkend. Moor. zo zegt men. ,De
goeden moeten nu eenmaal met de kwaden lijden'.
De bijbel deelt deze redenering niet. Wij le^en het boek Genesi: over Abraham. Hij
pleit voor de inwoners van de steden Sodom en Gomorro. Abraham vraagt God de steden
te zullen sparen terwille van 50 rechtvaardigen. God beloof' de stad te zullen sparen, ter-
wille van 50 rechtvaardigen. Abrohom is doorop niet gerust. Hij gaat aftellen fin komt
tot tien. God zegt de stad Ie zullen sparen, ook dan indien er slechts 10 rechtvoordigen
zullen worden gevonden. Een stad vol schurken en bandieten mag blijven leven terwille van
slechts 10 rechtvaardigen. Dot is hel volstrekt omgekeerde van onze denkwijze, die de
goeden laat lijden met de slechten.
Abrohom en God zijn alkander dichl genaderd. Toch bereikten zij elkander niet. Dat
geschiedt in Jezus Christus. Het evangelie verkondigt, dot de gehele wereld met al zijn
boosheid mag leven terwille van deze Ene Rechtvaardige: Jezus Christus, de Messias von
Israël. Jo. Het beslaan van de gehele wereld is slechts mogelijk doordat wij uit genade
als slechten mogen leven met deze Ene Goede.
STEMMEN UIT
DE KERKEN
posion over het pastoraat de hoofd
schotel zou vormen.' Eenvoudiger ge
zegd: hoe zal in de toekomst net
pastoraat er uitzien? Uit alles wat
zo in de laatste trjd over het kerke
lijk pastoraat geschreven is en
dat is heel wat blijkt een zeker
onbehagen. Men weet niet goed wel
ke kant het uit moet. Dezelfde vra
gen die in de Ned. Hervormde Kerk
leven, vinden we ook in andere pro
testantse kerken en in de R-K Kerk
vindt men ze eveneens. Met ,het
eigentijds pastoraat' heeft niemand
minder dan prof. dr F. Haarsma uit
Nijmegen zich beziggehouden, aange
zien men ook hier met eigentijdse
moeilijkheden zit. Wie zal zich hier
over verbazen
De moeilijkheden met het beroe
pingswerk hebben in feite een
veel diepere achtergrond dan dat er
veel vraag en weinig aanbod is. Het
gaat ook om de functie en werk
situatie van de predikant die ergens
rustig in een pastorie zit. Maar te
genwoordig is er geen pastorie meer
rustig, omdat de gemeente steeds
meer uit elkaar wordt geslagen en
hoe moet een predikant zijn gemeen
te dan bijeenhouden? De heer P. C.
Janse, die in het opbouwwerk in
Zuid-Holland zit, heeft ook over deze
problemen zijn gedachten laten gaan.
Na te hebben opgesomd wat van
een predikant tegenwoordig zoal
wordt verlangd, vervolgt hij: ,Onze
maatschappij houdt het niet meer
voor mogelijk dat zoveel eigenschap
pen en bekwaamheden normaliter
verenigd worden in één persoon. Wan
neer men dat toch pretendeert, dreigt
het gevaar niet au serieux genomen
te worden. De predikant wordt vaak
gezien als een man. die overal een
heel klein beetje van weet en daar
door nergens verstand van heeft.
Ook het sociale aanzien van zijn be
roep is mede daardoor sterk ge
daald.' En dan komt hij terecht op
de functie van het werk van de pre
dikant. die herzien zal moeten wor
den. Wanneer dit niet gebeurt, heeft
een .wervingscampagne' weinig zin.
Laat de bond van predikanten zich
bezinnen op het ambt van predikant
in de toekomst, het zal ook nodig
zijn dat de gemeente zelf er over
nadenkt en dat zij gaat weten wat
zij van het eigentijds pastoraat van
hun predikant verwacht. Dan hebben
de hoorcommissies misschien een
duidelijker boodschap dan zij in zeer
vele gevallen tot nu toe hebben ge
had.
KAMPERLAND
ALB. VAN DEN BAN