Neutrale eenheidsworst Flink slippen voor veiliger r|jden KEURING jenuna VAN VROEGER EN TOEN: VERPLICHTE TWEEDEHANDSJES Zaterdag 7 Oktober 1967 Bezoek morgen (zondag) de vakbeurs voorhetgezin! AHOY' GEBOUW Rotterdam MOokt. MUMm ,De landweerkustwacht, waarvan gy deel uitmaakt, is opgeroepen. De .open bare kennisgevingen' daartoe z(jn aangeplakt. Zy verplichten n heden, ten 10 uur nm, behoorlijk uitgerust en gewapend, op de aangewezen plaats van opkomst aanwezig te zijn'. Het briefje was ondertekend door de minister van oorlog (tegenwoordig voeren ze zeker defensie). Die aangewezen plaats van opkomst was de school van Landsman aan de Coosje Buskenstraat, De comman dant hoefde niet van zo ver te ko men: dat was overste Muskijn en die woonde in de Badhuisstraat. Maar goed, daar kwamen daar al die kerels behoorlijk uitgerust naar de Ooosje Buskenstraat. Zou 't nou oorlog worden? Niemand wist eigen lijk precies wat dat betekende. Het was tenslotte al meer dan honderd jaar geleden, dat Nederland zoiets had meegemaakt en we waren enorm neutraal. Nou ja, neutraal... De Duit sers hadden natuurlijk wel onze sym pathie, want waar bemoeide die Engelsen zich eigenlijk wel mee Wat hadden die nou op het vasteland te maken? Nogal lekkere jongens ook. Moest je maar eens kijken naar wat ze in Zuid-Afrika hadden gedaan. Dat was toch ook puur vuiligheid, daar met die boerenoorlogen. Had den ze daar de kolonisten met grote legers verslagen. Met grote legers, want zoveel mans waren ze toch ook niet. Die boeren hadden helemaal geen hulp van buiten en toch had den ze nog bijna van die Engelsen, die maar overal de baas wilden spe len, gewonnen. Nee, dan was je al tijd nog beter met de Duitsers. piepers Maar Nederland had er natuurlijk niks mee te maken. En toch moes ten we mobiliseren. Hupsakee. Al le mannen, die er voor in aanmer king kwamen moesten onder de wa penen. Nou ja, wapenen... het was wel niet zo veel soeps, maar we had den toch altijd nog onze marine. De mannen van het 38e bataljon, eerste sectie, van de landweerkust wacht kregen daar- op die avond maar zo eventjes 120 scherpe patro nen in hun handen geduwd. Dat werd toch wel wat, want ze hadden nog nooit een scherpe pieper gehad. En met die scherpe patroneD moes ten ze afmarcheren naar Zoute lan de. De opdracht luidde: het gemeen tehuis vorderen, de duinen bezetten en verbinding maken met de toren van Westkapelle en met Vlissingen. Nou, dat ging allemaal enorm vlot. Binnen tien minuten was de verbin ding tot stand gekomen. Veldwach ter Louws stond in het dorp klaar om de inkwartiering te regelen. Maar zelfs met z'n petrolielamp kon hij niet voldoende adressen op zijn lijst vinden. Dus ging het in optocht naar burgemeester Van Sighem, een man, die zich in het dagelijks leven bezighield met het beslaan van paar den. Van Sighem had kennelijk nogal overwicht bij de Zoutelandenaren, want ieder kreeg wel een plaats toe gewezen. Dat hei vaak onder pro test ging is een tweede. Sergeant majoor Suurmond was er maar goed mee. Hij was bij ,de bakker terecht gekomen en dan viel er natuurlijk weieens iets extra's af. Toch heeft hij een ander inkwartieringsadres ge zocht en gevonden. Een keer in de week naar huis was ook niet je ware. De eerste acht we ken kwam er zelfs helemaal geen verlof aan te pas. En dat gaf wel wat narigheden. Vooral voor man nen, die gewoon waren iedere avond en nacht thuis bij moeder de vrouw door te brengen. Mannen, die in hun normale doen van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat in het zweet huns aanschijns hun brood verdienden. Nu was de lichamelijke inspanning vrij wel nihil en moeder de vrouw ont brak. En de jongedochters uit Zou- telande waren helemaal niet afke rig van die soldaten. inkwartiering Maar met Suurmond liep het ietsje anders. Die kon na een maand kust wacht een huis huren in Zoutelan- de. Hij moest twee hele guldens in de week betalen, maar het was dan ook een groot huis. De boer, die eigenaar was, had het van te voren gezegd: In mei ging Arjaen trouwen en die most in dat uus gae weune. Maar Suurmond, die een ei gen huis in Vlissingen had, waag de het en was drie jaar lang in gekwartierd bij zijn eigen vrouw. Hij kreeg er nog tachtig cent per dag voor ook. En toen zaten ze daar in de dui nen het vaderland te beschermen. Kustwacht was niet zo bijzonder enerverend. Je moest alleen goed kunnen wachten. En natuurlijk kij ken of de god van Walcheren niet onverhoeds op inspectie kwam. Want zo was tie. De god van Walcheren was commandant over het hele ei land en af en toe ging hij met een boot langs de kust om te controleren of de kustwacht wel paraat was. Dan richtte hij ineens een schijn werper op de plaats waar een post moest zijn en wee je gebeente als je dan lag te slapen. westkappelaars En dan had je de Westkappelaars bij de kustwacht. Dat was nog eens wat. Die wilden altijd dienst doen als het slecht weer was. Het waren prima mensen, maar je moest er natuurlijk wel even mee om kun nen gaan en in geen geval uit de hoogte doen. Van die Westkappe laars kon je nog weieens plezier hebben. Die kwamen tenminste nog eens tel-ug met een vaatje cognac. Bovendien waren ze meesters in het demonteren van mijnen. Met een stukje ijzerdraad hielden ze de pal in bedwang en dan sloopten ze net koper er af. Ze& verdienden op die manier een aardig centje extra. Maar daar waren tijdens de mobili satie wel meer mogelijkheden voor. Het leek voor de groep, die naar Sas van Gent ging eerst wel niet leuk, omdat ze iD kolenwagens wer den vervoerd, maar later viel dat allemaal wel mee. vrouwenbroeken Toen de mannen van het derde regiment infanterie in de Zeeuws- Vlaanise grensplaats aan het kanaal aankwamen kregen ze eerst kleren. Dat was iets buitengewoons. Alsof er een of andere kermisshow moest worden opgevoerd. Een heleboel mannen kregen vrouwenbroeken en die waren toen echt iets groter dan nu. Als je twee dezelfde sokken had, was je een uitzondering. Het derde regiment lag daar om smokkel te voorkomen. Maar het is Genieten.doen we allebei. De Fransman van zijn cognac, wij van BOOTZ BRANDY SPÉCIAL Een „Hollandse", door Bootz gemaakt. Vraag er naar, waar dan ook. Bij de foto: .Aan Belgische vluchtelingen geen gebrek. Er waren speciale barakken kampen voor gebouwd. Aan gezien ledigheid ook in '14- '18 des duivels oorkussen was, werden de vluchtelingen zoals deze Middelburgse foto laat zien aan het aardappelen schillen gezet. moeilijk om een hoge opvatting van je plicht te hebben als 's nachts de ratten over je lijf lopen. Dat was in een oude pottenbakkerij, waar de meesten moesten slapen. Het was kort gezegd: een grenzeloze rom mel. En "dan die Belgische vluchte- ingen. Milicien Versluys had geluk, omdat hij op het stadhuis te werk werd gesteld voor de passencontrole. Daar werd je al controlerend rijk als je dat wilde. De Belgische vluchtelin gen hadden van alles bij zich en ga ven by zo'n controle ook van alles weg. Met 50 en 60 gouden franken tegelijk. Dat was dan in de periode, dat Versluijs met z'n maats regel matig bij ,De Zwaan' en Van den Hemel ging eten. Vooral na de val van Antwerpen in augustus was het raak met de vluchtelingen. Overal lagen de scholen vol. Er werden spe ciale barakken voor gebouwd. Er zat van alles tussen. En dan de smokkel. Alles wat maar te eten was kon worden gesmok keld. Er werden met de smokkel schatten verdiend. En dat niet al leen. Een oorlog werkt al ben je nog zo neutraal denegrerend. En in het geval van neutraliteit gaat vooral de verveling de mensen ver leiden tot dingen, waar ze achteraf spijt van hebben. Er blijft in ge sprekken over de mobilisatie dan ook veel ongenoemd. Alles moest worden afgesloten. Een keer per week kwam er een kon vooi van acht of negen schepen van uit Engeland de Nieuwe Waterweg op met allerhande voedsel. De loods- dienst had tijd genoeg om te vissen. Een keer per week een paar sche pen en de rest van de tijd voeren ze met hun zelf gemaakte sleepnet- gs of korretjes voor de kust langs, e mensen van de loodsdienst had den geen gebrek aan eten. Die had den tenminste vis. En dat was heel wat beter dan de beroemde eenheids worst, die zeer gevarieerde sa menstelling had. Je kwam er van alles in tegen, tot stukjes touw toe. Een ding was wel zeker: er zat maar heel weinig vlees in. En dan het regeringsbrood. Op het ogenblik zou een brood, zoals dat toen op last van de regering moest worden sa mengesteld, leuk materiaal zijn voor een goochelaar: als je een beetje handig was, kon je zo'n regerings brood" tot een meter lang uitrekken. Het leek wel elastiek en zo smaak te het ook. De loodsdienst viste ook weieens op andere zaken dan vis. Zoals die keer, dat er een scheepje met boter was vergaan. Tussen Scheveningen en Goeree dreven er duizenden kistjes boter. In een dag haalde een loodsboot achttien ton bo ter uit het water. En dat was dan weer een voordeeltje, omdat alle be manningsleden van de loodsboot een kistje kregen en bovendien mochten ze een derde van de opbrengst on der elkaar verdelen. Toen de Duitse onderzeeboot drie Engelse onderzee boten had getorpedeerd dreeft er wel wat anders. Tussen Scheveningen en Goeree dreven er toen zo'n 1400 lij ken. Een schrikaanjagend beeld als je daar zo tussendoor Voer. Dan was je weer blij, dat Nederland toch 'maar lekker neutraal was. jacht Een van de laatste gebeurtenissen, die direct in verband stonden mei de eerste wereldoorlog was de komst van een enorm juxueus jacht vnn een of andere Egyptische grootheid in de Vlissingse haven. Van tevoren had een zekere Duitse heer Wiess- ner het een en ander al geregeld en een massa kisten met lading in Vlis singen laten opslaan. Een geheim zinnig schip. Want toen een van de mensen van de Maatschappij Zee land, die het beheer had over die op geslagen kisten, eens aan boord van het enorme Jacht het was wel zo groot als de mailboot ging kijken, kreeg hij een reprimande. Alles was erg geheimzinnig. Uit betrouwbare kringen, die toen ook al bestonden, werd vernomen, dat een zoon van Wilhelm II met dat jacht, dat ge heel door Duitsers was bemand, de wijk wilde nemen. Maar misschien was die reprimande ook wel een ge volg van het feit, dat die Egypti sche grootheid dertien vrouwen aan boord had... (ADVERTENTIE) BOOTZ - BESTE„KONJAK" NEDERLANDS FABRIKAAT f 10,45 PER HELE UTER v.-y;;,,, Flink slippen om op de weg vei liger te rijden. Dat is wat op de anti-slipsehool in Westkapelle in praktijk wordt gebracht. Dat is ook wat de nieuwe cursus ,rem- en rijvaardigheidsoefe- ningen' van de antislipschool Zeeland (autorijschool Jasper- se te Middelburg en autorij school Paardekooper te Goes) beoogt. Het doel van deze cur sus is om door eens flink te slippen achter de oorzaak van het volkomen stuurloos worden van de auto te komen niet om het slippen zelf te beoefenen. Wanneer de automobilist achter die oorzaken is gekomen, weet hij wat hij moet nalaten om niet in een slip te komen, om de slip te voorkomen en om dus veilig te rijden- De beide rijschoolhouders waren van mening, dat hun cliënten kort voor en zelfs na hun examen hun voertuig nog niet voldoende kennen. Om de rijvaardigheid te verhogen hebben zij de nieuwe cursus in het leven ge roepen- Het geheel bestaat uit een aantal rem- en stuurvaardigheidsoe- feningen. De eerste oefening, een remoefenïng, valt uiteen in twee de len. Het eerste deel bestaat uit het intrappen bij een flinke snelheid en het ingetrapt houden van de rem. Daarbij blijkt duidelijk, dat de auto op het gladde wegdek onbe stuurbaar wordt. Bij het tweede deel van deze oefening, het remmen in cadans waarbij afwisselend wordt ingetrapt en losgelaten op de maat die de vering van de auto aangeeft blijkt dat de- auto wel bestuur baar blijft. De tweede oefening is een slaom. Deze oefening is bedoeld om de bestuurbaarheid te verhogen en om het zelfvertrouwen op een glibberige weg te vergroten. Vervol gens krijgt de cursist een aantal oe feningen, waarbij hij niet voor een slip van een 360 graden moet terug schrikken. In de eerste plaats moet men op spiegelgladde slipbaan gas- gevend een bocht nemen en vervol gens neemt men die bocht zonder gas te geven. In het eerste geval vliegt men uit de bocht, in het wee- de niet. In die bocht maakt men nog een oefening. De cursist moet met de auto uit de bocht slippen en ver volgens gaan remmen. Dan blijkt, dat de auto volkomen onbestuurbaar is geworden en dat men dan makke lijk in een slip van 360 graden kan belanden. Tenslotte krijgt men nog een oefening, waarbij men een plot seling opdoemend obstakel moet trachten te vermijden. Uit al deze oefeningen leert de cursist, dat rem men en sturen tegelijk op een glad wegdek tot de onmogelijkheden be hoort. Zoals gezegd zijn deze oefe ningen niet bédoeid om te leren slip pen daar is de slipcursus voor maar om een slip te voorkomen. Men leert wat men met een auto kan doen op een glad wegdek en wat men beslist moet nalaten om geen ongelukken te veroorzaken. Als zo danig kan deze cursus voor velen een welkome aanvulling zijn op de nor male rijopleiding, waarin men derge lijke leerzame .toeren' niet lean uit halen. Alleen een ook door de minister voorgestane wettelijke verplichte keuring kan de malafide han del in tweede hands auto's een slag toebrengen. De ANWB is er dan ook een voorstander van, te meer daar een recent onderzoek heeft aangetoond dat een vijfde van alle bij de ANWB ter keuring aangebo den tweedehands auto's (jaarlijks 50.000) in het verkeer gevaar kunnen opleveren. Bovendien bleek dat voor meer dan een kwart van de ter keuring aangeboden auto's een prijs werd gevraagd die bui ten alle proporties was. Volgens de ANWB zouden er veel meer auto's gekeurd kunnen en moeten v;or- den. Op de Nederlandse wegen rijden nu zo'n hal) miljoen tweedehands auto's. Geschat tvordt dat hier van een vijfde niet aan de veiligheidseisen voldoet. Volgens het ministerie van verkeer en waterstaat bestaat nog geen tien procent, van het potentieel aan tweedehands auto's uit Duitse kneuzen. Boven dien zijn alle uit Duitsland ingevoerde kneuzen door de rijksdienst voor het wegverkeer gekeurd, voor dat ze op onze wegen kunnen gaan rijden. Een der gelijke keuring is namelijk noodzakelijk om een kentekenbewijs te verkrijgen.' De Duitse tweede hands auto's zijn goedkoper dan in ons land. De bereidheid zijn beschadigde auto te verkopen is daar ook groter aangezien de reparatiekosten in de Bondsrepubliek hoger liggen dan in Nederland. Van daar dat de handel veel belangstelling voor de Duit se kneuzen heej. .Uit het oogpunt van verkeers veiligheid bestaat er geen enkel bezwaar tegen de tweedehands wagens uit Duitsland, aldus de woord voerder van het ministerie van verkeer en water staat. De BOVAG, bezorgd voor een overvoering van de Nederlandse markt in tweedehands auto's is er een voorstander van de invoer van Duitse wrakken te verbieden. De BOVAG gelooft cchtcr niet dat hiermee de internationale handel in gesto len auto's een slag kan worden toegebracht, fioor het inslaan van nieuwe chassisnummers wordt de opsporing van zulke wagens er niet gemakkelijker op.' De automarkten worden door de ANWB ,een moeilijke zaak' genoemd. Maar een verbod van de veelal gemeentelijke markten zou volgens haar de malafide handel zeker niet uitschakelen. Volgens de woordvoerder van het ministerie van verkeer en waterstaat gebeurt er op de automarkten inderdaad veel dat het daglicht niet kan verdragen. Maar het geven van vergunningen tot het houden van derge lijke markten is een zaak van b en w.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1967 | | pagina 19