WOORD yooR WOORD VERVOERS PROBLEMEN MENSELIJK PROBLEEM KERK EN SAMENLEVING zaterdagnummer Het Is al jaren geleden, toen de verhoudingen tussen de kerken nog andere lagen dan nu, dat een gezin uit een dorp verhuisde waar hun kerk meer dan de helft van de bevolking uitmaakte. Het kwam terecht in een dorp waar er naast de hervormde gemeente een kleine andere kerkelijke groepering was. De kinderen belandden in de lagere klassen van de enige school die hun nieuwe woonplaats rjjk was. Des zondags trokken zij naar een ander dorp, een 5 km verder, waar wel een kerk was waartoe dit gezin behoorde. 3laar, als het slecht weer was, gingen ze naar de hervormde kerk dichtbij. Het einde is geweest dat zij zich hierbij helemaal hebben aangesloten. Niet dat ze daarmee nu zo erg gelukkig waren. De man vertrouwde mij zelf eens toe dat ze eigenlijk nog in twee werelden leefden. Zulke gevallen zijn er vele geweest, mensen uit allerlei soort van kerk, die terechtkwamen In dorpen waar geen kerkelijke gemeenschap was waartoe zijzelf behoorden. Ze kwamen voor de vraag te staan wat nu belangrijker was, de dorpsge meenschap of de kerkelijke gemeenschap. Over hun beslissing kan heel verschillend worden geoordeeld. De een zal menen dat de kerkelijke gemeen schap de belangrijkste moet wezen en een ander zal ermee aankomen dat op de leefgemeenschap meer nadruk zal moeten vallen. Daarin zal ons chrlsten-zyn tot uiting moeten komen. Het is in ons kerkelijk zozeer ver deelde vaderland dikwijls niet gemakkelijk hier een beslissing te nemen en we kunnen ons levendig Indenken dat mens soms niet helemaal content kan zijn, noch met de ene, noch met de andere beslissing. eigenlijk niet verloren gegaan het allereerste doel waartoe zij in deze wereld Is? Een kerk is er voor de samenleving en ze is er niet voor zichzelf. De gedachten die er uit de Westeuropese en Amerikaanse werkgroep naar voren zijn gebracht, heeft men gebundeld in een boekje. De titel liegt er niet om, waarvan men is uitgegaan: .Church for others'. Kerk voor anderen. Wanneer men ervan uitgaat dat het God niet allereerst gaat om de kerk, maar om de wereld en dat HIJ ln deze wereld aan zijn kerk een bepaalde plaats heeft gegeven (we menen dat deze gedachte juist is) dan wordt de samenleving van groot belang, wamt die samenleving bepaalt voor een heel belangrijk deel waar de ta ken van de kerk zullen Liggen. Die samenleving hierbij kan de We reldraad niet anders dan ln wereld- verband denken kent haar noden en gevaarlijke klippen waarop ze kan stranden. En is het juist niet hier dat de kerk zich zal moeten inzetten? De laatstgehouden bijeen komst van het centrale comité van de Wereldraad van Kerken op Kreta heeft duidelijk godsdienstige twee waren krijgt met verschillende kerken. Wan neer een gezin verhuist, komt men In een samenleving die vreemd is en waarschijnlijk iets anders g«tint dan die welke men verlaten reeft. Het valt dan nog niet altijd direct mee om een goede kerkelijke aanslui ting te vinden, ook nog niet ais men de predikant op bezoek heeft gekre gen en een wijkouderlïng zich heeft laten zien. Met de buren gaat de aanpassing gewoonlijk gemakkelijker en door het werk komt men weer met anderen ln aanraking. De kerke lijke gemeenschap ontmoet men des zondags, maar dit betekent nog niet een gehele aansluiting en Inpassing. Daarvoor is nog iets meer nodig. Wanneer een gezin uit een dorp naar een stad verhuist, zijn de moeilijk heden nog al groter. Het werk geeft hier niet direct aansluiting bij de omgeving waar men woont en zelfs de naaste buren kunnen vreemden zijn. En de kerk? De opvang moet al heel goed zijn wil men dé aan sluiting niet missen. Deze dingen zijn reeds zeer dikwijls gezegd en er is heel wat gepraat en geschreven over mogelijke verbeteringen, doch ln de praktijk blijkt het gemakkelijker te zijn er over te praten dan tot be paalde maatregelen te komen die werkelijk effect sorteren. Hierachter liggen bepaalde vra gen die zelfs een wereldformaat hebben en waaraan men in de We reldraad van Kerken reeds meerdere malen aandacht heeft besteed. In vroegere tijden waren de grenzen van de kerkelijke gemeenten gelijk aan die van de burgerlijke. De be volking welke binnen deze grenzen leefde, vormde een leef- en werk- Men had elkaar nu Ze vormde ook een Deze samengegroeid dat men ze moeilijk kon scheiden. Toen er in Europa door de reforma tie een scheiding der geesten kwam, kon het gebeuren dat een hele volks verhuizing er het gevolg van was. Zo hebben sommige streken een uit gesproken r-k karakter behouden, terwijl andere een protestants ge zicht hebben gekregen. Tot ir. onze tijd is dit bewaard gebleven. Nu ech ter zien wij het gebeuren dat het geen vroeger gescheiden leefde, door een wordt geworpen, hetgeen vele gevolgen heeft. In het werk der zending heeft men ook met deze moeilijkheid gezeten en zo is men er ln sommige gebieden toe gekomen om voor hen die tot het christendom waren overgegaan, nieuwe dorpen te stichten en gezamenlijk het land daar omheen te ontginnen. Later is de vraag gesteld of deze wijze van han delen wel goed is geweest, want nu maakte men van ae christenen een soort kloostergemeenschap. Bepaalde problemen werden wel opgelost, maar zou het niet beter geweest zijn zo ging men vragen wanneer zij in ae gemeenschap waaruit zij voortkwamen, gebleven waren, ook met alle bezwaren van dien. Zijn wij als christenen niet geroepen om een getuige van Christus te zijn ook in een wereld die gans anders is? Dit argument zal ons nu meer aanspre ken dan vroeger het geval zou zijn geweest, nu de westerse wereld steeds meer vervreemdt van het evangelie. met deze vragen heeft beziggehou den. Ze kon niet anders, want steeds meer werd duidelijk dat er allerlei kortsluitingen waren wanneer het ging om de plaats van de kerk, de plaats van de gemeente ln de we reld. De kerk neeft een boodschap te brengen, maar wordt daarnaar ge luisterd? Bovendien werd de vraag dwingend of de kerk wel waarlijk ingaat op de belangrijke vragen die déze tijd stelt. Br zijn verschillende werkgroepen gevormd die zich hebben beziggehouden met de kerk, die altijd en overal een zendingskerk moet zijn. Wanneer dit besef verloren gaat, kan men wel een kerkelijke genuien- schap ln stand houden, maar is dan »eeft waarnaar het werk Wereldraad zich zal ont plooien. Het rassenvraagstuk in Ame rika en in de ganse wereld is aan de orde gekomen. Tot voor kort hebben de kerken slechts aarzelend STEMMEN UIT DE KERKEN hieraan Iets gedaan. Ze hebben er wel wat over gezegd, maar dan voor al ln algemene termen. Doch nu zal er iets gedaan moeten worden, op dat duidelijk blijkt aan welke kant de kerk wil gaan staan. Zij zal ook in haar daden duidelijk moeten ma ken wat zij altijd wel heeft verkon digd, dat er een éénheid der mens heid ls en dat er bij God geen onder scheid is tussen de verschillende ras sen. Wij ln ons land hebben met het rassenprobleem betrekkelijk wei nig te maken, maar er zijn delen van de wereld waar men er met de neus op wordt gedrukt. Hier zal een kerkelijke houding moeten wor den bepaald terwille van het evan gelie dat de kerk te brengen heeft. ben te maken met het vraag, stuk van oorlog en vrede. Daarom ls op Kreta gesproken over het Mid den-Oosten en Vietnam. Het gaat om een wereld waar het leefbaar moet zijn voor alle volken. Daarom ook zal er in ons land, ln oktober, een vredesweek zijn, waaraan een groot aantal kerken gezamenlijk meewerkt en gezamenlijk een oproep richt tot ons volk. De vraag van oorlog en vrede is ook hun vraag En evenzo is het met de ontwikke lingshulp, die met het voorgaande in nauw verband staat. Welke gestalte moeten de kerk en de gemeente ln deze wereld hebben? Wanneer we deze vraag willen be antwoorden, kunnen we een heleboel bijbelse gegevens voor de dag halen en we zullen de laatsten zijn om deze met een zekere geringschatting terzijde te schuiven. De kerk die wij in het nieuwe testament aantreffen, is echter zomaar niet gelijk te stel len met een van de huidige kerken. Zij moest leven in een volkomen an dere wereld dan waarin wij nu leven, een wereld waarin zïi niet of nauwe lijks werd geduld. In die wereld heeft gemeente veranderd. In de wereld krijgen de veranderingen tegenwoor dig een snel beloop. Voor de kerk is het daarom hoog tijd dat zij zich bezint op datgene wat haar nu te doen staat. Aan het evangelie zal zij ook nu een bepaalde gestalte moeten geven. ZELFRECHT VAARDIGING Men leze Lucas 18, vers 9 tot 15 Er zit aan het zichzelf rechtvaardigen doorgaons een bedenkelijke kant. Let u moar een» op, bij uw medemensen én bij uzelf, ols het zó is, dat u meent, dat het wel in orde is met uw leefwijze en met uw verhouding lot God, dan voell u vaak een afstand lot hen, die an ders zijn. lot hen, die naar uw inzicht voor lichtere of zwaardere kritiek in aanmerking ko men. U zegl bv tegen uw zoon: jongetje, pos op, dat je niet zo wordt als hij. Wat u dan doet is uzelf op een voetstuk plaatsen, met daarbij hel verachten van hen, die hot mis heb ben, die naar ons oordeel fout zijn; en dat verachten zullen wo natuurlijk nooit willen toe geven of erkennen: wij slaan daar op ons voetstuk en het kan nauwelijks meer tol ons door dringen, dat er iemand zou zijn, die beter is don wij, die wij hoger zouden moeten achten dan onszelf. (Iemand, die zichzelf, desnoods voor God, rechtvaardig verklaart vergelijkt tegelijk immers zichzelf met anderen, woorvan hij dan meent, dat het tussen God en hen niet In orde Is. Nogmaols: wie van u zichzelf aan het rechtvaardigen of goedpraten isf is er nauwelijks of niet meer vatbaar voor om andermans waarden hoger te schatten dan het eigene'. Mocht dit u nog niet duidelijk zijn: wel, Jezus vertelt daarover die korte gelijkenis. Jezus wil door deze gelijkenis de ogen en de oren openen van zijn hoorders, van ons, opdat wij, niet langer, tevreden over onszelt, zullen lellen op anderen, maar opdat we aandacht go- ven aan de liefde Gods, die voor allen, ook voor ons is gekomen, mow onze houding zul len laten bepalen door de liefde van God. Gerechtigheid is immers alleen daar, waar liefde leeft. Zalig zij, die hongeren on dorsten naar gerechtigheid zo luidt Jezus' woord. Jezus zegt evenwel niet: zalig zijn degenen, die hun gerechtigheid oprichten, die het met zichzelf getroffen hebben, zoals die Farizeeër en zoals de meesten van ons; dat hongeren en dorsten, dat hunkeren naar en niet hebben, dal betekent ook: weien, dai wo het uil onszelf niet kunnen verkrijgen: Gerechtig heid voor God, of wel een leven in zelfopofferende dienstbaarheid is immers niet een men selijke topprestatie. Wie aldus leert enkel van Gods genade en liefde to kunnen leven, weel ook, dol er geee enkel excuus is om welke naaste ook to vergelen. En wie zo hongert en dórst naar gerechtigheid, weet, dat God aan zijn kont staaf, zijn bondgenoot is. God geve ons de openheid naar de ander. Mogen wijzelf dan, vrienden, de deemoed vinden, de nederigheid en aldus de gerechtig heid, niet op grond van eigen oordeel, maar van Godswege. Och, mocht don al onze levensdagen, al wat Hem behaagt ook' ons behagen, moge onze wil zich voegen naar da Zijne. Ja, dat ik met al mijn lust in Zijnen wil berust'. Dat, o Jezus, aan mi] alles u gelijke: 't oog in 't zien, de voet in 't wond'len; dat in mijn denken, sprekend, hand'len, in aller uwe beeltnis blijk». Zó zij het, vrionden. God zij m«t o en met uwen geest. VlISSINGEN J. O. d. 6ERO laterdag 9 september 1967 Morgen zondagavond 7 september om vijf over zeven komen CVK-1KOR-RKK via Nederland l met de tweede uitzen ding van het vierde jaar in htm serie .WOORD VOOR WOORD', verhalen uit de bijbel voor de kinderen. De nieuwe reeks begint bij het eerste bijbelverhaal en zal over de schepping en de aartsvaders vertellen. Bert Bouman dank zijWoord voor Woord' door zijn leerlingen van de Arnhemse academie Bijbel-bertgenoemd - verzorgde vanaf de eerste uitzending de illustraties. Ter gelegenheid van de nieuwe serie heeft hij de eerste uitzendingen extro feestelijk versierd. Nieuw is ook, dat Woord voor Woord voortaan door een man wordt gepresenteerd: de jonge acteur Aart Staartjes is nu de verteller. Karei Eykman blijft de auteur van de serie en Trudy van Keu len regisseert. Hoewel de kerkelijke zendgemachtigden een serie van zes bijbelvertellingen in kleur gereed hebben, zal het nog even duren, voor deze te zien zullen zijn, omdat men eerst aan hel eind van de komende verhalencyclus .Woord voor Woord wil onderbreken. De nieuwe kleurenserie zal ,In die dagen', he ten en de oud-testamentische profeten behandelen. Mevrouu Noni Verwey-Lichtveld heeft beweeglijke papiersculptures ont worpen bij een tekst van Will Barnard De eerste serie is gewijd aan de profeet Jesaja, wordt (buitenbeeldverteld door Ton Lensink en geregisseerd door Ton Verwey. Blijkens een enquête, die de missie verkeersmiddelen actie (MIVAheeft gehouden in alle missiegebieden waar Neder- idse missionarissen werken, om na te gaan welke de omvang was van hun vervoerproblemen, hebben van de 7700 missiona rissen, die ondervraagd werden er 3520 met vervoerproblemen te kampen. Van hen hadden er 1830 nog in het geheel geen vervoer, terwijl er 1690 missionarissen waren, die zich met een ondeugdelijk vervoermiddel moesten verplaatsen, dat eigenlijk vervanging toe was. De MIVA heeft uitgerekend, dat een f van veertien müjoen gulden nodig zou zijn om dit nij pende probleem op te lossen. De MIVA start op 17 september i landelijke inzameling voor vervoermiddelen voor missiona rissen. verdere toelichting gevraagd belicht de MIVA: Er zijn missiona rissen die heel diplomatiek onder a-oordan weten te brengen waarom ze 'n vervoermiddel nodig hebben. Maar meer, die onomwon den vragen om een auto, een motor, een boot, want .anders kan ik mijn werk niet meer doen', ,kan ik er wel mee ophouden'. Waarmee? Bij na altijd met het missie- en het ont wikkelingswerk dat in de arme lan den snel toeneemt vanuit regerings programma's. In deze honderden brieven komen de missionarissen op je toe zoals ze in werkelijkheid zijn. Éi op hun missiepost zijn ze nu eenmaal anders dan op verlof. Je ontmoet er de aarzelenden, de be scheiden mensen, die wel om een ver voermiddel vragen, maar er direct bij aantekenen dat anderen dit mis schien veel harder nodig hebben. Er zijn er die zich eigenlijk schamen er om te moeten vragen: ze het vervoermiddel zo aar -* i krijgen. Er zijn ook heel mensen bü, die gel en haast fatalistisch om de situatie maar te accepteren, een si tuatie zoals die was en ls: er komt toch geen uitkomst. Dan heb je nog de ongeduldigen, de missionarissen het In hun vingers hebben grootse dingen aan te pakken, maar hun werk niet van de grond i komen by gebrek aan vervoer middelen. de scharnieren van missie- en ontwikkelingswerk. Het is een bonte verzameling van mensen, van ménsen: laconieken, teleurgesteiden, blijmoedigen, zwaarmoedigen, doorzetters, verbitterden. Je zou er een pocketboek van kunnen samenstellen. Dit zou een boeiend boek worden van honderden men sen die, overal verspreid, hard wer ken, belangeloos en levenslang, in de voorhoede van de arme wereld. Mensen met een gezamenlijk pro bleem: het vervoersprobleem. Met een persoonlijk probleem: weer het vervoersprobleem. Hun brieven kaars met soms de kaarsvlek- ken op het luchtpostblad van al lerlei handschriften, van een ondefi nieerbare spelling, van een stoere en soms ruwe stijl bij priesters en broeders, en haast tedere ver woording bij zusters: het zou een menselijk getuigenis zijn, maar eveneens een schreeuw om hulp. Zo zijn uit deze stapel blieven drie missionarissen uit Zeeland naar vo ren gekomen, die dringend gehoipen moeten worden. En op de komende MTV A-zondag, zondag 17 septemoer aanstaande, zal aan kerken in Zeeland gecollecteerd gaan worden om twee auto's en een buitenboord motor bijeen te brengen. De Zeeuwen komen op zondag 17 september op voor drie Zeeuwen. Het wordt een actie van een dag. Zo moet pater C. Uitterhoeve uit 's-Heerenhoek geholpen worden aan een auto. Welke Zeeuw houdt niet van het polderland, van de grote akkera, van de smalle wegen op de dijken. Er is een ander land waar ook veel polders zijn, maar erg slechte wegen, onbegaanbaar in het regenseizoen. Daar rijdt een Zeeuw met zijn brommertje door de modder wegen in het district Nicker ie in Suriname. In het afmattend klimaat werkt hij door ondanks dat hij ouder wordt, op een brommer. Hij vraagt om een auto. De MTVA meende hem die te moeten geven zondag 17 september. Neem pater Jo de Block uit Hulst. Hij woont en werkt op een van de eilanden in de Stille Zuidzee, op de Noord Salomonseilanden. Als wij ho ren van de Stille Zuidzee, dan denken we aan prachtige stranden, een heerlijk klimaat, mooie meisjes, wuivende palmbomen. Maar de wer kelijkheid is anders. Hij sjouwt het hele eiland rond en helpt de mensen een bestaan op te bouwen. Hy leert hoe je met vee om moet gaan, hij geeft les op school, hij leert jon gens hoe ze technisch te werk moe ten gaan om bijvoorbeeld radio's te repareren. En hij heeft een grote aandacht voor zieken. Als hij een auto had dan kon hij tijdig zieke mensen wegbrengen naar het verre kleine ziekenhuis. Ze zouden dan ge red kunnen worden terwijl velen nu sterven. Neem broeder C. Maenhout uit De Graauw. Hij werkt ln Kongo, 250 kilometer van Kinshasa in het binnen land. Zijn post ligt aan de rivier waar de boten aankomen met mate rialen, waar hij zijn post gaat af halen uit Zeeuwsch-Vlaanderen. HIJ heeft daar een centrale gebouwd, kweekt groenten, repareert boten, levert cement en hout en golfplaten voor al zijn collega's in het achter land. Hij is de man die voor een enorm gebied economisch zorgt. Hij mist een buitenboordmotor, omdat alleen als hij zelf de goederen weg kan brengen op een snelle prauw, hij' weet, dat ze aan zullen komen. Hij vraagt een buitenboordmotor. Als die ergens nodig is voor het opbouw werk, dan is net daar in een ge teisterd land. Drie vervoermiddelen. Hoeveel een zaamheid kan zo niet opgelost wor den, hoeveel mensen niet geholpen worden, hoeveel levens niet gered worden. Daarom doen de Miva een beroep op alle Zeeuwen. Of ze katho liek z\jn of niet.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1967 | | pagina 17