WEETJES DDD DD12 ELK GAATJE EEN HAARTJE BIJ HAARWERKER j. VAN DE HOUT GOEDE SUGGESTIES EENVOUDIGE de meester en de kleine ontwerpster THEEDOEK???? DROOGT ALMELO LUCILLE BIJ COURREGES PRUIKEN HEKEL OOK VOOR HEREN Zaterdag 9 september 1967 Een gastvrouw die kans heeft gezien om een diner van vijf a zes gangen in elkaar te zetten, een diner dat er niet alleen attractief uitziet maar ook de tong weet te strelen, heeft alle reden om met een vol daan gevoel van tafel op te staan. Het nadeel van zo'n overigens geslaagde onderneming is, dat de gastvrouw na uren in de keuken te hehhen gestaan bijna even ,gaar' als haar gerechten aan tafel ver schijnt. Bovendien is zon diner niet zelden te uit gebreid voor de eetlust van de gasten. Een boekje als .Eenvoudige di neetjes', zojuist verschenen in de bekende reeks Van Dishoeck- boekjes, zal ook om deze rede nen ongetwijfeld zijn weg wel vinden. Het bevat suggesties en recepten voor een kleine dertig menu's van drie gangen en bo vendien een aantal bruikbare tips voor het samenstellen van een warm en koud buffet. Schrijfster Carla Lee (die voor Van Dishoeck al vaker haar cu linaire denkbeelden zwart op wit heeft gezet) vertelt in het voorwoord van .Eenvoudige di neetjes' dat haar boekje zijn ontstaan dankt aan de vele etentjes voor vier of meer men sen die zij in de afgelopen jaren zelf thuis heeft gegeven. Zonder hulp van een kookster of dien ster, en mét de noodzaak om ook de kinderen nog een maal tijd voor te zetten voordat de gasten komen. De praktijk heeft haar geleerd, dat het in derdaad mogelijk is, een attrac tief diner samen te stellen .zon der dat het nodig is op het laat ste moment vanachter het for nuis de gasten met verhit ge laat tegemoet te snellen, of om tijdens de maaltijd voortdurend van tafel op te staan'. Bij het samenstellen van haar menu's streeft de schrijfster naar een juiste combinatie van zware met licht verteerbare ge rechten en naar zoveel mogelijk afwisseling in kleur van de di verse schotels en sausen. Carla Lee geeft in haar boekje een aantal waardevolle tips voor de voorbereiding van zo'n diner dat zij in de loop van de dag kookt. Vooral de voorgerechten uit haar menu's lijken zeer aan trekkelijk: origineel en toch licht en eenvoudig van samen stelling. .Eenvoudige dineetjes' bevat weer vele puntige teke ningetjes van Rein van Looy en een aantal fraaie kleurenfoto's. Vrouwen die graag gasten ont vangen maar wel eens opzien tegen de organisatie en het keu kenwerk rondom zo'n etentje zullen van Carla Lees boekje veel plezier kunnen hebben. (ADVERTENTIE) DE DOEK DIE DIRECT De houten standerdmolen van Sint-Annaland was vorige week het slacht offer. Sint-Annaland schijnt een druk bezochte plaats te zijn, want uit alle hoeken en gaten kwamen er goede inzendingen. Onze fotografen gaan het toch wel een beetje al te gemakkelijk makenIn ieder geval krijgt M. van de Hamer, Bonzijweg 15 te Wemeldinge een tientje voor zijn goede in zending. Inzendingen voor deze prijsplaat gevraagd wordt de plaats, waar d» foto werd gemaakt moeten uiterlijk woensdag worden gestuurd naar Redactie PZC, Wolstraat, Vlissïngen. Volgende week geven we bij de nieu we opgave de oplossing en de naam van de winnaar van het gebruikelij ke tientje. PARIJS Zij is negentien jaar ouddoet een beetje denken aan Barbra Streisand met haar wonderlijke mengeling van bedeesdheid en zelfvertrouwen. Eigenlijk is zij een vo gel die te vlug is uitgevlogen, zodat zij nu naar het nest moet terugkeren om eens be hoorlijk vliegles te nemen. Maar die eerste vlucht is toch hogelijk de moeite waard ge weest, want met haar negentien jaar heeft zij de sprong gemaakt van het kantoor met de schrijfmachine naar het hoofdkwartier van de haute couturenaar een man wiens naam een magische klank heeft André Courrèges. Lucille Cohen heet zij. ,Mijn familie zat in de voddenhandel. Mijn moe der is echter hed-ijfsleid- ster van een confectie zaak'. Zij heeft een rank figuurtje weer precies Streisand en haar han den zijn expressief. Haar ogen zijn de ogen van Toetanchamon, haar glimlach is voorzichtig, als zij praat doet zij dal vol vuur. Zij draagt een mini-jurkje 'met kuüis tisch patroon. Aan haar hals hangt een gouden medaillon met de Da vidster en een amulet van ivoor. .Ik dacht dat het geluk moest bren gen Lot iemand mij ver- Lelde dat het een Bra ziliaans vruchtbaarheids- symbool is.' l'ol voor kort heeft Lu cille als secretaresse gewerkt op het kaniooi van een modeadviseuse van het Internationale Wolsecretariaat. Zij wil de echter zélf ontwer pen. Af en toe schetste zij een ontwerpje en zij li'ad er ook wei enig succes mee, doch er zat niet voldoende perspec tief in en daarom besloot zij de stoute schoenen aan te trekken en naar Parijs te gaan. WIT HEILIGDOM Gewapend met een in troductiebrief betrad zij de salon van Courrèges, dat onberispelijk witte heiligdom waar de di rectie en de assistenten allen in het wit zijn ge kleed, gelijk de meester, ofschoon deze zelf niet langer zo'n doktersjae draagt, doch een tennis- shirt met open hals. Te midden van al dat wit moet Lucille zich wel een vlieg in een fles melk hebben gevoeld. .Ze hadden mij op het hart gedrukt, niijn scnet- sen vooral niet. aan een willekeurige employé toe te vertrouwen, maar toen zo'n dame van Courèges er zich over ontfermde dacht ik: als ik weiger ben ik nele. maal nergens. Daarom liet ik de schetsen ach ter.' De volgende ochtend kwam zij terug. Zo'n witte acoliet stelde haai de schetsen wear ter hand. Lucille informeer de belangstellend wat monsieur Courreges er wel van had gevonden. De jongedame zei. dat zij er geen idee van had. doch dat zij navraa-g zou Werkstukken van Lucille. Links: een katoenen jurkje met madeliefjes. Rechts: jurk met ruitte organdie en een kort jakje. doen. Lucille moest maar opbellen. Toen Lucille la ter die dag belde, kreeg zij te horen, dat monsi eur haar meteen zou ontvangen. ,EEN KANS' Kr was een meisje dal als tolk optrad en dat zei, dat meneer Cour tages graag wilde we len wat liij voor mij zon kunnen doen. Ik zei, dat ik modeontwerpster wilde worden. Meneer Courrèges zei natuur lijk via dat- meisje dat liij my een kans wil de geven. Ik moest maar eens een collectie kle ren voor een meisje van mijn eigen leeftijd schet sen. En aangezien hij ook begrip voor zo'n si tuatie heeft, voegde hij er meteen aan toe. dat hij mij voor mjjn werl; zou betalen, of het in de smaak viel of niet.' Drie weken later stuur de Lucille haar werk op, 35 schetsen in totaal. Prompt kwam een tele gram: ,Ik zal u gaarne donderdagmiddag in de Rue Francois ontvan gen.' Getekend: Courrè ges. Courrèges ontving haar erg vriendelijk, zei dat hij haar werk zeer de moeite waard vond, ofschoon zij kennelijk meer talent had en dus vooral moest doorzetten. Het pad van Lucille is daarmee geëffend. Waar is zo'n verrassend succes aan te danken? De eigen ontwerpen van Courrèges zijn geïnspi reerd door jeugd, fris heid en energie. Lucille, die thans drukker dan ooit in de weer 13 met haar schetsen, bezit dit allemaal. AXEL Hij is haarwerker en heet J. Van de Hout. Een weinig opvallende naam in Nederland, een veel opmerkelijker heroep. Er zijn niet veel mensen in Zeeland meer die als haarwerker te boek staan. Eigenlijk ook de Axelse van de Hout niet. Hij is kapper, evenals zijn zoons, maar toch ook: haarwerker. Zijn gereedschap: een Ijzeren hekel en een oud, maar niet verouderd trensapparaat. Identiek aan het ap paraat dat in het Vlissingse kap persmuseum staat. Het bestaat uit twee houten ronde stokjes, aan een bant voorzien van drie klosjes ijzer- garen; drie draden lopen naar één punt van het andere trensstokje. En op dat apparaat worden steeds heel dunne bosjes haar gevlochten, ge- trensd. De haarbosjes worden dicht naast elkaar geschoven en als de lengte goed is wordt het garen op het .montuur' vastgenaaid. Het mon tuur is de basis van het haarstukje, een verstevigd stukje tule. Dat is dan weer vastgezet op een houten kop. Het haar wordt op het garen, zoals al gezegd, in bosjes getrensd. Het doet er niet toe hoeveel (maar met zo'n hoeveelheid kunnen we be ter zeggen hoe weinig) haren in een greep 'zitten, als het maar steeds dezelfde dikte heeft. En de hand van de meester voelt dat meteen. Jaren oefening zijn er voor nodig, maar de heer Van de Hout doet het niet voor niks al 49 jaar lang. Zijn carrière begon als jonge jongen die van zijn vader maar kapper moest worden. Zijn baas had echter niet zoveel te doen voor zijn hulpje in de kappers zaak en zo mocht h(j tussendoor .ach ter', in de haarwerkerij, helpen. Hij werd kapper, maar het haarwerken bleef een veel beoefende hobby. En de laatste jaren ls er weer steeds meer vraag naar haarstukjes. Het is mode geworden. Zo kon de Axelse kapper het niet meer met .eigen' haar af en moest hij het betrekken van een firma, een Duitse fabriek. Het haar komt in strengen met on geveer een lengte van dertig centi meter naar de haarwerker. In een grote hoeveelheid kleuren. Maar mocht de keuze niet groot genoeg zijn en dat komt uiteraard nogal eens voor, dan gebruikt hij soms vijf zes strengen tegelijk om met die melan ge een andere kleur te krijgen. Het losse haar komt tussen twee ,trek- latten' te liggen: twee dlkk lappen, bezaaid met kromme ijzerdraadjes. Het haar blijft daarop vast liggen, zodat de haarwerker steeds elk pluk je haar op dezelfde hoogte er uit kan trekken. Een vliegensvlugge, onnavolgbare beweging op de trens draden en het haar zat vast. Maar er gaan nogal wat uurtjes inzitten; de prijs van haarstukjes variëren niet voor niks zo tussen de honderd en honderdvijftig gulden! Fabriëk- stukjes zijn goedkoper, dat wel. De beginprljzen liggen in Holland voor stukjes van dezelfde grootte rond de vijfenzeventig gulden, in België nog iets goedkoper. Maar het verschil is duidelijk te zien, en in het gebruik nog duidelijker te voelen: hand gemaakte stukjes zijn veel soepeler en dus is er meer mee te doen. De nylonstukjes die op ongeveer vijf entwintig gulden komen zijn niet zo duurzaam, slijten vlugger en gaan na enkele wasbeurten zichtbaar achter uit. Haarwerker Van de Hout zegt er van: ,Het is en blijft eer en al kunst, en dat kan ook niet beter zijn dan echt haar; bovendien kun je er niet zoveel mee doen. Ten derde kun je het niet verven. Ik raad het met echt haar ook niet aan, dan stel ik liever een andere kleur samen, maar het is mogelijk. Een ander chapiter: pruiken. Nog duurder maar het resultaat is een heel ander kapsel, een veel voller kapsel of voor kaalhoofdige da mes het veelbegeerde haar. Voor iemand die kaal is, en dat komt nog maar meer dan eens voor, is een pruik pure noodzaak. Het voorkomt of verhelpt akelige minderwaardig heidscomplexen, geeft meer zelfbe wustheid, zekerheid én charme. Voor anderen is het een leuke aanvulling of .gewoon' een luxe. De prijs van een fabriekspruik die machinaal ge knoopt wordt of een pruik die met de hand geknoopt wordt liggen wel een eind uit elkaar, maar ook hier blijft het verschil in soepel- en han delbaarheid. Pruik en voorstukjes worden niet getrensd, maar geknoopt. Dat gebeurt met een soort dun haak- naaldje. Elk draadje een haartje. Een precisiewerkje dat achter de kapsa lon aan een kleine tafel gedaan wordt. Behalve het haar, de lenige vingers, de treklatten en het trensapparaat heeft de haarwerker een hekel no dig. Nog steeds wordt een hekel (een plank met rechtopstaande ijze ren tanden, waar de bundels vlas of hennep In geslagen en doorheen ge trokken worden om ze van onge rechtigheden te zuiveren) door de haarwerker gebruikt om de eventu ele knopen mee uit het haar te ha len. Wat de heer Van de Hout niet maakt zijn haarstukjes voor heren. Het is ook een vrij nieuw iets. In oktober 1966 werden ze in Nederland inge voerd. Ook deze haarstukjes worden in Duitsland gefabriceerd. Het ver- schi lmet de damesstukjes is mees tal dat het dunner is en dat de man het gebruikt om zijn kaalheid te ca moufleren, ja zelfs weg te werken; de vrouw ziet het meer als aanvul ling of sieraad. Ook in Zeeland zijn er al heel wat mannen die van deze mogelijkheid gebruik maken. De kappers zijn er wel van overtuigd dat iedere man diep in zijn hart, ook al beweert hij het tegendeel, het naar vindt kaal te zijn of te worden. De enige uitzondering is misschien de Amerikaanse acteur Yul Brimner, die zich jaren geleden voor een rol in een musical kaal liet scheren en het pas nu weer laat groeien omdat een rol dat eist. En omdat de haar groei helemaal echt en natuurlijk moet lijken heeft de fabrikant een middel uitgedacht. Het is wel weer wat duurder, maar wie stilaan en on gemerkt, óók door de naaste omge ving, meer haar wil hebben vindt er heil bij. Het is eigenlijk heel simpel: inplaats van resoluut één Btukje kan men beginnen met een heel, heel dun stukje, daarna een iets dikker stuk je en tenslotte pas de gewenste haar dos. Foto's naast elkaar tonen het steeds minieme verschil en het uiteindelijk jonger makende resul taat. De heren der schepping kennen nog een zekere schroom op dit gebied, maar ongetwijfeld stappen zij weer in de voetsporen van hun voorvade ren en zullen haarstukjes en prul ken weer alledaags goed worden. Bij de foto: Haarwerker J. van de Hout aan zijn uniek geworden werk. (foto PZC).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1967 | | pagina 15