,THE FORSYTE
SAGA KRONIEK VAN
VIER DICHTERS
een der
zeer
groten
EEN ERG VICTORIAANSE
FAMILIECLAN
FRIED - BASTET - KOTTE - CHRISTIAENS
De Vara-tv begint vandaag met een monsteronderneming, nl het in snelle opeenvolging tot
eind december op vrijwel elke Vara-avond een aflevering uitzenden van zestien delen van
de BBC-verfilming van John Galsworthy's trilogie ,The Forsyte Saga', de kroniek over vijftig
jaar verwikkelingen in een Victoriaanse familieclan.
Minimaal vijftig minuten Forsyte Sage per uitz endavond als vast gegeven is een zware belas
ting voor de programma-opbouw. Maar de Vara gelooft dat het geen lange, dode minuten op
haar avonden zullen zijn en dat Nederland even ademloos geboeid naar de serie zal zitten kij
ken als in de eerste maanden van dit jaar in Engeland het geval is geweest, elke zaterdagavond
via BBC-2 met een herhaling de dinsdagen daaropvolgend. Want nimmer is er meer naar
BBC-2, evenals Nederland-2 een achterblijvend net, gekeken dan wanneer de serie liep. In die
zes maanden zijn bovendien meer tv-toestellen, die ook BBC-2 kunnen ontvangen, verkocht
dan in 1965 en 1966 samen.
VERHAAL IN 16 DELEN OP TV
(Van onze radio- en tv-redactie)
Zelfs voor Engelse begrippen is ,The Forsyte Saga'
een enorme produktie geweest. Elf jaar lang is over
de tv-rechten onderhandeld. Twee jaar lang zijn vijf
schrijvers bezig geweest de duizend pagina's van de
trilogie te herschrijven tot een filmscript. Resultaat:
300.000 woorden op in totaal 1500 pagina's scenario.
Een jaar lang duurde het testen voor de ISO acteurs
en actrices, die nodig waren voor de ISO sprekende
hoofd- en bijrollen. Voor grote namen uit de Engelse
toneelwereld werd niet uit de weg gegaan. Fay Comp-
ton, doyenne van het Engelse toneel, kwam in de cast
evengoed als de fameuze Shakespeare-acteur Eric Por
ter. Toen de serie begin dit jaar begon te lopen had de
BBC een produktie van drie miljoen gulden achter de
rug.
Galsworthy is in Nederland geen lopende naam. Mis
schien alleen nog bij oud-hbs'ers, die op zijn toneel
stukken en romans hebben moeten zwoegen, omdat
Galsworthy zo typerend is voor het Engelse schrijven
uit de eerste dertig jaar van deze eeuw en omdat zijn
schrijverij zo'n typerend beeld oplevert van de Britse
levensstijl in de Victoriaanse periode, de levensstijl van
de betere klasse wel te verstaan, dus niet helemaal
een vreemd terrein voor al die Nederlandse hhs'ers van
voor de oorlog.
Galsworthy, geboren in 1867 (ter herdenking daarvan
is de BBC-serie opgezetbehoorde zélf tot de gegoede
klasse, die net onder de adel i» Engeland, Oxford, we
reldreizen, de club, diners, theevisites, vossenjacht, na
een langgerekte jeugd meewerkend in de familieclan
aan de vermeerdering, en minstens het bijeenhouden,
van het familiekapitaal, dus ook de stand en de eer en
alles wat daarbij hoort... uit niets bleek dat Galsworthy
hij overleed in 1933 ooit een buitenbeen en litera
tor zou worden en zelfs nobelprijsvjinnaar. Zelfs onder
scheidde hij zich niet van zijn achtergrond door jaren
lang samen te wonen met de vrouw van een neef, die
neef op die manier dwingend te scheiden, opdat hij,
Galsworthy, haar kon trouwen. (Met het behoud van
haar geld voor de familie). Het kwam achter de facade
van betrouwbaar conservatisme, van avaste beginselen,
vaste meningen en vast levensritmebij zoveel fami
lies voor dat zelfs het Victoriaanse bloed ging bruisen.
Zoals in de Forsyte-clan, die Galsworthy in zijn triolo-
gie beschreven heeft. In de figuur van Jo Forsyte, die
zijn vrouw Frances ondanks conventies en geld verlaat-
om een liaison aan te gaan met de Oostenrijkse gou
vernante Hélène, is Galsworthy zelf, terug te vinden.
22 jaar heeft hij over de trilogie gedaan. Het eerste
deel. flet geluk der rijken' verscheen in 1906. Het der
de deel, ,Te huur' in 1932. (Het is interessant te vol
gen hoe de schrijver in de loop der jaren van voorzich
tig rebel een geaccepteerd man en daarmee conformist
v:erder bestaan buiten de trilogie om nog drie romans
met belevenissen van de familie Forsyte. De BBC
heeft ook deze romans in de tv-serie verwerkt. Ze om
vatten tien afleveringen. De VARA laat het vooralsnog
van de belangstelling voor de eerste 16 afleveringen af
hangen of ze volgend jaar ook de vervolgserie zal ver
tonen. Nederland is tenslotte het eerste niet Engels
sprekende land, dat de serie probeert. Alleen Austra
lië, Nieuw-Zeeland, Hong-Kong en Malta zijn eerder
tot aankoop overgegaan. Maar daar is het oude Enge
land nog een aansprekend begrip. Desalniettemin: ook
landen als Finland, Zweden, Noorwegen en België gaan
de Forsyte Sage vertonen.
De VARA heeft deze week in een Hïlversumse bios
coop een voorstelling van enkele van de afleveringen
gegeven. Het was toen te begrijpen dat ook de film
inkopers van tv-organisaties buiten de Common Wealth
op de serie zijn afgevlogen. Ze hebben immers erva
ring genoeg om er vrijv:el zeker van te kunnen zijn
dat de met liefdesverwikkelingen volgestopte Forsyte-
lcroniek evenzeer gesneden koek zal zijn als de verfil
mingen van romans als featon Place'. Bovendien
en dat heeft op de kijker een onbewust effect is de
serie razend knap geregisseerd (rustige camera-instel
lingen en desondanks een bewegelijk beeld door het
schijnbaar toevaUig, maar uitgekiend in en uit het
beeld raken van de verschillende handelingen en dialo
gen) en zijn uit het enorme reservoir van Engelse to
neelspelers precies die acteurs en actrices gekozen op
wie de rollen geschreven lijken te zijn en die ze ook
nog kunnen invullen met opvallende spelcapaciteiten
Waardoor het verhaal uit een andere tijd uit een ander
land en over een andere klasse leven gaat. Want als
bijvoorbeeld de NCRV in het Nederlands een koningin
Victor ia-serie maakt, blijft het een proberen Victori
aans Engels te zijn en is. vanwege het zoveel mindere
geld dat de Nederlandse televisie aan de serie kan be
steden, niet alleen de aankleding (decor en kostuums)
een armoedige affaire. Maar toch... voor alle zekerheid
begint de VARA de serie met het vertonen van twee
afleveringen achter elkaar. De eerste vijftig minuten
zijn hoofdzakelijk een voorstellen van de verschillende
leden van de uitgebreide Forsyte-clan en een exposi
tie van hun onderlinge verhoudingen. Die andere men
sen uit een andere tijd beginnen te leven, dus onder
ling te botsen, in het ticeede deel. Op zeer Engelse
wijze. May I suggest that you go home?' De Neder
landse, vertaling zou dienen te zijn Me hui* «if en
gauw'. Maar dat is de spreekstijl anno nu. Niet die van
de Forsytes.
9 september 1967
Zesentwintig september is het
oijftig jaar geleden dat Edgar
Degas overleed.
Degas, men \ent, zijn zachte
portret, wordt tot de impressio
nisten gerekend en om helemaal
aan die intussen bijna vergeelde
term toe te komen het volgende.
Kunstenaars als Manet, Monet Sisley, Pissarro
probeerden het licht van de dag ln zijn eeuwig
wisselende beweeglijkheid te vangen. Daartoe
werkten zij veel ln de open lucht. Hun schilde
ren was het snel noteren van de schone schijn,
van een motief in verftoetsen. Hun kunst was
da uiting van hun vreugde om het licht, om het
leven en ln de eerste plaats esthetisch gericht.
De kunst van Degas daarentegen groeide ln
een langdurige worsteling. Talloze studies gin
gen vooraf aan het ontstaan van één enkel
schilderij. Bovendien hield Degas zich in hoofd
zaak bezig met het doen en laten van een enkele
mens ln zijn eigen kleine besloten omgeving:
wasvrouw, vrouw die toilet maakt, danseres in
de studio en op het toneel, muzikant, jockey
b|j paardenrennen. Dat alles werd gezien en weer
gegeven met een mistroostig cynisme, dat bijna
aan mensenhaat grensde.
Deze instelling en de aandacht voor vorm en
compositie z(|n er waarschijnlijk de oorzaak van,
dat Degas als enige van de impressionisten een
belangrijk portrettist is geweest. HQ hechtte
grote waarde aan een nauwkeurige waarneming
en aan een zorgvuldig opgebouwde vorm. Wel
iswaar verborg hij dit alles onder een schijn
van vlot en snel werken zijn pastels met
name wekken de indruk, in snelle vaart te zijn
genoteerd maar zijn opleiding, zijn voorkeu
ren en zijn eerste activiteit als schilder zeggen
veel omtrent zijn artistieke idealen.
klassiek
Hllaire Germain Edgar Degas werd ln 1843 ln
Parijs geboren uit een geslacht van bankiers.
Hij bezocht het lyceum en besloot op negentien
jarige leeftijd, schilder te worden. Onder meer
studeerde hij bij de kunstenaar Louis Lamothe,
die leerling was geweest van Ingres. Deze laat
ste geldt als de belangrijkste klassicistlsche schil
der van Frankrijk. Voor Degast belichaamde hij
lange tijd het ideaal op het terrein van de beel
dende kunsten. De jonge schilder wilde de klas
sieke kunst dienen. Dat verklaart waarschijnlijk,
waarom hij in zijn studietijd zulke lange "perio
den heeft doorgebracht in Italië juist in die
steden, waar ook Ingres had gewoond en ge
werkt.
De eerste grote schilderijen van Degas behandelen
dan ook onderwerpen uit de klassieke geschie
denis: .Semlramis sticht Babyion' bijvoorbeeld.
Ze vonden maar weinig weerklank. Op de Salon,
de grote officiële tentoonstelling in het Parijs
van die dagen, werden ze maar nauwelijks op
gemerkt. Toch kwam er een kentering.
Omstreeks het midden van de jaren zestig was
Edgar Degas een van de geregelde deelnemers
aan de bijeenkomsten van een groep jonge kun
stenaars, die later de .impressionisten' zouden
worden genoemd. Aan hun tentoonstellingen
nam hij geregeld deel. De eenzelvige vrijgezel
toonde zich op deze bijeenkomsten een briljant
causeur, die om zjjn geestige invallen zeer ge
liefd was. De kunstenaar zocht ook andere mo
tieven dan de verhalen uit de klassieke oudheid.
Hij begon zich te interesseren voor het leven
van danseressen, voor dat van vrouwen ln het
algemeen, hjj werd aangetrokken door het gedoe
op en om de renbanen van Parijs.
Figuren en delen van figuren tekende hfl in
voortdurend wisselende standen, maar hij kneed
de ook modellen van paarden en danseressen
in allerlei houdingen. Aanvankelijk bedoeld als
geheugensteuntje voor zijn schilderijen werden
deze plastieken meer en meer zelfstandige kunst
werken van grote schoonheid.
Om duidelijk te maken, dat zelfs bij Degas het
artistieke sentiment het toch wint van alle cy
nisme en alle streven naar distantie: het ont
roerendste stuk uit zijn oeuvre is een bronzen
beeldje van een klein, pril danseresje in een
katoenen tututje, dat in het museum Boymans-
Van Beuningen in Rotterdam staat. Het is bijna
sentimenteel in zijn diepe, oprechte aandacht voor
het geconcentreerde kind met zijn naar binnen
gerichte blik en zijn gespannen houding. Het
zegt ook veel omtrent de richting, waarin Degas
zijn hele leven lang heeft gezocht: hij wilde
Iets van het wezen der dingen proberen te vat-
fianserpssen achter de coulissen' een pastel
van Degas, dat representatief is voor zijn voor
keur. Hij heeft namelijk bijzonder veel werk
gemaakt, dat betrekking heeft op het leven
van danseressen op het toneel en in de ballet
studio.
ten, hij wilde verder boren dan de schone schjjn,
die zijn kunstbroeders zo enthousiast verheer
lijkten.
Misschien /erklaart dat, waarom hij aan het
eind van zijn leven betreurde, niet toch nog
veel meer in de geest van Ingres te hebben ge
werkt. Van deze meester, van dit grote voor
beeld, had hij in elk geval 55 schilderijen en te
keningen in zijn verzameling! Maar ook had
hij grote bewondering voor de Japanse houtsnede,
die toen net werd ontdekt met name voor
de prenten van Hirosjlge en van Hokusai. Hierin
boeide hem vooral de vlakverdeling, de origine
le compositie. Hij heeft er zich in zijn eigen
werk stellig door laten beïnvloeden.
Degas heeft geen baanbrekend werk gedaan.
Zijn schilderkunst was het tegendeel van revo
lutionair, ook al sloot hij zich aan bij de voor
uitstrevendste groep kunstenaars van zijn tijd.
Hij heeft daarentegen enorm veel nieuwe mo
tleven gevonden en op die wijze de schilderkunst
niet onaanzienlijk verrijkt. Wat meer zegt: hij
heeft de visie op die motieven zeer verdiept.
Want Degas heeft in zijn werk volkomen af
stand gedaan van de schone schijn.
Volgens W. Jos de Gruyter beeldde hij niet al
leen het spectaculaire van ballet en theater,
maar ook de vermoeienis en de misère ervan
uit. ,De geest van zijn werk is dan ook vaak
samengesteld en neigt zelfs wel naar het kri
tische en nurkse.' In dit opzicht was hij een
modern kunstenaar.
Degas overleed op 26 september 1917, een halve
eeuw geleden, eenzaam en blind. Maar hij liet
een oeuvre achter, dat hem in wijde kring be
roemd maakte en dat al bij zijn leven record-
prijzen opbracht.
Hoe langer en hoe vaker men zich met het beoordelen van
poëzie bezighoudt, hoe sterker men gaat beseffen dat er
evenveel .soorten' zijn, evenveel aandriften en achtergron
den, als dichters en dat ieder rubriceren, hoe noodzakelijk
ook wanneer men toch enige orde scheppen wil, eigenlijk
uit den boze is. Zelfs het indelen in de rubrieken goed en
slecht, of liever: geslaagd en mislukt. De nobelste aan
drift hoeft geen goed gedicht te baren, een slechte aan
drift kan een .fleur du mal' doen ontbloeien die een im-
mortel blijkt te zijn. Waarmee nobel en slecht van bete
kenis moeten gaan wisselen.
En inderdaad: hoeveel nare zelfzucht Is er vaak verborgen ln al die
idealistische mensen-, kinder- en dierenliefde, en hoeveel roekelo
ze onbaatzuchtigheid kan er schuilen in een schijnbaar zinloze acte
gratuit? Kijk er uw kennissen eens op aan: zijn die brave borsten
die met spandoeken rondlopen tegen het roken of die u bevitten als
u van ganzeleverpastel of blank kalfsvlees smult werkelijk zoveel
aardiger dan die guiten die af en toe iets doen dat het daglicht echt
niet zien mag? Om een heel concreet voorbeeld te noemen: we ge
loven niet dat er veel mensen bestaan die wérkelijk kinderen kwaad
willen doen, laat staan doden of vermoorden. De meeste mensen, of
toch in ieder geval heel veel, zullen zelfs hun eigen leven in de
waagschaal stellen om dat van een kind te redden. Maar de man
die hele dagen probeert onze diepste verontwaardiging op te wek
ken omdat er daar en daar op de wereld door wat hij onze collectieve
schuld noemt kinderen worden gedood en vermoord, loopt groot ge
vaar ons te gaan irriteren. Eerlijke verantwoordiging, een felle
pijn, zijn dus geen garant voor goede poëzie. Het is beroerd om het
te zeggen, want het klinkt zo uitermate koel, maar pas gestileerd,
pas overwonnen, pas op afstand, kunnen zij verpuren tot poëzie, tot
kunst. Ontroeren is niet moeilijk; de schreeuw van een lijdend, ver
loren gaand mens gaat door merg en been, vergeet men nooit.
Schokken is ook niet moeilijk: de wereld ls helaas overvol met het
gruwelijkste leed, niet om aan te zien. Maar dit alles beheersen
en verwerken tot het werkelijk als poëzie kristalliseert, en niet zo
maar een reportage-achtige verzameling documenten cn exclama
ties blijft, dat is niet ieder gegeven.
Dit is ook de reden, dat de bundel van de Duitse dichter Erich
Fried, ,und Vietnam und', in het Nederlands vertaald door Gerrit
Kouwenaar als ,...en Vietnam...' weinig overtuigen kan als poëzie.
Het is meer een beroep op het geweten, een dichterlijk protest,
en Fried blijft ondanks alles aan de oppervlakte en aan de buiten
kant, zowel met zijn moraal als vooral met zijn politiek inzicht.
Een enkele maal toont hij diepe structuren en weet dan, als dichter,
ook onmiddellijk veel beter te overtuigen, zoals in:
KRICH
ANT1QUITEITENWINKEL IN SAIGON
A jour bewerkte ivoren ballen
kunstsnijwerk uit het oude Annam
omsluiten kleinere ballen
die op hun beurt ballen omsluiten
alle eindeloos opengewerkt
en los van elkander beweegbaar
in elkander gesneden
met eindeloos veel moeite
uit één stuk
zonder aanwijsbaar doel.
Ook de oorlog in Vietnam
is zo'n eindeloos ajourwerk
en door de openingen
bespeurt men kleinere oorlogen
door de grote omsloten
en los van elkander bewegend
en hoort ze rammelen
alle door mensenhanden
met eindeloos veel moeite vervaardigd
uit één stuk.
Leg daarnaast een strofe, de tweede, uit .Nieuwe rangorde': ,Maar
sinds Honoloeloe/komt Johnson op de eerste plaats/daarna komt/
een kleine tussenruimte/en dan pas Hitler' en men voelt waar het
rammelt. Dit alles neemt niet weg, dat ,...en Vietnam...' in deze heel
verzorgde vertaling van Gerrit Kouwenaar een boekje is dat het
lezen en vooral het overdenken méér dan waard is. Het meest trof
ons dit (maar dat overschrijdt ook de engere grenzen)
NADENKEND OVER VOORBEELDEN
Zij die ons door hun leven
een voorbeeld willen geven
hoe gemakkelijk
het doodgaan is
Als zij ons in het doodgaan
eens wilden voorgaan
hoe gemakkelijk
zou dan het leven zijn.
Van Vietnam naar ,Een mislukte pansfluit' lijkt de stap van een
onpersoonlijk maar heel belangrijk onderwerp naar miezerig,
bloedarm gezeur. Een pansfluit is nu niet bepaald een muziek
instrument dat in de mode is, al hoort men het op de Balkan nog
wel neuzelend snerpen in volksorkestjes, en een mislukt boven
dien, het belooft niet veel. We houden dan ook helemaal niet van
dit soort titels die al by voorbaat mineur aandoen. De archeoloog-
schrijver F. L. Bastet noemde zijn nieuwste bundel zo. Gaat men
lezen, dan valt het echter alleen maar mee, en merkt men dat hier
nu juist een dichter aan het woord is die van binnenuit een eigen
wereld bouwt. Veel sonnetten, die onherroepelijk reminiscenties op
roepen aan Criterium en ook aan Achterberg (het laatste wellicht
iets opzettelijk, ook door taal- en woordgebruik), ook wel rijmende
strofen en vrije verzen. Bastets werk werd tot nu toe hoofdzakelijk
bepaald door mediterrane impressies. Met ,Een mislukte pansfluit'
is hij ln Nederland en graaft hij in Hollands en eigen verleden. Het
is onvermijdelijk, dat zijn beroep (archeologie dus) hem beelden
aan de hand doet en inspiraties influistert die allergelukkigst zijn.
Mogelijk zijn er weinig beroepen juist poëtisch zo geschikt. Het
luisteren naar het oude, voorbije, het graven ln de diepte, het
schouwen in de schachten van het verleden zijn evenzovele moge
lijkheden tot het hervinden van zichzelf. Een bioloog als Vroman
zal bij wijze van spreken sneller ontsporen of het begrip van zijn
lezers verliezen dan een archeoloog als Bastet, die niet ln de breed
te maar in de diepte gaat. Bastet lijkt als dichter nog in volle ont
wikkeling, en zijn poëzie boeit ons. Wanneer hij enkele tics (het
Achterberg-achtige woordgebruik, en vooral die nare modegewoon
te om kant-en-klare uitdrukkingen zogezegd nieuwgeladen ln
poeticis te gebruiken, destijds gelanceerd door Van der Graft o a en
blijkbaar nog steeds bon ton) achterwege laat, schrijft hij fascine
rende verzen:
UIA ABSURDUM
In onbehouwen rotsen tekenen zich
de ogen af van ongeboren beelden,
klagen onmondige geluiden steen en been,
verraden blauwe aderen
het ongeschapene.
Later een rest van steengeworden leven,
verbrijzeld in een schaduw, teruggekeerd
tot weggeworpen keien in de lege bedding,
verraadt die dood de wrede zin
van al het ontslapene.
(Waarin dan .steen en been klagen' zo'n voorbeeld is van ready
made beeldgebruik dat ons enkel stoort).
LETTERKUNDIGE KRONIEK
- DOOR HANS WARREN -
Meer bravour maar minder persoonlijkheid toont Wouter Kotte
in de bundel .Afthenkt'. Vooral de cyclus van die naam, waarin
Afthenkt (het onuitsprekelijke) als een leidsman optreedt in een
reis naar het noorden, die even wel nergens toe leidt (.Weerzin
kleefde aan zijn tanden/Toen zweeg hij/en zijn zwijgen was vorme
loos' het is tekenend!biedt een vermoeiend stuk lectuur waaruit
weinig zinloos of zelfs begrijpelijks op te diepen is. Een nieuw (en
allesbehalve geslaagd) grapje is, dat men in de index de titels van
de gedichten op moet zoeken, die boven de verzen niet herhaald zijn,
en er toch wel bij horen. In de tweede afdeling van de bundel
staan een paar verzen die minder opzettelijk zijn en daardoor lees
baarder, b v:
ZINZOEKEN
Slapen is moeiteloos de hinderpalen
van licht en horizon breken
uit de scheuren van zachte avonduren
is eindeloos vertakken in duisternis
slapen is knielen als een dorpssilhouet
op de drempel van ons nederig land
is vergroeien met aardkluit en bodem
terxoijl handnerven herfst huiveren
slapen is door dromen wandelen
en vroomshoops bedelen
om een echo van eigen daden
aan voorvaderen en nageslacht.
Maar om nu te zeggen dat we verlangend naar Kottes volgende
bundel uitzien, neen.
Evenmin als we naar die van Dirk Christiaens, die met ,Atoll'
nog minder te boeien weet. Na citaten uit Eluard, Hölderlin en
Auden volgt een poëzie die in dit gezelschap ietwat detoneert, in de
trant van ,In de stenen kazuifels/der huizen schuifelt/de drek van
gisteren/en vandaag'. Er volgen ook nog citaten van Guardini, Lope
de Vega, John Donne en Bert Schierbeek, en ook nog poëzie met
echo's van Marsman: .Sterren omspoelen schuimend zijn oog/Het
zenit van de zee bereikt zijn oor niet/uit de vijf tenten der conti
nenten breekt zijn lied'. Behalve het titelgedicht, en dat zit ook nog
vol zwakheden, troffen we in dit boekje niets aan dat ook maar
enigszins de moeite waard was:
ATOLL
Zee hart van de aarde
Dat klopt in de ruimte
Zaatster van de stengels
Krijt en kalk schuim en licht
Til mij in de boot
Van uw onbewolkte water
Want bovenmate zacht
Uw adem in de adem der ruimte
Heiliger dan een mistral
Beheerst gij de aarde
Bergen meren en wouden
Waken droef en oud
In uw diepere schaduw
Zinken vlinders van wolken
Over uw rood koraal
Gij ligt naakter
Dan naakt vandaag
En zwelt zwierig
Een golvend vlies
Gezwind beklimt gij de
Windstille schepen van eilanden
Die verrast blinken in de morgen
Als zeer jonge treurende negers.
Erich Fried: ...en Vietnam... Uitg. Mousstult, Amsterdam: F. L. Bastet:
Een mislukte pansfluit Arbeiderspers, Amsterdam (giraffeboek): Wou
ter Kotte: Afthenkt, A Manteau, Brussel-Den Haag: Dirk Christiaens:
Atoll, A. Manteau. Brussel-Den Haag.