Bommen op Sluis
Blijft
Frans Pieters
'n bolle(n)boos?
MARJA DE SMET VERCAUTEREN:
DICHTERES AAN DE GRENSLIJN
Westdorpe
wacht af
ZEEUWSCH-VLAANDEREN
SAS VAN GENT Acht miljoen
Nederlanders die je op je vingers
kijken: een griezelig idee. Sasse-
aaar Frans Pieters zal er morgen,
zaterdag, toch aan moeiten wennen.
In Oostburg verdedigt hij zijn titel
.Keizer van Nederland op de krul-
bol' en dat gebeurt onder het alziend
oog van een VARA-reportageteam
Zaterdagavond om vijf voor negen
gaat de uitzending de lucht in via
Nederland 2. ,0, we wachten maai
af, hè?' zegt zijne majesteit rustig
en daarmee omzeilt hij handig vra
gen over mogelijke zware- tegen
stand. Drie keer werd Frans Pieters
koning van de bolcub van de per
soneelsvereniging ,ONA' (glasfa
briek Sas van Gent). Driemaal bieef
hij al zijn concurrenten de baas, een
fraaie prestatie, die hij in augustus
vorig jaar bekroonde met de titel
Keizer van Nederland'.
Zeven jaar geleden schoof Pieters
/oor de eerste maal na de oorlog de
jollen over de bolbaan. Hoe hij ertoe
kwam? ,Och ja, vroeger als jongen
vvoonde ik in Westdorpe. Daar werd
altijd gebold en dan doe je er auto
matisch aan mee. Een hele tijd
neb ik de zaak laten schieten, Ik her-
immer me nog aan biljarten te hebben
gedaan, daar dan moet je veel te
Tang op je beurt wachten. Zodoende
ben ik toch maar weer overgescha
keld op de krulból'. Een keer per
week moet zijn vrouw hem een
avondje afstaan: dan kun je hem
vinden op een van de Sasse bolbanen.
Dat wil zeggen: alleen 's winters,
vant in de zomermaanden ligt de
oolsport stil.
Die herleefde belangsteUng voor het
jollen hebben we eigenlijk te dan.
ten aan de VVV Oostburg,' vertelt
Pieters. ,Die heeft eens een wed
strijd Nederland-België georga.
aiseerd en bovendien het Nederlands
kampioenschap'. Acht clubs worden
zaterdag op bolbaan ,Het grote gat'
verwacht. Hun .koningen', de club
kampioenen, en de keizer zullen er
strijd leveren om de nationale titel.
Dat .nationale' kan overigens ge
voeglijk beperkt worden tot
Zeeuws- en Belgisch-Vlaanderen:
bulten deze gebieden komt de bol-
sport niet voor. De keizer heeft er
al eens een boek over gelezen: ,Van
oorsprong een hele oude sport. Ik
zou nog eens precies moeten kijken
om de oorsprong te vinden. Maar het
staat wel vast dat hij alleen In de
Vlaamse gewesten is beoefend'.
We proberen het nog eens: meneer
Pieters, verwacht u veel concurren
tie? ,Ja, die is er altijd. Maar nu u
het me zo vraagt zou ik geen .ge
vaarlijke' spelers op kunnen noemen.
Ik kom wel eens een enkele keer bij
een andere club, maar die situaties
ken ik zo allemaal niet'. Enfin: tv-
kijkend Nederland weet zaterdag uit
de eerste hand hoe het afloopt, daar
aan Het grote gajt.
MENSEN IN
DE SPORT
ZEEUWSCH-VLAANDEREN
JRIJDAG 18 AUGUSTUS 1967
WATERLANDKERKJE ,Haar begaafdheid lijkt van die aard
dat er heel wat van zou te verwachten zijn mocht de dichteres
haar middelen versterken en beter gaan beheersen' (Urbain van
de Voorde in de Belgische .Standaard der letteren') en ,ach ja,
ze dicht een beetje, z heeft iets artistiekerigs' (het commentaar
van sommige streekgenoten)ziedaar de twee polen waartussen
dichteres Marja de Smet Vercauteren uit Waterlandkerkje zich
beweegt. Ze doet het opgewekt, verkondigt met een onmiskenbaai
Vlaams timbi-e meningen waarin soms een typisch Noordse kop
pigheid doorklinkt. Over het feit dat zowel haar derde (De koord
danser') als haar vierde bundel (,De dans der tuinen') in eigen
beheer zijn uitgegeven: ,In dat opzicht ben ik erg eigenwijs. Ik
wil eenvoudig niet van een uitgever afhangen,.dat lijkt me zonder
meer vervelend'. Over het ontstaan van haar poëzie: .Gewoon
als ik op de bus sta te wachten. Als het geschreven moet wor
den, als het zingen niet bedwongen kan worden'.
Vijf jaar geleden schreef Marja de
Smet Vercauteren haar eerste ge
dichten. De motieven vond ze in de
streek, waarvan ze zich, ondanks
kaar Belgische nationaliteit niet kan
losmaken, en de liefde. Haar eerste
bundel .Kleine melodie der stilte'
(verschenen bij Pieters in Oostburg)
werd door Marcel van de Velde van
een voorwoord voorzien. Hij consta
teerde ondermeer: Marja de Smet
Vercauteren is een kind uit het
Zeeuws.Vlaamse land. Een jonge,
veelbelovende dichteres, waarvan wij
hier de eerste dichtbundel aan het
publiek voorleggen. Er hoort altijd
moed toe, om met gedichten in de
openbaarheid te treden. Immers in
gedichten geeft men zijn ziel bloot.
In onze sterk verintellectuallseerde
tijd, behoort er dubbele moed toe.
Wij menen dat Marja de Smet Ver
cauteren van Oostburg deze oprech
te meisjesmoed m&g hebben'. Ty.
perend voor haar zijn de .kleenge-
dichtjes', waaruit vaak Vlaams sen
timent spreekt. Uit .Kleine melodie
der stilte'
De zieke
Twee handen
op het witte
dek, daar tussenin
de moedeloze leegte
van hun bestaan
en door hun bloedeloze
vingers het trage
drupp'len van de tijd.
Marja de Smet Vercauteren is al
leen blij waneer ze haar poëzie
schrijft. ,Als iets in druk verschijnt
ben ik er nooit direct gelukkig mee
geweest. Ergens doe ik er dan af
stand van, het is allemaal niet meer
van mij'.
Ze maakt deel uit van verschillen
de literaire kringen, zonder uitzon
dering Vlaamse: het Cvirlstelijk
Vlaams kunstenaarsverbond, de ver
eniging van West-Vlaamse letter
kundigen en Trefpunt.
Waarom eigenlijk? .Allereerst na
tuurlijk omdat ik bijzonder Vlaams
georiënteerd ben. Kunstenaarskrin
gen zijn er verder om te bezoeken,
om er actief aan deel te nemen.
Laatst vroeg er een mevrouw uit
Amsterdam of ik me claar niet bij
een literaire vereniging aan wilde
sluiten. Ik heb het niet gedaan: je
kunt er toch niet naar toe en dan
vervalt voor mij de waarde'.
Een tweede bundel waarin werk van
de Zeeuws-Vlaamse (het mag, want
ze woont er vanaf haar geboorte)
dichteres werd opgenomen was ,Tlj'
poëzie van negen jonge dichters. Ur
bain van de Voorde wijdde er een
bespreking aan in de .Standaard
der letteren'. Matig enthousiast con
stateert hij dat vrijwel alle gedich.
ten een zeker Woordkarigheid ge
meen hebben. Hij vraagt zich af of
deze soberheid iets van! doen heeft
met zelfbeheersing, maar komt dan
tot de conclusie dat het hier voor
lopig om machteloosheid gaat. Van
de Voorde besluit: ,De loffelijke uit.
zondering is Marja de Smet Vercau
teren, de enige die rijp is en iets
te zeggen heeft'. Uit ,Tij* (dat ver
scheen bij uitgeversassociatie ,Op-
wenteling' te Eindhoven):
Winter
Achter het kralen gordijn van
de regen hangen de bomen
ondersteboven tegen de lucht.
Tussen hun schoongespoelde wortek
schuilen de vogels verveeld
onder weggespoelde blaren.
Achter het kralen gordijn van
de regen grijpen de wortels der
bomen vergeefs naar de zon.
Verder verscheen van haar .Onge
desemd brood' (Pieters, Oostburg)
en er werd werk opgenomen in de
Duitse verzamelbundel ,Die gute
Welt'. .Genoeg, voorlopig,' vindt
Marja, al verduidelijkt ze meteen
dat niemand dat moet opvatten als
het doorknippen van een draad. ,Ik
ga heel hard werken maar er komt
niets in druk. Ergens heb ik een
hekel aan bundels: mijn selectie
wordt zo overdreven kritisch. De
helft en meer van mijn gedichten
verdwijnt in de prullenbak. Ja, ik
voel toch wel duidelijk dat alleen
het bezig zijn, het scheppen van
poëzie me plezier doet'.
ONTWIKKELING
Marja De Smet Vercauteren, gebo
ren in 1929, heeft zich ontwikkeld
van een dichteres die spontaan ui
ting wilde geven aan een zekere
gejaagde levensdrang tot een rijpe,
inhoudsvol schrijvende persoonlijk
heid. Haar misschien wat overladen
woordenwerveling uit de eerste bun
dels maakte plaats voor soberder
composities. Overwogen, maar zeker
Koorddanser')
geven:
verrassend slot
Het graf
Er ritselt wat
langs 't kerkhofpad
waar 'k om mijn omfloerste lult
geluidloos wat
te spelen zat.
Er ritselt wat:
schoot daar een rat
weg uit het gat
dat men voor u gegraven had f
Het kruis verzakt,
reeds helt het scheef.
't Is al wat bleef:
een donker gat,
volvreten rat,
indien gij niet het Leven had.
Haar werk (op een atelier in Bres-
kens) heeft ze nodig om de balans
te vinden tussen dichterlijk denken
en alledaags handelen. ,Mijn werk
houdt de poëzie in evenwicht. Als ik
teveel op de wolken zweef, dan stom
pen ze me wel naar beneden'.
In haar hobby, de archeologie, doet
Marja de Smet moeite om iets van
die ,ze', de mensen, te achterhalen,
,Op die manier licht je soms een
tipje op van de sluier over het
raadsel mens'. Favoriete schrijvers:
Sartre, Pascal, Teilhard de Char-
din en werken over oudheidkunde en
kunst. Ttot slot Marja's mening over
nu, 1967: .Hoewel ik steeds ineen dat
ik te laat geboren ben, vind ik het
een voorrecht dat ik in deze tijd
van ruimtevaart en oecumene (bel-
den hebben mijn belangstelling)
leef'.
«Bal
VAN D'EE TOT
HONTENISSE
Sluis, het welvarendste stadje in
W es t.-Zeeuvjsch-V laandere>i, heeft
vanaf het begin van haar bestaan
niet anders dan oorlogen gekend.
De strijd tegen haar belagers heeft
haar bevolking gehardwat laatst
nog eens naar voren kwam toen de
vaste commissie voor binnenlandse
zaken van de tweede kamer in ver
band met de plannen voor herinde
ling Sluis bezocht. Weer een strijd
punt dat Sluis wordt opgedrongen.
In 1917 woedde de strijd tussen twee
wereldmachten onverminderd voort
in liet nabuurland België.
Worden we heden ten da.ge regelma
tig opgeschrikt door bombardemen
ten op onverdedigde dorpen en door
beschietingen van eigen troepen door
artillerieallemaal gemaakt door
menselijke fouten, ook in 1917 was dit
reeds het geval.
Om tien voor negen 's avonds op
maandag 1 oktober 1917 werd Sluis
opgeschrikt door twee harde knallen.
Kort daarvoor was het geluid ge
hoord van een rondcirkelend vlieg
tuig. Het was onbegrijpelijk dat een
vliegtuig bommen liet vallen op de
ze plaats. Geheel België was ver
duisterd in verband met eventuele
aanvallen en verkenningen uit de
lucht. Sluis daarentegen was verlicht
door de toen aanwezige gaslantaarns.
De vlieger had dus aan de hand van
de ontstoken straat verlichting kun
nen zien dat hij zich boven neutraal
gebied bevond.
Gelukkig bracht dit ,bombardemenf
slechts materiële schade met zich
mede. Maar de schrik zat er bij de
bevolking in. Velen vluchtten in pa
niek de straten op.
Alras bleek dat twee bommen in
Sluis waren afgeworpen.
De foto toont de ravage aan welke
werd aangebracht door een dezer
bommen aan het huis van J. Her
mans in de Nieuwstraat, heden ten
dage perceel Nieuwstraat Z, beiuoond
door de heer Murijn, garagehouder.
De bom ivas achter dit pand geval
len. Een aangebouwd keukentje iverd
met de grond gelijk gemaakt. Alle
dakpannen werden van het pand af
gerukt. Opvallend is dat de dakpan
nen van de huizen aan weerszijden
van dit huis nagenoeg allen op hun
plaats bleven liggen.
Van links naar rechts onderscheiden
we de navolgende personen op de
foto: Allereerst veldwachter Saay,
die belast werd met de beviaking.
Vervolgens het echtpaar Murijn,
grootouders van de tegenwoordige,
reeds genoemde garagehouder Mu
rijn. Deze hadden aan de overzijde
van de straat een rijwielzaak. Hun
spiegelruit van de winkel was ge
sneuveld.
Achter de kapotte ruiten Marie dn
Fossé, deze woonde met haar ouders
links van het verwoestte pand. Ach
ter dit huis werd een bakkeet ver
nield. Midden op de foto twee vrou
wen. De kleinste is de bewoonster
van het pand, vrouw Hermans, de
grootste Mathilda Vink. caféhoud
ster, algemeen bekend, wier café aan
de overzijde van de straat lag.
Rechts het gezin van de militair Van
de Klooster, Belgse vluchtelingen. De
twee kinderen werden ongedeerd van
onder het puin gehaald. Dit gezin wa
bij de familie Hermans als~vluchte
lingen ondergebracht.
De militairen op de foto waren be
hulpzaam bij het puinruimen en het
vrijmaken van de straat opdat da
tram weer kon passeren.
De tweede bom viel in de Kapelle-
straat. Hier werden twee huizen aan
de achterzijde zwaar beschadigd. De
ze huizen waren respectievelijk be
woond door bakker Piet Versluys en
sigarenwinkelier P. J. Gauwels. Ei
genaardig was dat enkele ru.iten in
de voorgevel van deze huizen heel
waren gebleven.
Door de grote luchtdruk werd de
trap naar de zolder van het huis van
Cauwëls weggeslagenDe bewoners
moesten met een ladder geholpen
worden om hun huis te verlaten.
Zelfs in de Oude Kerkstraat ontstond
schade onder andere aan het huis
van slager J. de Marêe. doordat
stukken hout door de winkelruiten
vlogen.
De heer A. Thomas doet de deur van
zijn museum open. ,We zijn wel to
aan een nieuw onderkomen', vindt
hij.
WESTDORPE Westdorpe
af, de leden van de stichting ,Oud
Westdorpe' wachten af. Als het een
beetje wil zal het geheim van de
Austrichenpolder nog dit jaar wor
den ontsluierd. Maar om het verhaal
een beetje te begrijpen moet je het,
en liefst in chronologische volgorde,
horen van .meester' E. Hendriks,
voorzitter van ,Oud-Westdorpe' en
helemaal geen James Bondtype.
,Twee jaar .geleden hebben we deze
stichting opgericht. Aanleiding wa
ren de bodemvondsten, die een Jon
gen van hier, A. Thomas in de om
geving had gedaan. Enkele jaren ge
leden begon hij met zijn vader te
graven en toen kwamen er al gauw
potscherven uit de veertiende en vijf
tiende eeuw boven de grond'. De
stichting heeft nu inmiddels bereikt
dat die voorwerpen tentoongesteld
worden in het voormalige gemeen
tehuis aan de Graaf Jansdijk. Wie er
een kijkje neemt (de moeite waard,
want Westdorpes' halve historie vond
er, keurig gerangschikt, een plaatsje
onder de hanehalken) moet oppassen
voor een heleboel dingen. Allereerst
voor zijn hoofd dat gevoelig m bot
sing kan komen met de lage deur
post, verder voor de smalle trap en
tenslotte voor de oude planken vloer
en het luik daarin. ,We zijn inderdaad
hard toe aan een nieuw onderkomen',
zegt de heer Thomas, initiatiefne-:
mer van dit museumpje en tevens
(gastvrije) suppoost. De stichting
denkt aan een leegstaande woning
in het centrum van het dorp, maar
daar zal nog wel niets van komen.
Voorlopig staan de potten en pannen
uit 1400, de rellkwien uit Westdor
pes' door de oorlog vernielde r-k
kerk en oude foto's op het bescheiden
zoldertje -aan de Graaf Jansdijk. Hun
waarde is er niet minder om: zelfs
ir Trimps Burger van de rijksdienst
voor oudheidkundig bodemondereoek
kwam al eens langs en telkens als er
iets bijzonders gevonden wordt haalt
de stichting hem erbij. Maar nu die
Austrichenpolder, hoe zit het daar
mee? De heer Hendriks: ,Een hele
merkwaardige zaak. We hebben tot
dusver altijd aangenomen dat Alber-
tus van Oostenrijk (iemand die leef
de rond 1600) hem heeft ingepl-
derd. Voordien was er niets dan wa
ter, althans volgens het boekje. Maar
het vreemde geval doet zich nu voor
dat wij bij vrij recente opgravingen
de fundamenten hebben ontdekt van
een landhuis uit de dertiende of
veertiende eeuw. Nu zou je je af
vragen: hoe kan dat, als er alleen
maar water is. Een intrigerende
kwestie!' Nog dit jaar hopen de
mensen van ,Oud Westdorpe' met
meer gegevens te komen. Het plaats
je wacht af. Voorlopig doet men het
maar met één zekerheid: 't Kan
nooit woningwetbouw zijn geweest...'
Belangstellenden voor het museum
kunnen informeren naar de heer
Thomas: hij houdt er voor rondlei
dingen geen vaste uren op na.