KERSTMIS OP DE
ZUIDPOOL
GRAAG NOG
EENS TERUG
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT -KERSTNUMMER 1966
De nu 26-jarige P. H. Verschoor, sergoant ieiaerafist ssam ét hossMéijkt marine, nam in 1963 deel aan
de gecombineerde Nederlands-Belgische erpeditie mr ie ZMpool. Veertien maanden bracht hij door
in een barre sneeuwuloestijn met dertien andere stoere herds. Hoeveel een en ander soms bepaald geen
genoegen was. denkt Piet Verschoor nog met weemoed lenst aan de ontberingen op een eenzame
post ten behoeve van de wetenschap.
In dit verhaal laten wij de sergeant-telegrafist vertellen van rifn belevenissen met name tijdens de kerst-
dagen.
Piet Verschoor, uit Den Haag. die thans gedetacheerd is op de jager Hr Ms .Drente' m Den Helder zou
graag nog eens deel uitmaken van een Zuidpoolexpeditie. Helaas echter, Nederland heeft zich om fi
nanciële redenen moeten terugtrekken.
Kerstsfeer" Eerlijk gezegd nee. Je probeert iets
op te roepen, maar iedereen is meer met zijn ge
dachten thuis De .Magga Dan' was uit Antwerpen
vertrokken om ons af te lossen, dat wisten we.
Dat hield je haarscherp bij op een kaart D'r werd
voortdurend over gepraat. Wanneer komt ie aan in
Kaapstad, hoe lang zal ie er over doen voordat hij
hier is enz.
We hadden natuurlijk geen kerstboom, wel een
pick-up met kerstplaten. Er werd in die tijd ontzag
lijk veel gedebatteerd over de monokini, daar was
iedereen stuk van. We hadden een telegram gekre
gen, dat de vrouwen het volgend jaar alleen maar
een grote flaphoed, een zonnebril en sandalen zou
den dragen. Kerstmis bracht geen verandering. Ie
dere dag was gelijk aan de vorige en aan de dag
daarna. Het werk ging ook gewoon door. dat mocht
je niet in de steek laten.
Nieuwjaar, ging ook zo voorbij, zonder al te veel
ontroering. Weet je wanneer we ontroerd waren?
Toen de .Magga Dan' was aangekomen en we
een helicopter zagen naderen, die van het schip
was opgestegen. De hele basis liep uit. Voor het
eerst sinds veertien maanden zie je andere ge
zichten. Ik kan dat gevoel niet omschrijven. Je liet
het alleen niet blijken. Toch waren we weemoedig
bij het afscheid. Je was wel gelukkig dat je de
troep ging verlaten, maar aan de ander kant. je
hebt er min of meer je hart aan verpand, nou ja,
en dan ga je weg...
Ik had me vrijwillig aangemeld omdat het avontuur
me trekt. Daarom ben ik ook bij de marine gegaan.
Ik wilde wat van de wereld zien. Ik had ook de
koopvaardij kunnen kiezen, maar bij de marine ben
je nog eens een keer thuis. Ik werd telegrafist, om
dat ik altijd interesse voor de radio-business heb
gehad. Na mijn opleiding ging ik naar de Wesf.
Anderhalf jaar. Daarna werd ik uitgezonden naar
Nieuw-Guinea. Toen we er daar uitgeknikkerd wer
den, nam ik deel aan de Nato-kampioenschappen
in Rome. Daar eindigde ik als eerste. Het ging er
om wie het snelste kon seinen en het snelste kon
opnemen.
SOLLICITEREN
Terug in Holland kregen we bericht van het mini
sterie, dat er weer een gecombineerde Nederlandse-
Belgische expeditie naar de Zuidpool zou gaan. We
konden solliciteren. De belangstelling was groot.
Van de 150 bleven er vier over. We moesten naar
Brussel voor de laatste keuze. Enfin, ik kreeg het.
De andere Nederlanders waren ir Rietman van de
afdeling meteo, J. van Ameyde, die als meteo op
de weerschepen werkt en ir P. Buis, die zich bezig
hield met atmosferische elektriciteit. De Belgische
afdeling bestond uit tien man. Chef van de expeditie
was Lucien Cabes.
Op 7 december stapten we aan boord van de Deen
se ijsbreker .Magga Dan'. Mijn taak was het tele
grammen te versturen en weerberichten te verzen
den naar België en alle kuststations. Aan boord
zaten 35 Denen. Afstand naar de Zuidpool: 14.00
kilometer.
Van Antwerpen voeren we r.aar Kaapstad en nieuw
jaar vierden we op zee. Nou ja. vieren. Lekker
eten hé, en een beetje lurken. Van Kaapstad gingen
we bijna rechtstandig naar beneden. Eenenzeventig
zuid, eenentwintig oost. Ik had nog niet zoveel te
doen en hield me dus bezig met radio.amateurisme.
Ik had contacten met de hele wereld.
Het weer? Op de samenloop van de Stille en de
Atlantische Oceaan begon het. We noemden dat
punt The Roaring Forties, de bulderende veertigers.
Daarna kregen we The Screaming Fifties, de
schreeuwende vijftigers en tenslotte The Whistling
Sixties, de fluitende zestigers
IJSBREKER
Toen kwamen de eerste ijsbergen in zo'n grootte
van 4, 5. 6 kilometer breed en dertig meter hoog in
zicht. We noteerden het in onze dagboeken en foto
grafeerden bij het leven. Als je de ijsbergen gehad
hebt kom je in de ijslaag, die rond de Zuidpool ligt.
Een mijl of twee, driehonderd. De ijsbreker ging
aan het werk
Dat ding was eigenlijk bestemd voor de Noordpool
De Russen en Amerikanen snijden er met hun ijs-
brekers dwars doorheen, maar deze tilt zichzelf
op het ijs, dat dan door het gewicht breekt. Daarna
glijdt het schip weer terug voor een nieuwe aanval.
Tillen, power, doorzakken terug en weer verder.
Alles trilt. Je wordt er knettergek van. Er was
nog een andere ervaring, raar Het werd niet meer
donker. Hoe meer je naar het zuiden komt, hoe
langer het licht blijft. Ieder gaat op zijn eigen
houtje slapen. Er ontstaat een andere cyclus. Som
migen worden 's morgens om tien, twaalf uur wak
ker, anderen staan midden in de nacht op. Bij
daglicht Het is zomer aan de Zuidpool, anders kun
je er niet komen, 's winters vriest alles dicht.
TIENTJE
Wat we deden? Vergaderen, de taken verdelen.
Een groep zou zich bezig houden met de opbouw
van de basis, de anderen om beurten de snowcats
rijden. Dat zijn van die logge dingen op rups
banden. Daar trokken we de sieeën mee van het
schip naar de basis. Al het materieel werd op
sleeën geladen. Veertien dagen zijn we er mee be
zig geweest Iedere tocht duurde vier uur. Btzelf
kreeg de opdracht mijn tentje op te zetten langs
de route, zes kilometer van het schip, veertien
kilometer van de basis De route werd aangege.
ven met bamboestokken Twee dagen heb ik met
mijn radio de verbindingen in stand gehouden. Ach.
het was niet zo erg. Alleen die s'ilte Je hoort niets.
Een zacht sulzen. meer niet Ik kreeg wel natfe
voeten, je moet constant In beweging blijven. Over
dag vroor het vijf graden, 's nachts vijftien tot
twintig Je voelt je zo'n klein ventje Iedere vier-
uur kwam een snowcat langs. Het was een verzetje
Soms viel er materiaal van de slee. Dan moest
dat door het volgende transport worden opgepikt.
OPBOUW
Het was maar twee dagen. Daarna begonnen we
aan de opbouw van het kamp. We sliepen in een
vorige nederzetting, zes meter onder de grond. La
ter vonden we er ook enorme voorraden voedsel,
die we nog best konden gebruiken. We hadden
trouwens zelf voor twee jaar eten bij ons. Die
snowcats hé. die hadden wel eens geen koelwater
meer of er brak een rupsband. De radar op het
schip kon ze precies volgen op hun weg. En denk
nou niet dat het een egale vlakte was.
Het was een lange hobbelpartij. ,We hadden inmid
dels ook onze poolkleding aangetrokken. Berenmuts,
die je rond je gezicht kunt trekken. Noors onder
goed met luchtgaten, skibroek, rubberlaarzen en
een anorak. Dat is een windjack, helemaal gepre
pareerd. En dan hadden we natuurlijk een zonnebril,
anders werd je stekeblind.
De gebouwen, die we optrokken, waren prefabrica
ted. Een houten wand, dan een laag zilverpapier,
een wand van houtwol zilverpapier en weer hout.
De gebouwen zetten we op holle houten bakken
vanwege het optrekken van de kou uit de grond. De
hoofdgebouwen waren verbonden door een gang van
150 meter. Langs de wanden van die gang stapelden
we de kisten levensmiddelen op. Het ergste was
het waterpas maken van het terrein. Dat moest met
schopjes gebeuren. Onze sneeuwegalisator was
stukgeraakt. Voor het vlees en de kippen maakten
we een kelder van vijf meter in de sneeuw. De
sneeuw moest met mandjes omhoog worden gehaald.
Vervolgens moest zij vier kilometer van de basis
worden gebracht anders zouden de stormen een
enorme bult vormen. Dat opbouwen van die basis
moest vlug gebeuren, want als er een blizzard
kwam, dan sneeuwde alles onder, dan kon je de
boe! weer gaan uitgraven. Een keer keer is dat ge
beurd met mijn apparatuur. Die zat geborgen in
tweehonderd kisten.
BRAKKIG
Ja, wat deed ik daar allemaal. Eenmaal in de der
tien dagen had ik corvee. Ik hielp met het oplaten
van balonnen. Iedere middag werden er telegram
men uitgezonden. We hadden ook een telefonische
verbinding met thuis. Dat was goed voor het mor-
reel van de mannen. Je moest toch eens met
moe kunnen praten? De AVRO liet ook bandjes op
nemen van familieleden. Die bandjes werden dan
door mij weer heropgenomen. Ik zat alleen in een
slechte tijd. In de radiowereld kennen we een- cy
clus van 11,5 jaar. Daarin zit een goede en een
slechte periode. Wij zaten in de slechte. Dan ko
men de seinen brakkig over. Het heeft te maken
met de erupties van de zon. Ik vertelde dat wel
aan de mannen, maar twee uur later kwamen ze
me toch aan de bar vragen of ik nou niet eens
met thuis kon bellen.
Op de Zuidpool zaten veertig bases. Russen, Ame
rikanen, Chilenen. Fransen, Engelsen. We konden
elkaar niet bereiken. De Zuidpool is zo groot als
Amerika en Europa samen. Alleen via de radio
hadden we contact. Met kerstmis hadden we met
vijf bases afgesproken groeten uit te zenden naar
huis. Op tweede kerstdag was ik aan de beurt.
Ik had een punthoofd, wat dacht je. Waarvan?
Van eerste kerstdag—
FRANS
Hoe we leefden" Continue-ploegen. Twaalf uur op,
twaalf uur af. Als we naar buiten gingen verlieten
we de basis via een luik in het dak. Het gebouw
was ondergesneeuwd tot aan de goot. Als er een
blizzard was geweest moest je met de schop wer
ken om ruimte te maken. Maar stak je je hoofd
door liet dak, dan moest je weer oppassen dat de
honden je niet grepen. Zij voelden zich dan sterker
omdat ze hoger stonden dan jij We hadden vier
honden afkomstig van de Noordpool meegenomen.
Ze verscheurden elkaar soms bijna. Het was altijd
twee tegen twee. Met hun plasjes hadden zij hun
terreinen afgebakene. Overschreed een van die hon
den de grens, dan ontstond er een gruwelijk ge
vecht. We hebben een hond gehad waar de darmen
uithingen. De huid moest aan elkaar genaaid wor
den. We hadden geen verdovingsmiddelen. Wel
slaaptabletten Maar daar reageerde hij niet op.
We hebben toen een mand met brood genomen
en daar een hele scheut whiskey in gegooid. Daar
kon ie niet tegen. Een week later was ie weer aan
het vechten.
Maar goed, dat leven op de basis. Die Belgen spra.
ken Frans. Ik was dus verplicht als de sodemieter
mijn Frans op te halen. Frans werd de voertaal
in het kamp.
Die Belgen op nun beurt probeerden ons tegemoet
te komen door Nederlands te spreken. Wij hadden
een goed team. In zo'n situatie als aan de Zuidpool
is iedereen even belangrijk. Iedereen noemt elkaar
bij de naam. Van het begin af aan trok de chef
een lijn. Het maakte geen moer uit wat voor stu
dies je had gemaakt. Iedereen deed aan alles mee.
Dat kon ook niet anders, want je moest met elkaar
leven Veertien maanden lang. En denk nou niet
dat er soms niet gekankerd werd. Nou behoorlijk
En ie raakte ook wel eens uitgepraat. Dan had je
het gevoel dat je eens twee dagen voor je zelf wilde
leven. Andere keren had je er behoefte aan iemand
op te zoeken Als iemand een lang gezicht had,dan
hield je daar rekening mee. Laat hem maar mod
deren dacht je dan, het gaat wel over.
Denderende ruzies, dat ze elkaar voor d'r bek sloe
gen. dat hebben we nooit meegemaakt. Misschien
zijn er wel eens mensen eenzaam geweest, maar
ze heten het nooit merken Ik had er geen last
van Ik was al zo vaak van huis geweest.
Het grootste feest werden we op 21 juni. Op die
dag gaat namelijk de zon voor een half jaar onder.
Dan begint aan de Zuidpool de winter. Iedereen
gaat kijken. Ze kijken tot het schijfje achter de
horizon is verdwenen. Alle bases sturen telegram
men naar elkaar. Dan hoor je overal door de radio:
.Nice mid-winter-day'Die overgang van licht naar
donker gaat natuurlijk geleidelijk aan. Helemaal
donker is het niet De naam geeft nog licht. Ik had
zelden zo'n mooie maan gezien als daar.
VERDWALEN
De temperaturen daalden tot 45 graden onder nul.
Dat was koud. maar bij de Russen was de tempera
tuur 90 graden. Wij gingen alleen naar buiten om
voedsel te halen of bier. Alleen de meteo ging vrtj
geregeld naar buiten. Een keer in de vieren
twintig uur moesten zij een ballon oplaten Ik heb
die jongens nooit benijd. En toch, als er geen wind
was, kom je met 45 graden makkelijk in je trui
buiten staan. Maar dan moest er ook geen zuchtje
wind staan, anders voelde je de kou tot op het
merg van je gebeente. Ik ging ook wel eens naar
buiten als de antenne gebroken i^as. Levensge
vaarlijk werk als je geen behoorlijke merktekens in
de grond zette. Wanneeer het stormde zag je geen
hand voor ogen. Dan zou je urenlang kunnen zoe
ken, verdwalen, op twee meter langs de basis kun
nen lopen zonder te weten dat je er was. Je zou
absoluut omkomen in de sneeuw. Het zicht reikte
niet verder dan twee meter-
Wekenlang zaten we binnen, maar het werk ging
door, ook tijdens de kerstdagen. We hadden een
prima kok, een Belg, Tony Bruggemans. Weken
lang is ie in de weer gewest om voor kerstmis
overal dingen vandaan te trekken. Een goeie kok
is belangrijk. Als die vent geen goeie hap op tafel
zet, daalt het humeur.
VROUWEN
Het gemis aan vrouwen Dat verlangen gaat er wel
af. Ik hoorde wel eens een vrouwenstem door de
radio, maar het deed me geen pijn. Je hebt ze
niet. ze zijn er niet en je kan ze de eerstvolgende
maanden ook niet krijgen ook. Je moest er in be.
rusten-
Geestelijke verzorging hadden we ook niet. Niemand
had er behoefte aan. Bidden deed ieder voor zich
zelf wel denk ik. We dachten veel meer aan de
.Magga Dan': wanneer zou hij hier kunnen zijn en
waar was ie nu. Ik kan me nog goed herinneren
dat ik de stem hoorde van die Deense marconist.
Hello boys, hier .Magga Dan' calling, calling'. Ik
wist, ze zaten in de buurt.
Maar om even terug te komen op die kerstdagen
De kok had zich geweldig uitgesloofd. Wat aten we
ook weer. Een hors d'ouevre, frietjes, drie soorten
groenten en een kersttaart. We hadden de boel een
beetje versierd met guirlandes en lampionnetjes.
Ja, we hadden zelfs plastic kersttakjes. Toch was
er geen speciale kerstsfeer. Je leest wel eens ver
halen van mensen op eenzame posten. Dan zingen
ze gezamenlijk .stille nacht, heilige nacht'. Onzin.
We hielpen eerst de kok door zijn afwas heen. Daar
na hingen we lui in een stoel met een cognac en een
sigaar.
Je praat dan niet zo erg veel. Iedereen heeft zijn
eigen gedachten. Bulten hoor je de storm fluiten,
loeien. De Belgen hadden een enorme bar gemaakt.
Krukken waren er niet. Daarom hingen we een
van de banken met touwen aan het plafond. We
hadden een boekje bij ons voor he tmaken van
cocktails. Vaak fungeeree ik als barkeeper. We de
den alle drankjes in een grote soepterrine. Ja,
hoe moet je anders een cocktail maken?
De dokter dronk nooit meer dan drie glaasjes.
Dan stopte ie radicaal. Hij moest bij de tijd blijven
De chef was ook matig. Die moest altijd van dio
minuscule draadjes ergens aan bevestigen. En dat
kun je niet doen als Je hem om hebt.
Ieder reageerde verschillend. Je leert de mensen
kennen. Ieder mens omgeeft zich met een bepaalde
schil, maar dat kun je geen veertien maanden vol
houden. Natuurlijk had je sympathie voor Iemand
en voor de ander niet. dat is clear.
PILS LIKKEN
Ik moet je nog wat grappigs vertellen. Wij dronken
geen bier, we aten het. Uit de kelder haalde ik van
die blikjes. We schroefden het dekser er af, schud
den dan een beetje en dan kwam er een cylinder
bier voor de dag, hardstikke bevroren. We zaagden
de staaf in stukken en likten er aan.
Ik heb je al gezegd, dat de aflossing het grootst#
moment was Andere mensen zien. En hoe sagen
wij er uit? Het haar hing over onze schouders en
we hadden baarden. Lang haar was lekker warm.
Voordat de .Magga Dan' ons bereikte hadden we al
gevraagd om de post mee te nemen en verse groen
te en blèr. De helicopter bracht het allemaal. Met
de snowcats reden we naar het schip. Wij en de
aflossers. We namen wat zeehonden en pinguïns
mee aan boord, maar jammer genoeg stieven die
onderweg. Ook de honden gingen mee. Gus, Ar-
mand. Due en Lumbago. Wist je dat die honden in
de sneeuw sliepen? Ze groeven zich In met de rug
naar de wind. 's Morgens riep ik hun namen. Dan
zag je hun koppen tevoorschijn komen. Het was
een fijne tijd. Toch wel. Op 21 juni schrijven we
elkapr nog altijd een kaart, waar ter wereld we ook
zitten. De MId-Winter-Wishes. Die kok heeft het
slecht getroffen. Toen hij in België kwam moest
hij in militaire dienst. Daarna vertrok hij naar
Amerika waar hij een betrekking kreeg als kok.
Toen werd ie weer opgeroepen. Hij zit nou in Viet
nam—
Weet je hoe laat het is? Vier uur. Over twee uur
moet ik opstaan. Acht uur in Den Helder. Wil je
nog een drankje? De pool heeft een enorme aan
trekkingskracht. Dat kan ik je niet vertellen. Ik
had contact met een Russische telegrafist. Die
zwierf al tien jaar van de Noordpool naar de Zuid
pool. Ja, die Rus. Ik heb wat met 'm afgepraat.
Dat is gek. hé. op een gegeven moment zie je die
man niet meer als Rus, maar als een poolcollega—