RIJST MET RAGOÜT OP EENZAME NOORDHINDER PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT - KERSTNUMMER 1966 Het is 45 mijl van Vlissingen, de thuishaven. Het staat op het bruinrode schip met witte letters aangegeven: Noord Hinder Dat houdt in: veertien uit, veertien dagen thuis. Het hele jaar door. Het licht moet blijven branden. Ook tijdens de kerstdagen en met nieuwjaar. Het draaiende licht, waar alles om draait. Een vast gegeven voor alle voorbijkomende schepen. Een simpel lichtje, dat met zijn vier stralen cardanisch is opgehangen bovenaan de staalconstructie midden op het schip. EU mensen hebben de directe zorg voor dat licht. EU mensen, die veertien dagen uit en veertien dagen thuis zijn. Maar dat ,uit' betekent voor hen meestal niet ,ja, gezeüig'. De afgelopen maand was het een heksenketel. Windkrachten van boven de tien zijn ook voor mensen, die al jarenlang op een lichtschip werken, geen pretje. Ze worden er ook moe van. Steeds moeten ze zich overal aan vasthouden, schrapzetten, om niet door een onverhoedse beweging van het schip ergens tegen een of ander obstakel op te botsen. De Noord- hinder' is nog maar vier jaar oud en voorzien van alle mogelijke gemakken. Maar dat neemt niet weg, dat bij windkracht 11 of 12 de meters hoge zeeën het schip zo'n 35 graden uit het lood kunnen slaan. 0«>k dan moet het licht blijven branden, moe ten er weerberichten worden doorgegever aan het KNMI, moet er worden gelet op eventuele passerende schepen, moet er wor den gezorgd voor eten, voor de verwarming voor elektriciteit. De .Noordhinder' ligt het verst uit de kust van alle Nederlandse licht schepen, op 51 graden 39,25 minuten noor derbreedte en 2 graden 33,5 minuten ooster lengte. De ,Terschellingerbank\ de .Texel' en de .Goeree' zoeken het wat dichter onder de kust. VERVANG Vooral met de december-feestdagen is 45 mijl een heel eind weg. Er komen dan geen .Frans Naerebout' en geen .Terneuzen' de betonningsvaartuigen, die vanuit Vlissingen voor de vervanging zorgen. Iedere dinsdag komt er als het even kan een betonnings- vaartuig met groot of klein vervang. Met een klein vervang krijgt de kok weer nieuwe voorraden. Vooral verse groente is van be lang. En dan de post! Bovendien wordt er dan wa ter en lie overgepompt naar de .Noordhin der'. Een karwei, dat een paar uur in beslag neemt en alleen bij kalme zee kan gebeuren. Groot vervang is de aflossing van de beman ning. Elf mensen gaan dan vanuit Vlissingen veertien dagen naar de .Noordhinder' en elf keren er weer. Een dikke vier uur varen. Eerst langs de Walcherse kust en dan recht de Noordzee op. Een mijl is tenslotte altijd nog 1850 meter, dus ter hoogte van West- kapelle zijn we nog lang niet op de helft. En pas voorbij Westkapelle komt het betonnings- vaartuig goed in conflict met de golven. De wind was toegenomen tot vijf. Da's de moeite nog niet. Het schip steigert wel en het lage voordek is wel onbegaanbaar geworden door iet overstromende water, maar de mannen op het schip trekken zich er niet veel van aan Goed, de kok heeft wat moeite om de soep in de pan te houden en de borden moe ten tussen speciale latten worden geklemd, maar dat zegt nog niet zoveel. Het kaarten lijdt er niet onder. In het beman ningsverblijf onder in het schip wordt er druk op harten gejaagd. BEETJE VRIJ De bemanning van het betonningsvaartuig heeft op de vervangdagen een beetje vrij. Normaal houden deze mannen zich bezig met het vervangen en repareren van tonnen en boeien, maar nu is het alleen een kwestie van voren. Aan dek kun je niet komen en wat doe je dan? Kaarten. Slapen. Eten. De man nen van het lichtschip doen er van harte aan mee. Ze wisselen wat verhalen uit over wat ze de afgelopen veertien dagen zoal hebben meegemaakt. Maar daar is volstrekt geen haast bij. Ze hebben er tenslotte altijd nog veertien dagen de tijd voor. Eindelijk is het zover, dat het lichtschip in zicht komt. Maar dan zijn we ook zo'n beetje halverwege naar Engeland. Een roodbruine ijzeren bak voorzien van aller lei masten en uitsteeksels. En dan natuurlijk het licht. In het midden van het schip staat op een ijzeren constructie de lamp, die zestien metei boven het wateroppervlak uitsteekt. Bij mist en duisternis zwaaien de bundels over de Noordzee. In tien seconden twee schitteringen. Dat is het .karakter* van de .Noordhinder'. Gemiddeld is het licht 12.7 mijl ver te zien. Daarbij is zowel prachtig helder weer, als mist inbegrepen, 't Is geen Weinigheid. Maar met een miljoen negen honderdduizend candcla zet de .Noordhinder' zijn licht niet onder de korenmaat. Integen deel. Op dat plekje van de aardbodem zou trouwens ook sreen mens een korenmaat zoe ken. STAPJE De mensen worden per motorsloep overge bracht Vanaf de .Noordhinder* laat men de motorsloep uit de davits naar het water zakken, terwijl de mensen er al in zitten. Met veel gemanoeuvreer komt de sloep langs zij en de in oliegoed verpakte mannen verbin den het betonningsvaartuig met twee lijntjes aan de boeg en de achtersteven van de sloep. Er springt een man over. Dat is een riskant karwei, voor wie het nog nooit heeft gedaan. Je moet afwachten tot de beide vaartuigen bijna gelijk liggen en dan eenvoudig een stap. 't Is niks, maar je moet wel het goede mo ment van overstappen uitkiezen, want anders zou je het zwemvest weieens heel hard nodig kunnen hebben. Er spoelt zoveel water dwars over het dek van het betonningsvaartuig, dat er af en toe ook grote golven in de sloep te recht komen. Tegen het watergeweld in wordt er geschreeuwd en gebruld om een enkele eenvoudige mededeling te doen. De komende en gaande mannen krijgen nauwelijks gele genheid elkaar te spreken. Maar daar heb ben ze rekening mee gehouden. Meester Ver- straate, die officieel werktuigkundige moet worden genoemd, vindt aan boord een uitge breid rapport van zijn collega Potappel, die met de kerstdagen thuis zal zijn. Potappel Leeft aan dit of dat aggregaat iets geknut seld en vraagt of Verstraate er wel even speciaal op wil letten. Dat gaat met de beide gezagvoerders net zo. Soms hebben ze gele genheid elkaar een paar uur te spreken, maar vaak komt het er niet van, vooral als het slecht weer is en er dus juist de meeste reden zou zijn een of ander te bespreken. MENU Fok Teesink heeft wel de drukste taak met de kerstdagen. Rijst met ragoüt, kroketten, bitterballen, slaatjes en loempia's staan er op zijn programma. Allemaal extra dingen. Om er nog iets van te maken. Normaal is het zo, dat de kok voor het .gezag' (kapitein M. C. H. Vierling, stuurman H. J. Kessler en werktuigkundige J. Verstraate) dekt Een van de vier matrozen dient het eten in het bemanningsverblijf op. Het gezag en de be manning eten en wonen normaal in aparte verblijven, maar met Kerstmis verhuist alles naar het gezellig ingerichte verblijf van het gezag Een ruimte van ruim drie bij twee-en- een-halve meter. Het bemanningsverblijf is L-vormig en daardoor minder geschikt voor .massale' eetpartijen. Stuurman Kessler heeft het er maar druk mee gehad. Twee weken geleden heeft de gehele bemanning acht gulden per man be taald om de nodige versiering aan te schaf fen. Bij die versiering behoort dan ook de drank. Maar gezien de rekening, zal het op de Noordhinder' met Kerstmis geen wilde boel worden. De 27-jarige stuurman Kessler, die a! op alle lichtschepen voor de Nederlandse kust heeft gewerkt, is de week voordat de ploeg van kapitein Vierling naar zee ging, de specialisten langs geweest. Het resultaat was. dat er kort voor het vertrek een paar dozen met kerstboomballen gereed stonden, er waren rode taffellinten, er was glitter en er waren kersttakken. Het verblijf van het gezag zal worden herschapen in een feest- zaaltje. Daar zorgen zowel de kerstboom- a's de bitterballen voor. Kok Teesink zal het druk hebben achter zijn elektrische kook- en bakinstallatie. Maar hij doet het graag. Want tenslotte zit je daar maar met elf man tegen elkaar aan te kijken, terwijl thuis kerstfeest wordt gevierd. Een feest, dat vooral huiselijk is. Dus probeert de bemanning van de .Noordhinder* er ook iets huiselijks van te maken. De mannen eten eens extra lekker en daarna blijven ze bij elkaar zitten. Er is tele visie (zowel bij de bemanning als het gezag), iemand vertelt een gek verhaal, er wordt een glaasje gedronken en de kok komt af en toe met hartige hapjes. WINDKRACHT ,Maar het hangt allemaal van het weer af of het slaagt of niet. Als je midden in een storm zit, komt er natuurlijk niks van. Da's geen doen. Dan hou ik m'n pannen niet op het vuur. De soep pletst naar alle kanten. Ga dan maar eens iets bijzonders maken. Want je wilt de zaak toch ook een beetje feestelijk brengen'. Met name kok Teesink zal dan ook met extra belangstelling naar de weersverwachting luisteren. Voor hem, maar ook voor de anderen zal het welslagen van het kerstfeest afhangen van de windkracht. Op eerste kerstdag zullen ook de paketten van het Leger des Heils' en van de actie .Kerstfeest op zee' van de Nederlandse Zee manscentrale worden geopend. Pakketten met conserven, ontbijtkoeken, scheerspiegel tjes, zakkammetjes en meer van dat spul. Meester Verstraate: ,Die pakketten zijn enorm. Ze maken het eigenlijk wel een beetje te gek. De pakketten van de actie .Kerstfeest op zee' zijn kleiner, maar iedere Nederlandse zeeman, oftie nou in Hongkong of in Ant werpen zit, krijgt er een'. De pakketten zijn dinsdag meegegaan met het groot vervang. Aanstaande dinsdag is er al weer groot vervang, want het is zo gere geld, dat de ene ploeg met kerstmis en de andere met oud en nieuw thuis is. In ieder geval ziet het er naar uit, dat kok Teesink deze week niet aan zijn honderd kilo aard appelen komt. Dat zit 'm in de rijst met ra gout. Dat spaart heel wat aardappelen uit. Als het nu maar niet harder gaat waaien dan windkracht vijf Kok Teesink: juIs het i niet stormf. Stuurman Kessler heeft de kerstinkopen ge daan. Samen met meester Verstraate (rechts) bekijkt hij de glanzende kerstboomballen. Als een speelgoedbootje dwarrelt de sloep van de ^Noordhinder1 over de door windkracht ze ven opgezweepte golven. Een stukje klein vervang gaat naar de sloep. -

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1966 | | pagina 18