SOMS SPOELT ER EEN SCHIP AAN - TUSSEN LINKS RECHTS Zaterdag 17 december 1966 najaarsweer, stormweer er zijn duinen er waren duinen zeeland, stormland i UdiJ -cSJ Era JNll zeeland, stormland er waren duinen er zijn dijken storm op zee de zee sleurt aan het land op de kop van Walcheren waar wind en zee mensen op de dijk schuurt langs dijken en duinen vrij spel hadden, was en is westkapelle ET KI storm op zee was en is de dijk jacques prince tekende ,zo'n echten van westkappel' Eirfl mensen op de dijk een stevige vuist naar zee in zijn storm op zijn dijk tussen links en rechts, voor- en achteruit immers: tussen links en rechts, voor- en achteruit gedragen door de windkrachten ,het land is ons' maar pal Het ligt op Walcheren, op de uiterste westpunt van Nederland, achter het bazalt en de klei van een zware dijk, de huizen staan er zo laag, dat je voor het dakraam op gelijke hoogte bent met de zee. Het heeft een vuurtoren, die elke drie seconden een lichtbundel van een miljoen kaarsen over het water en in de huizen zwaait, maar dat laatste merken ze er niet meer, het went, het is al jaren zo. Het heet in aardrijkskundeboeken en in officiële stukken Westkapelle. Maar dat is eigenlijk te glad, te ge polijst. Westkappel is beter, de Westkappelse zeedijk klinkt beter dan de Westkapélse zeedijk, het is verweerd, niet zo af. Er zijn inwoners van Westkapelle en Westkappelaars. De inwoners van Westkapelle stappen 's morgens met een ak- tentas in de hand in de bus of in de eigen auto, naar Mid delburg of Vlissingen. Westkappelaars stappen 's middags na het eten op de fiets, om halverwege Westkapelle en Domburg een tijdje in de zon te liggen. Westkappelaars vinden een ,boezeroen' makkelijk, en klompen dragen óók, maar de inwoners van Weitkapelle houden het op witte overhemden met stropdassen en schoenen. Ze zien het eco nomisch, richten hun huizen in en bouwen bungalows voor recreatieverhuur. Westkappelaars niet die liggen 's zo mers tegen de dijk bij het strand en richten hun verrekijkers op de schepen, die voorbij varen. De Westkappelaars zijn interessanter dan de inwoners van Westkapelle. Ze zeggen niet ,Hoor je die wind om het huis gieren?', maar doen hun klompen en een buis aan en laten aan het strand de noordwester langs hef hoofd nemen alleen een jute zandzakje mee, tegen de regen. De pet met de stormband blijft stevig op de bruine koppen. Inwoners van Westkapelle zijn eens begonnen met een be- jaardensoos, voor Westkappelaars. De eerste keer waren er tien, de tweede week zaten er zeven bij de sjoelbak en de kaarten en de derde week, toen het stormde liepen ze met z'n allen weer langs het strand. Westkappelaars zijn jutters. Ze lopen in de grauwe vroegte langs de vloedrand, tussen het veek. Ze vinden er blikken benzine en baddingen en als het meezit dozen met duizend bruikbare inktstiften, die voor een kwartje per stuk grif zijn te verkopen. Ze vinden er vooral aangespoeld hout, er zijn in Westkapelle schuttingen en schuurtjes van gebouwd. Als er op een paalhoofd een baddin'g ligt, is er een West- koppelaar geweest, die nog terugkomt. En als een West- kappelaar op weg naar huis met een badding over de schouder de burgemeester-strandvonder tegenkomt, zegt hij ,Naar jou was ik net op pad' in de hoop dat die eerlijk heid wordt gehonoreerd. Soms spoelt er een schip aan. Westkappelaars die onderaan de dijk wonen, kijken in zo'n nacht om het uur uit hef dakraam, om te zien of het er nog ligt. Met een schip tegen de dijk heeft een Westkap- pelaar geen rust meer, hij is er niet weg te slaan en laat er tussen de middag het eten voor staan. Er als zo'n schip toevallig Benares' heef, krijg je verhalen van vijfenvijftig jaar geleden, toen er óók een Benares' strandde, op bijna dezelfde plaats en in hetzelfde stormachtige weer tien tallen Westkappelaars vormden een ketting en stonden tot aan hun middel in het water om de mensen van boord te halen. Westkappelaars heten geen Huibregtse, of Minderhoud, of Lievense. Westkappelaars heten Kees van Joop van Louw, of Pier van Jan van Chris, of ,Den Blauwen'. Er komen steeds meer Huibregtses, Lïevenses en Minderhouts, inwo ners van Westkapelle. De_ Westkappelaars verdwijnen, ze worden schaars: ze gooien nog met stenen naar persfoto grafen, maar ze hebben kleinzoons, die journalist zijn.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1966 | | pagina 15