,er zal vooral industriepersoneel van buiten zeeland moeten komen' ,de nieuwe industrie vraagt een ander soort werknemer' ZEELAND NU VRIJDAG 21 OKTOBER 1966 ir J. P. Berdenis van Berlekom, directeur van The Vitrite Works NV te Mid delburg, voorzitter van het departement Zeeland van de Mij voor Nijverheid en Handel. Het bedrijf dat in 75 jaar is uitgegroeid tot een onderneming met 700 man personeel, een gestandaardiseerd produkt op de wereldmarkt brengt lamp voeten en zich vooral heeft gericht op de ontwikkeling van eigen produktieap- paratuur. 0 de heer H. J. P. Verschaffel, directeur van de meelfabriek Walzenmolen NV te Sas van Gent, tevens voorzitter van de kring van werkgevers in de Zeeuws- Vlaamse kanaalzone. Hij trekt een vrij scherpe analyse van de industrieontwik keling en komt tot de conclusie dat een grondige studie nodig is om het patroon van de toekomst te kunnen tekenen. De industrialisatie van Zeeland-nu is niet een zaak, die uitslui tend op rekening van de nieuwe vestigingen in de kanaalzone, in het Sloe en in de verschillende Zeeuwse industriekernen is te schrijven. Ook de vanouds in deze provincie bestaande bedrij ven hebben stevig meegeholpen bij de vorming van het beeld van thans. In veel gevallen maakte zij een proces van driftige expansie door. Eén van onze redacteuren had over deze kant van de industrialisatie gesprekken met: IR. J. P. BERDENIS VAN BERLEKOM, THE VITRITE WORKS, MIDDELBURG: ,Nee, het zou beslist niet goed zijn wanneer we in Zeeland als bedrijf maar zo'n beetje alleen zouden blijven zitten. Zeeland kan het zich niet permitteren alleen een land voor vakantiegangers te zijn. Maar willen we het wat men altijd zo graag noemt industriële klimaat zo plezierig mogelijk maken, dan zal er nog heel wat moeten gebeuren. Dan zal er vooral personeel van buiten de provincie moeten worden aangetrokken. Dan zal er een eind moeten komen aan die dwa ze en bekrompen vooroordelen over Zeeland bij velen elders in het land." Aan het woord is ir J. P. Berdenis van Berlekom, direc teur van The Vitrite Works NV te Middelburg. Drie kwart eeuw nu al weer opereert in de Zeeuwse hoofd stad dit bedrijf voor de produktie van vooral lamp voeten. Een toeleveringsbedrijf dus. Dat was het bij de start. Dat is het gebleven. Een onderneming, met Amerikaanse vaart en zakenmentaliteit opgezet en tot ontplooiing gebracht. Een Engelse Amerikaan startte meer dan 75 jaar geleden op de zogenaamde Commerciewerf in Mid delburg met de produktie. Het begon met een enkele tekenaar en de inkoop van wat machines voor de' metaalbewerking. Maar met die mechanisatie is hef bij The Vitrite Works een heel eigen richting opgegaan. De fabriek begon met een intensieve ontwikkeling van de produktieapparatuur. ,We hielden de constructie volledig in eigen hand. Het betekende dat we moesten aansturen op een exclusieve machinefabriek, waarin nu 100 tot 120 vakmensen werken. We hebben dat in een rustig klimaat kunnen doen. Vakkundig geschoold personeel (een eigen vakschool met gemiddeld 20 jongelui in opleiding) hebben we ermee gekregen. Die machinefabriek is het hart van het bedrijf, dat in totaal ongeveer 700 man personeel telt.' Een gesprek met ir Berdenis van Berlekom is zoiets als sprongen maken van het ene probleem naar het andere. Hij neemt geen blad voor de mond, als hij even goed wil laten uitkomen dat de Nederlandse be drijven nog zo weinig merken van een gunstig onder- nemersklimaat. Weinig souplesse' als karakteristiek voor de manier, waarop hier allerlei mogelijkheden vrij abrupt worden afgesneden vindt de Vitrite-direc- teur van zichzelf nog maar een heel voorzichtige uit drukking. De Middelburgse fabriek hééft een goede pied a terre gevonden bij de Zeeuwse werknemers, die zich aan het bedrijf hebben verbonden. The Vitrite Works hebben met hun geheel eigen aanpak bereikt dat er nu naar 32 landen over de gehele wereld wordt geëxporteerd. Het produkt werd internationaal gestandaardiseerd. Het aantal types werd sterk gereduceerd. Steeds goedkoper en steeds beter produceren, dof wos het devies in de Middelburgse fabriek. Het lukte alle maal. Het systeem van de massaproduktie werd naar Amerikaans voorbeeld overgenomen. Ir Berdenis van Berlekom: ,We hebben dat rustig kunnen doen; ons personeel paste zich goed aan, het werkte mee Moor of dat klimaat nu in de naaste toekomst zo gunstig zal blijven, de Vitrite-directeur zet er een groot vraagteken bij. Hij zegt: ,Een arbeidsreservoir heeft Zeeland feitelijk niet. We kunnen niet blijven doen alsof de werkkrachten hier maar voor het op rapen zijn. De afstoot van personeel uit de landbouw is een fictie. Er komt echter niet veel meer uit. Ten slotte heeft men door ook een minimumbezetting no dig. Er is maar één oplossing: mensen van buiten de provincie aantrekken. We zouden kunnen beginnen met ons industrieklimaat aantrekkelijk te maken voor de Zeeuwen, die buiten Zeeland wonen en wel graag terug willen komen. Tenminste als ze daar dan een huis kunnen vinden.' Woningen, woningen en nog eens woningen. Volgens ir Berdenis van Berlekom de enige oplossing om de industrie in Zeeland op toeren te brengen in de nieuwe omvang, zoals men die op allerlei ambtelijke en on dernemersniveaus zo graag ziet. Een expanderend be drijf moet mensen kunnen krijgen. En die mensen moeten in Zeeland kunnen wonen. Wat dat betreft zou de nieuw te vestigen industrie ook best eens een steentje kunnen bijdragen, vindt de Vitrite-directeur. ,/n het andere geval zou het over een of twee jaar wel eens bijzonder kritiek kunnen worden Een pijnlijk punt. Ir Berdenis van Berlekom beseft het goed. Maar wonneer het erom gaat een visie te geven van de bestaande industrie uit op de vestiging van nieuwe mammoetbedrijven in Zeeland, dan vindt hij het niet juist dreigende onaangename consequenties te verzwijgen. Wat de heer Berdenis van Berlekom denkt van Zee- lands industrieel leefklimaat? Zijn prompte reactie: ,We mogen niet mopperen. Middelburg en Vlissingen hebben aantrekkelijke culturele accommodatie. De on derwijsvoorzieningen lopen niet achter. Er zijn plan nen voor zwembaden en sporthallen. Hopelijk worden ze snel uitgevoerd. En dan is er natuurlijk voor veel mensen de specialiteit van de nog vrije natuur.' De Vitrite-directeur kan het alleen nog niet verkroppen dat nog zoveel mensen een scheef beeld hebben van Zeelands inrichting'. Je merkt hef zo vaak bij sollici taties. Volkomen ten onrechte worden allerlei menin gen verkondigd. We kunnen hier toch ook niet op ons hoofd gaan staan. Er is nog heel wat nodig om naar buiten duidelijk te maken, hoe Zeeland er nu wer kelijk uitziet Graag geeft de heer Berdenis van Berlekom nog zijn mening over een paar algemene moeilijkheden, die hem nogal zwaar zitten. Hij vindt het een handicap dat nog steeds zo weinig getrouwde vrouwen bereid zijn te gaan werken. Daarnaast kampen verschillende continubedrijven met de moeilijkheid dat men in het weekend de zaak toch moet stilleggen. En dan de arbeidsproduktiviteit: die blijft in het algemeen in Nederland toch wel achter bij het buitenland. Wanneer we met de deurknop in de hand staan zegt de Vitrite-directeur nog: ,0 ja, ze praten wel eens over een recreatieprobleem. Maar laten we in Zee land - vakantieland toch niet vergeten dat de industrie de ontwikkeling zal moeten trekken H. P. J. VERSCHAFFEL, WALZENMOLEN, SAS VAN GENT: Hij was net weer even terug uit Brussel na een vermoeiende marathonbespre king in EEG-verband. Vandaar misschien fris van de lever deze opmerking: ,We moeten de industrialisatie van Zeeland in een groot verband zien: Midden-Zee land, de kanaalstreek, Oost-Vlaanderen samen één gebied. Onze kinderen lachen straks om die rijksgrens.' Hij, de voorzitter van de kring van werkgevers in de kanaalzone van Zeeuwsch-Vlaanderen, H. J. P. Ver schaffel, directeur van de meelfabriek Walzenmolen Sas van Gent NV. Een man uit de streek zelf, aan het hoofd van een bedrijf dat de ontwikkeling von de in- dustriestrook aan weerszijden van het kanaal Ter- neuzen-Gent op zich heeft zien aankomen. Kort na de tweede wereldoorlog hebben de Zeeuws-Vlaamse in dustrieën van dit gebied elkaar opgezocht om een 1 bij de be- i. Zo is m CAO ook. Tien jaar nu boeit me', zegt hij. ,lk heb heeft hij een vrij trekt hi; een komst graag zou zien. ,Tot nu toe hebben we hier geen onoverkomelijke moeilijkheden ondervonden met om een voorbeeld te noemen de personeelsvoor ziening. Alen is algemeen geneigd het arbeidspoten tieel wat te onderschatten. Als kring van werkgevers hebben we daarin nooit gelooid. Als geheel hebben we de nieuwe vestigingen met personeelsaanbod re delijk kunnen opvangen. De voorwaarde was alleen: geleidelijke, niet schoksgewijze uitbreiding van de Graag legt de heer Verschaffel zijn de arbeidssituatie in de kanaalzone uit. ,We hebben hier een vrij uitgestrekt achter- I. De bevolking uit de wat verder afgelegen streken J attent gemaakt op de mogelijkheden voor werfe- ir vroeger niet over i gaan, kwamen nu: uit kleine, niet meer rendabele mid- denstandsbedrijven. Het Belgisch gebied leverde ons een zeer grote pendel op.' Of de bestaande en de nieuwe bedrijven in de kanaal zone het nogal met elkaar kunnen vinden? De heer Verschaffel: ,lk maak dat onderscheid liever niet. Ook niet een zwart-witindeling van grote en kleine bedrij ven. Wat is gebeurd is dit: er kwamen enkele gang makers. Dat bracht het industriële klimaat hier in een wat ander licht. In Terneuzen, Sluiskil en Sas van Gent was behoefte aan aanvullende bedrijven. Die én de grote nieuwe vestigingen hebben meegeholpen de ka naalstreek te brengen op het niveau dat zij thans heeft bereikt. De bestaande bedrijven zijn intussen hun eigen gang gegaan. Ze hebben hun kansen niet gemist.' De meelfabriek van de heer Verschaffel zelf is er een voorbeeld van. Andere: de Nederlandsche Stikstof Maatschappij in Sluiskil, de Eerste Ned. Coöpe ratieve Beetwortelsuikerfabriek en Raffinaderij te Sas van Gent. Intussen is er in de Zeeuws-Vlaamse kanaalzone door overheid, bestaande en nieuwe industrie hard gewerkt aan de outillage van de streek. Er werd stevig aan woningbouw gedaan, er kwamen culturele voorzie ningen, recreatieve mogelijkheden openden zich. Veel moet er ook nog worden gedaan. Betere verbindingen met bus en spoor bijvoorbeeld. En dan natuurlijk een vaste oeververbinding over de Wesfersche/de. Waar die dan ook moet komen. Kringvoorzitter Verschaffel laat dat maar liever in het midden en aan deskundigen over. Hij zegt er alleen van:, We moeten geen voor opgezette ideeën daarover koesteren. Die verbinding is voor de toekomst niet meer weg te denken op de plaats met het grootste economische nut, met de graad van industrialisatie van morgen.' Voorzieningen dus. Een afvalwaterleiding, een groot opgezette drinkwatervoorziening. Maar dat niet alleen. Ook een grondige verkenning van bijvoorbeeld de arbeidsmarkt in de nabije toekomst. In het permanent Benelux-overleg wordt eraan gewerkt. Van Belgische zijde wordt zij ook ondernomen. ,Uit incidentele ge gevens von het verleden moet ik een trend zien te ontdekken. De uitstoot uit de landbouw, de midden stand, de pendel bijvoorbeeld. Maar dan moet ik erop bedacht zijn, dat er in dit patroon tot nog toe aan zienlijke wijzigingen kunnen komen. Voor de toekomst ligt de zaak ingewikkelder. Aan de uitstoot uit de landbouw komt een eind, de intensivering van het agrarisch bedrijf (fruitteelt) vraagt ook mensen. Wat doen de Belgische grensarbeiders? Komt bij, een grondige studie van het personeel van de toekomst.' Het beeld van de heer Verschaffel laat een nieuw soort arbeider zien: kaderpersoneel, chemici. ,De nieuwe industrie vraagt een ander type. Kijk maar eens wat er komt kijken bij de procesindustrie (de chemie dus). Daarom is er volgens de meelfabrikant van Sas van Gent meer voorlichting, een gericht on derwijs nodig. JAen moet weten wat er in de eigen streek te koop is.' Openhartig is de heer Verschaffel in zijn conclusie over de kanaalzone, wanneer hij die rustig gebarend in een ronde, leren armstoel bij zijn bureau in het directiekantoor geeft: ,De in dustrialisatie is veel harder gegaan dan oorspronke lijk was verwacht. Tot nu toe hebben alle industrieën, de nieuwe en de expanderende, gevonden wat zij zochten. Het gaat er om dat we dit kunnen blijven zeggen I' j ;ili'w 1 jf'l li ;:4

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1966 | | pagina 41