DEALOUDE EENDRACHT' IS VAN RECENTE DATUM ZEELAND NU VRIJDAG 21 OKTOBER 1966 Wie de ontwikkelingen in het huidige Zeeland plaatst tegen wat men plechtig pleegt te noemen ,Het decor van de historie krijgt een hoeiend totaalbeeld. Men ziet de langzame eenwording van een eilandenprovincie', een eenwording die haar grote stimulansen vooral de laatste jaren krijgt door een duidelijke economische groei. Het Zeeuwse landschap' wordt een economisch landschap'. IN HET ZEEUWS VOLKSLIED staat over Zeeland, dat er .steeds d'aloude Eendracht woont'. Een fraaie zin, die suggereert dat er door de eeuwen heen een onverdeeld Zeeland heeft bestaan, een gewest, dat tot op de huidige dag dezelfde trekken zou vertonen. Ie dat wel zo? Nu wij in deze bijlage van de Provinciale Zeeuwse Courant pogen de ont wikkeling in Zeeland nu door te lichten, zou het onjuist zijn er niet tegelijkertijd op te wijzen, dat deze ontwikkeling van de laatste jaren een groter eendracht tot stand brengt dan in het verleden eeuwenlang het geval is geweest. Als het over de ontwikkeling van het Westerscheldebeldcen gaat, spreken de econo men graag over ,een economisch landschap' een gebied dat zich als een eenheid begint af te tekenen, in dit geval een gewest rond de Westerschelde deze uiterst belangrijke zeearm een gewest ook tussen twee andere .landschappen', de randstad Holland en het Belgisch-Noordfranse industriegebied. Dit Westerscheldebekken nu valt ongeveer samen met de staatkundige eenheid, die de provincie Zeeland vormt: het Zeeuwse .landschap' wordt één economisch .landschap'. Daardoor worden eindelijk de onderdelen van deze provincie zodanig samengevoegd dat er eigenlijk eerst nu met recht over Zeeland-als-geheel kan wor den gesproken. Drie momentopnamen van de provincie Zee land zijn nodig om deze groei naar een gro tere eenheid te illustreren, drie momentop namen uit de Zeeuwse geschiedenis, die tege lijkertijd de overigens goed bedoelde woorden over .d'aloude Eendracht' uit het volkslied van Poldermans logenstraffen. De opnamen dateren uit de zestiende-, de negentiende- en de twintigste eeuw. Zij zien er uit als de .opeenvolgende plattegronden van een oud kas teel: elke eeuw hebban generaties er bijge bouwd, hoeveel en waar wordt echter pas duidelijk door de plattegronden naast elkaar te leggen. Hier de eerste opname. ZESTIENDE EEUW Het Zeeland van de tweede helft van de zestiende eeuw had nog lang niet de uiterlijke trekken van de provincie nu. Toen was het nog helemaal een eilandengebled, een .balkon' aan het graafschap Vlaanderen', zoals het wel eens werd genoemd. In die woelige dagen de opstand tegen Spanje was zojuist be gonnen hadden enkele Zeeuwse steden (VHsslngen, Veere, Zterikzee) voor de prins gekozen maar voor het overige was men de Spaanse kroon trouw. In 1574 veranderde de situatie, doordat Oranje kans zag Middelburg lm te nemen na een vrij langdurig beleg, waar na enkele jaren later ook de overige gebie den (Tholen en Goes) naar Oranje overgin gen. Het tegenwoordige Zeeuwsch-Vlaande- ren was nog Spaans, tevens nog een eilanden- gebied wat de geografische vorm betreft. In die dagen krijgt Zeeland staatkundig gestalte als één van de zeven Verenigde Nederlanden. Men kan echter niet zeggen, dat dit proces van een leien dakje is gegaan: er waren felle tegenstellingen in dit gewest, waarbij met name Middelburg er heel andere opvattingen over de toekomst van Zeeland op na hield als de overige delen,; er was hier sprake van de aloude tegenstelling stad-platteland. Mid delburg wilde op grond van haar eigen belan gen namelijk aansluiting zoeken bij het ge west Holland, wilde geen zelfstandig Zeeland, dit tot grote verontwaardiging van de andere delen. Dank zij het werk vooral van de Be- velandse dijkgraaf van de Brede Watering, Jacob Blanckx, bleek het mogelijk een eigen gewest te stichten, een aangelegenheid waar bij die van Middelburg zich slechts met grote tegenzin en morrend aansloten. Zo zag het beeld van Zeeland - toen er uit: een eilanden- en schorrengebied, dunbevolkt met mensen die men moeilijk als eendrachti ge Zeeuwen kon beschouwen; zelfbewuste Mid delburgers, op het platteland Ingestelde Goe- senaren, Inwoners van Zierlltzee en Tholen, al lemaal mensen met individuele opvattingen en zeker niet met een hang naar eendracht. Deze momentopname nummer één (tweede helft zestiende eeuw) toont geen hecht Zee land, maar slechts een zeer verdeeld eilanden- gebied met een weinig eensgezind denkende bevolking. NEGENTIENDE EEUW TWINTIGSTE EEUW belang voor de provincie als geheel. Op dSe momenten klinkt een Zeeuws geluid er is sprake van een groeiende eenheid. Een zelfde situatie in 1953: de ramp en rampherstel dwingen tot steeds hechtere samenwerking tussen de onderdelen van Zeeland. Weliswaar is er sprake van een groei met horten en stoten (moeilijkheden over de veertarieven doen het Zeeuws-Vlaamse isolationisme weer oplaaien, Zeeuwsch-Vlaanderen voelt zich met bij het deltaplan betrokken), maar over het algemeen begint er langzamerhand een wer kelijke eenheid, een feitelijke Zeeuwse een heid te ontstaan. TOEKOMSTBEELD Die laatste foto nu, de momentopname van de twintigste eeuw, is de overgang naar het beeld van morgen. Of is het toch al het beeld van vandaag? De foto van het economi sche landschap ,het Westerscheldebekken'. Terneuzen geïsoleerd in Zeeland? Geen sprake van. Er is daar een spectaculaire ontwikke ling aan de gang, waarbij rijk, provincie en gemeente eendrachtelijk samenwerken, een ontwikkeling voor een groot deel te danken aan de gunstige ligging van dit gebied aan de Westerschelde. Maar geldt dat niet precies zo voor Vldssingen-Oost? De gedachten gaan al uit naar een gezamenlijk overlegorgaan (mis schien in een verdere toekomst zelfs een De tweede momentopname komt al meer naai onze tijd toe, de negentiende eeuw. Bij d< inrichting van het Koninkrijk der Nederlan den kreeg Zeeland de grenzen, die tot van daag de dag nog geldigheid hebben. Staats- Vlaanderen, tijdens de republiek der Verenigde Nederlanden bestuurd door de staten-gene- raal werd Zeeuwsch-Vlaanderen, maar mer kan niet zeggen dat daar het accent oj .Zeeuws' sterk werd gevoeld. In de eerste Jaren van het koninkrijk werd zelfs een ver zoek tot de regering gericht of men niet beheersorgaan) waarbij ock Rotterdam wordt betrokken. De Oosterscheldebrug heeft Schou- wen-Duiveland duidelijk binnen de Zeeuwse horizon gebracht. Het ontstaan van Zeeland-nu doet oude, vaak zeer schrijnende tegenstel lingen verdwijnen, men herkent gemeenschap pelijke belangen, men ziet dat het samen doen belangrijker is dan het elkaar vliegen afvangen, men herkent ook ieders specifieke taak ln een groter geheel. Er zou een nieuw couplet geschreven moeten worden voor het Zeeuwse volkslied. Daarin zou niet gerept mogen worden over een aloude eendracht' want de geschiedenis geeft geen grond voor de veronderstelling dat de provin cie Zeeland een hechte eendracht zou hébben gekend. Tot voor kort was deze provincie een gewest met heel kleine verhoudingen, de .schaal' van elk der samenstellende delen was zo klein dat ze eikaar niet raaikten: Zeeland was de provincie van overkanten, die alleen maar een naam gemeenschappelijk hadden. Maar op dit ogenblik moet men erkennen dat de .schaal' is vergroot. Jawel, daar is het modewoord van deze tijd weer: schaalvergro ting. Maar het past nu eenmaal op Zeeland, het past op meer dan één manier. Nu einde lijk kan Zeeland zich een eenheid noemen: ,Waar eindelijk nu de eendracht woont'. Tegen dit decor, het éénwordende Zeeland, moet men de huidige ontwikkeling van en in deze pro vincie beschouwen: een spectaculair totaal beeld! aansluiting kon krijgen bij de zuidelijke pro vincies Oost- en West-Vlaanderen (de latere Belgische provincies). Men kon immens veel malckelijker in Gent en ln Brugge komen dan bijvoorbeeld in Middelburg. Bovendien viel men er kerkelijk onder de Gentse bis schop. Het verzoek werd evenwel afgewezen: Den Haag had blijkbaar toen een vooruitziende geest. Indien het verzoek zou zijn ingewilligd, dan zou het nog zeer de vraag zijn geweest of Zeeuwsch-Vlaanderen bij de opstand wel helemaal Nederlands zou zijn gebleven. Toen enkele jaren latei* de opstand in België uit brak, bleek namelijk in menige Zeeuws-Vlaam se plaats neiging om ,mee te doen'. Weliswaar ls dit deel van Zeeland toch Nederlands ge bleven, maar achteraf gezien is het hier en daar een dubbeltje op zijn kant geweest. Deze tweede momentopname toont alweer geen Zeeland ,waar d'aloude Eendracht woont", inte gendeel. Maair er zit nog een vergeeld kiekje in het Zeeuwse familiealbum: de jaren zestig en zeventig van de negentiende eeuw. Was het toen al beter? Ach nee, in die tijd immers kwam de Zeeuwse spoorlijn tot stand, over het Kreekrak naar Goes, over het Sloe naar Middelburg en VHssingen. Midden-Zeeland kreeg aldus de langverbeide aansluiting op het landelijke spoorwegnet en dat men met name im Vlisslngen en Middelburg ln een gouden toekomst ging geloven. ,Sire, Zeeland gaat een verblijdende toekomst tegemoet', telegrafeerde een opgewonden kamer van koophandel naar Willem HL Met die verhlij- dende toekomst is het achteraf gezien niet zo best gegaan, maar wel werden Walcheren en Beveland aan elkaar verbonden, het mid dengebied groeide aaneen en de verbindingen met overig Nederland waren er aanzienlijk beter dan in de rest van Zeeland. Deze situ atie betekende voor Noord-Zeeland en voor Zeeuwsch-Vlaanderen echter in feite een re latief achterblijven, de tegenstelling tussen Midden-Zeeland en het noorden en het zuiden werd niet overbrugd. Ook op dat moment geen sprake van .Eendracht', niet aloud' en niet nieuw. Het begin van de twintigste eeuw ziet er ech ter iets beter uit. Midden-Zeeland ontdekte in die Jaren, dat Zeeuwsch-Vlaanderen ook Zeeland is: tegen het einde van de eerste wereldoorlog werden de annexatieplannen van België békend, men wüü er Limburg en Zeeuwsch-Vlaanderen. Nederland reageert echter feh Overal wordt het nog altijd be faamde lied gezongen „Van d'Ee tot Honite- niisse, van Hulst tot aan Oadzand, dat is hum eigen landje, maar deel van Nederland'. Er worden protestbijeenkomsten gehouden en ln Middelburg worden proclamaties voorgelezen, waarin wordt betoogd, dat het .volk Zeeuwsch- Vlaanderen is Zeeuws volk'. Eindelijk begint er iets te ontstaan van een .eenheidsgevoel'. In diezelfde dagen dicht D. A. Poldermams, hoofd ener school in 's-Gravenpolder, zijn Zeeuws volkslied, maar hij slaat te ver door: hij dus, heeft het over .d'aloude Eendracht' In feite was die eendracht maar heel erg jong. Maar het begon te groeden! Nog een plaatje uit de twintigste eeuw: een heel trieste foto. De oorlogsjaren. De oorlogs machine is over Zeeland gedaverd en met name West-Zeeuwsch-Vlaanderen en Walche ren hebben onnoemelijk geleden. Het oorlogs- herslel komt moeilijk op gang, menigmaal klinkt in de vergaderingen van Zeelands pro vinciale staten ongeduld en is er sprake van ontstemming over allerlei moeilijkheden. Me nigmaal ook worden moties aangenomen, van Bij de foto's een reeks opnamen uit een steeds meer tot een eenheid uitgroeiende provincie. Van boven naar bene den: stadhuis te Tholenstadhuis van Goes, de watertoren van Terneuzen. Hiernevens: torens van Zierikzee en Mid delburg. Hieronder de wapens van de vroegere stemheb bende steden van Zeeland uit de dagen van de republiek alsmede van de provincie. V.l.n.r. Vlissingen, GoesMid delburg, Zeeland, Zierikzee, Tholen en Veere. Deze wa pens bevinden zich in de statenzaal te Middelburg. Foto onderaan de pagina: Oosterscheldebrug.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1966 | | pagina 35