Oudste mens in Europa leefde in Hongarije AARDEWERK UIT PERZIË - 7000 JAAR OUD consfance wright: dochter van napoleon' verrassende vondsten van een belgische archeoloog Zaterdag 24 september '66 zaterdagnummer Illustraties: de vaas (boven) uit Amlash afkomstig, kreeg de vorm van een os. Zij is door de manier waarop de bek is gemaakt te vergelijken met de zogenaamde snavel» kannen. De grot® beker Jrechts) is naar schatting S5Q0 jaar oud. Hij is van lichtgele gebakken darde met een bruinzwarte versiering. Hoewel deze beker uit de hand is gemaakt en dus niet op de draaischijf ver raadt de mooie, iets uitlopen de vorm toch een bepaald meesterschap. Ook de versie ring heeft bijzondere kwali teiten. Er zwerft op de antiquiteitenmarkt heel wat materiaal rond, waarvan men kan zeggen dat het zeer oud is, doch waarover verder nauwelijks iets zinnigs te beweren valt. De ge leerden breken er zich het hoofd over, maar komen lang niet altijd tot een afgerond oordeel over de herkomst. Zo is er bijvoorbeeld veel onzekerheid over kleine bronzen voorwerpen uit Loeristan, een Per zische provincie, over oud aarde werk uit de streek van Amlash en tot voor kort ook over keramiek uit het gebied van Sakkizabad. Men wist, dat deze zaken uit bepaalde gebieden van Perzië (Iran) kwa men, doch kon ze hun plaats in het geheel van de cultuurhistorie niet geven, omdat iedere verdere sa menhang ontbrak. Dit zijn slechts een paar voorbeel den. Zij zijn in dit geval ter zaJke die nend, omdat de drie hier genoemde gebieden de bijzondere aandacht heb ben op een tentoonstelling ,Oud- Iraanse Kunst', die tot 7 november in het Centraal Museum te Utrecht te zien is. Oorzaak van alle problemen Is ge weest, dat de tegenwoordige bevol king vaak bij toeval oude grafvel den of ruïnegebieden onder een zand- of sliblaag ontdekte, de vondsten zorgvuldig geheim hield, doch er wel alle voorwerpen uit vandaan haalde, die als souvenir geld zouden kunnen opbrengen. De omwonenden behandelden deze velden als een soort goudmijn, waaruit het bruik bare werd weggehaald en de rest vernield bleef liggen. Meer licht Dat dit tegen de regels inging is duidelijk. De overheid had reeds lang alle historische plaatsen onder spe ciale bescherming genomen en het verrichten van opgravingen aan strenge voorschriften gebonden. Zo komt het, dat de geleerden, aan de hand van grafvondsten, momenteel een vrij redelijk overzicht hebben vam de ontwikkeling van het Oud- Perzische aardewerk over een perio de die ligt tussen ongeveer 3500 en 500 voor Christus. Ook over de be roemde bronzen voorwerpen uit Loe ristan kan men met wat meer zin spreken, omdat men ook hier een overzicht van de ontwikkeling heeft. Wat nu het aardewerk aangaat: de Utrechtse tentoonstelling geeft een boeiend, streng-wetenschappelijk op- gezel overzicht van hetgeen de Bel gische archeoloog professor dr L. van den Berghe uit Gent de laatste jaren heeft gevonden, aangevuld met een groot aantal voorwerpen uit twee particuliere verzamelingen. Dat is met elkaar niet weinig. De oudste stukken van de collectie enkele scherven van een beschilder de vaas zijn bijna zevenduizend jaar oud, de eerste gave voorwer pen ongeveer 5500 jaar. Het is een voudig aardewerk van een grijsgele of rode kleur, met de hand gevormd en met donkerbruine tot zwarte mo tieven beschilderd. Aanvankelijk ko men alleen versieringen van lijnen of veelhoeken voor, in de loop van de eeuwen ook gestileerde plant- en diervormen. Er is uit deze periode een fragment van een pot, waarop groepen gestileerde bokjes, afgewis seld door vierkanten, een boeiende, ritmische versiering vormen. Nu kan men moeilijk zeggen, dat het gehele gebied van Perzië een zelf de type aardewerk vertoont. In een zelfde periode van de ontwikkeling vond men integendeel zóveel ver men erin kon slagen aparte streek- stijlen te onderscheiden alles be noemd naar de grafvelden, waar de voornaamste stukken zijn gevonden. Nieuwe vondsten Plotseling doken enige jaren geleden voorwerpen op van een groep, die men naar de vindplaats Sakkizabad noemt. Zij verschenen voor het eerst in 1959 in de antiekhandel. Alweer bleken de vondsten uit grafvelden te komen. De grafvelden waren In dit geval .dodensteden', velden vol vrij staande huisjes van losse blokken of platen kalksteen, die later op de een of andere manier onder een laag aarde waren geraakt. In die graven bleken twee soorten aardewerk voor te komen. De ene had een lichte kleur en was op de be kende wijze versierd met meetkundi ge figuren in donkere lijnen. De an dere soort omvatte bijzonder mooi gevormde vazen en kommen in een glanzende grijszwarte kleur, die op een draaischijf waren vervaardigd. Nu leek het lichte aardewerk nóch naar vorm, nóch naar versiering veel op dat wat men elders in Perzië had gevonden. Het was in elk geval slechter van kwaliteit, de versiering gaf duidelijk de indruk, een nabloei te zijn van wat er eerder was ge vonden. Professor Van den Berghe kwam na veel overwegen en verge lijken tot de slotsom, dat de gevon den stukken zouden moeten stam men uit de periode tussen 1600 en 1200 voor Christus. Het gedecoreer de aardewerk zou dan het oudste, zijn, het grijszwarte het jongste. De Vlaamse geleerde meende zelfs te mogen veronderstellen, dat er ver band zou kunnen bestaan tussen het gedecoreerde aardewerk uit Sakkiza bad en dat uit Kappadocie. een streek in Kiein-Azië. Het zou aller minst uitgestoten zijn. Verscheidene van deze stukken deden mij althans sterk denken aan Hlttitische kunst, Ter verduidelijking: juist omstreeks 1200 voor Christus bereikte het Hit- titisehe rijk, dat zich heeft uitge strekt van het. midden van Klein-Azië tot diep In Syrië en Mesopotamië, zijn politieke en culturele bloeitijd. Keerpunt In Perzië is het jaar 1200 een keer punt geweest in de oergesehiedenis, Omstreeks die tijd hebben nomaden stammen de oerbevolking overspoeld en een nieuw cultuurpatroon meege bracht. Daaruit is vermoedelijk het samentreffen van twee soorten aar dewerk, beschilderd en onbeschil derd, in dezelfde grafvelden te ver klaren. Amlash is een tweede gebied, dat belangrijke vondsten heeft opgele verd. Hier vond men niet alleen zeer mooi aardewerk, vaak in de vorm van dieren, doch ook afgodsbeeldjes in keramiek, vermoedelijk vrucht baarheidssymbolen. Verder prachti ge bronzen wapenen en sieraden van brons, goud en edelstenen. In kwali teit staan deze vondsten al heel dicht bij die uit de Medische tijd. Een grote moeilijkheid is, dat men uit a.1 deze gebieden en tijden alleen maar grafvondsten heeft. Op geen enkele andere wijze heeft men con tact met deze oude culturen kunnen krijgen daaruit laat zich afleiden, dat al deze voorwerpen als grafgif ten bedoeld zijn geweest, met ande re woorden: dat de onbekende pot tenbakkers al hun kunstvaardigheid •hebben besteed aan werk voor het leven hiernamaals van hun stamge noten. Wat echter precies de functie van deze keramie kis geweest, wel ke betekenis in dit verband de ver siering heeft gehad niemand die het kan zeggen. Desondanks blijft het boeiend, deze sporen te zien van mensen, die zes- of zevenduizend jaar voor ons heb ben geleefd! BOEDAPEST Nabij het dorp Vertsszöllös, 50 kilometer ten wes ten van Boedapest, hebben Hon gaarse deskundigen een ontdekking van zeer bijzondere betekenis voor onze kennis van de prehistorische mens gedaan. Een groep archeolo gen onder leiding van Laszlo Ver tes, verbonden aan het nationale museum te Boedapest, heeft name lijk in een kalksteengroeve delen aangetroffen van de schedel van een mens, die een half miljoen ja ren oud moet zijn. Dit is de eerste vondst van dit type in Europa. Bij een nauwgezet onderzoek is reeds gebleken, dat het de schedel is van een ,homo erectus', de menselijke we zens die aan de jiomo sapiens' vooraf zijn gegaan en waartoe ook behoren de .pithecenthropus' van Java, de ,Si- nanthropus' van Peking en de Zuidafri- kaanse .Australopithecus'. Sinds 1963 staat het Hongaarse don) in de belangstelling van de wetenschap pelijke speurders nadat Vertes en zijn medewerkers er verbrande beenderen en stenen gereedschappen hadden aan getroffen. Daarna vonden zij een tand van een soort bever, een' typische vertegenwoordiger van het Plistoceen die ongeveer vierhonderdduizend jaar geleden is uitgestorven. ,Na deze vondst besefte ik, dat ik bezig was aan de be langrijkste. mooiste opgraving die ik ooit had gedaan', zegt Vertes. Er was immers in heel Europa geen nederzet ting van zó hoge ouderdom bekend. Gebruik van vuur De theorie van Vertes werd onder steund door vondsten, die in een later stadium werden gedaan: vuurstenen en werktuigen van kwarts, beenderen die waren gebruikt om stookplaatsen te bou wen daarna ook een paar tanden van kinderen en tenslotte de nu beroemd geworden schedel. De gereedschappen toonden veel gelijkenis met die, welke zijn aangetroffen te Tsjoe Koe Tien na bij Peking, te Swartkrans in Zuid-Afri- ka en te Ain Hareg in Algerije. Op al deze plaatsen zijn overblijfselen opge graven uit praktisch dezelfde periode als thans te Vertsszöllös aan het licht is gekomen. Ook de stookplaatsen wa ren van hetzelfde type alls die van Tsjoe Koe Tien, de tot dusverre oudste plek waaruit bleek dat de mensen een vuurtje konden stoken. Zij bewijzen zonneklaar, dat de mensen reeds in dit stadium van de evolutie wisten wat zij met vuur konden doen. Misschien deden zij dit wel door de gloe iende as van door de bliksem getroffen bomen een tijd lang warm te houden. Er moet nog veel speurwerk worden venicht alvorens wij meer te weten zullen komen over de aard van de schepselen, die in deze langvervlogen tijden hebben geleefd. Misschien gaat het in dit geval orn de eerste mense lijke wezens, misschien om de verst ontwikkelde .Australopitheus', het schepsel dat aan de ,homo sapiens' vooraf is gegaan. Hoe het zij, wij heb ben nu het onweerlegbare bewijs, dat een bepaalde vorm van de ,homo erec tus' in Europa heeft geleefd. Dieren Bij de opgravingen te Vertsszöllös zijn tot dusverre restanten van vier afzon derlijke perioden aangetroffen. Tussen de oudste en de jongste nederzetting moe ten ongeveer veertig vijftigduizend ja ren zijn verstreken. Als gevolg van dit ontzaglijke tijdverschil zijn overblijfse len van zeer verschillende aard aange troffen. Bepaalde diersoorten zijn in de buurt van iedere nederzetting aanwezig geweest, zoals bevers, neushoorns, be ren, wolven, buffels en herten. Andere restanten, waaronder de indrukken van bepaalde planten, zijn daarentegen slechts in één of twee lagen van de groeve gevonden. Hongaarse paleontologen hebben vast gesteld, dat de beenderen uit de diep ste lagen afkomstig zijn van dieren die in een warm klimaat hebben geleefd terwijl de beenderen uit de hogere la gen restanten zijn van dieren die tegen felle koude waren bestand. Dit is ge heel in overeenstemming met vroegere conclusies van geleerden, dat de op komst van het menselijke geslacht In'China, Java of Afrika zich heeft voltrokken in een periode van omslag van het klimaat en wel in de tweede koudefase van de ijstijd, die als het .Mindel-glaciaal' bekend staat. Vertes hoopt, dat de steengroeve van Vertsszöllös nog meer belangwekkende vondsten zal opleveren, want het werk is nog lang niet voltooid. Intussen zijn andere experts bezig met een nauw keurig onderzoek van de duizenden ge vonden voorwerpen, die nieuwe gege vens moeten opleveren over het leven van de verste voorvaderen van de heden daagse mens. louorkti rulige' kroiuek: doof HANS WARREN ENIGE TIJD GELEDEN, toen we de biogTafie van Josephine de Beauharnais door mevrouw T. Spaans-van der Bijl bespraken, wezen we reeds op de eveneens uitstekende biografie van de Ameri kaanse schrijfster Constance Wright: .Daughter to Napoleon, a bio graphy of Hortense, Queen of Holland'. Deze biografie is thans, in een zeer verzorgde vertaling van R. de Jong-Belinfante in het Neder lands verschenen onder de titel: .Hortense de Beauharnais, Dochter van Napoleon, Koningin van Holland'. Het is een lijvig boek van 350 met. kleine letters bedrukte bladzijden, maar men leest het ge boeid, van begin tot einde. Vooropgesteld zij, dat dit een zuivere bio grafie is, en niet een ,vie romancée'; alle erin meegedeelde feiten zijn controleerbaar, en wanneer Hortense sprekende ingevoerd wordt, z{in het haar eigen woorden of wel die, door anderen uit haar mond gehoord en latei opgetekend. Er is heel wat uit die tijd opgetekend. Zeer vele personen uit die naaste omgeving van Napoleon, Joséphine en Hort ens hebben hun .mémoires' geschreven. Constance Wright heeft daar veel uit geput. Het meest uit de .Mémoires' van koningin Hortense zelf, een boek dat, althans in de editie die wij bezitten, alleen reeds een 550 bladzij) groot formaat telt. Het is overigens bevreemdend dat deze .Mémoires' niet bekender zijn geworden. Zij verschenen in 1928, bijna een eeuw na Hortenses dood. Mogelijk was het er geen geschikt tijdsgewricht voor. Want haar .Mémoires' tonen koningin hortense als een begaafd schrijfster en knap styliste. Men ontmoet in dit boek deze bijzondere vrouw temidden van haar hele wereld. Het werk is, afgezien van het beslist meesterlijke portret dat het van Napoleon tekent, geheel doordrenkt van een weemoedige, licht romantische charme. In onze vorige bespreking hebben we reeds be leden dat, naar onze mening zowel keizerin Joséphine (1753-1814) als haar dochter Hortense 1783-1837) tot de meest fascinerende vrou wen uit de geschiedenis behoren. Evenmin als Joséphine, was Hor tense een schoonheid in de gebruikelijke zin van het woord. Toch krijgt men bij ieder portret dat men van haar ziet, een lichte schok: de betovering waarvan alle mensen gewagen die deze vrouw geleend hebben straalt Aria de portretten door de eeuwen heen. Uit haar ge- laatstrelcken spreekt grote noblesse van geest, gratie en goedheid. Zij lijkt wat droevig met haar grote blauwe ogen, haar zachtblonde haar in empirelolcken, de brede, heel gevoelige mond en haar éven gebogen neus. Zij heeft iets heel kunstzinnigs over zich. Hortense was inder daad in vele opzichten artistiek begaafd. Zij kon aardig tekenen en aquarelleren. Zij musiceerde graag en componeerde melodieën bij de liedjes en balladen die zij schreef. (Het frisse, bekoorlijke .Partant pour la Syrië' is lange tijd heel populair geweest. Men vindt het ook thans nog steeds in menig boek met Franse chansons). Zij kon dansen als een beroepsdanseres, zodat de mensen ademloos toekeken en op stoelen gingen staan om beter te zien wanneer zij de balletachtige quadrilles leidde op de hofbals. Zij danste als ballerina, geheel in zilver, diamanten en witte veren gehuld als hogepriesteres ln een door haar ontworpen .Peruaans' ballet ter gelegenheid van carnaval 1812. Maar zij was ook sportief, reed uitstekend paard, en durfde zelfs over boomstammen te lopen om bergravijnen over te steken. Uit haar brieven, haai reisboek en bovenal uiit haar .Mémoires' blijkt dat zij bovendien buitengewoon goed kon schrijven. Dit mooie, delicate en aristocratische proza geeft ons ook thans nog de kans ln haar Intieme leven door te dringen alsof men haar heeft ge kend.A Wie haar werkelijk hebben gekend en ontmoet, zelfs totaal ver schillende naturen en tegenstanders als Louis XVIII of Metteraich, belcenrlen dat koningii. Hortense de meest betoverende vrouw met de aangenaamste manieren was die zij ooit hadden ontmoet... Alleen haar gemaal, Lodewijk-Napoleon, de koning van Holland, was niet gelukkig met haar en zij niet met hem. Nu was dit huwelijk een politiek huwelijk en dus gedwongen, en Lodewijk-Napoleon een man met een onmogelijk karakter. Hij had naast vele goede eigenschap pen een paar afwijkingen die de samenleving met hem haast tot een onmogelijkheid maakten. Zo heeft hij opzettelijk voorkomen dat Hor tense, de korte tijd dat zij in Holland vertoefd heeft als koningin, een aangename indruk kor maken. Hij is erin geslaagd, haar ln dis- crediet te brengen, vaak leest men in boeken nog dat Hortense een .wufte vrouw' was, die haar man In geen enkel opzicht tot steun was. De strijd om hun kinderen (ze hadden er drie, waarvan de oudste jong ln Hofland stierf) Is een haast levenslange bron van droefenis geweest, zowel voor Lodewjjk als voor Hortense. Hortenses hart ging uit naar de iets jongere Charles de Flahaut, wiens levensgeschiedenis ook bonter ls dau de meest ingewikkelde roman. Hij was een natuur lijke zoon van Talleyrand (in de tijd toen die nog... bisschop van Autun was, weliswaar een bisschop die nimmer in zijn diocees kwam en ln geen enkel dogma van de kerk geloofde), en van de markiezin de Sous-a Charles de Flahaut vertegenwoordigde alles wat men zich van een romantische held Iran voorstellen. Hij was uiterlijk onweer staanbaar knap. geestelijk zéér begaafd, hij kon mooi zingen en hij was daarbij een held die ln de Napoleontische veldslagen steeds ln het heetst van de strijd gewikkeld was en vele blijken gaf van moed en standvastigheid. Hij had Hortense boven alle andere vrouwen lief, maar hij had een vurige natuur, en hij kon vrijwel iedere mooie vrouw die hij begeerde krijgen. Zijn talloze liaisons bezorgden Hortense veel verdriet: Hortense is nooit van Lodewijk gescheiden, en dus ook nimmer met De Flahaut getrouwd, hoewel hij haar verscheidene malen voorgesteld heeft, te trouwen. Wel kreeg zij in het diepste geheim een zoon van hem, de latere hertog De Morny, die tijdens het tweede keizerrijk, toen zijn halfbroer, Hortenses jongste zoon, regeerde, een rol te spelen zou krijgen. In haar .Mémoires' wordt van dit alles uiter aard met geen woord gerept. Later is De Flahaut, toen Hortense hem had laten weten dat zij voorgoed van een verbintenis met hem afzag, gehuwd met een Engelse vtouav, die zó ruimdenkend was dat er een portret van Hortense in hun slaapvertrek hing en dat zij een van haar dochtertjes naar Hortense vernoemde. Maar men- weet dat in De Flahauts hart Hortense de enige is gebleven, zoals hij voor haar. Men zal zich herinneren, dat Joséphine de Beauharnais, toen zij met: Napoleon huwde, twee kinderen had, Eugène (1781-1824) en Hortense. De Vicomte de Beauharnais was tijdens de revolutie ter dood gebracht Hortense moet reeds als kind allerliefst zijn geweest, Toen zij nog op de kostschool van Madame Oampa'n was, stelde deze een speciale prijs ln, een nagemaakte roos, die drie maanden lang gedragen mocht worden op de zondagen door het .liefste meisje' van de school. Dat meisje werd bij geheime stemming aangewezen, waarbij ledereen meestemde, leerlingen leraren en huispersoneel. Bij de eerste stemming behaalde Hortense de prijs. Zij is haar hele leven zeer po pulair gebleven; haar broer Eugène moet eveneens een prachtig ka rakter hebben gehad, over hem is in de historie geen enkel ongunstig bericht te vinden. Er valt over koningin Hortense en over het boek van Constance Wright zóveel te zeggen, dat het bestek van dit artikel te klein is. Laten we ons eerst bepalen tot Constance Wright. Zij lieeft uit een overstelpende hoeveelheid feitenmateriaal een biografie samengesteld die, hoewel hij gehéél verantwoord is. leest als een spannende roman. Heel de bewogen tijd komt tot leven als achtergrond voor de figuur 'van Hortense, die zij met eerbied en genegenheid heeft getekend. Ontsporingen hebben we niet gevonden, wel een paar lichte vertekerjmgen, doch die zijn haast onvermijdelijk bij een zó omvang rijk materiaal. Koningin Hortense komt uit dit boek naar voren zoals zij waarschijnlijk is geweest, althans zoals wij ons haar ook altijd hebben voorgesteld uit wat we over haar weten: als een werkelijk koninklijke vrouw, hoogst begaafd en intelligent, gevoelig, vol gratie en charme, doch boven alles: vtouav en moeder. Een vrouw die nimmer heeft begeerd een grote rol te spelen, een vrouw die zich waarschijn lijk het liefst in stilte gewijd zou hebben aan haar gezin en haar liefhebberijen, haar familie (zij verafgoodde haar moeder) en vrienden, doch die door het lot gedwongen werd, een moeilijke openbare rol te spelen, en een schakel te worden tussen tAvee keizers: haar stiefvader en haar jongste zoon. Een vrouw die die opgedrongen rol gespeeld heeft op een koninklijke manier, daarbij haar levensgeluk verspelend en geen enkele dank oogstend. Geen slag die haar niet trof: een on gelukkig huweliik met een paranoïde man, twee van haar kinderen die vóór haar stierven, haar andere zoon, "net kind van haar liefde, Ln het verborgene opgroeiend. Haar moeder en broer, beiden veraf good, die zij ook vroeg verloor. Haar liefste vriendin die op een gru welijke manier in haar aanwezigheid verongelukte. Een eindeloze reeks slagen er. teleurstellingen. Dan de bewogen ups en downs van Napoleon, waardoor zrj nu eens schitterde nabij de hoogste top en zich dan weer Ln een dienstbodenkamer verschuilen moest of een diamanten sieraad moest trachten te verkopen aan een schatrijke Engelse die weigerde. De betrekkelijke armoede dan, de ballingschap terwille van de Bonapartes die zii trouw bleef, de voortdurende angst om het lot van naar kinderen, de ballingschap voorgoed, tenslotte. Zelfs toen zij stervende Avas (54 jaar oud, aan kanker) moest haar zoon, na een mislukte putsch, weer vluchten naar Amerika. Hij was nog op tijd ln het geheim terug om zijn moeder bij te staan in haar laatste weken. Haar laatste woorden, op zijn vertwijfeld geroepen ,Ik ben hier, moeder, kunt u mij horen' waren een haast onhoorbaar: ,Ik hoor je'. Tot op het ultieme moment was zij boven alles: moeder. Constance Wright heeft het einde heel eenvoudig en aangrijpend uitgebeeld Hortense wist dat zij kanker had en dat opereren niet meer baten kon, het gezwel was te groot geworden. Het briefje aan haar zoon in ballingschap is ontroerend door de dapperheid: ,Mijn lieve zoon, ik zal misschien een operatie moeten ondergaan. Slaagt uie niet. dan brengt deze brief je mijn zegen... Tracht te geloven aat alziende, liefhebbend; ogen neerzien op hen die achtergelaten woraen. Dit te geloven is zo noodzakelijk voor onze innerlijke vrede, dat het wel waar moet zijn'. Dit .tracht te geloven'... Hortense wist, dat haar zoon niet erg gelovig was, en zeir twijfelde zij, met haar neldere verstand, ook zo vaak, hoewel zij wél gelovig was. Ze wilde haar zoon nog troosten voor zij heenging'. Zij stierf moeilijk. Zij wilde nog waken over haar kinderen, vond zich ook nog Avat jong om al heen te gaan. ,Ik heb het goede gedaan zoveel ik kon, en ik hoop dat God goed voor mij zal zijn Ze zeggen dat Hij goed is, en toch laat Hij ons zo lijden' zei ze, hevige pijnen lijdend op haar sterfbed. Hor tense is begraven in het dorpskerkje vam Rueil, nabij Malmaïson, waar ook Joséphine rust. We hebben bij beider tombes wel eens verse bloemen zien liggen, Hortensia's, naar haar genoemd, en bosviooltjes in kleine tuiltjes, Constance Wright: Dochter von Napoleon. I, J. Veen's Uitgcversmij. NV, Amsterdam.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1966 | | pagina 13