Oudste mens in
Europa leefde
in Hongarije
AARDEWERK UIT
PERZIË - 7000
JAAR OUD
consfance wright:
dochter van
napoleon'
verrassende
vondsten
van een
belgische
archeoloog
Zaterdag 24 september '66
zaterdagnummer
Illustraties: de vaas (boven)
uit Amlash afkomstig, kreeg
de vorm van een os. Zij is
door de manier waarop de
bek is gemaakt te vergelijken
met de zogenaamde snavel»
kannen. De grot® beker
Jrechts) is naar schatting
S5Q0 jaar oud. Hij is van
lichtgele gebakken darde met
een bruinzwarte versiering.
Hoewel deze beker uit de
hand is gemaakt en dus
niet op de draaischijf ver
raadt de mooie, iets uitlopen
de vorm toch een bepaald
meesterschap. Ook de versie
ring heeft bijzondere kwali
teiten.
Er zwerft op de antiquiteitenmarkt
heel wat materiaal rond, waarvan
men kan zeggen dat het zeer oud
is, doch waarover verder nauwelijks
iets zinnigs te beweren valt. De ge
leerden breken er zich het hoofd
over, maar komen lang niet altijd
tot een afgerond oordeel over de
herkomst. Zo is er bijvoorbeeld veel
onzekerheid over kleine bronzen
voorwerpen uit Loeristan, een Per
zische provincie, over oud aarde
werk uit de streek van Amlash en
tot voor kort ook over keramiek uit
het gebied van Sakkizabad. Men
wist, dat deze zaken uit bepaalde
gebieden van Perzië (Iran) kwa
men, doch kon ze hun plaats in het
geheel van de cultuurhistorie niet
geven, omdat iedere verdere sa
menhang ontbrak.
Dit zijn slechts een paar voorbeel
den. Zij zijn in dit geval ter zaJke die
nend, omdat de drie hier genoemde
gebieden de bijzondere aandacht heb
ben op een tentoonstelling ,Oud-
Iraanse Kunst', die tot 7 november
in het Centraal Museum te Utrecht te
zien is.
Oorzaak van alle problemen Is ge
weest, dat de tegenwoordige bevol
king vaak bij toeval oude grafvel
den of ruïnegebieden onder een zand-
of sliblaag ontdekte, de vondsten
zorgvuldig geheim hield, doch er
wel alle voorwerpen uit vandaan
haalde, die als souvenir geld zouden
kunnen opbrengen. De omwonenden
behandelden deze velden als een
soort goudmijn, waaruit het bruik
bare werd weggehaald en de rest
vernield bleef liggen.
Meer licht
Dat dit tegen de regels inging is
duidelijk. De overheid had reeds lang
alle historische plaatsen onder spe
ciale bescherming genomen en het
verrichten van opgravingen aan
strenge voorschriften gebonden. Zo
komt het, dat de geleerden, aan de
hand van grafvondsten, momenteel
een vrij redelijk overzicht hebben
vam de ontwikkeling van het Oud-
Perzische aardewerk over een perio
de die ligt tussen ongeveer 3500 en
500 voor Christus. Ook over de be
roemde bronzen voorwerpen uit Loe
ristan kan men met wat meer zin
spreken, omdat men ook hier een
overzicht van de ontwikkeling heeft.
Wat nu het aardewerk aangaat: de
Utrechtse tentoonstelling geeft een
boeiend, streng-wetenschappelijk op-
gezel overzicht van hetgeen de Bel
gische archeoloog professor dr L.
van den Berghe uit Gent de laatste
jaren heeft gevonden, aangevuld met
een groot aantal voorwerpen uit twee
particuliere verzamelingen.
Dat is met elkaar niet weinig. De
oudste stukken van de collectie
enkele scherven van een beschilder
de vaas zijn bijna zevenduizend
jaar oud, de eerste gave voorwer
pen ongeveer 5500 jaar. Het is een
voudig aardewerk van een grijsgele
of rode kleur, met de hand gevormd
en met donkerbruine tot zwarte mo
tieven beschilderd. Aanvankelijk ko
men alleen versieringen van lijnen
of veelhoeken voor, in de loop van
de eeuwen ook gestileerde plant- en
diervormen. Er is uit deze periode
een fragment van een pot, waarop
groepen gestileerde bokjes, afgewis
seld door vierkanten, een boeiende,
ritmische versiering vormen.
Nu kan men moeilijk zeggen, dat het
gehele gebied van Perzië een zelf
de type aardewerk vertoont. In een
zelfde periode van de ontwikkeling
vond men integendeel zóveel ver
men erin kon slagen aparte streek-
stijlen te onderscheiden alles be
noemd naar de grafvelden, waar de
voornaamste stukken zijn gevonden.
Nieuwe vondsten
Plotseling doken enige jaren geleden
voorwerpen op van een groep, die
men naar de vindplaats Sakkizabad
noemt. Zij verschenen voor het eerst
in 1959 in de antiekhandel. Alweer
bleken de vondsten uit grafvelden te
komen. De grafvelden waren In dit
geval .dodensteden', velden vol vrij
staande huisjes van losse blokken
of platen kalksteen, die later op de
een of andere manier onder een laag
aarde waren geraakt.
In die graven bleken twee soorten
aardewerk voor te komen. De ene
had een lichte kleur en was op de be
kende wijze versierd met meetkundi
ge figuren in donkere lijnen. De an
dere soort omvatte bijzonder mooi
gevormde vazen en kommen in een
glanzende grijszwarte kleur, die op
een draaischijf waren vervaardigd.
Nu leek het lichte aardewerk nóch
naar vorm, nóch naar versiering veel
op dat wat men elders in Perzië
had gevonden. Het was in elk geval
slechter van kwaliteit, de versiering
gaf duidelijk de indruk, een nabloei
te zijn van wat er eerder was ge
vonden. Professor Van den Berghe
kwam na veel overwegen en verge
lijken tot de slotsom, dat de gevon
den stukken zouden moeten stam
men uit de periode tussen 1600 en
1200 voor Christus. Het gedecoreer
de aardewerk zou dan het oudste,
zijn, het grijszwarte het jongste.
De Vlaamse geleerde meende zelfs
te mogen veronderstellen, dat er ver
band zou kunnen bestaan tussen het
gedecoreerde aardewerk uit Sakkiza
bad en dat uit Kappadocie. een
streek in Kiein-Azië. Het zou aller
minst uitgestoten zijn. Verscheidene
van deze stukken deden mij althans
sterk denken aan Hlttitische kunst,
Ter verduidelijking: juist omstreeks
1200 voor Christus bereikte het Hit-
titisehe rijk, dat zich heeft uitge
strekt van het. midden van Klein-Azië
tot diep In Syrië en Mesopotamië,
zijn politieke en culturele bloeitijd.
Keerpunt
In Perzië is het jaar 1200 een keer
punt geweest in de oergesehiedenis,
Omstreeks die tijd hebben nomaden
stammen de oerbevolking overspoeld
en een nieuw cultuurpatroon meege
bracht. Daaruit is vermoedelijk het
samentreffen van twee soorten aar
dewerk, beschilderd en onbeschil
derd, in dezelfde grafvelden te ver
klaren.
Amlash is een tweede gebied, dat
belangrijke vondsten heeft opgele
verd. Hier vond men niet alleen zeer
mooi aardewerk, vaak in de vorm
van dieren, doch ook afgodsbeeldjes
in keramiek, vermoedelijk vrucht
baarheidssymbolen. Verder prachti
ge bronzen wapenen en sieraden van
brons, goud en edelstenen. In kwali
teit staan deze vondsten al heel
dicht bij die uit de Medische tijd.
Een grote moeilijkheid is, dat men
uit a.1 deze gebieden en tijden alleen
maar grafvondsten heeft. Op geen
enkele andere wijze heeft men con
tact met deze oude culturen kunnen
krijgen daaruit laat zich afleiden,
dat al deze voorwerpen als grafgif
ten bedoeld zijn geweest, met ande
re woorden: dat de onbekende pot
tenbakkers al hun kunstvaardigheid
•hebben besteed aan werk voor het
leven hiernamaals van hun stamge
noten. Wat echter precies de functie
van deze keramie kis geweest, wel
ke betekenis in dit verband de ver
siering heeft gehad niemand die
het kan zeggen.
Desondanks blijft het boeiend, deze
sporen te zien van mensen, die zes-
of zevenduizend jaar voor ons heb
ben geleefd!
BOEDAPEST Nabij het dorp
Vertsszöllös, 50 kilometer ten wes
ten van Boedapest, hebben Hon
gaarse deskundigen een ontdekking
van zeer bijzondere betekenis voor
onze kennis van de prehistorische
mens gedaan. Een groep archeolo
gen onder leiding van Laszlo Ver
tes, verbonden aan het nationale
museum te Boedapest, heeft name
lijk in een kalksteengroeve delen
aangetroffen van de schedel van
een mens, die een half miljoen ja
ren oud moet zijn. Dit is de eerste
vondst van dit type in Europa.
Bij een nauwgezet onderzoek is reeds
gebleken, dat het de schedel is van
een ,homo erectus', de menselijke we
zens die aan de jiomo sapiens' vooraf
zijn gegaan en waartoe ook behoren
de .pithecenthropus' van Java, de ,Si-
nanthropus' van Peking en de Zuidafri-
kaanse .Australopithecus'.
Sinds 1963 staat het Hongaarse don) in
de belangstelling van de wetenschap
pelijke speurders nadat Vertes en zijn
medewerkers er verbrande beenderen
en stenen gereedschappen hadden aan
getroffen. Daarna vonden zij een tand
van een soort bever, een' typische
vertegenwoordiger van het Plistoceen
die ongeveer vierhonderdduizend jaar
geleden is uitgestorven. ,Na deze vondst
besefte ik, dat ik bezig was aan de be
langrijkste. mooiste opgraving die ik
ooit had gedaan', zegt Vertes. Er was
immers in heel Europa geen nederzet
ting van zó hoge ouderdom bekend.
Gebruik van vuur
De theorie van Vertes werd onder
steund door vondsten, die in een later
stadium werden gedaan: vuurstenen en
werktuigen van kwarts, beenderen die
waren gebruikt om stookplaatsen te bou
wen daarna ook een paar tanden van
kinderen en tenslotte de nu beroemd
geworden schedel. De gereedschappen
toonden veel gelijkenis met die, welke
zijn aangetroffen te Tsjoe Koe Tien na
bij Peking, te Swartkrans in Zuid-Afri-
ka en te Ain Hareg in Algerije. Op al
deze plaatsen zijn overblijfselen opge
graven uit praktisch dezelfde periode
als thans te Vertsszöllös aan het licht
is gekomen. Ook de stookplaatsen wa
ren van hetzelfde type alls die van
Tsjoe Koe Tien, de tot dusverre oudste
plek waaruit bleek dat de mensen een
vuurtje konden stoken.
Zij bewijzen zonneklaar, dat de mensen
reeds in dit stadium van de evolutie
wisten wat zij met vuur konden doen.
Misschien deden zij dit wel door de gloe
iende as van door de bliksem getroffen
bomen een tijd lang warm te houden.
Er moet nog veel speurwerk worden
venicht alvorens wij meer te weten
zullen komen over de aard van de
schepselen, die in deze langvervlogen
tijden hebben geleefd. Misschien gaat
het in dit geval orn de eerste mense
lijke wezens, misschien om de verst
ontwikkelde .Australopitheus', het
schepsel dat aan de ,homo sapiens'
vooraf is gegaan. Hoe het zij, wij heb
ben nu het onweerlegbare bewijs, dat
een bepaalde vorm van de ,homo erec
tus' in Europa heeft geleefd.
Dieren
Bij de opgravingen te Vertsszöllös zijn
tot dusverre restanten van vier afzon
derlijke perioden aangetroffen. Tussen de
oudste en de jongste nederzetting moe
ten ongeveer veertig vijftigduizend ja
ren zijn verstreken. Als gevolg van dit
ontzaglijke tijdverschil zijn overblijfse
len van zeer verschillende aard aange
troffen. Bepaalde diersoorten zijn in de
buurt van iedere nederzetting aanwezig
geweest, zoals bevers, neushoorns, be
ren, wolven, buffels en herten. Andere
restanten, waaronder de indrukken van
bepaalde planten, zijn daarentegen
slechts in één of twee lagen van de
groeve gevonden.
Hongaarse paleontologen hebben vast
gesteld, dat de beenderen uit de diep
ste lagen afkomstig zijn van dieren die
in een warm klimaat hebben geleefd
terwijl de beenderen uit de hogere la
gen restanten zijn van dieren die tegen
felle koude waren bestand. Dit is ge
heel in overeenstemming met vroegere
conclusies van geleerden, dat de op
komst van het menselijke geslacht
In'China, Java of Afrika zich heeft
voltrokken in een periode van omslag
van het klimaat en wel in de tweede
koudefase van de ijstijd, die als het
.Mindel-glaciaal' bekend staat.
Vertes hoopt, dat de steengroeve van
Vertsszöllös nog meer belangwekkende
vondsten zal opleveren, want het werk
is nog lang niet voltooid. Intussen zijn
andere experts bezig met een nauw
keurig onderzoek van de duizenden ge
vonden voorwerpen, die nieuwe gege
vens moeten opleveren over het leven
van de verste voorvaderen van de heden
daagse mens.
louorkti rulige' kroiuek:
doof HANS WARREN
ENIGE TIJD GELEDEN, toen we de biogTafie van Josephine de
Beauharnais door mevrouw T. Spaans-van der Bijl bespraken,
wezen we reeds op de eveneens uitstekende biografie van de Ameri
kaanse schrijfster Constance Wright: .Daughter to Napoleon, a bio
graphy of Hortense, Queen of Holland'. Deze biografie is thans, in
een zeer verzorgde vertaling van R. de Jong-Belinfante in het Neder
lands verschenen onder de titel: .Hortense de Beauharnais, Dochter
van Napoleon, Koningin van Holland'. Het is een lijvig boek van
350 met. kleine letters bedrukte bladzijden, maar men leest het ge
boeid, van begin tot einde. Vooropgesteld zij, dat dit een zuivere bio
grafie is, en niet een ,vie romancée'; alle erin meegedeelde feiten
zijn controleerbaar, en wanneer Hortense sprekende ingevoerd wordt,
z{in het haar eigen woorden of wel die, door anderen uit haar mond
gehoord en latei opgetekend. Er is heel wat uit die tijd opgetekend.
Zeer vele personen uit die naaste omgeving van Napoleon, Joséphine
en Hort ens hebben hun .mémoires' geschreven. Constance Wright
heeft daar veel uit geput. Het meest uit de .Mémoires' van koningin
Hortense zelf, een boek dat, althans in de editie die wij bezitten, alleen
reeds een 550 bladzij) groot formaat telt. Het is overigens bevreemdend
dat deze .Mémoires' niet bekender zijn geworden. Zij verschenen in
1928, bijna een eeuw na Hortenses dood. Mogelijk was het er geen
geschikt tijdsgewricht voor. Want haar .Mémoires' tonen koningin
hortense als een begaafd schrijfster en knap styliste. Men ontmoet
in dit boek deze bijzondere vrouw temidden van haar hele wereld.
Het werk is, afgezien van het beslist meesterlijke portret dat het
van Napoleon tekent, geheel doordrenkt van een weemoedige, licht
romantische charme. In onze vorige bespreking hebben we reeds be
leden dat, naar onze mening zowel keizerin Joséphine (1753-1814)
als haar dochter Hortense 1783-1837) tot de meest fascinerende vrou
wen uit de geschiedenis behoren. Evenmin als Joséphine, was Hor
tense een schoonheid in de gebruikelijke zin van het woord. Toch
krijgt men bij ieder portret dat men van haar ziet, een lichte schok:
de betovering waarvan alle mensen gewagen die deze vrouw geleend
hebben straalt Aria de portretten door de eeuwen heen. Uit haar ge-
laatstrelcken spreekt grote noblesse van geest, gratie en goedheid. Zij
lijkt wat droevig met haar grote blauwe ogen, haar zachtblonde haar
in empirelolcken, de brede, heel gevoelige mond en haar éven gebogen
neus. Zij heeft iets heel kunstzinnigs over zich. Hortense was inder
daad in vele opzichten artistiek begaafd. Zij kon aardig tekenen en
aquarelleren. Zij musiceerde graag en componeerde melodieën bij de
liedjes en balladen die zij schreef. (Het frisse, bekoorlijke .Partant
pour la Syrië' is lange tijd heel populair geweest. Men vindt het ook
thans nog steeds in menig boek met Franse chansons). Zij kon dansen
als een beroepsdanseres, zodat de mensen ademloos toekeken en op
stoelen gingen staan om beter te zien wanneer zij de balletachtige
quadrilles leidde op de hofbals. Zij danste als ballerina, geheel in
zilver, diamanten en witte veren gehuld als hogepriesteres ln een
door haar ontworpen .Peruaans' ballet ter gelegenheid van carnaval
1812. Maar zij was ook sportief, reed uitstekend paard, en durfde
zelfs over boomstammen te lopen om bergravijnen over te steken.
Uit haar brieven, haai reisboek en bovenal uiit haar .Mémoires'
blijkt dat zij bovendien buitengewoon goed kon schrijven. Dit
mooie, delicate en aristocratische proza geeft ons ook thans nog de
kans ln haar Intieme leven door te dringen alsof men haar heeft ge
kend.A Wie haar werkelijk hebben gekend en ontmoet, zelfs totaal ver
schillende naturen en tegenstanders als Louis XVIII of Metteraich,
belcenrlen dat koningii. Hortense de meest betoverende vrouw met de
aangenaamste manieren was die zij ooit hadden ontmoet... Alleen
haar gemaal, Lodewijk-Napoleon, de koning van Holland, was niet
gelukkig met haar en zij niet met hem. Nu was dit huwelijk een
politiek huwelijk en dus gedwongen, en Lodewijk-Napoleon een man
met een onmogelijk karakter. Hij had naast vele goede eigenschap
pen een paar afwijkingen die de samenleving met hem haast tot een
onmogelijkheid maakten. Zo heeft hij opzettelijk voorkomen dat Hor
tense, de korte tijd dat zij in Holland vertoefd heeft als koningin,
een aangename indruk kor maken. Hij is erin geslaagd, haar ln dis-
crediet te brengen, vaak leest men in boeken nog dat Hortense een
.wufte vrouw' was, die haar man In geen enkel opzicht tot steun
was. De strijd om hun kinderen (ze hadden er drie, waarvan de oudste
jong ln Hofland stierf) Is een haast levenslange bron van droefenis
geweest, zowel voor Lodewjjk als voor Hortense. Hortenses hart ging
uit naar de iets jongere Charles de Flahaut, wiens levensgeschiedenis
ook bonter ls dau de meest ingewikkelde roman. Hij was een natuur
lijke zoon van Talleyrand (in de tijd toen die nog... bisschop van
Autun was, weliswaar een bisschop die nimmer in zijn diocees kwam
en ln geen enkel dogma van de kerk geloofde), en van de markiezin
de Sous-a Charles de Flahaut vertegenwoordigde alles wat men zich
van een romantische held Iran voorstellen. Hij was uiterlijk onweer
staanbaar knap. geestelijk zéér begaafd, hij kon mooi zingen en hij
was daarbij een held die ln de Napoleontische veldslagen steeds ln
het heetst van de strijd gewikkeld was en vele blijken gaf van moed
en standvastigheid. Hij had Hortense boven alle andere vrouwen lief,
maar hij had een vurige natuur, en hij kon vrijwel iedere mooie
vrouw die hij begeerde krijgen. Zijn talloze liaisons bezorgden Hortense
veel verdriet: Hortense is nooit van Lodewijk gescheiden, en dus ook
nimmer met De Flahaut getrouwd, hoewel hij haar verscheidene malen
voorgesteld heeft, te trouwen. Wel kreeg zij in het diepste geheim
een zoon van hem, de latere hertog De Morny, die tijdens het tweede
keizerrijk, toen zijn halfbroer, Hortenses jongste zoon, regeerde, een
rol te spelen zou krijgen. In haar .Mémoires' wordt van dit alles uiter
aard met geen woord gerept. Later is De Flahaut, toen Hortense
hem had laten weten dat zij voorgoed van een verbintenis met hem
afzag, gehuwd met een Engelse vtouav, die zó ruimdenkend was dat
er een portret van Hortense in hun slaapvertrek hing en dat zij een
van haar dochtertjes naar Hortense vernoemde. Maar men- weet dat
in De Flahauts hart Hortense de enige is gebleven, zoals hij voor haar.
Men zal zich herinneren, dat Joséphine de Beauharnais, toen zij
met: Napoleon huwde, twee kinderen had, Eugène (1781-1824) en
Hortense. De Vicomte de Beauharnais was tijdens de revolutie ter
dood gebracht Hortense moet reeds als kind allerliefst zijn geweest,
Toen zij nog op de kostschool van Madame Oampa'n was, stelde deze
een speciale prijs ln, een nagemaakte roos, die drie maanden lang
gedragen mocht worden op de zondagen door het .liefste meisje' van
de school. Dat meisje werd bij geheime stemming aangewezen, waarbij
ledereen meestemde, leerlingen leraren en huispersoneel. Bij de eerste
stemming behaalde Hortense de prijs. Zij is haar hele leven zeer po
pulair gebleven; haar broer Eugène moet eveneens een prachtig ka
rakter hebben gehad, over hem is in de historie geen enkel ongunstig
bericht te vinden. Er valt over koningin Hortense en over het boek
van Constance Wright zóveel te zeggen, dat het bestek van dit artikel
te klein is. Laten we ons eerst bepalen tot Constance Wright. Zij
lieeft uit een overstelpende hoeveelheid feitenmateriaal een biografie
samengesteld die, hoewel hij gehéél verantwoord is. leest als een
spannende roman. Heel de bewogen tijd komt tot leven als achtergrond
voor de figuur 'van Hortense, die zij met eerbied en genegenheid heeft
getekend. Ontsporingen hebben we niet gevonden, wel een paar lichte
vertekerjmgen, doch die zijn haast onvermijdelijk bij een zó omvang
rijk materiaal. Koningin Hortense komt uit dit boek naar voren zoals
zij waarschijnlijk is geweest, althans zoals wij ons haar ook altijd
hebben voorgesteld uit wat we over haar weten: als een werkelijk
koninklijke vrouw, hoogst begaafd en intelligent, gevoelig, vol gratie
en charme, doch boven alles: vtouav en moeder. Een vrouw die nimmer
heeft begeerd een grote rol te spelen, een vrouw die zich waarschijn
lijk het liefst in stilte gewijd zou hebben aan haar gezin en haar
liefhebberijen, haar familie (zij verafgoodde haar moeder) en vrienden,
doch die door het lot gedwongen werd, een moeilijke openbare rol te
spelen, en een schakel te worden tussen tAvee keizers: haar stiefvader
en haar jongste zoon. Een vrouw die die opgedrongen rol gespeeld
heeft op een koninklijke manier, daarbij haar levensgeluk verspelend
en geen enkele dank oogstend. Geen slag die haar niet trof: een on
gelukkig huweliik met een paranoïde man, twee van haar kinderen
die vóór haar stierven, haar andere zoon, "net kind van haar liefde,
Ln het verborgene opgroeiend. Haar moeder en broer, beiden veraf
good, die zij ook vroeg verloor. Haar liefste vriendin die op een gru
welijke manier in haar aanwezigheid verongelukte. Een eindeloze
reeks slagen er. teleurstellingen. Dan de bewogen ups en downs van
Napoleon, waardoor zrj nu eens schitterde nabij de hoogste top en zich
dan weer Ln een dienstbodenkamer verschuilen moest of een diamanten
sieraad moest trachten te verkopen aan een schatrijke Engelse die
weigerde. De betrekkelijke armoede dan, de ballingschap terwille van
de Bonapartes die zii trouw bleef, de voortdurende angst om het lot
van naar kinderen, de ballingschap voorgoed, tenslotte. Zelfs toen zij
stervende Avas (54 jaar oud, aan kanker) moest haar zoon, na een
mislukte putsch, weer vluchten naar Amerika. Hij was nog op tijd ln
het geheim terug om zijn moeder bij te staan in haar laatste weken.
Haar laatste woorden, op zijn vertwijfeld geroepen ,Ik ben hier, moeder,
kunt u mij horen' waren een haast onhoorbaar: ,Ik hoor je'. Tot op
het ultieme moment was zij boven alles: moeder.
Constance Wright heeft het einde heel eenvoudig en aangrijpend
uitgebeeld Hortense wist dat zij kanker had en dat opereren niet
meer baten kon, het gezwel was te groot geworden. Het briefje aan
haar zoon in ballingschap is ontroerend door de dapperheid: ,Mijn
lieve zoon, ik zal misschien een operatie moeten ondergaan. Slaagt
uie niet. dan brengt deze brief je mijn zegen... Tracht te geloven
aat alziende, liefhebbend; ogen neerzien op hen die achtergelaten
woraen. Dit te geloven is zo noodzakelijk voor onze innerlijke vrede,
dat het wel waar moet zijn'. Dit .tracht te geloven'... Hortense wist,
dat haar zoon niet erg gelovig was, en zeir twijfelde zij, met haar
neldere verstand, ook zo vaak, hoewel zij wél gelovig was. Ze wilde
haar zoon nog troosten voor zij heenging'. Zij stierf moeilijk. Zij wilde
nog waken over haar kinderen, vond zich ook nog Avat jong om al
heen te gaan. ,Ik heb het goede gedaan zoveel ik kon, en ik hoop dat
God goed voor mij zal zijn Ze zeggen dat Hij goed is, en toch laat Hij
ons zo lijden' zei ze, hevige pijnen lijdend op haar sterfbed. Hor
tense is begraven in het dorpskerkje vam Rueil, nabij Malmaïson, waar
ook Joséphine rust. We hebben bij beider tombes wel eens verse bloemen
zien liggen, Hortensia's, naar haar genoemd, en bosviooltjes in kleine
tuiltjes,
Constance Wright: Dochter von Napoleon.
I, J. Veen's Uitgcversmij. NV, Amsterdam.