Het ,Zeelandlijntje' eerste binnenlandse luchtdienst ,Het waren gezellige lijntjes' GEBOREN UIT MILITAIRE NOODZAAK DOOR PARTICULIER INITIATIEF zaterdagnummer T lalerdag 3 september 1966 ,De binnenlandse lijntjes waren gezellig. Je ken de vrijwel iedereen, het waren bijna altijd de zelfde mensen die van het vliegtuig gebruik maakten, voornamelijk zakenlui'. Dit is een van de herinneringen, die de heer G. J. C. te Roller, gepensioneerd vlieger van de KLM en tegen woordig directeur van de WV in Aalsmeer, nog aan de vluchten op het traject Rofterdam-Haam- stede-Vlissïngen heeft. Het is allemaal heel lang geleden en de herinneringen zijn niet talrijk Die herinneringen vormen een deel van de ge- j -iehiedenls van de Zeeuwse luchtlijn, op 4 juli I 1931 van start gegaan met de dienst Rotterdam- j .-Iaamstede, op 1 mei 1932 uitgebreid tot Vlissin- -on en op 1 juni 1933 nogmaals verlengd, nu tot i -Cnokke. Het waren in die beginjaren alleen zo- nervluchten, pas in de winter van 1933 op 1934 .verd de dienst Rotterdam-Haamstede-Vüssingen rok 's winters gevlogen. De dienst werd onder houden met de F 7a toestellen, eenmotorige vliegtuigjes, die 8 passagiers konden vervoeren. In 1934 werd de F8, een tweemotorig vliegtuig met ruimte voor 15 passagiers, op de Zeeuwse lijn ingeschakeld, een jaar later kwam de F 12 voor 16 passagiers en in 1936 werd voor de luchtlijn de DC 2 (14 passagiers) gebruikt. In luli 1939 werden de binnenlandse vluchten stop gezet in verband met de mobilisatie en na de oorlog werd de Zeeuwse luchtlijn niet meer her opend. Maar in de periode van '31 tot '39 maak ten talrijke mensen gebruik van de vliegtuigen op het traject Rotterdam-Haamstede-Vlissingen. f-Iet lijntje was dam ook de enige van het binnen landse luchtnet, dat niet werkte met een regio naal garantiefonds. De heer Te Roller begon zijn vliegersloopbaan in 1924 bij de marineluchtvaartdienst. In 1929 ging hij over naar de KLM en werd uitgeleend aan de KNILM tot 1933. Tussen vluchten naar Londen en Stockholm door maakte hij ook vele reisjes naar Zeeland. Gezellige lijntjes dus, maai toch ook weer niet altijd. ,Je had er vrij veel slecht zicht. Vooral 's winters was er nog ai eens mist. Toen waren er nog vrijwel geen mïst- .andingsfaciliteiten en Haamstede en Vüssïngen hadden die zeker niet. Rotterdam en Amsterdam gaven je nog peilingen'. Hoe dat toen ging? ,We vlogen zoveel mogelijk op zicht. Herkenningspunten waren de verschii- lende inhammen van de stromen. En als het zicht minder was, volgden we vanaf Veere de weg naar Vlissingen'aldus de heer Te Roller. Tenslotte nog een herinnering aan de dienst op Knokke. ,Dat was een hele drukke lijn. We maak ten dan ook veel extra vluchten, vooral in de vakantietijd'. In de afgelopen jaren heeft een commissie zich beijverd voor de totstandkoming van een vliegveld in Midden-Zeeland, dat over dit principe is men het wel eens in het Zuid-Sloe zal moeten komen. De commissie heeft verschillende plannen opgesteld, een kleine landingsstrip tot een grotere landingsbaan waarop ook de Friendships zouden kunnen landen, waarmee de KLM nu het binnenlands luchtnet on derhoudt. Deze plannen zijn doorgestuurd naar ge deputeerde staten. Men houdt er echter rekening mee, dat men om het vliegveld van de grond te krijgen' vooreerst genoegen zal moeten nemen met een klei nere landingsbaan. Er zal dan wel een mogelijkheid voor onmiddellijke uitbreiding aanwezig zijn. De kleinste landingsstrip zal echter ruim voldoende zijn voor zakentoestellen en sportvliegtuigen. De vroegere Zeeuwse vliegvelden bij Haamstede en Vlissingen zijn echter niet in een wip tot stand ge komen. Ook toen moest men een eindeloos geduld uitoefenen en kon men maar langzaam vorderingen maken. Dat illustreren op deze pagina twee arti keltjes over de totstandkoming van de vliegvelden Vlissingen en West-Schouwen. DinnenJands luchtverkeer in Nederland is bepaald geen zaak van vandaag of gisteren. Het is zelfs veel ouder dan de meeste mensen vermoeden. De eerste luchtdienst binnen onze grenzen werd namelyk reeds in 1931 geopend. Het was het be roemde Zeelandlijntje, de dienst Amsterdam, Rotterdam en Haamstede, dat in 1932 werd doorgetrokken naar Vlissingen. Bovendien kreeg de lyn, speciaal ten gerieve van de badgasten en de goklustigen, een interna tionaal verlengstukje naar de Belgische badplaats Knokke in De betekenis van dat Zeelandlijntje moet men niet onderschatten. De Zeeuwse eilanden lagen toentertijd nog erg geïsoleerd. Een vluchtje van 'n kwartier naar Rotterdam was dan ook een hele tijdwinst en aan die tijdwinst ontleende dit buurtlijntje zijn grootste betekenis. Er was evenwel nog een andere re den waarom de KLM in 1831 besloot in eigen land te gaan vliegen. Reizen door de lucht was toentertijd nog iets kostbaars dat alleen gefortuneer de mensen zich konden veroorloven. Er werd trouwens in die jaren lang niet zoveel naar het buitenland ge reisd als tegenwoordig. Daar kwam nog bij, dat veel mensen in die jaren nog een onoverwinnelijke angst voor vliegen hadden. Welnu, KLM-direc- teur Plesman vond dat onbekend on bemind maakte en dat het vliegen ze ker aan populariteit zou winnen als meer mensen in de gelegenheid zou den zijn om een luchtreis te maken. Plesmans besluit stond dan ook weldra vast. ,Laat de mensen binnen Nederland vliegen. Dat hoeft niet zo duur te zijn en zij kunnen eens ondervinden wat het ls'. De Zee- landlijn bood de beste kansen en die kwam er dus het eerst, maar in de volgende jaren groeide het binnen inndse luchtnet geleidelijk. Kort na de Zeelandlijn werd een dienst op Groningen geopend, in 1932 volgde de dienst naar Twente, In 1933 werd van Rotterdam naar Eindhoven ge vlogen, in 1937 werd Texel in het binnenlandse luchtnet opgenomen en in 1939 werd voor het eerst Leeuwar- Üiteraard was het op de binnen landse lijnen het drukst in de zomer maanden. In 1939 werd bijvoorbeeld vijfmaal per dag naar Texel gevlo gen en voerde men de Zeelanddienst zelfs zesmaal per dag uit, terwijl de andere diensten twee- of driemaal per dag werden gevlogen. Op 23 augustus van dat jaar, met de oorlogsdreiging al heel dichtbij, werden de binnenlandse diensten stopgezet. Het zou zes jaar duren voordat zij weer werden geopend. OPNIEUW Zo belandden wij in 1945, Nederland was bevrijd, maar welk een enorme chaos had de bezetter hier achtergelaten! Bruggen waren ver nield, spoorlijnen gesloopt en van hun bovenleidingen ontdaan, wegen opge broken en kapotge-reden. de binnen scheepvaart op veel manieren ge stremd. Auto's en bussen waren over de oostgrens verdwenen of in de oor log vernield en een groot deel van onze treinen had ook een enkele reis naar Duitsland gemaakt. En juist voor de wederopbouw was een snel contact tussen de regering in Den Haag en de plaatselijke en provin ciale overheden zo belangrijk. Geluk kig waren de meeste vliegvelden op korte termijn bruikbaar te maken en kon men gemakkelijk aan vliegtui gen en vliegers komen. De weg door de lucht lag dus open. Daarom werd in de zomer van 1945 de regeringsvllegdienst inge steld, die met zes De Havilland Do- minle-vliegtuigen een aantal bin nenlandse luchtdlensten ging uitvoe ren. De uitvoering werd toevertrouwd aan de KLM, doch de regering be hield zichzelf het recht voor te be slissen wie prioriteit; had voor een plaats in deze zeszlts toestelletjes- Op 27 september 1945 startte deze regeringsvliegdienst met de route Amsterdam-Eindhoven-Maastricht, op 11 oktober volgde Amsterdam- Leeuwarden-Groningen en op 18 ok tober werd de dienst Amsterdam- Enschede geopend. Als compensatie voor het ontredder de grondvervoer waren deze dien sten uiterst nuttig. De wederopbouw van Nederland voltrok zich in een verbazingwekkend snel tempo. Brug- fen, wegen en spoorlijnen werden ersteld en er kwam nieuw rijdend en rollend materieel. Toen er een maal weer vlotte verbindingen over de grond waren en bovendien velen opnieuw de beschikking hadden over een eigen auto, was er al gauw geen behoefte meer aan de regeringsvlieg dienst. Daarom ging op 29 april 1946 de gehele exploitatie van de binnen landse vliegdiensten over in handen van de KLM. Dat betekende dat iedere belang stellende van het vliegtuig gebruik kon maken voor reizen binnen de landsgrenzen. Het betekende ook, dat de KLM de Dominies ging vervangen door de veel grotere Dakota's, die 28 plaatsen hadden. Alleen op de lijn naar Leeuwarden en Groningen ble ven de Dominies nog vliegen. In de zomer van 1946, de eerste zomer waarin Nederlanders er na zeven jaar weer eens naar hartelust op uit konden tekken, was het dan ook ge weldig druk op de binnenlandse dien sten, vooral op de lijn naar Zuid-Lim burg. In de winter die daarop volgde liep het vervoer natuurlijk terug. Voor de zomer van 1947 maakte de KLM echter grootse plannen. De lijn naar Maastricht zou worden doorgetrok ken naar Luxemburg, er zou een dienst Amsterdam-Eindhoven—Ant- werpen-Londen komen. Zodoende zou niet alleen een soort Benelux- luchtnet ontstaan, maar zouden bo vendien Eindhoven en Maastricht rechtstreekse verbindingen met het buitenland krijgen. Trouwens, Maas tricht kreeg vijf dagelijkse vluchten naar Amsterdam, waarvan drie via Eindhoven. Het zag er allemaal heel mooi uit op papier, doch de moeilijke naoor logse deviezenbepalingen stuurden het mooie schema grondig in de war. De Luxemburglijn en de diensten via Eindhoven gingen niet door. De bin nenlandse diensten werden ln 1947 nog wel gevlogen, maar zij hadden uiteraard niet meer de grote pers pectieven die er eerst in zaten Ook in 1948 werd nog gevlogen, Al lengs werd evenwel iets heel duide lijk: naarmate het grondvervoer zich verder ontwikkelde en er meer snel le treinen en auto's kwamen, werd de tijdwinst van de luchtreis steeds meer door het grondvervoer achter haald. De hogere prijs voor de lucht reis bood doorgaans geen voordeel meer. Een gevolg daarvan was, dat het binnenlandse luchtverkeer ging teruglopen, zo sterk zelfs dat de KLM uiteindelijk het besluit nam om in september 1949 het hele binnenland se luchtnet tot nader order stop te zetten. Ander beeld rt nader order' is dus 29 au gustus 1966 geworden. Er zijn uiteraard wel eerder plannen geweest, onder meer voor diensten met helikopters, en er is met na me door Schreiner Airways enige tijd gevlogen op de lijn Rotterdam- Am sterdam-Groningen-Hamburg. Het bleek in al die gevallen niet moge lijk te zijn er een lonend bedrijf van te maken. Dat zal ook de KLM de eerste jaren niet kunnen, doch er zijn perspectieven voor de toekomst. De oorzaak van haar ondergang in 1949 de ontwikkeling van het grondvervoer kan het binnenland se luchtverkeer nu in de kaart spe len. Het wegennet raakt zo overvol, dat alleen een luchtreis langzamerhand nog de zekerheid biedt, voor snel vervoer. Dat geldt vooral als op Schiphol een aansluitend vliegtuig naar het buitenland moet worden ge haald. Het nieuwe binnenlandse luchtnet wordt voorlopig nog gekenschetst als een experiment. Iedereen is heel be nieuwd lioe dat experiment zal ver lopen. Bij de fofo's: Onder: deze twee Zeeuwse vrouwen maakten ook de openingsvlucht op Vlisingen mee. Rechts (van boven naar beneden): een herinnering uit 1945, twee Do minies op Schiphol; hef vliegveld Vlissingen vanuit de lucht gezien; het vliegveld Haamstede. Hef vliegveld Vlissingen is ontstaan uit militaire noodzaak. De strategi sche positie van het eiland Walche ren aan de Scheldemond met de oorlogshaven Vlissingen deed in de tweede wereldoorlog waarin de luchtvaart een grote opgang maak te sterk de behoefte aan een militair vliegkamp op Walcheren voelen. Deze behoefte was indertijd vrij gemakkelijk te bevredigen, want de vliegtuigen hadden in die be ginfase van de luchtvaart nog maar een betrekkelijk geringe landings- snelheïd en een klein vliegweitje was dus voldoende. Men beschikte reeds over een heel geschikte plaats: het Waicherse ex ercitieterrein van de landmacht, iets ten noorden van de huidige sport velden aan de Baskenburgweg ge legen. En al spoedig werd de vlieg- wei druk gebruikt door de toen nog heel primitieve vliegtuigjes van de landmacht en marine. De ontwikeling van de vliegerij vroeg echter een groter en aan hogere eisen beantwoordend terrein. Men onder zocht nieuwe mogelijkheden maar vond niets beter. Daarom werd het reeds ln gebruik zijnde terrein ver groot en wel door het Middenreduit, een van de vijf Napoleontische forten, te slechten, de grachten te dempen en het zo vrijkomende terrein bij de oude vliegweide te voegen. Het werk werd door de marine opge knapt en het terrein ging nu ook over van .oorlog* naar marine. De plannen voor de bouw van een flinke vllegtuigloods waren juist gereed om te worden aanbesteed toen de wa penstilstand werd gesloten en het militaire belang van het Waicherse vliegveld niet meer aanwezig was. Toch was daarmee de geschiedenis niet voltooid. Op de 19e mei 1922 maakte een KLM-vliegtuig een nood landing op het militaire .vliegveld Souburg*, zoals het toen werd ge noemd. Dat vormde de aanleiding tot het treffen van allerlei voorzie ningen, die in de loop van de jaren uitgroeiden tot een echt vliegveld. Als gevolg van de noodlanding, waar bij zelfs geen eenvoudige windwij zer op het terrein aanwezig was, werd de zaak onder de aandacht van het bureau luchtvaart van het departement van waterstaat ge bracht. Met toestemming van de mi nister van marine werd daarop een aantal maatregelen getroffen: er werd een windwijzer aangebracht, een eenvoudige nacht-landingsver lichting van petrol eumfakkels werd geïnstalleerd en er werd een lan- dingskenmerk gelegd. De naam van het luchtvaartterrein Souburg werd toen. mede op verzoek van de bur gemeester van Vlissingen, in deze gemeente was het overgrote deel van het terrein gelegen gewijzigd in Luchtvaartterrein-Viissingen. De grootte van het terrein was ruim 30 ha en daarvan lag de noordwes telijke grensstrook, groot 0,4 ha, in de gemeente Oost- en West-Souburg. Begin 1923 was het landingsmerk gereed, in augustus van dat jaar kwam een houten loodsje voor de nachtverlichting klaar en eind 1924 kwam er een voor die tijd zeer mo derne nachtwindwijzer met neonbui- zen tot stand. Het vliegveld Vlissin gen was indertijd een hulplandings terrein op de route' Amsterdam-Rot- terdam-Donden. In verband hiermee werd in 1926 een grote vliegtuigloods in gebruik genomen. In januari 1927 ging het terrein over van marine naar waterstaat. In juli 1927 werden drie vaste iandingsllchten gebouwd en in 1931 kwam er nog een vierde bij. Tevens werden toen verschillende rode obstakellampjes geplaatst, onder andere op de kanaaldijk. Later werd de accommodatie nog verder uitge breid. Er kwam een luchtvaart vuur toren. Het was de laatste van een reeks van zeven draaiende rode neon- routelichten. welke aanving bij het witte luchtvaartverkenningslicht Pijnacker ten noordwesten van Rot terdam. Deze rode routelicnten moes ten bij nacht de piloten de weg naar Londen wijzen. Voorts kwam ér een KLM-restaurantje, tevens stationsge bouw en een radiostation met peil- inrichting. In 1932 werd dit vliegveld officieel in gebruik genomen door de burge luchtvaart door het doortrekken van de dienst Rotterdam-Haamstede naar Vlissingen en het jaar daarop kreeg het vliegveld Vlissingen ook een ver binding met Knokke. Het vliegveld van Haamstede is ïn tegenstelling tot het Vlissingse vlieg veld niet uit militaire noodzaak ont staan maar had de totstandkoming geheel te danken aan het particu liere initiatief. De grondslag werd gelegd op 30 april 1925, toen on der voorzitterschap van de heer J. J. Cock in Zierikzee een vergadering werd gehouden van een Comité tot Bevordering van hef Luchtverkeer Nederland-lndië. Merkwaardig was dat dit comité, dat zich beijverde voor de totstandkoming van de lang ste luchtlijn ter wereld. (Nederland- lndië), zich ook inzette voor de kortste luchtlijn, namelijk Rotterdam- Haamstede. Op 7 mei kon de heer Cock zijn comiféleden meedelen, dat hij bij de KLM was geweest om aan vankelijk over een vliegdemonstra- tie in Zierikzee te spreken. De heer Plesman had hem toen gezegd, dat als de heer Cock voor een goed landingsterrein zou zorgen hij (de heer Plesman) een geregelde lucht- verbinding naar Schouwen-Duive- land tot stand zou brengen. Het comité schakelde hierop zijn werk zaamheden om en ging op zoek naar een vliegterrein. Men ontdekte een geschikt terrein bij Zierikzee, maar dit zou leant en klaar 300.000 kosten. Te duur vond men. Een ander terrein, dat 200.000 zou kosten, werd door de KLM af gekeurd. De zaak bleef slepende tot het voorjaar van 1929, toen de he ren Cock en Van den Broek in con tact kwamen met de vliegende pre dikant ds S. H. J. Voors. Deze en thousiaste bevorderaar van vreemde lingenverkeer en luchtvaart blies de zaak nieuw leven in. Men liet het oog vallen op een terrein in de Wes- terbanpolder onder Haamstede. Op 1 mei 1929 gingen de heren Cock en Voors op audiëntie bij de minister van verkeer en waterstaat, bij welk onderhoud ook de heren Plesman en Martin van de KLM aanwezig waren. Hierbij werd uitvoerig gesproken over de luchtverbinding Scnouwen-Duive- land-Rotterdam en als gevolg daar van kwam reeds op 6 mei 1929 de heer I. A. AJer naar Schouwen en keurde het terrein in de Westerban- polder goed. De zaak werd nu krach tig ter hand genom. Begin maart 1930 kocht de NV Nieuw Haamstede 445 ha duinterrein aan met de be lofte het door de KLM goedgekeurde vliegveldgedeelte van dit complex niet in cultuur te zullen brengen, maar het voor landingsterrein aan de KLM te zullen afstaan. Op 14 oktober 1930 werd met het egaliseren van het werk begonnen, toen de toen malige burgemeester van Haamstede, jhr Van Citters, de eerste spade in de grond stak, terwijl een KLM- vliegtuig boven het terrein cirkelde. Er werd hard gewerkt en op 4 mei 1931 vond de officiële opening plaats van het ongeveer 18 ha grote, geheel genivelleerde luchtvaartterein West- Schouwen. Later werd het uitgebreid tot 29 ha. De opening van de geregelde lucht dienst volgde pas op 4 juli 1931, toen de kortste en later de drukste luchtlijn ter wereld haar bestaan be gon met de dienst Haamstede-Rot terdam. In 1932 werd de dienst her opend en doorgetrokken naar Vlis singen. Toen in 1938 een Intensievere exploitatie werd overwogen, werd het vliegveld toen Haamstede herdoopt aanzienlijk uitgebreid en verbe terd, dank zij de bemoeienis van burgemeester jhr R. J. H. Q. RoëlI van Haamstede. Er kwam een star- tionsgebouwtje en een radiostation en later een restaurant-stationsge bouw.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1966 | | pagina 11