SCHIET DE PREDIKANT TE KORT? een dominee Jf ff U OOSTENRIJKS gaat vi ENIGE PROTESTANTSE BISSCHOP UIT SPANJE IN ONS LAND Gereformeerden in een andere tijd BESPOTTING stemmen uit de kerken Zaterdag 26 maart 1966 ZONDAG AAN ZONDAG staan in ons land duizenden op de kansel om het evangelie te verkondigen en uit te leggen. Zij moeten verband zien te leggen tussen leven en boodschap van Jezus tweedui zend jaar geleden en het leven van de mensen van nu, die staan in een jachtige, materialistisch ingestelde wereld met tv, auto en atoombom. Zij moeien deze mensen leren, troosten en vermanen. Zij hebben vaak het verlam mende gevoel, dat hun preek niet .over komt', dat het de mensen niet raakt in hun situatie en dat gevoel is wederzijds. Dit wekt bij vele predikanten vaak de angst op, tekort te schieten, er niet meer tegenop Ie kunnen. Zij kunnen troost put ten uit de gedachte, dat zij staan in een eeuwenlange traditie van dienaren des Woords, die geworsteld hebben met de zelfde zorgen, twijfel en aanvechting als zij en ook uit de gedachte, dat over de gehele wereld predikanten voor dezelf de problemen staan als zij. Het Amerikaanse blad .Post' heeft een enquête gehouden naar het wel en wee van de protestantse predikant in de VS. In de gesprekken met dominees in het ge hele land kwam steeds weer de droeve be kentenis naar voren, dat men het gevoel had, tekort te schieten. Of hij nu preekte in een dorp, een stad of een buitenwijk, de predikant voelde zich belaagd door de vrees niet op te kunnen tegen de verbasterende menselijke problemen, waarmee hij te ma ken kreeg. En dat gevoel van tekort te schieten kweekte schuldgevoelens aan. De jonge predikant, die huisvesting en seminarie pas heeft verlaten, gaat met hooggestemde verwachtingen de gemeente in. Hij wil de goede herder en dienaar zijn, de mensen de waarheden van het evangelie leren, hun angst verzachten, hen vermanen, omdat ze niet christen zijn in hun dagelijks werk. de .schone dienst des Heren' vieren in liturgie en sacramenten, een goede vriend van de mensen zijn bij de hoogte- Jkt&Wb&uMtftoe int Echt genieten van een onbezorgde vakantie temidden van een onvergetelijk en ongerept natuurschoon, tussen een vriendelijke en vrolijke bevolking in een land waar de muziek de allesoverheersende taal is - kan dat ergens beter dan in Oostenrijk? Bij de keuze van uw vakantieverblijfplaats is het Oostenrijks Toeristenverkeers-Bureau u graag behulpzaam door het verstrekken van folders en inlichtingen. Voor het verzorgen van uw reis (trein- en hotelbespreking, inschrijving op individuele of groepsreizen per trein, bus, vliegtuig enz.) wendt u zich tot de Nederlandse reisbu reaus. Zij beschikken over zeer gevarieerde en interessante programma's. Volledig ver zorgde reizen via uw reisbureau reeds vanaf f240,- (14 dagen). wenst u nu reeds het C'fade-- TOERISTENVERKEERSBUREAU Herengracht 437. Amsterdam, Tel. 020 - 6 21 88 Meespreken punten tn hun leven en een trooster bij rouw en verdriet. In de praktijk van het gemeentewerk komt hij echter tot de ont dekking, dat hij deze dingen niet kan doen zoals hij wel zou willen, dat hjj er lang niet altijd met hoofd en hart bij is, dat zijn tijd en energie wordt opgeslokt door allerlei andere zaken. Hij wordt administrateur, organisator' in commissies, voorzitter van allerlei clubs, scheidsrechter in kleine ruzies, geldklopper. bouwer en feestredenaar. Hij ontdekt dat er weinig tijd overschiet voor meditatie, ge bed, bestudering van de bijbel en theolo gische studie. Hij voelt zich en dat geldt met name in de VS een ,zakenman-in- toga' worden, een kerkelijke manager. Bij de enquête drukte een predikant het zó uit: De gemeenteleden hebben hun eigen opvattingen over wat een dominee moet zijn. Zij rusten niet, voor zij hem hebben aangepast aan hun model en zetten hem dan op een voetstuk. Wanneer zij hem daar eenmaal hebben, sluiten zij hem buiten alle zaken, die niet de kerk of openbare goede werken betreffen, voelen zich onbehaaglijk Ln zijn aanwezigheid en vervallen tot stil- zwljgen of zenuwachtig gegiechel als hij nadert. Het is bijna alsof er een onzichtbare muur wordt opgetrokken tussen de predi kant en zijn kudde. Nieuwe wegen Jonge predikanten doen vaak al hun best om die muur te doorbreken, om te ont komen aan het traditioneel model, waarin men de predikant wil persen. Zij willen de mensen van vandaag bereiken. Zij zien om zich heen, dat steeds meer mensen onver schillig worden ten aanzien van de kerk. Zij zien ook in, dat het nodig is om de oude vormen en de oude taal der vaderen los te laten, wil men deze mensen nog bereiken. Zij zoeken nieuwe wegen om de mensen in hun nood, angst, wanhoop en geestelijke leegte bij te staan. Daarbij groeit het in zicht, dat een predikant en ook de pre dikantsvrouw soms evenveel behoefte heeft aan pastorale zorg als de gemeente leden. Zijn beroep vormt niet een afweer tegen de problemen, die andere mensen overmannen. Hij heeft dezelfde moeilijkhe den in zijn gezin als iedere andere huis vader. Hij kan ook gaan twijfelen aan de inhoud van de bijbel en de leer, die hij ge acht wordt te verkondigen. De laatste tijd is men in enkele protestantse kerken in de VS begonnen met het aanstellen van pre dikanten, die als geestelijk raadsman en pastor voor dominees dienst doen. Eén van de zorgen van de moderne predi kant is, de leden voor zijn gemeente te be houden en nieuwe leden te winnen. In vroe ger dagen was er altijd nog de sociale druk. die de kerkbanken 's zondags vol hield, tegenwoordig is het niet onfatsoenlijk meer om 's zondags niet naar de kerk te gaan. De dominee moet daarom de gemeente in trekken. De hoge flatgebouwen vormen daarbij een kille uitdaging' voor hem. In die fla/ts probeert hij te .infiltreren' via actieve gemeenteleden, die er wonen, onder meer door middel van bijeenkomsten in kleine kring: bijbelkringen, gespreksgroe pen, enz. In sommige plaatsen maken pre dikanten in de VS gebruik van cockta.il- partiea om de mensen uit een bepaalde buurt eens ongedwongen bij elkaar te krij gen. Zij proberen het op allerlei andere manieren: vla clubs voor mannen, jong gehuwden en kinderen. De predikant heeft niet alleen zielen nodig, hij heeft ook het geld van de gemeenteleden nodig om het kerkelijk be drijf draaiend te houden. Er zijn nieuwe kerken en verenigingsgebouwen nodig en de salarissen van kosters, organisten cn andere kerkelijke employés worden steeds hoger. Daarom is vaak één van zijn voor naamste taken, geld bijeen te brengen en dat uit de zakken van zijn gemeenteleden te kloppen. Evenals in Nederland groeit in de VS het besef onder de predikanten, dat men met het evangelie de straat op moet, dat men een woord voor de wereld heeft, dat de kerk zich ook mag en zelfs móet uitspreken over sociale en politieke zaken. De Amerikaanse predikanten, en met name de jongeren, doen dat dan ook n toene mende mate. Zij doen mee aan demonstra ties tegen de rassendiscriminatie en tegen de oorlog in Vietnam. De moeilijkheid is, dat slechts een klein deel van de gemeente bereid is, de predikant te volgen op deze riskante wegen. Zolang hij 's zondags de overgeleverde clichés brengt, luisteren zij naar het schijnt welwillend en knikken goedkeurend. Maar zodra hij raakt aan hun vooroordelen en instellingen, bevriezen zij. Domineesland In eigen .domLneesiand' doen zich soort gelijke verschijnselen voor als in de VS. Ook hier moet de dominee vechten tegen het stereotype, dat men zich van hem heeft gevormd Ook hier dreigt er steeds weer een muur tussen de predikant en gemeente te ontstaan. Die muur loopt ook door vele bijdragen in de bundel ,Daar gaat een do minee voorbij'. In deze bundel hebben ver scheidene Nederlanders, vooral uit de lite raire wereld, persoonlijke herinneringen aan de dominee in hun leven weergegeven op uitnodiging van dr J. J. Buskes en de schrij ver Nico Rost. Dominees z(jn naar mrjn ervaring op hun best, wanneer zij te hulp worden geroepen ln persoonlijke moeilijkheden, wanneer zij van theater en schlabone af stand moeten doen', schrijft professor dr A. de Froe. Prof mr W. F de Gaay Fortman pleit voor vernieuwing van de predikant en op leiding en voor een tijdig onderzoek naar de geschiktheid voor het ambt. De dominee zou meer de leider moeten worden van een team, waarin behalve de kerkeraad ook de gemeenteleden met bijzondere begaafdhe den en deskundigheden zouden kunnen wor den ingeschakeld. Mythe en grandeur Tenslotte bezingt dr J. W. Schuite Nord- holt .mythe en grandeur van het heilig ambt'. De mythe is. dat ,de dominee een soort gezalfde des Heren is, die dan ook ln sommige streken des lands door de boe ren na de slacht van veel spek wordt voor zien. Hij is een man, die op hoogdravende wijze galmend spreekt (men kan het type daarvan in nog heel wat zondagse radio- uitzendingen beluisteren) die in zijn taal gebruik enige generaties achter ligt bij de gewone mensen en daardoor steeds onver staanbaarder wordt, kortom, het i" een re liek van een vorig tijdvak...' Maar er is ook de grandeur van het ambt. In de oorlog zijn we er misschien wel eens erkentelijk voor geweest, dat Nederland een domineesland is, aldus dr Schuite Nord- holt. Is er zwaarder ambt 'e bedenken? vraagt hij. .Meestal te slecht betaald, altijd ln een glazen huis, elke zondag blootge steld aan de kritiek van iedereen, haast elke avond ln de week op stap om cate chisatie te geven, krlngwerk te leiden, kerkeraden voor te zitten. Het grootse van een goede dominee, en die zijn er heel wat. is dat hij zegt wat hij niet durft te zeggen, dat hij spreekt tegen de geijkte wereld in. dat hij zich niet neerlegt bij het bestaan. Dr J. J. Buskes en Nico Rost: ,Daar gaat een dominee voorby'; uitgave Moussault, Amsterdam. r.ti N**t+èr*## -a* I *iS>-ra Isafrf&i'&.&Fr-r W. b\ de Ciaa\ Fortman Q*. Ttrptzra AbVisrrr I-St&i.&tki A.Kwmumn Ivtf-Sttnbij JmtU.icGmt Jet.-_-j# Hatutm H.J.Smt&ng jbaae.MG.SdAt J W.SdmktHtriM Fiddc Scèvrcr Gmllwmt -ïtrn der Graft •Moussmlt Armuria Op het ogenblik vertoeft in ons land op uitnodiging van de vereniging ,Het Evan gelie in Spanje' en de oud-Katholieke Kerk monseigneur Santos Molina Zurita, bisschop van de Iglesia Espanola Refor- mada Episcopal, de Spaanse Episcopaals- Hervormde Kerk. Hij is de enige prote stantse bisschop in Spanje. Deze kerk is ontstaan in 1880, toen een groep ex- r-k priesters zich van zijn kerk afscheidde, omdat zij op het eerste Vaticaanse con cilie vastgestelde dogma van de onfeil baarheid van de paus niet konden aan vaarden. Zij wilden een kerk vormen als die van de He eeuw in Spanje, die volkomen onaf hankelijk was en er eigen (Gotische) riten op nahield. Omdat er geen bisschop onder de stichters was, werden er wijdingen toe gediend door een Ierse bisschop. Deze oor sprong toont aan, dat deze kerk geen re sultaat is van proselytisme. Thans is deze kerk, die krachtens haar ontstaan van alle kerken het dichtst bij de R- Kerk staat, nog steeds niet groot. Zij telt ongeveer 2000 belijdende leden, 9 geeste lijken en 4 lekepredikers. De elf gemeenten zijn verspreid in heel Spanje en vinden hun leden in de middenklasse en de armen on der de bevolking. Bisschop Molina i)s de lei der van de kerk, die betrekkingen onder houdt met verschillende kerken van de Anglicaanse gemeenschap en ook met de oud-katholieke kerken, waarmee vorig jaar volledige intercommunie werd overeenge komen. De Spaanse Episcopaals-Hervormde Kerk is geassocieerd lid van de wereldraad van Kerken (beneden de 10.000 leden). Zij werkt op verschillende punten (bijvoorbeeld in de predikantenopleiding) samen met de andere evangelische kerken. Bisschop Mo lina vertelde een en ander over de situatie van het protestantisme in Spanje. In het overwegend rooms-katholieke land heeft het concilie toch wel een tolerantere hou ding ten opzichte van de protestanten ge bracht. Er bestaan twee stromingen onder de rooms-katholieken in Spanje, zij die te gen alle godsdienstvrijheid zijn en een libe rale groep, die de praktijk wil volgen van het concilie. Er wordt niet meer van ket ters gesproken, men iaat de dissidenten met rust, maar elke zondag in de door de radio uitgezonden r-k mis is er de gebeds intentie: laat de gescheiden broeders weer terugkomen. Over het algemeen moet ge zegd worden, dat er onder het volk, de le ken, niet veel afkeer is van de protestan ten. Maar er heersen wel vele vooroordelen. Nog steeds is het wachten in Spanje op het zogenaamde protestantenstatuut, waar bij de positie van de niet-rooms-katholieken geregeld zou worden. Daarom is er offici eel nog geen toestemming voor anderen om in het openbaar voor hun mening uit te komen en zelfs voor besloten bijeenkom sten hoort er toestemming te zijn. Maar ln de praktijk is dit al verzacht. Naar hel schijnt sluit de organisatie van Opus Dei zich ook achter de conciliehouding aan. Er wordt beweerd dat er een wetsontwerp op stapel staat, dat een ruimere interpretatie van de godsdiensvrijheid zou voorstaan Maar daarvan is niets met zekerheid be kend. Op incidentele verzoeken van protes tantse zijde om vergunning voor bepaalde activiteiten komt vaak pas na heel lange tijd of nooit antwoord. Hét bezwaar tegen de protestantse groepen is wel dat van proselytisme. Mgr Molina sprak daartegen over van een houding van proselytisme van r-k zijde in de enorme publiciteit, die ge geven werd aan enkele notoire overgangen (prinses Irene en Lucy Johnson). Matthlls 27 vers 29: .Toen vleien zy voor Hem op de knieën en spotten, zeggen deWee» gegroet, gy ko ning der Joden!' De soldaten van Pilatus hebben Jezus wel mooi uitgedost met die kroon, scepter en mantel. Zo kon den ze nog beter hun jodenhaat botvieren. Slaan en spuwen was niet genoeg, Hdnen moesten te Hem, bespottelijk maken, en voor al dat zogenaamde Koningsschap van Hem. Als Hij dan Koning was van de joden moest Hij ook maar al de haat die ze tegen dat volk hadden incasseren! Zij waren trouwens niet de eni- gen: Ook de leden van de joodse raad zelf hadden hun handen niet thuis kunnen houden en spottend gelachen over zo'n Messias, so'n Koning. Het is een soort Auschwitz-scéna die ons beschreven wordt. Van een glorieuze heldendood weten de Evangelisten niets. Het was een totale vernedering waaraan hun Heer blootstond. Dat is hoogst merkwaardig: im mers de prediking waarmee apos telen en evangelisten de wereld ingingen was: het Koninkrijk van Koning Jezus is begonnen. Wat dat betekent kan men zo onge veer aanduiden met woorden als nieuw leven, vrijheid, vrede, blijd schap. pretentse i Jezus' Koningsschap onder de spot in flarden gescheurd wordt. Is dat waarmee de soldaten hun wrede spel bedrijven werkelijk een Koning f Ja, maar dan een van een heel andere signatuur, van geheel eigen karakter. Hij ziet af van al le natuurlijke en menselijk zo normale methoden. Hij is Ko ning door niet te schelden als b'ij gescholden wordt en niet te dreg gen als hij lijden moet fl Petru* 2 23). Dat dit ook inderdaad machtsuit oefening is dwz invloed en vernieuwende kracht heeft laat de Bijbel telkens zien. Christenen geloven het alleen zo moeilijk. Misschien omdat ze het niet pro berent Omdat ze bang zrjn ernst te maken met hun geloof tn een gekruisigde Heer1 Ds Luther King heeft ons een voorbeeld gegeven van wat zwij gen tegenover schelden vermag, wat geloof tegenover bloedhonden en geweerkolven kan uitrichten. Door te zien op de leidsman en vervuiler van het geloof: Jezus Christus, gekruisid én opgestaan! KLOOSTERZANDE E. GRAMSBERGE.ï Een week geleden heeft professoi C. Veenhof, hoogleraar aan de theologische hogeschool van de Vrijgemaakte Gereformeerde Ker ken te Kampen, gesproken voor de leden van de persvereniging .Waartieid en Eenheid', welke vereniging haar jaarvergadering hield in Amersfoort. ,Die jaarvergadering betekent voor hen vooral een podium om vrijuit te kunnen spreken over de zaken die hun in de gereformeerde kerken als verontrustend voorkomen.' De Kamper hoog leraar, die als zijn onderwerp had aangekondigd: ,De kern van de zaak', heeft aldaar inderdaad vrijuit gesproken en wel zó, dat dit spre ken nog wel een staart zal hebben. Sinds het eind van het hervormings tijdperk aldus professor Veenhof ging ontbreken wat hij zou willen noemen ,een gezonde mystieke christusgemeenschap'. Dat was voor hem de kern van de zaak. In de praktijk van het geloofsleven in de gereformeerde wereld heeft Christus maar een kleine plaats gehad. Maar het moet in de eerste plaats om Hem gaan. ,Dan pas zijn we in staat tot verweer tegen moderne stromingen. Er is geen herstel mo gelijk in de gereformeerde wereld als we dit niet zien. Anders gaan we aan irrationalisme of rationalisme te gronde.' (het verstand niet of wel als een toereikend middel beschouwend om tot juist inzicht en handelen te komen). Voetius werd door hem .een dieptepunt in de re formatorische theologie' genoemd. Deze Voetius (15S9-1676). die lange jaren hoogleraar te Utrecht is geweest, heeft sterk gestaan op de handhaving van dc gereformeerde kerkleer, die voor hem als de enig ware gold. De rechte leer was voor hem de voorwaarde tot de ware vroomheid H(j had buitengewoon veel waardering voor de Engelse puriteinen en vooral ook aan hem hebben wij in ons land de puriteinse zondag te danken, welke in de 17e eeuw .door kerkelijke vergaderingen was veroordeeld'. Toen stellers van vragen op deze jaarvergadering hem wezen op ,de broederband die ze hadden gevoeld ondanks alle kerkelijke gescheidenheid', antwoordde professor Veenhof: Ik sta hier als een geschorst predikant. Toen de vrijgemaakte predikanten werden uitgeworpen, hebben deze tegen elkaar gezegd dat ze nu wel nooit meer zullen gaan schorsen. ,En Inderdaad is er nu ln de gebonden kerken een ruimte die vele malen groter is dan de kleine ruimte waar om wij in 3e jaren veertig hebben gesmeekt.' Hij is het hartroerend eens met dr Buskes dat dit het gruwelijkste is wat een christenmens kan overkomen. .En daarom ooit verzet ik my tegen de schorsing van Van der Ziel.' Aldus een verslag dat we lazen in Trouw van 21 dezer Deze .feestrede op de genoemde jaarvergadering en de vragen welke er werden gesteld, brengt ons vanzelf naar de generale synode der gereformeerde kerken, want daarover wilden we het heb ben. In Lunleren heeft het modenamen van ce synode der Nederlandse Hervormde Kerk een tegenbezoek gebracht. Uit de woorden van beide praesides bleek duidelijk .hoe dankbaar men over en weer ls voor deze synodale ontmoeting'. Ds Van Strien zei openhartig, dat er bij de ge reformeerden naast dankbare verwondering over wat er in de hervorm de kerk gebeurt, ook bezorgdheid is als zij zien hoe de hervormde kerk soms in de praktijk reilt en zeilt.' .Intussen, het besef is er dat beide kerken voor elkaar verantwoordelijkheid hebben en dat zij een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid hebben voor de wereld.' In dit licht moeten die wederzijdse afvaardigingen worden gezien. Wij zijn allen begrepen in het gebed van Christus: opdat zij allen één zijn. Met deze woorden was dr De Ru, de praeses van de hervormde synode het alleen maar eens. Hij voegde er nog aan toe dat we niet mogen rusten voordat de uiteindelijke hereniging er is. Dat men ln de synodes niet gelijk denkt, al zijn hun beider kerken nu aangesloten bij de wereldbond van calvinistische kerken (World Presbyterian Alliance), bleek toen men het had over intercommunie, het gezamenlijk vieren van het H- Avondmaal. Hoewel op de synode der gereformeerde ker ken hiervoor ernstig gepleit is, heeft zij gezegd: dat kan (voorlopig) nog niet. Intussen ziet het er naar uit dat de zaak toch doorgaat, zij het dan ook in de vorm van een open-coinmunie. Maar waard om te worden opgemerkt is die zaak van de wederzijdse afvaardigingen toch wel, zij het dan ook dat zij niet een hele synodezitting zullen bijwonen, maar vooral die gedeelten waarbij beide kerken belang hebben. De synode der gereformeerde kerken heeft aan die van de christelijk gere formeerde kerken indertijd een uitnodiging gezonden om waarnemers naar eikaars synodes te zenden. Zij heeft hier echter nul op het rekest gekregen want. .de verschillen tussen beide kerken, bijvoorbeeld inzake prediking, catechese en pastoraat waren te groot'. Dit werd geschreven terwijl tegelijk de hoop werd uitgesproken dat men gezamenlijk zal staan voor het gereformeerde erfgoed'. Nu moeten we van het zenden van waarnemers en van een wederzijdse afvaardiging niet al te veel verwachten, maar toch kan het een gebaar van niet te onderschatten betekenis zijn. Wie heeft er ooit van kunnen dromen dat de waarne mers op het concilie in Rome van zo grote betekenis hadden kunnen zijn als in werkelijkheid het geval is geweest Er zijn nog een paar zaken die op de synode der gereformeerde kerken behandeld zijn, welke onze aandacht vragen. Men heeft het gehad over de arbeid op zondag. Professor Veenhof heeft op de ge noemde jaarvergadering zijn hart gelucht over Voetius en zijn .thans zo geprezen sabbatsopvatting'. Bij alle vragen die hem werden gesteld heeft men het ook gehad over het .bedroevend en beangstigend synodebesluit', waarbij de zondagsopvatting van Voetius overboord werd gezet. Er was bij deze synode een verzoek binnengekomen van het Christelijk Nationaal Vakverbond. Het CNV wilde graag een ad vies .inzake de principiële betekenis van de zondag, met name met betrekking tot de zondagsarbeid'. Het CNV zit daarmee natuurlijk principieel'. Hoezeer is de continuarbeid, dag en nacht, in de week en des zondags, niet toegenomen. Er zijn nu eenmaal bedrijven ontstaan waar het onmogelijk is de arbeid ook maar gedurende enkele uren te laten stilstaan. Er zijn er voor wie het een maand zou kosten om ze weer op gang te brengen. De synode heeft de richtlijnen, door depu- taten opgesteld, aanvaard. Een geschrift zal worden samengesteld, waartoe deze richtlijnen de basis zullen zijn. We hopen hierop later terug te komen. Van welke strekking deze aangenomen richtlijnen zijn, blijkt misschien het duidelijkst uit de 16e: ,De geemeenteleden zullen zich niet zonder meer aan noodzakelijke zondagsarbeid ont trekken; zij dienen vanuit de navolging van Christus solidair te zijn met de medemens.' Een vijftal jaren geleden heeft men dr Brouwer, de secretaris van de stichting .Gemeentetoerusting" in zijn wijk te Den Haag, gekozen tot ouderling. Bij zijn bevestiging had hij bezwaar te gen het ondertekenen van de 3 formulieren van enigheid Nederlandse geloofsbeleidenis, Heidelbergse catechismus en de artikelen va Dord recht tegen de remonstranten) Langs kerkelijke weg heeft hij zijn bezwaren toen kenbaar gemaakt, cn aangezien zijn eigen kerkeraad met deze zaak verlegen was, is ze terechtgekomen op de tafel van de generale synode. Dr Brouwer kan het wel een. zijn met de in Dord recht genomen beslissing, maar hij is het er beslist niet mee eens dat men in de artikelen ook geschreven heeft over de verkiezing tot ver werping. Dit vindt hij niet in de Schrift. Het mag dan nog zo logisch zijn dat dit volgt uit de verkiezing tot zaligheid, alles wat logisch is. behoeft daarom nog niet waar te zijn en het behoeft zeker niet schrif tuurlijk te wezen. De synode kwam hier natuurlijk in heel moeilijke vragen terecht. Wat is de betekenis van het onderschrijven der for mulieren? Hoever moet de binding aan de belijdenis gaan? Er zijn opnieuw deputaten benoemd voor de hier aan de orde gestelde vraag stukken. die trouwens ook andere kerken raken en waarom het niet ondienstig zou zijn als ook met hen overleg werd gepleegd. Professor Veenhof heeft ook de naam van dr Buskes genoemd- Deze heeft, tezamen met professor E. L. Smelik en ds S. P. Vermeet een brief aan de synode geschreven, .waarin zij vragen de in 1926 over hen uitgesproken vonnissen terug te nemen'. Deze zijn de drie nog in leven zijnde predikanten welke getroffen werden door de leer- uitspraak van de synode van Assen. ,In de huidige situatie en naai de thans geldende beoordelingsnormen' zouden de verklaringen die de betrokkenen destijds hebben afgelegd nu ,als bevredigend worden ge accepteerd'. Buskes en de zijnen schreven hun brief naar aanleiding /an de uitspraak van de Groninger synode 1963-'64, .dat de leeruit- 3praak van de synode van Assen niet meer volledig kerkelijk func tioneert'. Ds Buskes zegt: ze functioneert helemaal niet meer cn dan 'S het onoprecht te doen alsof dit toch nog wel het geval ;s. Aan dr Buskes en de zijnen zal een synodaal antwoord worden gezonden. Maat er is besloten verder te gaan. ,Ook besloot de synode zo mogelijk een gesprek daarover met hen te arrangeren.' Het is altijd een moeilijke zaak geweest, door heel de kerkgeschiedenis heen. met die '.eeruit spraken. Ze drukken altijd maar gedeeltelijk uit en op menselijke wijze, wat de kerk uit het evangelie heeft geproefd. Bovendien wordt ■lit nog uitgedrukt op een eigentijdse wijze, vanuit het inzicht dat men heeft. Doch, waar er gebondenheid aan Christus is. om professor Veenhof nog eens aan te halen, daar moet men in de kerk wel extra op zijn hoede '.ijn met leeruitspraken waarop zij voor de verdere toekomst worden vastgenageld. H.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1966 | | pagina 21